Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Gericht Schrijven Map - Afkicken

Beoordeling 5.9
Foto van Simon
  • Werkstuk door Simon
  • 5e klas vwo | 28590 woorden
  • 22 juni 2001
  • 74 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
74 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Aan de lezers van dit werkstuk,

Dit is een gericht schrijven map. Ik moest een onderwerp uitkiezen, bij mij afkicken, en acht boeken over dit onderwerp lezen. Voor elk boek moest ik vervolgens uitgebreid vier subvragen beantwoorden en vervolgens mijn hoofdvraag. Ik heb dit werkstuk in het schooljaar 98-99 in 5VWO gemaakt en heb er een zeven min voor gekregen.
Dit werkstuk is niet foutloos, er zijn nog een hoop dingen te verbeteren. Ik raad je aan als je deze GS-map gaat gebruiken de boeken te lezen en vervolgens mijn werkstuk te verbeteren. Ik kreeg bij elk deel (vier delen, elke keer twee boeken erbij) een hoop commentaar en dat wil ik best even voor je opzoeken. Mail me dan gewoon via de link beneden.
Even voor duidelijkheid; dit is een eindexamenwerkstuk, ga je dit voor je eindexamen gebruiken, als je genaaid wordt is dat jouw probleem en jouw stomme fout. Dit werkstuk is beschikbaar, maar denk na bij gevolgen en doe niet even knippen, plakken en inleveren. Ik raad je aan het als naslagwerk te gebruiken, als een soort bron en slechts delen te jatten.


Succes en veel plezier met mijn werkstuk,

Simon

GERICHT SCHRIJVEN MAP-SIMON-V5b Afkicken
Voor jezelf of voor iemand anders?


INHOUD

Inleiding

Hoofdstuk 1: Hoe komt de hoofdpersoon uit het boek in aanraking met drugs?
1.1 Vals Licht
1.2 De moeder van David S.
1.3 Op de rug van vuile zwanen
1.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem
1.5 Gewoon niet doen!
1.6 Hoffman's Honger
1.7 Christiane F. Verslag van een junkie
1.8 Ik was vijftien….. en verslaafd

Hoofdstuk 2: Welke problemen brengt de drugsverslaving in het boek met zich mee?           
2.1 Vals Licht
2.2 De moeder van David S.
2.3 Op de rug van vuile zwanen
2.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem

2.5 Gewoon niet doen!
2.6 Hoffman's Honger
2.7 Christiane F. Verslag van een junkie
2.8 Ik was vijftien.. en verslaafd

Hoofdstuk 3: Welke problemen bracht het afkicken met zich mee?            
3.1 Vals Licht
3.2 De moeder van David S.
3.3 Op de rug van vuile zwanen
3.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem
3.5 Gewoon niet doen!
3.6 Hoffman's honger
3.7 Christiane F. Verslag van een junkie
3.8 Ik was vijftien.. en verslaafd

Hoofdstuk 4: Als de verslaafde eenmaal afgekickt is, is hij/zij dan ook daadwerkelijk gelukkiger?            
4.1 Vals Licht
4.2 De moeder van David S.
4.3 Op de rug van vuile zwanen
4.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem
4.5 Gewoon niet doen!

4.6 Hoffman's Honger
4.7 Christiane F. Verslag van een junkie
4.8 Ik was vijftien.. en verslaafd

Secundaire Bronnen
S.1'Drie keer per dag het spul komen halen is niet niks' door Wim Kohler - Artikel uit Volkskrant
S.2'FACT SHEET 5NL - Voorlichting en preventie alcohol en drugs' van het Trimbos
S.3'Cold Turker, een flinke griep' uit het De Hoop Magazine, door Margriet Hogeweg
S.4Voorwoord door Drs. R. van Amerongen bij de Nederlands versie van het boek Christiane F.

Conclusie            
C.1Vals Licht
C.2De moeder van David S.
C.3Op de rug van vuile zwanen
C.4Het verrotte leven van Floortje Bloem
C.5Gewoon niet doen!
C.6Hoffman's Honger
C.7Christiane F. Verslag van een junkie
C.8Ik was vijftien.. en verslaafd
C.9Conclusie

Evaluatie           
E.2Evaluatie na twee boeken
E.4Evaluatie na vier boeken en twee secundaire bronnen

E.6Evaluatie na zes boeken en drie secundaire bronnen
E.8Evaluatie na acht boeken en vier secundaire bronnen

Literatuurlijst            

Samenvattingen            

Noten            

Extra Opdracht1            

Extra Opdracht 2           

Extra Opdracht 3            



INLEIDING

Altijd alles een keer gedaan willen hebben. Ik vond dat als je je mening gaf over roken, dat je dan minstens een keer zelf gerookt moest hebben. Ik vond dat als je je mening gaf over drinken, dat je dan minstens zelf wel eens een keer gedronken moest hebben. Ik vond dat als je je mening gaf over weed roken, dat je dan minstens zelf wel eens een keer weed gerookt moest hebben. Ik vind dat als je je mening over hardrugs wilt geven, je maar beter een GS-map over dit onderwerp kan maken, in plaats van het uit te proberen.

Omdat een klasgenoot ook als onderwerp drugs had, ben ik naar u toe gegaan om te vragen of dit wel mogelijk was. 'Dat is mogelijk als jullie beiden vanuit een ander oogpunt het onderwerp belichten.' Daarom besloot ik als onderwerp 'Afkicken' te nemen.

In dit verslag heb ik vooral belicht welke problemen de verslaving en het afkicken met zich meebrengen en of de afgekickte persoon ook daadwerkelijk gelukkiger is geworden nadat hij is afgekickt.
Ik denk dat het wel duidelijk is wat mijn subvragen zijn, want die staan ook in de inhoud. Desondanks zal ik ze hier nogmaals vermelden:
Subvraag1: Hoe komt de hoofdpersoon uit het boek in aanraking met drugs?
Subvraag 2: Welke problemen brengt de drugsverslaving in het boek met zich mee?
Subvraag 3: Welke problemen bracht het afkicken met zich mee?
Subvraag 4: Als de verslaafde eenmaal afgekickt is, is hij/zij dan ook daadwerkelijk gelukkiger?
Het leek mij belangrijk om duidelijk te maken hoe de hoofdpersoon uit het boek in aanraking kwam met drugs. Als een soort van voorgeschiedenis op de rest van het verhaal. Vandaar subvraag 1. Subvraag 2 heb ik gekozen, omdat deze problemen de reden zijn om af te kicken; het onderwerp van mijn gericht schrijven map. In subvraag 3 wil ik toelichten of het erg moeilijk was om af te kicken; zo nee, waarom; zo ja, hoe moeilijk was het dan? Het antwoord op subvraag 4 lijkt me zeer belangrijk. Ik bedoel, als iemand nadat hij/zij is afgekickt niet eens gelukkiger is, waar heeft hij dan al die moeite voor gedaan.
Door dit werkstuk te maken, hoop ik te kunnen begrijpen wat er in een verslaafde omgaat en wat diegene er toe doet bewegen om af te kicken. Zijn het de alsmaar zeurende familieleden? Beseft de verslaafde dat hij/zij het leven van de omstanders totaal verneukt? Doet hij het speciaal voor een vriend of vriendin? Of gaat men afkicken gewoon omdat ze de 'everlasting' drang naar crack zat zijn?

HOOFDSTUK 1: HOE KOMT DE HOOFDPERSOON UIT HET BOEK IN AANRAKING MET DRUGS?

1.1 Vals Licht

In het boek Vals Licht is de hoofpersoon al vanaf zijn puberteit nieuwsgierig naar de wereld van de hoeren.

1.1.1 Simon was vijftien toen hij voor het eerst overwoog om stiekem geld te sparen. Het kostte vijftig gulden om op de Achterdam een prostituee te bezoeken. Als hij het vereiste bedrag ooit zou hebben meegenomen, was hem er waarschijnlijk niet de deur gewezen. In die tijd al zag hij er minstens drie jaar ouder uit.

Ook ging hij om met een jongen, Johnnie Albeda, die zich ook interesseerde in het betaald neuken. Johnnie had een oudere broer die nog stoerder was dan Johnnie.
1.1.2 Met hemzelf, met zijn angst voor jongens en zijn hang naar meisjes, had de wereld van volwassen transacties op de achterdam niets te maken. Dit veranderde toen hij twee weken na zijn vijftiende verjaardag op een van de vrijdagmiddagen zag hoe de broer van Johnnie Albeda werd uitgelaten uit zo'n kamertje op de Achterdam. Toen Simon hem recht in het gezicht keek, overviel hem eenzelfde gevoel van uitholling en wanhopige willoosheid als toen een winkelier hem had gesnapt bij het stelen van twee Parker-ballpoints. Het geheim van zijn onderzoekstochten werd in een klap tenietgedaan door de plotselinge aanwezigheid van de broer van Johnnie Albeda. Het had iets  regelrecht ontwrichtends om zomaar iemand uit de buurt waar hij woonde tegen te komen in dit straatje waar Simon anoniem en onzichtbaar had moeten zijn, spiedend naar volwassenen op hun volwassenst. Maar toen hij zag hoe de ander verstarde, hoe diens hoofd naar achter week alsof iemand hem in zijn nek greep, besefte hij dat diens ontreddering veel heviger dan de zijne moest zijn.Simons vergrijp - het vergrijp
aanwezig te zijn - woog immers niet op tegen dat van de ander.
Sinds dat moment begreep hij dat iedereen eigenlijk een hoerenloper kan zijn. En dat deze wereld zich dichterbij hem bevindt dan hij aanvankelijk dacht. Steef, de broer van Johnnie, besefte dit ook en ging Simon met zijn vrienden in elkaar slaan en uitschelden voor hoerenloper.
Na een paar jaar verhuiste hij naar Amsterdam en gaf hij toe aan de drang om het eens uit te proberen.
Na enkele betaalde geslachtsdaden bezocht hij het pezenkamertje van Lizzie Rosenfeld. Hij had haar weleens eerder in de stad gezien.
1.1.3 Toen hij er binnen ging, versperde hij de doorgang voor een meisje met het bleekste gezicht dat hij ooit gezien had. Het duurde even voordat hij doorhad dat het meisje zich met suikerwitte huidpoeder had bewerkt. Simon gaapte haar aan. Witte wangen, zwarte ogen. Hij liet haar passeren en durfde haar niet na te staren. Dat was ook niet nodig: nog voorhij weer thuis was, had hij al gefantaseerd over het meisje; over haar rug, hals en schouders die, zo stelde hij zich voor, even suikerwit waren als haar bepoederde gezicht.

Toen hij weer eens door de hoerenbuurt liep zag hij haar in een pezenkamertje zitten en ging naar binnen. Na een aantal bezoeken krijgt hij een relatie met deze vrouw. Langzamerhand begint hij zich dingen over haar af te vragen. Hij ging haar achtervolgen.

1.1.4 Op de Dam ontsloot Lizzie de ketting van haar fiets en reed over het Rokin naar de Vijzelstraat. Daar fietste zij de grachten op. Zij stapte af bij een pand waar juist een boomlang meisje met gelig vlashaar naar buiten was gekomen. Simon stond aan de overkant van de gracht. Hij hield  zich schuil achter geparkeerde auto's. Lizzie was niet de enige die het pand binnenging. Ook een Surinaamse jongen in een joggingpak betrad de trappen van het pand. Een vrouw in zwarte jeans stapte uit een auto en ging het pand binnen. Nog geen vijf minuten stond Lizzie  al weer buiten. Vlak nadat zij was weggefietst verlieten ook de Surinamer en de vrouw het pand.

Hij werd erg nieuwsgierig wat Lizzie daar had gedaan en liep dus ook naar binnen.
1.1.5 Mag ik je kaart even?' vroeg ze. De tweede vrouw voerde op gedempte toon haar telefoongesprek en had zich van hen afgedraaid. Simon kon er niets aan doen: een starre grijns trok zijn mondhoeken omhoog. Een zware smaak van brak water welde op zijn mond. 'Kijk' zei hij. 'Kijk, eh....' 'Ik kijk,' zei de vrouw geamuseerd. 'Ik heb geen kaart,' zei Simon. 'Ik heb ook geen afspraak. Mijn vriendin kwam net bij jullie en ik weet niet waarom.' Dat was blijkbaar minder amusant. 'Aha,' zei ze ongelovig. Ze draaide zich even om naar haar collega. Daarna keek ze de wachtkamer rond alsof ze door zijn woorden het vertrek plotseling met heel andere ogen bezag. 'Hoe heet je vriendin?' 'Lizzie, Lizzie Rosenfeld.' De vrouw ging met haar vinger langs een affiche dat boven haar bureau hing. Waarschijnlijk was het een namenrooster waarop Lizzie vermeld moest staan. Haar vinger stokte. Zij keek Simon onderzoekend aan. 'Je vriendin zal haar redenen hebben om jou niet te vertellen waarom ze hier komt. Misschien dat je eens met haar moet praten.' 'Nee' 'Wat?' 'Nee,' zei Simon verstikt. Het bloed schoot naar zijn wangen. De vrouw begon wijfelend met wat paperassen te ritselen. De beslissing viel toen ze met haar rug tegen haar bureaustoel leunde. Met zichtbare tegenzin begon ze hem uit te leggen dat de verslaafden hier komen om hun urine te laten controleren op sporen van gebruik; dat sommigen onder hen een- a tweemaal per week een consult met een maatschappelijk werker  of psycholoog hebben, maar dat de meesten deelnemen aan de verplichte, dagelijkse groepstherapie; dat de regels streng zijn en dat op deze afdeling alleen diegenen onder behandeling zijndie de eerste, zwwarste afkick achter de rug hebben - thuis, in een opvangcentrum of in de detox van het Amsterdamse drugsteam - en inmiddels vrij zijn van alle middelen, dus ook alcohol, hasj en zelfs  tranquillizers, absoluut taboe zijn; dat het drugshulpverleningsteam de privacy van iedere ex-gebruiker garandeert en dat hij dus moest begrijpen hoe bijzonder ongelukkig het was dat zij was afgeweken van de procedure door hem alles te vertellen.'Maar ja, je bent hier nu eenmaal, en ik denk dat het beter is dat ik je dit nu vertel dan datje thuis een scene trapt met je vriendin. Iets wat ik je bij deze sterk afraad. Ik hoop dat je me begrijpt.'

Na gesproken te hebben met Lizzie over dit voorval, kwam Lizzie met het voorstel om met haar mee te gaan naar de psycholoog.
1.1.6 Het was niet eens onprettig om van de psycholoog het verhaal te vernemen dat hem inmiddels al eerder, zij het in ongeordende fragmenten, door Lizzie zelf was verteld. Zo was hij te weten gekomen dat zij een maand nadat zij hem had leren kennen hulp had gezocht en, in zijn nabijheid en tegelijkertijd in het diepste geheim, een begin had gemaakt met afkicken.Van Doorn vatte de jaren van Lizzies verslafing samen in korte, neutrale zinnen. Juist die beroepsmatige zorg had een geruststellende uitwerking, niet om wat hij te vertellen had maar om het eenvoudige feit dat hij psycholoog , afkomstig uit de wereld van alledag, ver van de peeskamers en het nachtleven, er niet aan leek te twijfelen dat Lizzie en Simon al geruime tid bij elkaar hoorden en zouden blijven horen.

Het was eigenlijk een grote opluchting voor Simon dat zij verslaafd was. Nu klopte alles weer, waren haar vaagheden weer te verklaren. Al zijn vragen leken beantwoord.
Tussendoor kwam een hoofdstuk over zijn aanrakingen met drugs.
1.1.7 In 1980, hij was zestien, kon Simon trots beweren dat hij in aanraking was geweest met drugs. In de zomer van dat jaar rookte hij een stickie. Het was op een zaterdagavond in Bergen. Hij had die middag aan het strand gelegen, alleen, en drie Duitse jongens hadden hem gevraagd waar in het dorp ze hasj konden krijgen. Daarvoor moest je in zekere cafes zijn, wist Simon, al had hij die inforamtie slechts van horen zeggen.
In de buurt van de Bergense Ruinekerk wees Simon hen het cafe waarover in Alkmaar op school werd verteld dat er hasj werd verkocht. Aarzelend stapten de drie er naar binnen, zonnebrillen op de vervelde neuzen. Simon bleef staan wachten, nieuwsgierig  naar de afloop. Maar een aankoop bleek allesbehalve een illegaal waagstuk. Na een minuut of vijf stonden de Duitsers opgelucht weer buiten. Als dank boden zij Simon aan te  delen in het aangeschafte goedje. Inderhaast belde hij in een telefooncel op het Plein naar zijn moeder om te zeggen dat hij die avond niet thuis kwam eten.
1.1.8 Hij had het een paar keer geprobeerd. Het zag eruit als poedersuiker. Juist toen hij het kriebelend rietje voor het eerst in zijn neusgat duwde en het helderwitte lijntje opsnoof, joeg er een pijnscheut door de spieren in zijn nek. Het wilde ook niet lukken. Er rolden minieme korreltjes uit zijn neus en die jeukten op zijn lip en kin. 'Je moet je andere neusgat dichtknijpen met je vinger,' instrueerde een meisje hem pinnig.
De overige keren deed hij het zonder fouten. Vreemd, het goedje schoot je neusholte in, maar je proefde het in je keel. Het gaf een bitterkoude smaak. Hij had het gevoel alsof zijn huig begon te zwellen. Terwijl anderen er luidruchtig, gevat en verbeten van raakten, bracht Simon geen woord meer uit. Ijzig zweet stond in zijn handpalmen. Zijn knieen knikten. De laatste keer had hij het goedje in kleine beetjes gesnoven, om even later op de WC zo zachtje mogelijk zijn neus te snuiten. Met ieder genotmiddel viel te zwendelen.
Het waren voorvallen die hij Lizzie verzweeg omdat het in vergelijking met wat zij bleek te hebben gebruikt allemaal zo hopeloos onbenullig was.

Lizzie zakte in elkaar.

1.1.9 Lizzie stortte in. Maanden had zij verborgen gehouden wat zich nu onomkeerbaar en ontluisterend voorzijn ogen voltrok: de terreur van de afkick, de pijn, de paranoia en het ongeparfumeerde junkieverdriet. Nog geen fractie van het oude mysterie bleeef intact. De goed gedoseerde arrogantie leek verdwenen, evenals de spotlust en het raffinement, de donzen schaterlach en de kokette humor. Zij zweeg alleen nog maar - en wanneer ze niet zweeg, zei ze dat ze moe was, zo moe. En was ze niet mij, dan was ze bang, bang voor buiten, voor de nacht en voor al het andere. Soms was ze niet bang maar kwaad, omdat haar lichaam verkilde terwijl tegelijkertijd het bloed vlamde in haar polsen en haar hoofd; omdat het kippevel op haar armen en benen begon te jeuken, en van de jeuk kreeg ze het weer snikheet, en de hitte maakte haar rusteloos en  om tot rust te komen moest ze eten, snoep, waarom was er niks lekkers in huis en waarom doen we nooit eens iets leuks, Simon, en ik wil niet elke dag naar buiten, naar die godvergeten controle van het CAD, Simon, wi je .........
1.1.10 Eerder had Van Doorn hem uitgelegd dat dat niet ongewoon was, die vlagen van paranoia.
'Aan druggebruik geklonken herinneringen kunnen vervormde effecten hebben op de actuele waarneming. Het kan bijvoorbeeld de herrenering aan een opdringerige dealer zijn. Zoiets kan opspelen op e meest onverwachte momenten en plaatsen.'
Zo had hij het gezegd. Lizzie vond het onzin. Herrineringen aan enge dealers? Zij had zich nooit in het milieu van straatdealers begeven; had haar drugs altijd betrokken van een welgestelde en naar verhouding fatsoenlijke handelaar die domicile hield in een flat in Amstelveen en die zijn waar vooral verkocht aan kapitaal-krachtige gebruikers. Wie dat waren? Lizzie wist het niet. Zij had er haar leverancier nooit naar gevraagd. De verkoop ging uiterst discreet en beschaafd. Simon wist niet wat hij zich bij die discretie moest voorstellen. Maar het luchtte tenminste op dat zij hem kon verzekeren dat zij nooit, nooit in het junkienilieu had verkeerd. Zij was een eenling, een eenzame gebruiker geweest, ver van de scene en de zelfkant, haar veslafing afschermend in een soort beprekte quarantaine.

Nadat Simon op zoek was gegaan naar Wesley, een ex van Lizzie die haar nog negen duizend schuld stond, was Lizzie met dat geld naar haar dealers gegaan.
1.1.11 'Wat voor schulden?'
Zijn lippen waren droog, zijn wangen waren koud.
'Wat voorschulden?' vroeg hij nog eens.
'Er waren....Er zijn dealers die nog geld van me krijgen.'
'Zijn?.........Wat heb je gedaan? Om hoeveel gaat het?'
'Ik heb heel lang onbetaald coke en heroine afgenomen. Toen kwam ik jou tegen. Ik stopte met werken. Ik ging naar het CAD. Die dealers willen alsnog betaald krijgen.'
'En nu?'
'Nu houden ze misschien op.'
'Ophouden? Waarmee?'
'Nou met achtervolgen.'
Zij verborg haar gezicht, legde haar handpalmen tegen haar wangen en slapen, de ellebogen op het tafelblad.
'Het spijt me zo,' zei ze.
'Hoeveel krijgen ze nog van je? Vier? Vijf? Nog een keer negen?'
Zij gaf geen antwoord.
'Het kan niet, het is niet waar. Amsterdam zit vol junks en zij moeten uitgerekend jou hebben? Het kan niet.' Het kon wel. Voordat zij hem had leren kennen was zij al begonnen met aflossen. Hoe hoog de schuld oorspronkelijk was geweest wilde zij niet zeggen.
Voor het eerst sinds hij haar kende deed hij geen enkele poging antwoord te krijgen.(.......)
'Ik heb het helemaal verkeerd gedaan! Ik had niet moeten afbetalen! Nou denken ze dat ik geld heb. Ze denken dat ik weer aan het werk ben gegaan.' (.......)
Het was hem niet eens opgevallen toen hij de straat in was gefietst. Geparkeerd tussen andere auto's stond, terug van weggeweest, de mosgroene Opel. Simon deinsde naar achter. Ditmaal zaten er drie mannen in de auto. De bestuurder droeg een basebal-pet en zonnbril.
'God-ver-domme! Dat is die die die.......Eddie!'
Eddie, de volgens Lizzie ongevaarlijke, halfzachte griezel die hen weken, maanden in slakkegang had achtervolgd; Eddie, de meelijwekkende bewonderaar....Simon had indertijd nog slingerend op zijn fiets voor diens auto uitgereden en Eddie nog wel tergender geprovoceerd.
Of zij het asljevbleift mocht uitleggen.

Na dit voorval besluit Lizzie te vertrekken. Ergens onder te duiken. Ze geeft zelfs het adres niet aan Simon. Ze vraagt Simon tegen niemand iets te zeggen. Hier kan Simon zig alleen niet aan houden. Als Lizzie al een tijdje weg is besluit Simon om naar de psycholoog Martin van Doorn te gaan. Hij vertelde hem het hele verhaal en toen kwam Van Doorn met het volgende verhaal op de proppen:
1.1.12 Van Doorn aarzelde.
'Het vermoeden bestond al enige tijd, maar inmiddels ben ik en zijn ook de collega's die ik heb geraadpleegd er vrijwel zeker van dat Lizzie niet verslaafd is of is geweest aan enig middel en waarschijnlijk ook nooit iets heeft gebruikt.'
Simon voelde zijn bloed.
' Wij hebben natuurlijk geen absolute zekerheid, maar alles wijst erop dat ze haar verslafing in scene heeft gezet. Lizzie weet niet van deze veronderstelling. Nogmaals, het is niet voor de volle honderd procent zeker, en als zij wel heeft gebruikt, dan zou ons....ja, ons ongeloof voor haar de eerste reden zijn geweest er opnieuw mee te beginnen. Maar neem aan dat het niet voor honderd maar wel voor vijfennegentig procent zeker is dat zij nooit verslaafd is geweest. Het probleem is dit: het kan zijn dat Lizzie er zelf niet of niet meer bewust van is dat zij die hele verslaving heeft verzonnen. Het gaat hier niet om het alldeaags liegen. In de psychiatrie heet het dat de patient lijdt aan pseudologica fantastica. De patient  fabuleert, onderscheidt niet langer waarheid en verzinsel en gaat zelf geloven in ooit bewust of halfbewust verkondigde onwaarheden die kunnen varieren van leugentjes om bestwil tot complete in scene gezette levensgeschiedenissen.'

De psycholoog raad Simon zeer sterk af om zijn vriendin te confronteren met haar leugens. Hier trekt hij zich helemaal niks van aan. Als hij dan eindelijk Lizzie plotseling voor de deur ziet staan, verteld ze dat ze in Groningen heeft gehoereerd en dat ze haar schuld heeft afbetaald. Toen hij haar confronteerde met haar leugens kwam ze met haar eigenlijke levensverhaal.
1.1.13 'Hoe kun je nou schulden hebben bij drie dealers als jij geen junk bent?'
'De drie zijn ook maar kleine jongens. Ze worden gestuurd.'
'Door wie?'
'Door de echte handelaren.'
'Handelaren in wat?'
'Ja,' zei ze, nu met enig ongeduld, 'in drugs, wat dacht je dan?'
'Weer handelaren in drugs? Nou het blijft wel feest vind je niet?'
Telkens als hij sneerde, zweeg Lizzie voor een moment -schulldbewust, meende hij. Hetwakkerd zijn venijn alleen maar aan.
Zonder ditmaal de chronologie geweld aan te doen vertelde zij haar verhaal, sober en zakelijk. Het deed vermoeden dat zij zich wel degelijk op het moment van haar ontmaskering had voorbereid.

Ze vertelt dat ze een doorgeefpersoon van drugs was en dat ze de drugs aan de verkeerde persoon heeft doorgegeven. Ze speelde een drugsverslaafde om de grote schuld te kunnen te verklaren.
Omdat Lizzie helemaal door niets meer herinnerd wil worden aan haar tijd dat ze hoer was, maakt ze het uit met Simon. Want telkens als zij hem ziet denkt ze aan al die problemen, en dat terwijl ze eigenlijk nog van hem houdt.

1.2 De moeder van David S.

In het boek 'De Moeder van David S' is de hoofdpersoon, Len, de moeder van een drugsverslaafde, David.

De eerste keer dat ze met David in aanraking komt is dus als hij geboren wordt. Als David al een paar weekjes oud is, gebeurt dit.
1.2.1 Op een morgen toen ik David in bad deed, werd ik plotseling overvallen door een gedachte die me nog vaak in mijn dromen achtervolgt. Met mijn linkerhand hield ik Davids hoofd boven water. 'Als ik hem nu loslaat,' dacht ik, 'dan is hij dood.' Ik schrok zo van mijzelf, dat ik hem inderdaad losliet en hij onder water gleed. Een moment moet ik daar verbijsterd hebben staan kijken naar de strijd die David voerde. Toen raakte ik in paniek, greep hem beet en drukte hem tegen mij aan. Op mijn gilllen kwam mijn moeder aanrennen. Ze nam David van mij af en voerde een aantal handelingen uit, die ik in verstijving bekeek. (.......) Mijn moeder rolde hem in een deken, drukte hem tegen zich aan, legde haar hand op zijn achterhoofdje en ging toen door de kamer lopen. 'Stil maar, ventje,' zei ze 'stil maar, wat hebben ze met je gedaan.' Iedere keer als ze langs mij kwam, zag ik zijn hoofdje. Het kwam op mij toe en het ging van mij af en ik was niet in staat mijn hand er naar uit te steken.

Volgens mij staat dit incident model voor het verhaal. Telkens beseft Len zich dat als ze hem nu uit het huis kickt, dat het helemaal mis met hem zal gaan. Ze kickt hem eruit, zag dat het helemaal misging en wilde telkens weer de helpende hand uit steken, het goed maken met hem, hij maakte daar slechts misbruik van. Dan ging hij naar zijn Oma om geld te halen en dan voelde Len zich buitengesloten.
Het begin van David en drugs, dus Len en drugs.
1.2.2 Het begon met wierook.
Josientje zei: 'Mamma, Davids kamer stinkt zo. Het stinkt helemaal naar mijn kamer door. En zijn gordijnen zijn  almaar dicht en dan brandt hij kaarsjes en als ik naar binnen  wil dan zegt hij dat ik weg moet gaan.' Er was iets met hem de laatste tijd. Hij isoleerde zich, zijn schoolvriendjes kwamen niet meer over de vloer, hij had allen nog maar contact met Bernard, een jongen van 18 jaar, die wat verder in de straat woonde.
'Zit Bernard nog op school?' vroeg ik.
'Wat geeft dat nou of die op schoolzit?'
'Ik mag het toch wel vragen?'
'Ach mens, je zeurt.'

Ook ging hij aan het bier. Iets wat natuurlijk absoluut niet kan, want hij is pas 15.
1.2.3 David werd er niet warm of koud van, hij liep gewoon door naar de ijskast en haalde er een biertje uit.
'Sinds wanneer drink jij bier?' schreeuwde ik.
Hij pakte de opener uit de la en haalde zijn schouders op. ''t staat toch in de ijskist,' zei hij. 'Zet het dan niet in de ijskast.'
Ik trilde over mijn hele lijf en begonwaarachtig te huilen. 'Ga naar je kamer,' gilde ik, 'en ga aan je huiswerk beginnen, maandag begint je repetitiewerk.'

Dan komen de ouders van Bernard, een vriend van David, bij hen aan de deur. Ze vertellen dat Bernard aan de dope is.
1.2.4 'De politie aan de deur, voor fietsen die hij gestolen had. Mijn zoon die fietsen steelt......'
'Alsof je een klap in je gezicht krijgt.'
'En ze vertelden ons, dat hij in zo'n groep zat. Eerst dacht ik nog dat het schorrie morrie was uit asociale gezinnen ofzo en dan mijn zoon daar bij, maar nee het waren allemaal keurig opgevoede jongens, uit keurige gezinnen, allemaal hier uit de wijk...'
'Dan sta je toch te kijken, he, als je dat hoort...'
'Samen er op uit om in te breken. Bernard was maar een meeloper, zei de politie. Hij werd op wacht gezet, maar evenzogoed. Hij deed het dan maar toch. Ze hebben heel lang hun gang kunnen gaan, voor duizenden gestolen en verkocht en van dat geld gedronken en gebruikt. Daar is hij ook begonnen met hasj en marihuana, en later dan die pillen, slaappillen. Hoe heten die weer, Ger?'
'Slaappillen, barbituraten.'
'Met die barbituraten... maar daar wisten wij dus van, en tenslotte pep. Hoe heet dat ook al weer, Ger?'
'Speed heet dat, dat is het omgekeerde, he. Dan gaat alles sneller werken en slapen doe je dan ook niet meer, en daar werd hij heel erg agressief van en hij kon ineens alle ruiten inslaan. Het was niet meer te verbergen voor de buren... '
'Ja, we zeggen het maar eerlijk, daar hadden we vroeger moeite mee...'
'We hebben altijd alles binnenshuis gehouden, niemand iets gezegd, zelfs de andere kinderen niet, totdat hij.... nou ja, zeg jij het maar, Ton, ik heb er nog steeds moeite mee om dat over mijn lippen te krijgen.'
'Totdat hij dus op een avond zijn polsen heeft doorgesneden...'
Ik begreep er niets meer van. Waar hadden die mensen het in godsnaam over? Over hun zoon? Over Bernard?
'Wat bedoelen jullie toch?' Vroeg ik.'Pep, Speed, hasj, barbituraten? Wat is dat allemaal?' Ik kon aan Simon zien dat hij er ook weinig van begreep. 'Simon,' zei ik, 'wat bedoelen ze toch?'
(....)
'Wij wisten het eerst ook niet van Bernard,' zei Gerrie weer zacht.' Wij wilden het ook niet geloven'

Len en Simon konden het ook niet geloven. Len verdacht David er van dat hij honderd gulden van haar had gestolen. Omdat ze niet kon geloven dat hij het had gedaan ging ze in zijn kamer op zoek naar verdachte spullen. Daar vond ze zilverpapier met iets er in. Een bruin stukje, ze had het nog nooit eerder gezien. Zou hij dan toch aan de drugs zijn? Ze begon te twijfelen.

1.2.5 Tegen vieren zag ik ze uit de auto stappen. Het vader-en-zoon-spelletje, dat me ineens woedend maakte. Jij lelijke dief, dacht ik, ik zeg het meteen als binnenkomt. Maar ik ging naar de keuken en dronk een glas water.

Ze raakte achterdochtig.
1.2.6 Het begon aan me te knagen. Hoofdpijn, achterdocht, last van mijn maag. Tijdens het eten keek ik voortdurend naar David, die tegenover mij zat. Hoe stonden zijn ogen? Stonden ze anders dan normaal? Ja, verdraaid, zijn oogleden waren dikker. Nee, toch niet... of ja, toch wel. Ach, ik kon het ook niet zien, David hield zijn hoofd omlaag. Dat deed hij nooit. Dus deed hij het nu expres. Omdat hij zelf wist dat zijn ogen er anders uitzagen natuurlijk. Ik moest zijn ogen goed kunen bekijken. Er kwam een plan in me op: Ik zou hem natekenen, dan kon ik zijn ogen bestuderen.

Uiteindelijk komt ze er achter dat hij toch verslaafd is.

1.3 Op de rug van vuile zwanen

Het boek Op de rug van vuile zwanen is een bundel van zeven verhalen. Hiervan verwerk ik er drie:
- We hadden graag gezien dat je je haar afknipte
- De heiligen zijn dood
- Junkziek
In deze drie verhalen wordt nergens toegelicht hoe de hoofdpersoon in aanraking met drugs komt. Dat betekent dus dat ik deze vraag voor dit boek niet kan beantwoorden.
Ik kan echter wel uit mijn tweede secundaire bron concluderen dat deze personen op jonge leeftijd niet of nauwelijks zijn ingelicht over de gevaren van drugs. In de factsheet wordt er naar gestreefd om de problemen  te voorkomen door middel van goede voorlichting. Lees het onderstaande citaat maar.
1.3.1 De overheid creëert de voorwaarden voor de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van preventie en voorlichting. De uitvoering wordt voor een belangrijk deel gedaan via intermediaire organisaties, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, drugs, de jeugdzorg, sport en sociaal-cultureel werk.
Voorlichting gericht op het grote publiek, vindt met steun van de overheid plaats op landelijk niveau. Daarnaast is er voorlichting gericht op specifieke- of risicogroepen, met name jongeren in het onderwijs en werknemers in bedrijven. Alcoholvoorlichting naar intermediairen richt zich vooral op degenen die in de gezondheidszorg werken. Daaronder vallen artsen, maatschappelijk werkenden en verpleegkundigen. Centraal staat bevordering van de deskundigheid om problemen te herkennen en riskant gebruik vroeg op te sporen.



1.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem

Floortje Bloem komt via haar zus Beppie in het circuit. Zij is net een paar jaar ouder en neemt haar eerst mee  naar de Keet, een soort van jongerenbuurtcafe. Daar leert ze roken en drinken en gaat ze op het sociale gebied met stappen vooruit.

Vanaf dat moment gaat ze vaker spijbelen en raakt ze erg aanhankelijk. Ze wil liefde en doet daar alles aan. Vervolgens raakt ze ook weer via Beppie aan de drugs.
1.4.1 Nou ja, daar zaten we dan. Ik viel zo half in slaap en ik zag Beppie ook een beetje wegzakken. Na een tijdje dacht ik: wat is dit voor flauwekul, een trip, ik had net zo goed een schepje suiker kunnen nemen. Ik keek nog eens naar Beppie, maar daar zag ik ook niks bijzonders aan.
Na een uur was er nog niks gebeurd. Ik dacht, ik ga meer weer wat melk uit de ijskast halen. En terwijl ik opstond, sloeg de bliksem bij me in. Ik viel terug op de grond en ik was helemaal high.

Beppie sleept haar mee de afgrond in. Van een biertje en een sigaret naar softdrugs en van softdrugs naar harddrugs en vervolgens HOER.
Ook hier wil ik nog wat toevoegen aan de hand van de tweede secundaire bron. Hierin staat het volgende:
1.4.2 Tenslotte is met name ook de samenhang in het beleid van belang, waarbij naast preventie ook laagdrempelige en outreaching hulpverlening is gerealiseerd. Daarenboven wordt de hulpverlening niet alleen vanuit hooggespecialiseerde voorzieningen verzorgd, maar bieden ook de eerste lijnsvoorzieningen die dicht bij de bevolking staan hulp en preventie.

Oftewel, men probeert het zo makkelijk mogelijk te maken voor mensen met alcohol of drugsproblemen om hulp te zoeken. Als je kijkt naar het geval van Beppie en Floor zie je dat deze drempel nog te hoog ligt, anders hadden zij wel contact opgenomen met deze instellingen.


1.5 Gewoon niet doen!

In het boek Gewoon niet doen! Door Hadley Irwin is het een vriend van de hoofdpersoon die in aanraking komt met drugs: Stanley.
Deze jongen was een rustige, intelligente jongen en begon dingen uit te proberen. Deze liepen niet goed af.
1.5.1 'Wat moeten we doen?' Er moest een vergissing in het spel zijn. Het kon toch niet waar zijn dat Stanley, de bolleboos ... Stanley, de modelleerling ... Stanley, de nauwgezette lijstenmaker die ik al vanaf de kleuterschool kende, hier dronken in het gras lach?

Het zijn telkens de feestjes waar hij met drugs en alcohol in aanraking komt. Echt duidelijk wordt het niet omdat er vanuit het perspectief van Tracy wordt geschreven en die weet het niet precies.

In het begin blijven Tracy, Amy en Mary Agnes hun hand boven zijn hoofd houden, waardoor Stanley ongestoord door kan blijven gaan met expirimenteren en geen gezeur krijgt van ouders.
1.5.2Amy bleef staan. 'Wat moeten we nou zeggen?'
'We kunnen onmogelijk de waarheid zeggen, anders krijgt Stanley jaren huisarrest'.
'Laten we voor een deel de waarheid zeggen,' opperde Amy.
'Welk deel?'
'Dat we een ritje hebben gemaakt met Mary Agnes en...'

Hierdoor komen ze zelf ook af en toe in de problemen, omdat de ouders er af en toe achter komen dat ze de waarheid niet hebben verteld.
Ondanks veel wijze praatjes van de drie meiden gaat Stanley gewoon door.
1.4.3 'Hopelijk niet,' zei vader, 'maar Bob belde zojuist op. Stanley is nog niet thuis. Hij heeft tegen zijn ouders gezegd dat hij naar een eindexamenfeest ging en om een uur of tien thuis zou zijn en je weet hoe stipt Stanley is.'
Op dat ogenblik was Stanley vermoedelijk dronken of stoned of beide, maar ik was niet van plan hem te verraden. Als ik ze alles vertelde, zou ik mezelf trouwens in de nesten werken, want dan wilden mijn ouders natuurlijk precies weten waar ik die avond had uitgehangen.
1.4.4 'Hij heeft gisteravond een ongeluk gehad met de auto van zijn vader,' zei Amy met rollende ogen.

Later bleek dat hij onder invloed van drugs was.
Langzamerhand begint hij er opener over te doen. Nu komt hij er zelfs eerlijk voor uit dat hij af en toe een joint rookt. Natuurlijk was hij er van overtuigd dat hij wist wat hij aan kon en dat hij kon stoppen wanneer hij wilde.
1.4.5 'Voor een prettige onderbreking.' Hij trok een joint uit de zak van zijn overhemd. 'Ik heb er nog een paar in mijn rugzak, maar ik dacht dat we er misschien een konden delen.'
Ik was niet verbaasd dat hij een joint had, maar wel dat hij zo achteloos aanbood het ding met mij te delen, aslof het een reep chocola was.
'Nee, dank je,' zei ik met een air alsof ik dagelijks bedankte voor dope. 'Ben je niet bang dat je betrapt wordt? Daar beneden zit je vader bedoel ik.'

Het blijft onduidelijk hoe hij precies in aanraking met drugs komt. Het is niet bekend welke dealer hij had en waar die dealer van dan kwam, maar dankzij die feestjes is hij er mee begonnen.


1.5 Hoffman's Honger

In het boek 'Hoffman's Honger' wordt het helemaal niet duidelijk hoe de dochter van de hoofdpersoon, Mirjam, verslaafd raakt aan de drugs.
Over de reden dat ze drugs ging gebruiken kan ik aan de hand van de derde secundaire bron wel wat over zeggen. Dit geldt ook voor 1.5. In 'Cold Turkey, een flinke griep' stond het volgende:
1.5.1 Aan de problematiek van de verslaafde ligt veel meer te grondslag dan enkel en alleen de verslaving. De meningen over de precieze oorzaak van de drugsproblematiek mogen dan wel uiteenlopen, over één ding is het grootste deel van hulpverlenend Nederland het in ieder geval wel eens: relatieproblemen spelen een belangrijke rol binnen de gecompliceerde verslavingsproblematiek. Omdat de verslaafden zich vaak niet bewust zijn van de problemen, die aan de basis van hun verslaving liggen, kunnen zij ook niet werken aan een oplossing.

Dat is natuurlijk ook bij dit boek aan de hand. De dood van de tweelingzus van Esther heeft zo'n impact op Mirjam en de rest van het gezin dat Mirjam naar de drugs grijpt. Bij Gewoon niet doen! is het zo dat Stanley altijd gezien werd als een intilligente jongen die helemaal perfect was. Hij wilde laten zien dat hij ook wel wat fout kon doen.

1.7Christiane F. Verslag van een junkie
In het boek Christiane F. Verslag van een junkie heeft de hoofdpersoon, Christiane, geen plezierige jeugd. Ze moest zich als kind zien te vermaken op een plek waar niks leuks te doen was. Ze kwam er al snel achter dat al de dingen die verboden waren interessant waren en de rest niks aan was.
1.6.1 Toen ik thuis kwam had de woningbouwvereniging al gebeld. Ik zou de concierge met de hond bedreigd hebben. In plaats van een kusje van mijn moeder voor de bloemen, kreeg ik een pak rammel van mijn vader

Dit was overigens geen uitzondering dat haar vader dit deed en soms ging het zelfs zo ver dat hun moeder huilend het huis uit liep.

Op de middelbare school wilde ze er al snel bij horen. Het meisje Kessi was haar grote voorbeeld en daarmee haar 'foute' vriendenkring.
1.6.2 Al gauw kon ik de hele klas op stelten zetten en een les uur in de war schoppen. Dat maakte me natuurlijk populair.
Overal schraapte ik geld bij elkaar om sigaretten te kopen en bij de rokers te kunnen gaan staan. Kessi ging daar altijd in de pauze heen. En toen ik er ook steeds kwam merkte ik dat Kessi mij steeds meer ging accepteren. (..) Ze vroeg met tenslotte of ik een keer bij haar thuis wilde komen en toen dronken we pils tot ik me nogal raar in mijn hoofd voelde.

Op een moment ging ze ook mee met Kessi naar het Haus der Mitte, een jongerencentrum waar men gezamenlijk hasj rookten. In het begin vond ze drugs nogal eng.
1.6.3 Ik weigerde, maar dat wilde ik eigenlijk niet. Ik vond het eerlijk gezegd wel vervelend omdat ik bij de groep wilde horen. Maar dat lukte me gewoon nog niet: drugs gebruken. Daar was ik nu toch nog behoorlijk bang voor.

Voor een meisje van haar leeftijd was het van het allergrootste belang dat je bij de groep hoorde en daarom overschreed ook Christiane telkens haar eigen principes. Bovendien keek ze ook heel erg op tegen de oudere jongens uit hun groep.
1.6.4 Die jongens in de groep waren voor mij op een heel nieuwe manier superieur. Ze waren niet luidruchtig, vochten niet met elkaar en het waren geen opscheppers. Ze waren heel stil. Hun superioriteit leken ze gewoon uit zichzelf te hebben. Ook onder elkaar waren ze heel relaxed. En als je erbij hoorde werd je door iedereen met een zoentje op je mond begroet. (..) Hier had je tenminste niet van die stomme ruzies tussen jongens en meisjes.
Op een keer was ik weer met Kessi aan het spijbelen. De laatste twee uur.

Het was duidelijk dat het gevoel om erbij te horen zwaarder woog dan haar eigen principes. Ze bleef haar grenzen verleggen.
1.6.5 Toen de wijn op was, zei Piet dat hij thuis nog dope had. Grote vreugde bij de anderen. (...) Ik begreep dat nu Piet en Kathi bij mij thuis waren ik geen nee kon zeggen. Ik zei dus heel relaxed: 'Ja, ik heb nu ook wel zin in dope.' En ik deed alsof het mijn zoveelste Shillom was.

Omdat na een tijdje hasj geen kick meer gaf en bovendien de thuissituatie er niet beter op werd ging ze over op shit, acid. Ook wel LSD genoemd.
1.6.6 De bomen waren palmen en de straat was het strand. Het was ontzettend licht. (...) In de garage kreeg ik een beetje de griezels. Het lage plafond zakte steeds meer naar beneden. Het boog echt door. De betonnen pilaren zwaaiden heen en weer.  (..) 'Zeg, waar heb je die trip van daarnet eigenlijk weggegooid?' Hij keek me aan en zei na een tijdje: 'O god, sorry hoor, ik heb niks gezegd. Je hebt pupillen als zuignappen.'

In het boek komen ook regelmatig passages voor waarin de moeder haar verhaaltje doet. Ze verklaart hierin waarom ze alsmaar niet door had dat haar dochter aan de drugs was.

1.6.7 Het antwoord is heel simpel, maar ik kon het pas onder ogen zien na gesprekken met ouders die hetzelfde hadden meegemaakt met hun kinderen: ik wilde gewoon niet toegeven dat mijn dochter verslaafd aan drugs was. Ik heb me zelf zolang mogelijk wat wijsgemaakt.

Als haar moeder het eerder had doorgehad, had ze in kunnen grijpen en heleboel problemen kunnen voorkomen.
1.6.8 Van shit (hasj dus) en trips kreeg je geen goeie kick meer. Je was eraan gewend geraakt. Ergens was het gewoon geworden, op shit of op LSD high te zijn. Je kreeg er geen nieuwe ervaringen meer mee.

Ze ging dus weer een stap verder, eerst vond ze de lui die horse (heroine) gebruikten gekken, nu begon ze tegen ze op te kijken.
1.6.9 Kessi vertelde me heel gewichtig dat Micha heroine spoot. Ik was er erg op gebrand hem te leren kennen. Want ik had nog nooit een spuiter gezien.
Toen Micha kwam was ik erg onder de indruk van hem. Hij was op een of andere manier nog relaxter dan de jongens in onze groep. Maar ik kreeg gelijk een minderwaardigheidscomplex. Maar ik kreeg gelijk een minderwaardigheidscomplex. Hij deed erg uit de hoogte tegen ons. Dat herinnerde me er weer aan dat ik pas dertien was en dat deze junk al veel te ver, veel te volwassen voor mij was. Ik voelde me inferieur.
Overigens was Micha een paar maanden later al dood.

Op zich realiseerde ze zich wel dat ze op de verkeerde toer was, maar er was niemand die zo tot haar door drong dat ze er wat aan veranderde.
Omdat ze op een moment het geld er toch voor had, wilde ze het ook wel eens proberen - horse. Ze kon er toch zo mee stoppen, als ze het wilde. Totdat ze er verslaafd aan raakte. Om toch aan het broodnodige geld te komen, ging ze zelfs tippelen.
Alle principes werden opzij gezet.

1.8Ik was vijftien.. en verslaafd
In dit boek komt de hoofdpersoon Julie op haar dertiende levensjaar erachter dat wie altijd haar moeder heeft geleken, niet haar moeder is en bovendien vreemd gaat met een andere man, Frederic.
1.8.1 Ik ben jouw moeder niet!
Dat had ik vast niet goed gehoord, of verkeerd begrepen - die woorden konden zo niet gezegd zijn.
Maar die stem ging door, wreed en zonder medelijden: 'En jammer genoeg lijk jij op haar! Je begint al vroeg! Alleen een ding: ik laat mijn leven niet door jou verpesten, en ook niet door Jacques, noch dat van mijn zoons, want die zijn mijn echte kinderen. Jij…'
(….)
'Jouw moeder heeft je verlaten toen je twee weken oud was. Zij is er vandoor gegaan met haar geliefde, de beste vriend van je vader - niets bijzonders, het klassieke verhaal. Iets minder klassiek is het misschien om een pasgeboren kind, je eigen kind nog wel, daarbij
achter
te laten.'
Haar vader begrijpt niet waarom Brigitte zo plotseling haar vertelde dat ze niet haar echte moeder is. Dat was omdat ze ruzie kregen, omdat Julie Brigitte ervan verdacht iets met Frederic te hebben. Omdat haar vader dit niet wist en heel veel waarde hechtte aan een goed gezin, koos hij de kant van Brigitte. Hij nam het Julie kwalijk het gezin kapot gemaakt te hebben.
1.8.2 'Hoe durf jij, je bent een serpent. Het is duidelijk dat jij op je moeder lijkt! Alleen zal het met jou niet zo aflopen als het bij haar gegaan is. Ik heb nog iets over jou te zeggen. Ik zou je wel klein krijgen. Jammer voor jouw examens. Maar morgen haal ik je van school. Ik zal je naar een internaat sturen waar ze je manieren zullen leren.
Dat was natuurlijk niet de juiste toon om mij in het gareel te brengen. En hij twijfelde nog geen ogenblik aan Brigitte! Had zij dan zo'n invloed op hem? Het werd zwart voor mijn ogen; ik schreeuwde, dreigde, verzon van alles zonder mezelf daar rekeningschap van te geven, vertelde dat zij Frederic Langlet had betrapt bij een poging mij te omhelzen, dat ze hem had aangeraakt zoals een vrouw slechts haar geliefde kon aanraken.

Ze had het gevoel geen vader én geen moeder meer te hebben en zag als enige oplossing te vluchten. Samen met Jean-Marie naar Parijs.
1.8.3 's Avonds waren wij in Parijs. Hij zette me af bij vrienden van hem. Hij moest terug om geld te gaan halen. De volgende dag, of op zijn laatst twee dagen later, zou hij terugkomen.

Eenmaal afgezet bij de vrienden van Jean-Marie, voelde ze zich gekwetst en vol woede en liet zich daarna makkelijk overhalen tot het gezamenlijk roken van een aantal joints.
1.8.4 Jean-Marie had aan zijn vrienden een joint gevraagd die wij met z'n allen oprookten, en toen nog één en nog één.

De eerste dagen werd er voor haar een feest georganiseerd en ze kwam er direct achter dat haar nieuwe vrienden niet alleen aan de soft drugs zaten, maar heel openlijk ook spoten.
1.8.5 Die nacht ontdekte ik plotseling, want ze verborgen niets voor mij, dat van de elf aanwezigen twee meisjes en drie jongens spuiters waren. Ik wist dat dat witte poeder, dat zij met een beetje water mengden en in een lepel opwarmden, heroine was.

Op een avond kwam ze in zo'n situatie dat de cocaine aan haar werd opgedwongen. Onder de invloed van drank en soft drugs verzette ze zich er niet echt tegen.

1.8.6 Ik snoof uit alle macht, alsof ik me in het water had geworpen voordat ik had leren zwemmen. Daarna was er niets erg duidelijk meer. Waren er een paar minuten voorbij gegaan, of uren?

Vervolgens werd ze door een jongen, Jef, ontmaagd. Ze had geluk dat ze niet zwanger werd of een SOA opliep, want er was geen enkele vorm van bescherming gebruikt. Overigens overleed deze jongeman een paar maanden later aan een overdosis in Thailand.
De eerste keer dat ze LSD gebruikte was ook een groot drama, het liep geheel uit de hand en ze had zichzelf niet meer onder controle.
1.8.7 Ik zag de kamer waarin ik mij bevond niet meer. De dansende paartjes veranderden in heel hoog gras dat door een zwoele bries werd bewogen, veelkleurig gras. Het tintelde en werd steeds stralender onder een steeds hetere zon. Zo heet dat ik plotseling mijn jurk van mij afrukte, mijn sandalen en mijn slipje uitdeed en dat ik, hard zingend, tussen dat gras begon te rennen.

Het feit dat ze iedereen wijs maakte dat ze zestien was in plaats van dertien, was ook niet in haar voordeel. Op deze manier werd er o veel volwassener met haar omgegaan en veel meer met haar geexperimenteerd. Hierdoor bleef ze dingen voorgeschoteld krijgen en raakte ze steeds meer in aanraking met de drugs-scene.
Onderwijl liep haar schoolcarriere ook in het slop.
De eerste keer dat ze spoot, was niet bepaald vrijwillig. Ze vocht ertegen, maar kon het niet weerhouden.
1.8.8 Hij maakte een nieuwe dosis klaar, vulde de spuit nogmaals, zonder te desinfecteren. Ik walgde ervan. Ik wilde me losrukken maar hij hield mij lachend vast, en dreigde mij als ik doorging met spartelen… me te zullen verkrachten! Ik hielde me stil. Hij was verduiveld handig, rukte mijn blouse los, knoopte de knevel vast en drukte de naald in mijn arm. Ik huilde tranen met tuiten. Ik had geen b.h. aan en mijn borsten waren ontbloot.
Hij liet zich op mij vallen en mompelde: 'Nou voel je je lekker, niet dan? Vooruit laat me begaan, ik ben de eerste niet. Jean-Marie zie je toch niet meer terug, het zal hem trouwens ook een zorg zijn, en Caroline heeft de komende dagen wel wat anders aan haar kop!'
Ik had al snel helemaal geen eigen wil meer, maar ik bleef huilen terwijl hij me nam. Het duurde  maar heel kort en ik beleefde er niet het minste plezier aan. Hij viel terug op zijn zij, maar de matras was erg smal zodat we tegen elkaar aan gedrukt moesten blijven liggen.

Vanaf dit moment ging ze steeds meer horse/heroine gebruiken en raakte ze er aan verslaafd. Natuurlijk ben je niet van de ene op de andere dag verslaafd, maar telkens ga je een stapje verder.

1.8.9 Christiane heeft dat lange proces voortreffelijk weergegeven. Je bent niet na het eerste shot verslaafd, gelukkig niet. En al is heroïne, zoals gezegd, een snel verslavend middel, het duurt wel even voor je erhelemaal aan vastzit. Anderzijds wordt uit dit verhaal wel duidelijk dat experimenteren met een stof als heroïne zee grote risico's met zich meebrengt.


HOOFDSTUK 2: WELKE PROBLEMEN BRENGT DE VERSLAVING MET ZICH MEE?

2.1 Vals Licht

In het boek Vals Licht is de vriendin van de hoofdpersoon, Lizzie, de verslaafde. Maar ook weer niet. In de vorige subvraag heb je kunnen lezen hoe het verhaal precies in elkaar zit. Omdat de verslaafde eigenlijk niet echt verslaafd is, zal ik de subvraag iets anders moeten stellen, namelijk:
Welke problemen lijkt de verslaving van de verslaafde met zich mee te brengen? Op deze vraag kan ik wel antwoord geven.
Ten eerste doet Lizzie er alles aan om haar gezondheid op peil te houden door enorme hoeveelheden vitamine pillen en dergelijke te slikken.
2.1.1 Na een paar weken kon hij de pillen in haar assortiment uit elkaar houden. Ze bleek alles tot in detail te hebben uitgekiend. Pillen met enzymen voor de pompwerking van het hart. Pillen met kiezelzuur vcor sterke nagelriemen. Multivitaminenpreparaten als voedselvervangers. Kalktabletten voor de stofwisseling. Siberische Ginseng-capsules voor de conditie. Geen chemie, alle middelen waren puur natuur. In totaal slikte ze er een kleine vijfentwintig per dag in soorten en maten. Zelfs aan eventuele schadelijke effecten van een teveel aan vitamen had ze gedacht. Ze legde het hem uit op de besliste dwingende toon die bezit van haar nam als het ging om jong, gezond, verantwoord en energiek.
'Het enige nadeel  van te veel vitamine C is dat het de kans op niersteen verhoogt. Maar daar slik ik magnesiumtabletten voor, twee per dag. Die neutraliseren het zuur.'

Een ander probleem dat de verslaving met zich meebracht was waren de leugens. Omdat Lizzie Rosenfeld al haar problemen wilde verbergen voor haar vriendje Simon. Van de ene leugen kwam de andere. Een van de leugens was ook dat ze verslaafd was, hiervoor ging ze zelfs naar het CAD om het extra echt te laten lijken. In een ;ater stadium van het verhaal vertelde de psycholoog van Lizzie dat ze door al het liegen niet meer wist wat nou waar was en wat niet. Ze leed aan pseudologica fantastica. En in het begin bleef Simon haar geloven.

2.1.2 In alles toonde Simon dat hij bereid was zich te schikken naar haar voorwaarden. In de overtuiging dat zij hem de waarheid had gegund, adopteerde hij het geheim van Lizzie Rosenfeld
2.1.3 Achteraf, toen hij al bij de minste gedachte an haar en haar verleden kon worden overmand door een hoofdpijn hard en scherp als graniet, vroeg Simon zich vaak af waar hij die eerste weken - nee: maanden - de illusie vandaan had gehaald dat Lizzie hem nooit zou voorliegen.

Uiteraard gaf het duistere verleden van Lizzie veel problemen, want niemand mocht weten hoe zij elkaar nou echt ontmoet hadden en wat Lizzie nou eigenlijk was.
Uiteraard ging Simon zich wel veel dingen afvragen die toch niet klopten in de verhalen van zijn vriendin. Door dit gewoon aan haar te vragen en haar soms aan een kruisverhoor te onderwerpen, sprokkelde hij steeds stukjes los.
2.1.4 Dat ze etmalen doorhaalde zonder slaap was niet het enige raadsel. Waar haalde ze de tijd vandaan om te studeren? Wat voerde ze uit in Nijmegen? Waar bleef al het geld dat ze verdiende, waaraan ging het op? Had ze een minnaar daar in Nijmegen, een student die niks afwist van haar bijverdienste? Had ze een pooier?

Nog iets waarvan gedacht wat dat het kwam door de drugs was de slapeloosheid.
2.1.5 Soms bleef zij bij hem slapen. Dat wil zeggen: net als in de onderwaterkamer sliep ze niet maar lag ze slechts naast hem, in'treintjeshouding', zoals ze het noemde. Simon hoefde haar niet eens aan te raken om te voelen dat zij gespannen als een snaar in bed lag, haar tenen gekromd, haar schouders hoog opgetrokken. Lizzie kon minutenlang op haar zij liggen alsof ze bezig was zich schrap te zetten voor........ja, waarvoor eigenlijk? Als hij met zijn vingertoppen over haar handen streek, leek het of bij haar polsen en onderarmen niet alleen de spiere ne pezen maar zelfs de frele vertakkingen van haar koorddunne adreen zich spande. Wanneer hij in sliep viel duwde  zij haar billen zchtjes tegen zijn buik en vlije ze haar koude voeten tegen zijn schenen. Ze keek de halve nacht naar het plafond, sloop uit bed en spookte rond. Als hij ontwaakte lag zij altijd naast hem en deede of ze sliep.

Wat ook verklaard werd door haar bekentenis dat ze verslaafd was, was dat ze regelmatig het van het ene moment heel warm en dan weer koud kon hebben. Ook werd ze vaak ook van het ene op het andere moment ziek.
2.1.6 Toen kwam zij de kamer ingerend. Ze hield haar handen voor haar mond. Haar ogen stonden dof en haar voorhoofd glom. Hij verborg de foto's in het stripboek en zette het terug in de kast. Zij had niet eens iets gezien.
'Ik heb overgegeven,' zij ze verbijsterd.
Toen hij wilde opstaan schudde ze wild met haar hoofd.
'Niet bij me komen! Ik ben vies, ik stink.'
Simon meende dat zij zich door misselijk wordens toe had moe-gedraafd.
'Ben je dat wel gewend dat joggen?' vroeg hij bezorgd.
Ze bleef maar beven over haar hele lichaam. Haar wangen voelden koud als glas. Zweetdruppels kringelden over haar wangen en langs haar slapen.
'Griep,' zei ze hees, en ze rende de badkamer in.

Bij dit verhaal is het antwoord op deze subvraag natuurlijk nogal vaag. Het zou bestwel kunnen doordat ze aan pseudologica fantastica echt dacht dat ze verslaafd was en dat ze daarom dezelfde reacties op allerlei dingen vertoonde als iemand die aan het afkicken is. Dat is helaas bij dit boek slechts gissen.


2.2 De moeder van David S.

Uiteraard bracht de drugsverslaving meerdere problemen met zich mee. Een van de dingen die hij deed om aan geld te komen was tegen zijn oma liegen.
2.2.1 'Eerst  jij vanmorgen, en toen Simon met een prachtige bos rozen en nou jij weer. Waar heb ik dat toch aan verdient? '
'Simon?' vroeg ik.
'Ja, een uur geleden, en hij was nauwelijks weg of David kwam met bloemen aan.'
'David....??'
'Ja, hij werkt toch in de kwekerij? Hij had een lunchpauze en toen is hij even naar mij toe gegaan. Ach God, de hele dag werken en hij krijgt maar dertig gulden. Maar ja. Als hij ook geen zakgeld meer krijgt...'
'Mammie, je hebt hem toch niets gegeven, he?'
'Nou ja, z'n fiets was gestolen, nou moet hij lopen overal naar toe. Ik heb hem honderd gulden gegeven, ja. Ik heb hem gezegd om daar maar een tweedehandse voor te kopen.'

Later bleek dat zijn fiets helemaal niet was gestolen. Het was alleen maar een manier geweest om geld van zijn oma af te troggelen. Ook ging hij zich heel puberaal gedragen. Eerst dacht zijn moeder dat het gewoon de puberteit was,
2.2.2 'Ik krijg helemaal geen dertig gulden van de kwekerij, ik heb maar vijftien gulden gekregen.'
'Vijftien gulden?? Waarom in godsnaam? Er was toch afgesproken dat je dertig krijgt?'
'Ja, weet ik veel. Ik heb, geloofik, de rozen verkeerd afgesneden.'

maar dit ging wel erg ver.
2.2.3 Simon opende de deur en we zagen hem in bed liggen. Verder zagen we niemand. Simon liep direct door naar de andere kamers en gooide alle deuren open. In alle drie de bedden lagen drie jongens te slapen. We keken elkaar aan.....dan moest de rest in onze kamer liggen. Simon stormde naar boven, de zolder, de logeerbedden misschien. Maar hij riep naar beneden: 'Niemand! Wel Godverdomme!' Half vallend kwamen we op de eerste etage terecht, tegen de deur, die door ons gewicht open ging. Op een paar meter van ons bed stonden we verbijsterd te staren. Er lagen er drie in bed en een op de grond met de sprei over zich heen. Ik zag dat de rolgordijnen kapot waren getrokken. Een verschrikkelijke stank. Alweer bierflesjes op de grond. Verspreide kleren. Een gat gebrand in het donzen dekbed. En dan ineens een overhemd, keurig over een stoel gehangen. Simon kwam los uit zijn apathie en rukte het dekbed weg.Drie naakt lijven, die op dezelfde wijze reageerden> ze krompen iets in elkaar, maar sliepen gewoon door. Simon begon te slaan, aan armen te rukken, te huilen en te schreeuwen. Er kwam langzaam beweging in de lijven op het bed. Alweer reageerden ze hetzelfde: voorover gebogen liepen ze op de tast naar de broeken op de grond. Ze probeerden ze aan te trekken, terwijl Simon bleef schoppen en slaan. Ze sloegen niet terug, ze ondergingen alles slaapdronken. Plotseling werd ook ik overmeesterd door een vorm van razernij. Ik rende naar boven en trapte de vreemde jongens hun bed uit. Waarom ik David liet liggen, weet ik nog steeds niet. Ik sloeg, ik trapte, ik schold, ik gilde. Ze probeerden voorover gebogen hun broeken te vinden. Ik pakte de broeken en smeet ze de trap af. Ze gingen er achteraan, raapten de broeken op en trokken ze vluchtend aan. Buiten mezelf, volkomen krachteloos, zakte ik de treden af. Een voor een zag ik ook de andere jongens de trap afvluchten De trap af, de gang door, de buitendeur uit. Ik hoorde brommers starten. Ik hoorde hoe ze wegreden. Ik hoor ze nog vaak in mijn slaap. Toen die stilte. Een leeg huis. Simon in onze kamer. Ik zittend op de trap. 'Simon,' kon ik er uitbrengen. Ik kreeg geen antwoord. Ik trok me overeind, ginge de kamer in en liet me vallen tegen de muur. Simon zat op bed, zijn armen om zijn hoofd geslagen.

Een ander probleem van de drugs-verslaving is dat als de speed uitgewerkt is, dan wordt David heel agressief.
2.2.4 'Waar ben je geweest!' brulde Simon
'Gewoon, bij een vriend.'
Simon viel op hem aan en er ontstond een vechtpartij waarbij Simon het onderspit moest delven. Als een razende trapte David op hem in. 'Ik trap jullie allemaal in elkaar? Het hele huis trap ik in elkaar?' Toen Simon voorover tegen de muur viel, ging David verder met alles wat in zijn blikveld kwam. Alles wat ik aan kleine bezittinkjes in de loop der jaren bijeen had vergaard, maaide hij met zijn armen door de kamer heen.

Zo ging het nog even door en uiteindelijk moest Tom, een kennis van hun, David tot stoppen brengen. Dit deed hij door hem gewoon een klap voor zijn smoel te geven.

Natuurlijk is er telkens de teleurstelling voor Len. Elke keer denkt ze dat hij weer terug wil komen. Weer een normaal leven wil beginnen, maar hiervan maakt David slechts misbruik door geld te vragen om uit het leven te stappen.
2.2.5 David kwam niet terug. Tegen de ochtend begreep ik, dat hij vertrokken was om een shot te nemen.

Door de verslaving van David kregen de andere kinderen geen enkele aandacht meer. En hier leden de kinderen ook flink onder.

2.3 Op de rug van vuile zwanen

Het boek Op de rug van vuile zwanen is een bundel van zeven verhalen. Hiervan verwerk ik er drie:
- We hadden graag gezien dat je je haar afknipte
- De heiligen zijn dood
- Junkziek
Bij alle drie de verhalen zijn het weer de standaard problemen van een Junkie. De slechte fysieke toestand, de eindeloze drang naar Junk en al die shit. Dit gedoe was dan ook de reden om af te kicken in het verhaal We hadden graag gezien dat je je haar afknipte.
2.3.1 Een uiteindelijk doorgehakte knoop kon je het niet noemen, die (hoeveelste?) poging om van de dope af te raken. Het was geen doorwrochte, na rijp beraad tot stand gekomen beslissing. Het besluit een kuur te doen werd me ingegeven door de miserabele omstandigheden waarin ik verkeerde. Omstandigheden waartoe ik veroordeeld scheen te zijn en die me het mes op de keel dwongen te leven als een beest. Fysiek een wrak en geestelijk bankroet meldde ik me, met het verzoek in de kliniek opgenomen te worden, op het wekelijkse spreekuur van dokter Martin Doorenbosch.

Behalve zijn eigen problemen, zag hij om zich heen allerlei 'vrienden' in de gevangenis terecht komen of sterven aan de problemen die de drugs met zich mee bracht.

2.3.2 Vrienden had  ik niet meer. M'n partner zat in het Huis van Bewaring. Andere vrienden hadden zich kapot gespoten. Eentje sprong, toen het hem allemaal te veel werd, voor een trein. Als ik in een ruimte was waar meerdere mensen tegelijk een shot namen, kon het gebeuren dat een van ons niet meer uit z'n stoel zou opstaan en met de naald in z'n ader bungelend in z'n flash bleef.

Ook hem ging het niet goed af.
2.3.3 Een nieuwe gevangenisstraf hing me boven het hoofd. Op het moment dat ik dokter Doorenbosch om opname verzocht, was ik krap zeven maanden op vrije voeten.


In het verhaal de heiligen zijn dood is het weer erg gesteld met de verslaafde hoofdperoon en zijn verslaafde vrienden. Ook deze mensen zitten om de zoveel weken weer in de bajes. Een wel typisch probleem wat de hoofdpersoon in dit verhaal heeft is als hij de vriendin van een vriend door die vriend krijgt 'aangeboden' (Je mag er wel neuken hoor).
2.3.4 Toch kreeg ik geen harde en ik gaf het enigszins verlegen met de situatie al spoedig op. In de kamer vertelde ik Frank dat ik zijn gebaar op prijs stelde maar helaas verstek moest laten gaan. 'Dan maak ik het wel af' riep hij. Hij trok blote Connie op het bed en dook bovenop haar.

Een ander probleem waar de hoofdpersoon mee had te kampen, is dat het hele junk-wereldje ontzettend onbetrouwbaar is.
2.3.5 ...zij net als ikzelf en de rest van de bewoners volstrekt onbetrouwbaar waren als het om dope ging (en het ging altijd om dope)..

Het lijkt alsof de hoofdpersoon Hermans zich nergens iets van aantrekt wat die problemen betreft. Hij voelde zich er denk ik in thuis. Het viel op zich ook wel mee, omdat hij in een opvangcentrum woonde. Hier was eten, drinken en kon je gewoon drugs gebruiken, zonder gezeur van de politie. Wegens wat organisatorische problemen moest het opvangcentrum gesloten worden. Vanaf dat moment gaat hij een beetje door het hele land sleuren. Van kraakpand naar kraakpand.Hier werd niks geregeld. Soms werd het dan ook wel een behoorlijke teringzooi en dan wordt het Hermans ook te veel.
2.3.6 Het kraakpand vervuilde zo erg dat de andere bewoners de vlucht namen en mij, als een uitgemergelde heilige, in gore plunje uitgestrekt op het matras liggend, achterlieten tussen de bergen beschimmelde kleren, die met ontelbare oude bloedwatjes, gebroken ampullen en kapotte spuiten, de deuren blokkeerden.
Het benedenhuis leek op een door baarbare aangericht slagveld. Het vesrtopte toilet verspreidde een ondraaglijke stank. Uit elkaar gerukte stoelonderdelen lagen verminkt her en der. Het losbladderende behang zat onder bloedspatten, sigarettepeuken waren op de vloerbedekking uitgetrapt. Braakselplekken. Water en licht afgesneden. Voor de ruiten hingen vieze lappen. IN de kamer waar Connie en Frank hadden gewoond lagen Connie's achtergebleven vuile slipjes op een hoop. Het huis was vergeven van vlooien.
Ik lag op de tweede verdieping, in de laatste nog enigszins bewoonbare kamer. Er lag alleen die matras, onder het dakraam kwijnde een stervende fuchsia. Ik verwaarloosde mijn uiterlijk, waste me niet meer, droeg dag en nacht dezelfde kleren en kwam alleen nog op straat om naar de apotheek te gaan, vlug ergens geld te maken en de dealer op te zoeken. Eten deed ik nauwelijks.

Enzovoort, enzovoort, enzovoort. Erg ranzig in ieder geval.


Het verhaal Junkziek gaat eigenlijk over wat je meemaakt als je verslaafd bent, maar geen drugs kan krijgen. Ik zou als ik wil zo het hele verhaal kunnen citeren. Het is een groot probleem. De hoofdpersoon zit in de cel en is verslaafd, maar kan dus niet aan drugs komen.
2.3.7 Hij hoort sirenes in zijn hoofd/aan twee kanten geslepen messen wentelen en ploegen door z'n maag

Zo gaat dit hele verhaal ongeveer door.

2.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem

Om aan geld te komen voor de drugs ging Floor samen met Beppie prostitueren. Dit was echt afschuwelijk en de sfeer tussen hun twee was ook niet perfect.
2.4.1 Beppie begon te krijsen. 'Lelijk loeder!' schreeuwde ze. 'Zeggen dat je vijfhonderdzestig gulden heb! Zevenhonderd heb je! Je staat me gewoon te belazeren!'
'En jij wou het jatten, he, terwijl ik sliep!' schreeuwde ik terug.
'Ik wou het helemaal niet jatten,' zei Beppie, 'ik wou het allen maar natellen, want ik vertrouwde je niet.'
Ik lachte haar in d'r gezicht uit. 'Ja, mooie smoes,' zei ik, 'je wou het gewoon jatten. Nou krijg je helemaal niks meer van me,' en ik stopte het geld weer terug op m'n lijf. 'En voortaan slaap ik op mijn buik,' zei ik.

Het is ook een heel harde wereld. Zeker als je je beseft dat ze nog geen eens zestien was! Om maar eens een idee te geven wat zij dagelijks meemaakte, hier nog een citaat.
2.4.2 Het liefst met je mond,' zei hij, 'maar misschien.......misschien dat je dat niet wilt...'
Ogenblikkelijk voelde ik dat er iets achter in mijn keel ging gebeuren. Het was  nog net geen kokhalzen, er trokken zich spieren samen, mijn mond liep vol speeksel, ik moest een paar maal slikken.
(......)
'Ik wilde jou....Je hebt zo'n lief klein kinderkopje...'
'Maar ik kan het niet, ik ga er van kotsen!' huilde ik bijna.

Alles voor drugs.

In de secundaire bron die bij dit boek hoort (en tevens bij boek drie en daar geldt deze opmerking ook voor) lees ik het volgende:
2.4.3 De centrale doelstelling is om de risico's die met het druggebruik samenhangen zo beperkt mogelijk te houden, zowel voor de gebruikers zelf als voor hun directe omgeving en voor de samenleving. Die risico's zijn niet alleen afhankelijk van de psychotrope en andere eigenschappen van de stof zelf, maar ook van de redenen van gebruik, van de groep en de omstandigheden waarin het gebruik plaatsvindt. De overheid wil voorkómen dat strafrechtelijk ingrijpen druggebruikers meer schade berokkent dan het druggebruik zelf. Verkoop van kleine hoeveelheden softdrugs in koffieshops wordt niet vervolgd onder voorwaarde dat de eigenaar zich aan een aantal regels houdt. Een belangrijk doel daarvan is de scheiding van de markten van hard- en softdrugs. Ook mag niet meer dan 5 gram per persoon verkocht worden, geen reclame worden gemaakt, geen overlast veroorzaakt en mag niet aan minderjarigen verkocht worden.

Ze proberen er dus alles aan te doen zo min mogelijk overlast te laten plaatsvinden voor de niet en wel gebruikers. Toch zie je dat ook dit beleid niet helemaal goed in elkaar zit. Kijkend naar deze twee boeken tenminste.

2.5 Gewoon niet doen!

In het boek 'Gewoon niet doen!' brengt de verslaving van Stanley een hoop problemen met zich mee. Niet alleen voor zichzelf, maar vooral ook voor Tracy, Amy en Mary Agnes omdat zij hem telkens de hand boven zijn hoofd moeten houden.
Ten eerste moet Stanley alsmaar geld lenen. Niet alleen van de hoofdpersoon, maar ook van haar twee vriendinnen.
2.5.1 We hadden nog geen twintig meter gelopen of Stanley vroeg: 'Zou je mij misschien een tientje kunnen lenen?'
Ik bleef staan. 'Stanley!' riep ik boos. 'Je hebt me nog niet eens de veertig dollar teruggegeven die ik je heb geleend!'

Uiteindelijk heeft hij zelfs 90 dollar geleend. Later in het verhaal betaalt hij het in 1 keer terug en zag Tracy dat hij nog veel meer geld in zijn portemonnee had zitten. Waarschijnlijk was hij gaan dealen.
Onder invloed van verdovende middellen doet hij allerlei stomme dingen, zoals in de auto van zijn vader gaan rijden. Uiteraard kreeg hij een ongeluk en uit het volgende citaat blijkt dat Stanley zich er niet helemaal bewust van was wat hij had gedaan.
2.5.2 'Ik weet het niet precies. Ik kan me er niet veel van herinneren. Ik weet alleen maar dat ik plankgas gaf en we reden ongeveer honderdvijftien kilometer op de autosnelweg toen een van de jongens schreeuwde: 'Zet 'm in de overdrive.' Nou, dat deed ik. Maar ik vergiste me en zette hem in de achteruit.'

Uiteraard zegt Stanley dat hij de hele zaak in de hand heeft, precies weet wat hij aankan en kon stoppen wanneer hij wilde. Het is duidelijk dat dat niet helemaal zo is, als je dit citaat leest.

2.5.3 'Ik heb je toch gezegd dat ik het in de hand heb. Bovendien geeft het me een lekker gevoel en misschien wil ik helemaal niet zo degelijk en betrouwbaar zijn.'
(.....) 'Wat vreemd. Het lijkt wel of het gras tot mijn enkels reikt.'
We liepen helemaal niet door het gras! We liepen midden door het grindpad.

Omdat Tracy Stanley niet wilde verlinken ging ze hierom liegen over wat ze s'avonds allemaal had gedaan en daarmee kwam zij zelf behoorlijk mee in de problemen. Ze kreeg huisarrest omdat zij dingen had verzwegen over een bepaalde avond. Hierdoor werd de vakantie redelijk verneukt, ze verveelde zich stierlijk. Ondertussen was Stanley met een paar vrienden op vakantie.
2.5.4 Met huisarrest bedoelde moeder alleen dat ik s'avonds niet uit mocht, maar dat maakte weinigverschil want er was overdag niets te doen. Amy was op vakantie met haar ouders. Aan Stanley had ik geen behoefte, en bovendien maakte hij een kampeertocht van een week met een paar vrienden. En Mary Agnes die ik in een ogenblik van diepe neerslachtigheid probeerde te bellen, was op stap met de andere leden van de schoolraad.
Ik verveelde me zo stierlijk dat ik zelfs boodschappen deed, terwijl ik daar toch een hekel aan heb.

Stanley misbruikt de vriendschap tussen hem en zijn drie vriendinnen door hen telkens bij zijn problemen te betrekken. Zo blijkt ook uit het volgende citaat.
2.5.5 'Trace? Kun je..... me .... komen halen?'
'Stanley!' schreeuwde ik. 'Waar zit je?'
'Hier ... maar ik weet niet ... waarom ... en hoe ik ... hier ben gekomen.' Zijn stem klonk alsof hij met zijn mond vol pap sprak.
'Kun je niet duidelijker praten? Ik versta je niet.'
'Ik zei ... kom me halen ... alsjeblieft?'

Het stomme is dat hij ze er wel bij betrekt, maar verder geen bemoeienissen wil. Zo ook bij het volgende citaat. Trace heeft zojuist Stanley opgehaald en ze zitten in haar auto.
2.5.6 'Ik hoop dat het tot je doordringt dat je een probleem hebt, Stanley. Een dijk van een probleem,' zei ik toen ik hem op de hoek van zijn straat afzette.
'Je wordt bedankt, maat,' teemde hij sarcastisch. 'Ik zal je wijze woorden ter harte nemen.' En hij knalde het portier van de auto zo hard dicht dat de hele buurt waarschijnlijk wakker schrok.

Trace weet niet hoe te handelen met het probleem en gaat daarom naar Dr. Grantham, een wijze, oude man aan wie zij voorleest. Zij vertelt hem een verhaal over dat zij een meisje (dat deed ze expres)                                  kent die aan de drugs was. Stiekem luisterde de schoonmaakster mee en die vertelde het rond op school. Daar werd het erg hoog opgenomen en juist de moeders van Trace, Amy, Mary Agnes en Stanley startten de VOTD (verontruste ouders tegen drugs) op. Zij gaan allerlei acties starten tegen drugs in de buurt en op school. Daardoor heeft de moeder nog minder tijd voor Trace. Inderect kwam het dus door Stanley dat zij al dat gezeur van die ouders aan moeste hooren over drugs.

2.6 Hoffman's Honger

In het verhaal Hoffman's Honger bracht de verslaving van Mirjam niet alleen problemen voor haar zelf mee, maar ook voor allebei d'r ouders.

Laten we beginnen met die van Mirjam. Zij deed er natuurlijk alles aan om aan geld te komen. Ze ook in het volgende citaat.
2.6.1 'Heb je wat geld voor me?'
''it is op?'
'Ja hhe man denk je nou echt dat je van vijftienhonderd gulden kunt bestaan hier?'
Hij haar voor haar een verjaardag een cheque gestuurd met dat bedrag, ruim een maand geleden, en ze had het blijkbaar al weggespoten.
'Hoeveel heb je nodig?'
'Duizend?'
Ze beet op een nagel, keek hem niet aan.
'Mirjam, je hebt net vijftienhonderd van ons gehad.'
'Voor m'n verjaardag, ja.'
'Wat wil je ermee doen?'
'Gewoon... de huur betalen.'
'Waarom ga je niet werken?'
'Er is geen werk.' Ze bleef naar haar nagels turen.
'En jij betaalt geen huur.'
Ze keek met felle ogen op, zei: ' Moet ik soms gaan tippelen of zo? Heb je liever dat ik dat doe?'

Door de drugs liet ze ook al haar goede ideeen gaan. Aanvankelijk wilde ze een winkel starten. Dat vond Hoffman wel een leuk idee. Maar door de drugs had Mirjam daar helemaal geen zin meer in.
2.6.2 'Ik wil met jou naar een makelaar, naar een advocaat, naar de bank, je zegt 't maar.'
(....)'Ik wil geen winkel. Je wordt hartstikke gek van 'n winkel weet je dat?'
'Wat zeg je nou? Ik dacht dat...'
'Ach man, ik zei maar wat...'
Ze grijsnde. 'Jij geloofde het echt, he?'

Om aan nog meer geld te komen ging ze in een pornofilm spelen. In het citaat hieronder hoort haar vader het. Ongeveer vijf jaar nadat ze dood is.
2.6.3 'Ik had een afspraak met Ria Voeten. We gingen eten. Het gesprek kwam daar om de een fo andere reden op en ze vertelde dat ze nog nooit een porno had gezien...'
''n Pornofilm?'
'Ja....'
Wim haalde adem, ging verder.
'Nou.. we gingen naar een .... pornobioscoop en daarin speelde...'
De consequentie van het bezoek aan de pornofilm werd Hoffman in een fractie van een seconde duidelijk.
Hij trok wit weg. Pijn trok uit zijn borst, alsof hij op de plee zat en iets onmogelijks van zichzelf wilde, en luid, alsof ze in alle cafes in de hele straat tegelijk de volumeknop van de versterkers opendraaiden, hoorde Hoffman opeens de radeloze kakofonie
daar, het favorietje deuntje van de waanzin.
Hij wilde weten waar hij draaide en is toen naar de film toegegaan.
2.6.4 Want hij had niet allen zitten huilen bij het zien van Mirjam - hij had gevoeld hoe een gruwelijke opwinding zich binnen honderd seconden van zijn schoot meester maakte en hem als een ziekelijke voyeur naar zijn dochter deed kijken. Hij was opgestaan, had wankelend de straat gezocht. Walgend.

Het ergste was dat dit de enige beelden waren die nog van Mirjam bestonden. Zij had alle foto's en video's waar zij op stond verbrand. Daarom wilde hij die video's weg hebben, ervoor zorgen dat zij niet zo bleef bestaan.
Hij ging naar de eigenaar van de zaak. Hij begreep alsmaar niet waarom Hoffman zoveel geld eraan uit wilde geven. Polak vroeg er twee miljoen voor!

2.6.5 'Ze is dood, Polak. Ze heeft alle foto's van zichzelf vernietigd. Die film mag niet meer...'
Polak keek hem ontsteld aan. 'Attenoje,' mompelde hij.
Hoffman veegde zijn wangen droog.

Nadat Hoffman dus uitgelegd had waarom hij er zoveel voor over had kreeg hij alles nog voor maar 1.3 miljoen. Dat was wel meteen ongeveer al zijn geld.... Als hij eenmaal alles heeft gekregen laat hij het vernietigen.
Het leven van Hoffman ging er dus redelijk kapot aan, maar ook zijn vrouw ging zich er niet beter op voelen.
2.6.6 Sinds de dood van Mirjam, een overdosis in een junkenpension aan de Warmoestraat, had Marian zich voorgoed teruggetrokken in haar studie over Vondel's sonnetten, 'het definitieve boek over hem' zoals zij het hem met zelfspot noemde, waar zijn een [aar jaar na Esther's dood aan was begonnen. Marian was nu viernvijftig en nog steeds in gevecht met haar onaanraakbare vader. De wereldberoemde Coenen, zwijgend en bitter, had de teloorgang van zijn nakomelingschap in zijn geheel meegemaakt en bij Mirjam's begrafenis had Hoffman in zijn ogen gelezen wie hij de schuld gaf van dit alles, een genetische oerschuld. Drie weken nar Mirjam's overdosis hadden ze ook hem in het familiegraf in Zwolle begraven, naast zijn vrouw en twwe kleindochters.

Het huwelijk tussen de twee loopt ook slecht af, beiden gaan vreemd.

2.7Christiane F. Verslag van een junkie
De drugs brachten problemen met zich mee, er hing een enorme spanning en er was veel ruzie om de meest kleine dingen. Iedereen wantrouwde elkaar. De drugs maakten uiteindelijk elke relatie, hoe sterk ook, kapot.
2.6.1 Ik had het voor elkaar gekregen dat ik behalve mezelf van niemand en niets meer hield en niemand en niets meer aardig vond.

Bovendien moet je om telkens die kick te krijgen steeds verder gaan, hierin ga je soms te ver, zoals in het volgende citaat.
2.6.2 Omdat ik mij vreselijk down voelde nam ik twee captagons, drie efedrines en een paar coffeinetabletten in met een glas bier. Toen ik me totaal opgefokt voelde, beviel me dat evenmin. Daarom slikte ik ook nog een mandrax en een hele bende valium.
Ik weet niet precies meer hoe ik thuis ben gekomen. Op weg van de metro naar huis klapte ik in elk geval in elkaar. Ik kroop naar een trap voor een winkel en ging daar helemaal in elkaar gedoken zitten. Op een gegeven moment wist ik me op te richten en wankelde steeds op het eerste het beste punt af, waar ik me aan vast kon klampen. Van een lantaarnpaal naar een boom, en vandaar weer naar een lantaarnpaal. Het was een eindeloze weg. Ik had het gevoel dat ik dood zou gaan als ik het niet haalde. Het ergste was de pijn in mijn borst. Het was net alsof er in iemand met een zwaard in mijn hart wroette.

Hierna heeft ze een tijdje op bed gelegen. Nu zou je denken dat ze wat had geleerd, maar helaas.

2.6.3 Op zaterdag, in Sound, nam ik een trip. Het ging helemaal mis. De eerste keer dat ik echt flipte.

Goed stoned raakte ze dus nergens meer mee. Daarom probeerde ze toch maar eens de heroine/ horse. Direct kreeg ze lichamelijke problemen.
2.6.4 Ik voelde overal een waanzinnige jeuk. Ik kleedde me helemaal uit en krabde met mijn haarborstel. Ik krabde me zolang dat het ging bloeden, vooral aan mijn kuiten. Ik vond het niet zo erg.

Bovendien raakte ze er psychologisch ook van in de war. Ze begon brieven aan zichzelf te schrijven. Dit mede omdat ze ook een dubbelleven leidde. Bij haar moeder de dertienjarige puber, voor de rest een verslaafde.
2.6.5 Zonder er veel bij na te denken had ik me ook al in twee totaal verschillende personen gesplitst. Ik schreef brieven aan mijzelf. Dat wil zeggen, Christiane schreef brieven aan Vera. Vera is mijn tweede voornaam. Christiane was het meisje van dertien dat naar oma wilde, was ergens mijn goed ik. Vera was de junk. En die maakten dus nu ruzie in brieven.

Ze hield zichzelf alsmaar voor dat ze elk moment kon afkicken, wat natuurlijk niet het geval was.
Samen met haar vriend Detlef was ze alleen maar bezig met het vinden van geld om horse voor de volgende ochtend te kunnen kopen. Omdat dit spul nogal duur is, veertig mark voor 1 shot, ging Detlef tippelen.
2.6.6 Ik wilde weten waar hij tegenwoordig steeds heen ging en hij zei tenslotte: naar het station Zoo. En wat hij daar deed? 'Tippelen,' zei Detlef.

Detlef tippelde om voor hen allebei horse te kunnen kopen. Het ging van: shot, klant, shot, klant. Overnachten deden ze vaak bij vrienden. Het was zwak uitgedrukt niet zo netjes in deze ruimtes. (Toen ik dit las ging ik bijna over mijn nek).
2.6.7 In het huis van Axel was het nogal een puinhoop. Een echt junkiehuis. De stank kwam me bij de deur al tegemoet. Overal stonden lege blikjes waar vis in had gezeten, sigarettepeuken lagen in de olie en in de tomaten- en mosterdsaus. Daartussen stonden mokken en kopjes, allemaal met een laagje water erin, as, tabak en vleoitjes. Toen ik een paar bekertjes yoghurt op de enige tafel wilde zetten, vielen er aan de andere kant twee sardineblikjes op de grond. De olie droop op het vloerkleed. Niemand maakte zich er druk om.
Van het vloerkleed kwam toch al een walgelijke stank. Toen Axel een shot nam, zag ik waarom. Hij trok de spuit met de bloedresten uit zijn arm, vulde het met water en spoot deze roze brij vervolgens gewoon op het kleed. Zo maakte hij zijn set altijd schoon. Na elke shot kwamen er meer druppels bloed bij op de versleten pers. En dat veroorzaakte met de vissauzen die zoetig-muffe lucht. Zelfs de vitrage was geel en stonk.

Ze hield altijd vol dat ze het drug-gebruik onder controle had en dat ze zo af zou kicken en dat ze nooit
echt verslaafd zou raken, helaas.
2.6.8 Ik raakte in paniek en werd kwaad: 'Man, snap je het dan niet? Als ik morgenochtend ging shot heb, word ik doodziek en kan ik niet naar school.'
Detlef:'Dat heb ik ook steeds tegen je gezegd, miesje. Nu is het met jou ook zover.'
S'Middags gingen we naar het station. Ik had veel tijd om na te denken. Mijn eerste cold turkey. Ik was nu afhankelijk van horse en van Detlef.

Omdat ze vooral dat laatste niet wilde zette ze nog een principe opzij en ging ze toch tippelen.
2.6.9 Toen ik uit de auto was, werd ik heel rustig. Ik maakte zo'n beetje de balans op: dat was dus je tweede man. Veertien ben je. Nog geen vier weken geleden ontmaagd en nu ben je een hoer.
Ik dacht daarna niet meer aan die kerel en aan wat ik had gedaan.

Langzamerhand komen al haar vrienden in de bak, of gaan dood. In Berlijn is het aantal heroïne slachtoffers in de periode dat Christiane verslaafd is explosief gegroeid.
2.6.10 Spectaculair is het aantal dodelijke slachtoffers, in een stad als Berlijn al zo'n 70 a 80 per jaar. Men neemt aan dat daar ook nogal wat gevallen van bewuste overdosis bij zitten, zelfmoord dus.

Behalve dat iedereen om haar heen dood gaat, wordt ze zelf regelmatig opgepakt en krijgt ze een dossier wat haar voor de rest van haar leven zal achtervolgen. Meermalig probeert ze af te kicken, maar telkens als ze even de kans krijgt, raakt ze weer verslaafd.
Uiteindelijk moet ze zelfs haar vriend opgeven en verhuizen om er vanaf te komen.

2.8Ik was vijftien.. en verslaafd
Het boek is één grote brief van Julie aan haar vriend, om hem te vertellen wat ze mee heeft gemaakt en dat hij weet met wie hij van plan is te gaan trouwen. Ze vindt het erg moeilijk de scenes waarin ze zelf lijdt aan cold turkey en waarin ze gaat tippelen te beschrijven en verteld meermalig in het boek dat ze deze dingen, misschien onbewust, niet vertelt.
Wel vertelt ze over de cold turkey die Jean-Marie, destijds haar vriendje beleeft.

2.8.1 Ik was bezig om de kamer die Jean-Marie zo vies had gemaakt, zo goed en zo kwaad als het ging schoon te maken. Van het stadium van angst, met tranen en gekreun, was hij overgegaan in een stadium van agressieve krankzinnigheid, maar alleen met woorden. (…) Zijn delirium joeg mij meer angst aan dan zijn gekots.

Bovendien ging ze om aan geld te komen verschillende dingen doen; tippelen en jonge kinderen aan de drugs krijgen, om vervolgens porno-foto's van te laten maken.
2.8.2 Ik wist toen helemaal niet dat er een handel in kinderporno bestond, vooral met kleine jongetjes, voor nieuwsgierige pedofielen die goud neertelden voor die afdrukken. Maar om regelmatig nieuwe modellen te hebben en om hun meegaand te maken - en ook nieuwsgierig - moest je hen eerst afhankelijk van je maken. Drugs, het gaf niet welke, als ze bij de kinderen maar een afhankelijkheid een een behoefte schiepen, die vaker psychisch was dan lichamelijk, waren het ideale middel tot dat doel…
Ik heb nog geprobeerd er onderuit te komen. Ik voerde de prijs zo hoog mogelijk op, tot mijnheer Alex zonder zijn stem te verheffen zuchtte:
'Als meester Ferran jouw vader eens zou vertellen wat jij met je vriendjes uithaalt …. En waarom je zo vaak absent bent van school omdat je liever gaat tippelen in de buurt van St. Germain des Prés … of in de achterbuurten? Misschien draaien ze dan de de geldkraan dicht! En die tehuizen voor moeilijk opvoedbare kinderen, ken je die? Als ik me niet vergis ben jij nog niet meerderjarig.'

Julie vond het werkelijk afschuwelijk werk, maar door middel van chantage hield Alex haar aan het werk.
Natuurlijk gaf ze minder aandacht aan de school, ging ze meer spijbelen en als ze eens op school zat, zat ze nog aan de drugs ook.
2.8.3 Opnieuw ging ik spijbelen. (…) , het lukt je zelfs te spuiten in de klas, of je gaat naar de wc om te snuiven. De meeste leraren merken daar niets van … en de anderen … Nou ja, het is een publiek geheim dat bepaalde studiemeesters net zo verslaafd zijn als wij, dat ze zelfs medeplichtig zijn.

Haar hele situatie werd in ieder geval zo ernstig dat de gedachte aan zelfmoord steeds meer in haar op kwam. Uiteindelijk heeft ze ook een poging gewaagd.
2.8.4 'Ik heb eerst een shot genomen, toen heb ik ruim een half uur gewacht (…) Ik heb me nog afgevraagd of ik niet een paar brieven zou schrijven. Ik had eigenlijk geen zin om iemand nog iets te vertellen, het was gewoon jammer voor hen. Ze zouden trouwens wel blij zijn om van mij af te zijn. Het was allemaal heel gemakkelijk, ik realiseerde me eerst niet eens dat ik bloedde, toen vond ik het mooi, dat bloed op mijn huid, ik voelde me alsof ik zeilde, op het dek van een zeilschip stond ik, in de zon, in de zomer. Toen werd alles blauw voor mijn ogen, heel licht en toen … niets meer ….

Ze overleefde het wel en was daar achteraf best wel blij om. In de brief wijst ze er regelmatig op dat als ze was gestorven, nooit Ettienne had leren kennen.

Zij  overleefde haar zelfmoordpoging wel, Jef (haar eerste vriendje waarmee ze mee naar bed ging) stierf echter aan een overdosis in Thailand en ook Jean-Marie stierf aan een overdosis.
2.8.5 Hij hield me de krant voor. De kop was voldoende: Twintigjarige sterft aan overdosis onder nog niet opgehelderde omstandigheden.
Ik moest tegen de muur leunen om niet te vallen. Dit was niet het eerste sterfgeval onder mijn vrienden, maar Jean-Marie, dat was niet de eerste de beste?
(….) Hij was om het huis gelopen, totdat hij een walgelijke stank rook die door een venster naar buiten kwam. Hij sprong terug en raakte in paniek. Hij wist dat die stank afkomstig was van een lijk in staat van ontbinding! Hij heeft direct de politie gewaarschuwd, die slechts de dood van Jean-Marie kon vaststellen… hij lag er al zes dagen! Bij het begin van het voorgaande weekeinde was hij overleden… toen het huis vol gasten was…

Een behoorlijke schok!


HOOFDSTUK 3: WELKE PROBLEMEN BRACHT HET AFKICKEN MET ZICH MEE?

3.1 Vals Licht

Bij het boek Vals Licht is er niet werkelijk sprake van afkicken, omdat Lizzie niet echt verslaafd was. Ze leidt wel aan een psychologische ziekte genoemd pseudologica fantastica. Hierdoor weet ze niet meer wat echt is en wat ze gelogen heeft.
Daardoor zou het best wel eens kunnen dat ze het hele afkick-proces als echt beschouwd omdat ze niet anders weet.
De problemen die het afkicken met zich meebrengen zijn allemaal nogal logisch. Ze heeft er erg veel moeite mee.
3.1.1 Lizzie stortte in. Maanden had zij verborgen gehouden wat zich nu onomkeerbaar en ontluisterend voorzijn ogen voltrok: de terreur van de afkick, de pijn, de paranoia en het ongeparfumeerde junkieverdriet. Nog geen fractie van het oude mysterie bleeef intact. De goed gedoseerde arrogantie leek verdwenen, evenals de spotlust en het raffinement, de donzen schaterlach en de kokette humor. Zij zweeg alleen nog maar - en wanneer ze niet zweeg, zei ze dat ze moe was, zo moe. En was ze niet mij, dan was ze bang, bang voor buiten, voor de nacht en voor al het andere. Soms was ze niet bang maar kwaad, omdat haar lichaam verkilde terwijl tegelijkertijd het bloed vlamde in haar polsen en haar hoofd; omdat het kippevel op haar armen en benen begon te jeuken, en van de jeuk kreeg ze het weer snikheet, en de hitte maakte haar rusteloos en  om tot rust te komen moest ze eten, snoep, waarom was er niks lekkers in huis en waarom doen we nooit eens iets leuks, Simon, en ik wil niet elke dag naar buiten, naar die godvergeten controle van het CAD, Simon, wi je .........

Lizzie raakte een beetje paranoid, maar volgens de psycholoog hoorde dit bij het afkick proces.

Het gene wat dit afkick-proces nog moeilijker en ingewikkelde maakte dan een ander, is het feit dat ze alles eerst zelf moest verdragen. Alle pijn, al het gedoe, ze kon er niet over praten met Simon. Sterker nog, ze moest het geheim houden voor Simon. Als Simon het uiteindelijk wel te weten komt, en daarna wat er echt aan de hand is, wil Lizzie in een keer van die hele wereld af. Dus niet alleen de drugs, maar ook de hoeren en daarmee ook Simon.
Eigenlijk houdt ze nog wel van Simon, maar de slechte start van de relatie (hij was klant van haar) zorgde ervoor dat het een onmogelijke relatie werd.

3.2 De moeder van David S.

David kwam in contact met Marleen. Zij had ook in de scene gezeten, maar was geheel afgekickt. Zij wilde hem wel helpen met afkicken. Daarvoor wilden ze dan de vakantiecaravan van Len en Simon lenen. Omdat ze geen plek hadden om dit te doen. Hier hadden de andere kinderen totaal geen begrip voor. Zij werden verwoordt door de dan zestien jarige Juliet.
3.2.1 'Ik vind het onzin,' zei Juliet, 'jullie gingen zelf naar de caravan toe. Als David wil afkicken hoeft jullie vakantie er toch niet aan? En wil hij wel afkicken, of is dat een idee van die sociale griet?'
We twijfelden zo erg en nu bemoeide Juliet zich er ook nog eens mee.
'Juliet,' zei Simon, 'we gaan morgen eerst praten met die Marleen. Mamma en ik. Ja, begrijp dat dan van ons..... we zijn bang geworden na Bennie...'
(Bennie was een vriend van David en zoon van buurtbewoners die ook in de gespreksgroep voor ouders met verslaafde kinderen zaten. Bennie was gestorven aan drugs)
'Voor Bennie, na Bennie,' zei Juliet, ' het begint een beetje te lijken op voor Christus en na Christus. Verdorie, jullie waren zo goed op weg! Wat heb ik nou toch voor ouders....'
Ja, wat waren wij voor ouders. Een jaar was het goed gegaan en nu werden we door onze angst weer heen en weer geslingerd. En daar vroegen we dan begrip voor aan een meisje van zestien jaar.
'Denken jullie dan helemaal niet aan Brammetje en Josien?' ging ze door. 'Wat wil je zeggen: We blijven thuis dit jaren, want we laten de caravan door David verruineren....?'
'Verrunieren....??'Vroegen we allebei verbaasd.
Juliet gierde het uit. 'Nou ja,'zei ze, 'je blijft ook lachen met jullie, stakkers! Zal ik jullie voorspellen wat er gebeurt? De ruiten worden ingeslagen, de deur wordt geforceerd want de sleutel is binnen een dag weg, het wordt een groot slaapnest, alles stinkt want er wordt niet afgewassen en in plaats dat David afkickt, doet zij met hem mee.... Nou en dan wordt de boel kort en klein geslagen of de zaak vliegt in brand. En dat allemaal omdat we in tijdperk 'na Bennie leven....'
Ik zakte als een pudding op een stoel en keek Juliet wanhopig aan. Ze schudde heel wijs haar hoofd naar mij. 'Nou ja, goed,' zei ze, 'ga dan maar eerst met haar praten....'

Len en Simon lieten zich vervolgens makkelijk manipuleren door Marleen en lieten hun in de caravan.
Na een tijdje raakten ze toch nieuwsgierig, hoe ging het daar nou aan toe in die caravan. Lukte het David om af te kicken of was het een ontzettende teringzooi geworden en was Marleen ook weer begonnen.
3.2.2 En dat was de puinhoop, zoals Juliet had voorspeld. Een ruit ingegooid - de fles die er doorheen was gegooid lag in scherven buiten. De deur half er uit. Stank en afval. Een groot slaapnest, met daarin twee opgerolde wezens die niet wakker te krijgen waren.

Het afkicken was dus totaal niet gelukt. Integendeel, Marleen was weer begonnen met het roken van stickies en zal binnenkort ook wel weer terug vallen op de dope.

Eigenlijk had David nu wel zo'n test zoals uit mijn eerste secundaire bron kunnen gebruiken. Het afkicken lijkt hem op zich niks, maar ik denk dat zo'n methode - gratis heroine verstrekken voor een periode en dan telkens afbouwen - zeer aantrekkelijk was geweest voor hem. Aanvankelijk gewoon van: 'Gratis Drugs!' en als hij er dan wat langer mee bezig is, beseffen dat dat afkicken wel degelijk mogelijk is.
Dit experiment was voor David zeer geslaagd geweest.
Aan het einde van het boek, komt David nog een keer terug. Hij zegt dat hij ziek is en thuis, een weekje, wil bijkomen.
3.2.3 Ik wil voor je zorgen, zolang je je ziek voelt. Als het hier niet kan, dan gaan we een week samen weg. Gewoon een week naar de caravan. En daar ga ik niet op zitten wachten. Nee hoor, ik calculeer gewoon in dat het best mis kan gaan. Want ik weet nu wel dat jij een junk bent. Of een afkickende junk bent. Ik weet nu wel dat je je afspraken niet houdt, dat je doorlopend tracht mijn grenzen te overschrijden en dat je hele gedrag uit een voor mij andere wereld komt. Ik weet het nou wel, maar ik ben niet zo kwetsbaar meer. Ik ben niet meer zo afhankelijk van jouw welbehagen.
Hij probeerde naar me te lachen, voor zover hij dat kon met zijn gezwollen lippen. Ik zag de twee voortanden. Ik zag het zweet op zijn voorhoofd staan. Hij kwam overeind en rilde plotseling hevig. 'Ik ga eerst naar de EHBO-post van het ziekenhuis,' zei hij. 'Mag ik een taxi bellen?'

Marleen kon weglopen uit zijn leven. Ik niet.  Ik wachtte die nacht op hem. Af en toe wegsukkelend in verwarde dromen over bombardementen en golven water. Onder mijn hoofdkussen lagen mij portemonnee, mijn paspoort en mijn autopapieren , want met een junk in huis moet je maateregelen nemen. Maar mijn voorzorg bleek overbodig. David kwam niet meer terug. Tegen de ochtend begreep ik, dat hij vertrokken was om een shot te nemen.

Zoals je ziet, nu Len laat merken dat ze niet meer te manipuleren is, verlaat hij zijn gezin definitief.

3.3 Op de rug van vuile zwanen

Het boek Op de rug van vuile zwanen is een bundel van zeven verhalen. Hiervan verwerk ik er drie:
- We hadden graag gezien dat je je haar afknipte
- De heiligen zijn dood
- Junkziek
In het verhaal We hadden graag gezien dat je je haar afknipte heeft de hoofdpersoon zeer veel moeite met het afkicken. Hij gaat slechter slapen, heel veel sigaretten roken en valt regelmatig terug.
In plaats van hierover een paar citaten te geven, wil ik de reden geven waarom het afkicken niet lukt.
3.3.1 Ik voelde me niet opgewassen tegen dat gevecht. Een strijd waar honderdduizenden junkies over de gehele wereld zich niet toe in staat achten.
De cleane boerderij kon me niet van het tegendeel overtuigen. Ik kon mezelf niet overtuigen. Ik leefde al jaren met het idee dat ik als junkie zou sterven.
Jaren later begreep ik pas dat al die vergeefse afkickpogingen nodig waren om me te doen inzien dat ik het zelf moest maken. Zelf dat besluit nemen om onmiddellijk te stoppen, een besluit dat mij uiteindelijk junkvrij maakte.


In het verhaal De heiligen zijn dood wordt er eigenlijk helemaal niet afgekickt. Dat vind ik eigenlijk verbazingwekkend. Hermans maakt echt de meest afschuwelijke dingen mee, maar zelfs dat kan hem er niet toe zetten af te kicken.

3.3.2 Ik zag de dood op Sjefs schouder. Ik keek en daar was het. Ik zag mijn eigen bestemming, het maakte me bang. Ik wilde opspringen en wegrennen.
Kun je me helpen,' vroeg Sjef, een wanhopige uitdrukking op zijn gezicht.
Hij kon geen ader raken. 'Sjef gaat dood,' ging het in mijn hoofd. 'Sjef gaat dood, Sjef gaat dood.'

Sjef ging ook dood. Desondanks kan Hermans niet afkicken. Dat zegt een heleboel over hoe ontzettend verslaafd hij eigenlijk wel niet was.

In het verhaal Junkziek wordt niet afgekickt. De hoofdpersoon is Junkziek. En dat knaagt aan hem.

3.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem

In het boek Het verrotte leven van Floortje bloem door Yvonne Keuling kickt Floor niet af. Ik kan deze vraag dus niet beantwoorden.

3.5Gewoon niet doen!
In het boek 'Gewoon niet doen!' wordt niet duidelijk besproken hoe het afkicken te werk gaat.
Het verhaal gaat over hoe Trace om gaat met het probleem dat een heel goede vriend van haar aan de drugs zit.
Voor haar gaat het er dus om, om hem op een of andere manier van dat gedoe af te krijgen. Zelf weet ze niet hoe ze er mee om moet gaan en daarom gaat ze uiteindelijk toch maar naar haar moeder. Tot haar verbazing praten ze samen over een mogelijke oplossing. In het volgende citaat kan je lezen tot welke oplossing ze kwamen.

3.4.1 'Zal ik je eens zeggen wat ik denk?' Het was een nieuwe gedachte en als ik het nu niet zei zou ik de moed niet meer kunnen opbrengen.
'Nou?'
'Ik denk niet dat jij iets moet doen, ik denk dat ik iets moet doen.' Moeder keek me stralend an en voordat ik de moed zou verliezen, zei ik: 'Ik ga eerst met Stanley praten en daarna gaan we samen met zijn moeder praten.'
'En als hij niet mee wil?'
'Hij gaat heus wel mee. Ik heb Het Boek.'

Het Boek was een boek van Stanley waarin precies stond wat hij allemaal deed, moest doen en nog meer. Alles stond daar dus in over zijn drugs-affaires.
Nu moest ze dus met Stanley gaan praten. Zij hoefde niet naar hem op zoek, hij zou wel naar hem komen om wat geld te lenen of zo. En inderdaad. Toen startte het volgende gesprek:
3.4.2 'Het is afgelopen, Stanley. We gaan nu met je ouders praten en we gaan ze alles vertellen ... van je blackouts, van de stuf, dat je gebruikt, dealt ...alles.' Het klonk als iets uit een sopa opera, maar ik wist niet hoe ik het anders moest  zeggen.
Even keek hij me aan alsof ik een verhaal in het Chinees tegen hem had afgestoken, toen deed hij een laatste wanhopige poging me met zijn charme te paaien. 'Oke, oke. Geef me Het Boek maar terug, dan praten we niet meer over het geld.' Het lachen was hem vergaan.
'Vergeet Het Boek maar totdat je aan je ouders hebt verteld dat je al vanaf het voorjaar op de foute toer bent - misschien nog langer, weet ik veel.' Ik opende het portier en ging naast hem zitten.
'Ik geloof dat je gek bent. (.....) Denk je nu echt dat ik het mijn ouders ga vertellen?'
'Je hebt geen keuze, man. Als je het ze niet vertelt, geef ik ze Het Boek of ga ik ermee naar de politie.'

Nadat Stanley alles had geprobeerd eronder uit te komen en dat niet lukte, zijn ze samen naar zijn ouders gegaan en hebben ze hun alles verteld.
Vervolgens is Stanley naar een afkickcentrum gestuurd en hierdoor miste hij in ieder geval het begin van het eindexamenjaar. Natuurlijk is het afkicken voor Stanley sowieso geen pretje. Uit het artikel 'Cold Turkey, een flinke griep,' haalde ik het volgende citaat. Daarna werd gezegd dat het - ook daar - geciteerde fragment niet het enige was in zijn soort.
3.4.3 "Zweetdruppels stonden op zijn voorhoofd. Hij voelde de krampen al die het ophouden met het gebruik van verdovende middelen kenmerken. Zodra ik de bank had uitgeklapt, stopte ik Sonny in bed. Zijn benen schokte hevig en het zweet doorweekte zijn pyjama. Het ene ogenblik rilde hij van de kou en het volgende moment wierp hij de dekens weg om de hete vlammen van zich af te schudden. Kronkelend van ondraaglijke pijn lag hij daar. Pukkeltjes die zijn huid er deden uitzien als die van een geplukte kalkoen waren overal op zijn armen en nek te zien."


3.6Hoffman's Honger
De verslaafde Mirjam maakt geen enkele intentie af te kicken. Een vraag waarom zie niet af kan kicken, zoals u suggereerde, is niet op z'n plek, want ze wil helemaal niet afkicken. Misschien is het zo dat ze doelbewust dood wil. Het komt regelmatig voor bij verslaafden dat er nog maar twee uitwegen zijn: zelfmoord of afkicken. Zij koos misschien voor zelfmoord, maar dat is mij niet duidelijk geworden uit het boek.
Overigens behoorlijk arelaxed dat er niet in afgekickt wordt, nu kan ik er weer zo weinig en het boek heb ik van u.


3.7Christiane F. Verslag van een junkie
In dit boek probeert de hoofdpersoon meerdere malen af te kicken. Als ze verslaafd is droomt Christiane de hele tijd over hoe het was samen met Detlef, haar vriend, clean te leven. Zichzelf kan ze er niet echt toe zetten, hoe graag ze het ook wil. Op het moment dat haar moeder er achter komt dat ze verslaafd is, moet ze wel en daar legt ze zich snel bij neer.
3.6.1 Ik liep met mijn tas terug naar mijn kamer, ging op het bed liggen en stak een sigaret aan.
Die brandde net of mijn moeder kwam de kamer ingerend. Ze schreeuwde: 'Jij gebruikt drugs.'
Ik zei: 'Onzin, hoe kom je daar nu bij?'
Toen wierp ze zich op me en boog met geweld mijn arm recht. Ik verzette me niet eens echt. Mijn moeder zag meteen dat ik net geprikt had. Ze pakte mijn tas en gooide alles wat erin zat op bed. Mijn spuitset viel eruit (….).
Wat er allemaal uit die plastic tas te voorschijn kwam, was voor mijn moeder natuurlijk het meest overtuigende bewijs dat ik aan de drugs zat.

Vervolgens spraken ze er met elkaar over, wat moesten ze nu doen? Afkicken. Alleen dan wel met Detlef.
3.6.2 'Dat is prima. Maar er is nog iets. Zonder Detlef gaat het niet. Ik heb Detlef nodig  en hij mij. Hij wil ook afkicken. Daar hebben we het vaak over gehad. We waren toch al van plan af te kicken. Samen.'
Mijn moeder was verbijsterd en zei: 'Detlef! Die ook?' Ze hadhem altijd erg aardig gevonden en was blij dat ik zo'n aardige vriend had.

Ze gaan dus samen afkicken. Op dat moment krijgen ze een enorme Cold Turkey.
3.6.3 Het ijskoud zweet brak me aan alle kanten uit. Ik had het koud en rilde en het zweet liep over mijn gezicht in mijn ogen. Het stonk afschuwelijk. Ik dacht, dat is dat walgelijk stinkende gif dat nu uit je lichaam komt. Ik had het echt het gevoel dat er duivels uit mij werden gedreven.
(….)
Mijn mond en mijn keel waren helemaal droog. Maar mijn mond zat ook vol speeksel. Ik kon het niet doorslikken en begon te hoesten. Hoe krampachtiger ik probeerde het speeksel door te slikken, des te meer ik moest hoesten. Ik kreeg een hoestbui die niet meer wilde ophouden. Toen moest ik overgeven. Ik kotste alles op het vloerkleed. Het was wit schuim dat ik uitspuugde.
(….)
Detlefs hele lichaam was in beweging, hoewel het leek of hij vast sliep. Hij trappelde met zijn benen en sloeg soms ook met zijn armen om zich heen.

Uiteindelijk waren ze over de cold turkey en waren ze lichamelijk niet meer verslaafd. Mentaal nog wel. Desondanks vond Christiane d'r moeder het goed dat ze even een luchtje gingen scheppen. Allebei wilden ze eigenlijk een shot hebben en ten slotte kwam het hoge woord eruit.

3.6.4 Ik dacht nog: 'Dat zou waanzinnig zijn, de eerste de beste dag.' Detlef zei toen: 'Weet je, zo af en toe een shotje, dat kan wel. Het is ook eigenlijk wel te gek om op de horse te zijn, zolang je er niet afhankelijk van bent. We moeten alleen ontzettend uitkijken dat we niet verslaafd raken. Weer zoiets meemaken als afkicken, dat zie ik niet zitten.'
Ik zei: 'Nou ja, zo af en toe een shot, dat is juist ontspannend. We weten nu in elk geval dat we iet meer lichamelijk afhankelijk mogen worden.' Mijn verstand, mijn denken, alles was uitgeschakeld. Ik had alleen nog maar zin in een shot.

Op deze manier raakten ze na een week lang cold turkey direct weer verslaafd!
Als haar ouders opener waren geweest over drugs en dergelijke, had Christiane's niet verslaafd hoeven raken en ieder geval haar problemen kunnen vertellen aan haar ouders.
3.6.5 Experimenteren met drugs die een beperkt risico hebben kan zeker zinvol zijn, maar bij drugs als heroïne en pemiddelen kan men het experimenteren beter vervangen door 'praten over'.


En zo ging het ook elke keer weer met Christiane. Steeds minder mensen geloofden er nog in dat ze nog af kon kicken. Haar moeder zelfs, gaf het op.
3.6.6 Ik was voor het eerst op het punt aangekomen dat ik tegen mezelf zei: Zo, nu laat je haar dus echt als een baksteen vallen.
Ik dacht bij mezelf: goed, als ze niet anders wil, zoekt ze het zelf maar uit waar ze gaat wonen. Ik hield ermee op haar te zoeken. Ik voelde me diep gekwetst. Ze moest maar eens voelen dat mijn geduld ten einde was.

Toen Christiane voor de zoveelste keer was opgepakt, haalde haar moeder open stapten ze samen op het vliegtuig richting Hamburg, naar familie, weg van de horse. Een afgrijselijke ervaring voor de moeder.
3.6.7 Ik had me de hele dag ontzettend moeten beheersen. Toen ik terugvloog naar Berlijn kon ik pas goed uithuilen na de spanning van de afgelopen weken. Ik voelde me verdrietig en opgelucht tegelijk. Verdrietig omdat ik Christiane moest afstaan. Opgelucht omdat ik haar eindelijkvan de heroine had weggehaald.


3.8Ik was vijftien…. en verslaafd
In dit boek wordt het lichamelijke afkickproces (cold turkey) van de hoofdpersoon totaal niet omschreven. Het geestelijke, vaak zwaardere afkickproces echter wel.
Julie verhuist nadat ze lichamelijk is afgekickt naar de oma van haar vriend, om in een rustige omgeving, zonder drugs, ook geestelijk af te kunnen kicken.

In het boek verteldt ze over haar nachtmerries over de tijd dat ze nog verslaafd was, dit is een symptoom van het geestelijke afkickproces.
3.8.1 Heb ik gegild? Het leek me van wel, zo zwart werd alles, vol met scherpe rotspunten waar ik op gespietst dreigde te worden. Wie zal het zeggen? Alleen de gedachte  eraan al doet me weer huiveren … Ettienne, ik ga gillen. Ik ben bang, bang…
Helene, trof me in tranen aan, in bed om vijf uur 's middags, met dit schirft tegen mijn borst gedrukt, rillend alsof ik bevroor, terwijl ik de dekens en het dekbed tot aan mijn kin had opgetrokken.


Het grootste gedeelte verslaafden dat lichamelijk afgekickt  is valt direct weer terug in verslaving als ze de kansen krijgen, omdat ze nog niet geestelijk afgekickt zijn. Hiertoe kreeg Julie ook de kans. Ze kon niet slapen en wilde een grote hoeveelheid slaaptabletten innemen.
3.8.2 Terug op mijn kamer kwam ik in de verleiding om  de hele inhoud van het busje in te nemen: er zaten nog ongeveer twintig pillen in, ik was bang dat het niet genoeg zou zijn… Ik zei tegen mezelf dat ik niet het recht had omdat Helene aan te doen … dat ze mij dood of stervend zou vinden.
(…) Zeg op, wat heb je ingenomen? Ik zal mijn huisarts bellen. Desnoods spoelen we jouw maag … het kan niet onherstelbaar zijn, ik heb geen dodelijke middelen in huis … en ik heb geen injectiespuit en ook geen ampullen, wat voor dan ook!'

Helene was dus behoorlijke ongerust en vertrouwde haar niet bepaald. Gelukkig had Julie écht niks ingenomen en dat stelde Helene erg gerust.
Om geestelijk af te kicken moest Julie ook haar hele verhaal van zich af schrijven. Dit doet ze in de vorm van een brief/verhaal, geschreven aan Ettienne. In deze brief heeft ze regelmatig de angst dat ze verlaten zal worden door hem, als hij het eenmaal heeft gelezen.
3.8.3 Lieveling, jij hebt me op mijn hart gedrukt dat ik nooit meer bang moet zijn voor de waarheid. Je hebt me ook gezegd dat ik nu alles kon opbiechten, dat ik je alleen maar zou kwetsen als ik zou liegen. Maar nu ik op het punt sta om alles op te biechten ben ik bang.
Want ik raak jou hierdoor kwijt. De waarheid, mijn waarheid, zul je niet kunnen verdragen.

Uiteindelijk is ze zo bang voor de confrontatie dat ze vlak voor dat Ettienne, zijn ouders en haar ouders op bezoek komen weg loopt. Gelukkig gaat ze liften en komt ze bij de ouders van Etienne in de auto terecht en zij praten haar om gewoon mee terug te komen naar het huis van Helene. Dat doet ze.


HOOFDSTUK 4: ALS DE VERSLAAFDE EENMAAL AFGEKICKT IS, IS HIJ/ZIJ DAN OOK GELUKKIGER?

4.1 Vals Licht

Bij het boek Vals Licht zie ik het eenmaal afgekickt zijn als het helemaal uit de hele wereld van drugs, betaald neuken, liegen en alles daar om heen weg zijn.
In het geval van Lizzie Rosenfeld is het nogal ongelukkig, omdat ze door het achterlaten van deze wereld een vriend achterlaat waar ze eigenlijk nog steeds verliefd op is. Nadat het uit was gegaan en hij haar in Nijmegen kwam opzoeken gebeurde het volgende:

4.1.1 Simon wilde nog iets zeggen, maar dat ging niet, want zij kuste hem op zijn wang en op zijn oor. Huiverend greep hij haar schouders, en dat zijn halfopen lippen de hare raakten was een detail in vergelijking met de sensatie dat hij niet haar maar gewoon zichzelf kuste, hij de spoelingbruine haren, hij de witte wangen, hij haar rondingen, haar kleine handen, kleine borsten, ronde knieen, smalle enkels, haar geschoeide voeten en zelfs het waaierend bleke dons tussen haar schouderbladen: hij werd en was het allemaal.

En dit terwijl zij een vriendje en hij een vriendin had. Vervolgens startte het volgende gesprek:
4.1.2 'Dat zal best. Maar hou je ook van hem?'
'Hij weet niets van mijn verleden, dat is wel zo prettig.'
Ze was naast hem komen staan en bekeek met aandacht de pasfoto.
'Voor hem ben ik gewoon studente.'
'Dat wil ik graag zo houden,' zei ze dreigend, alsof hij plannen tot infiltratie zou hebben. Die had hij niet. Haar romance liet hem koud. Hij voelde niet eens de aanvechting om bij wijze van tegenzet over Josje te beginnen.
'Je houdt niet van hem,' zei hij.
'Nee.'
Pas nu zij hem bits beaamde, voelde hij een weee verkilling in zijn buik.
'Ik hou van jou, dat weet je best. Maar had ik ooit bij je kunnen blijven? Simon, ik kan niet eens naar je
kijken, besef je dat wel? Als ik in je ogen kijk, zie ik verdriet om alles wat ik nu juist wil vergeten.'
Ondanks dat Lizzie haar vriendje is kwijtgeraakt, denk ik dat ze er wel gelukkiger is geworden. Er is een hele last van haar afgevallen. Omdat niemand in Nijmegen van haar verleden afweet is het ook een stuk gemakkelijker mee leven. Ze hoeft zich nu ook geen zorgen meer te maken om op straat een klant tegen te komen of iemand die ze uit die tijd kende. Ook de drugs-schulden heeft ze volledig uitbetaald, door toch nog eventjes te werken.
Ze heeft nu alles van vroeger achter zich, ze kan weer kind zijn. Nu hopen dat ze niet terugvalt naar Simon.

4.2 De moeder van David S.

In het boek 'De moeder van David S' raakt de verslaafde, David, nooit afgekickt. Dus is deze vraag voor dit boek niet te beantwoorden.
Echter, als hij de mogelijkheid had gehad om aan zo'n experiment zoals in mijn eerste secundaire bron mee (4.2.1Het onderzoeksprotocol dat de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden heeft opgesteld en dat minister Borst nu in Nederland wil laten uitvoeren, is een gecontroleerde gerandomiseerde studie. Een enkel- of dubbelblind opzet is zinloos want placeboheroïne geeft geen kick en ervaren gebruikers hebben dus onmiddellijk door wat ze krijgen, al is het maar door de ontwenningsverschijnselen.
Alle proefpersonen gaan eerst een twee maanden durende kwalificatieperiode in. Daarin wordt nog eens beoordeeld of ze voldoen aan de toelatingscriteria en of ze niet moeten worden uitgesloten op grond van zogenoemde exclusiecriteria. Daarna worden ze gerandomiseerd over drie groepen. Een groep krijgt twaalf maanden driemaal daags heroïne, in een maximumdosering van 1000 milligram per dag. De tweede groep krijgt de eerste zes maanden alleen methadon en daarna zes maanden heroïne. De derde groep is de controlegroep die een jaar alleen methadon krijgt. Na afloop en bij gebleken effectiviteit kunnen ze zes maanden heroïne krijgen. Methadon blijft gedurende het hele onderzoek beschikbaar. De helft van de gerecruteerde proefpersonen is spuiter, de andere helft chineest de heroïne. Het effect van de heroïnemedicatie op lichamelijke en sociaal-psychologische toestand wordt eenmaal in de twee maanden gemeten. De verstrekte heroïne wordt bij de fabricage gemerkt met zwaar water: op een plaats in het molecuul wordt in plaats van een waterstofatoom een deuteriumatoom ingebouwd. Uit urinemonsters kan dan worden nagegaan of de proefpersonen nog illegale heroïne bijgebruiken. Ook zou kunnen worden achterhaald of er gratis heroïne naar de zwarte markt lekt.
)te doen, dan was het er misschien toch van gekomen en dan was David een gelukkig man geweest.


4.3 Op de rug van vuile zwanen

Het boek Op de rug van vuile zwanen is een bundel van zeven verhalen. Hiervan verwerk ik er drie:
- We hadden graag gezien dat je je haar afknipte
- De heiligen zijn dood
- Junkziek
In geen van deze verhalen is er een hoofdpersoon afgekickt. Deze vraag is dus niet te beantwoorden.

4.4 Het verrotte leven van Floortje Bloem

In het boek Het verrotte leven van Floortje Bloem kickt niemand volledig af. Waarschijnlijk zien ze er tegen op om weer in de echte wereld te leven en vinden ze het beter om zo door te gaan. Deze vraag kan ik niet erg uitgebreid beantwoorden.

4.5 Gewoon niet doen!

In het boek Gewoon niet doen! Is het verhaal al afgelopen voordat Stanley helemaal is afgekickt.
Het enige waaruit ik opmaak dat het hem na een tijdje in het afkickcentrum al wel goed ag gaat is het volgende:
4.5.1 Maar ik voelde me pas iets minder bedrukt toen ik eind oktober een briefkaart uit Saint Louis kreeg, met de woorden, 'Tot Kerstmis, kerstbal.' Misschien haatte Stanley me minder dan ik dacht.

Trace heeft dus nog wel een tijdje een schuldgevoel gehad over dat ze hem had 'verlinkt'. Uiteindelijk is het wel beter voor allen geweest, zeker omdat er in het geval van Stanley al zo snel actie werd ondernomen.


4.6Hoffman's Honger
Ook deze vraag kan ik niet beantwoorden. Mirjam raakt helemaal niet afgekickt....

4.7Christiane F. Verslag van een junkie
Na met succes afgekickt te hebben bij familie in Hamburg, ergerde ze zich aan de normale wereld, ze vond het allemaal onzin.
4.6.1 Maar toen mijn oma me mee wild enemen om een paar 'flinke stappers' voor me te kopen, kreeg ik het al bij het woord 'stappers' benauwd.
(….)
In de tijd voor kerstmis reden we naar Hamburg om kerstinkopen te doen. Dat begon s'morgens al. Hup, de warenhuizen in. Het was afgrijselijk. Urenlang je door die afschuwelijke massa's klootjesvolk te wurmen. (….) Voordat ik net zoals die lui word en alleen nog maar een kick krijg van kopen en warenhuizen, verrek ik liever op een of andere w.c.

Natuurlijk moest ze ook weer naar school. Ze had er echt zin in, nieuwe school, nieuwe vrienden; schone lei. Helaas….
4.6.2 Toen werd ik bij de directeur geroepen. Hij zat achter zijn bureau zenuwachtig in een map te rommelen. Ik had heel vlug in de gaten dat het mijn dossier was, dat ze zeker net uit Berlijn hadden opgestuurd. Ik wist dat daar alles over me in stond. De afdeling jeugdzaken had op een gegeven moment mijn school in Berlijn van alles op de hoogte gesteld.
De directeur kuchte even en zei dat het hem speet, maar dat hij mij niet kon houden. Ik zou de eisen van de Realschule niet aankunnen.

Hierom werd Christiane natuurlijk niet van school gestuurd. Men was bang dat ze voor problemen zou zorgen. Nu moest ze naar een lager niveau school en op eens had ze er helemaal geen zin meer in, het betekende voor haar een enorme domper.

4.6.3 Nadat ik van de Realschule was afgetrapt had ik geen geloof meer in mijzelf. Ik was weer tamelijk willoos. Ik kon me er niet tegen verzetten dat ik van school was gestuurd, hoewel de directeur na drie weken natuurlijk absoluut niet kon beoordelen of ik het aan zou kunnen.

Bovendien begon ze zich op de hauptschule te ergeren aan haar medeleerlingen. De jongens hadden geen respect voor de meisjes en ging het maar om één ding: neuken. De meiden leken zich hier nog bij neer te leggen ook en vonden het een normale zaak dat de jongens niet lief voor hun waren. Het tekort aan gevoel van saamhorigheid vond ze echt dom.
4.6.4 Rosi was nog maagd geweest en natuurlijk totaal overstuur. De andere meisjes belegden een vergadering om te bespreken wat ze met Rosi zouden doen. Ze waren niet verontwaardigd over de jongen die Rosi dronken had gevoerd en toen min of meer verkracht, maar ze wilden allemaal dat Rosi naar huis zou worden gestuurd.

Weer kreeg ze gezeur met de directeur, nu op de hauptschule.
4.6.5 Het uur daarop moest ik bij de directeur komen. Al toen ik binnenkwam zag ik dat hij een opbergmap in zijn hand hield, en ik begreep dat dat weer mijn dossier uit Berlijn was. Hij bladerde erin en deed of hij las. Toen zei hij dat ik hier niet in Berlijn was en dat ik alleen maar te gast was op zijn school. Zoals de ervoor stonden kon hij mij er ieder moment uitgooien. Ik moest me dus ook als een gast gedragen.

Natuurlijk was dit niet bepaald iets wat haar inzet verbeterde. Ze baalde er erg van.
Gelukkig kon ze in haar nieuwe woonplaats wel wat vrienden vinden.
4.6.6 Ik had mijn vriend, die heel verstandig was, en kreeg zo langzamerhand ook contact met jongeren uit het dorp die ik wel aardig vond. Ze waren heel anders dan ik, maar in ieder geval meestal beter dan die uit het stadje.

Via hun kwam ze ook weer in contact met drugs. Nu alleen soft-drugs en kan ze zich wel weerhouden van de hard-drugs. Wat ook niet zo moeilijk is, omdat de soft- en hard drugs scenes redelijk van elkaar gescheiden zijn.
4.6.7 Zo wordt heel duidelijk dat het gebruik van zogenaamde softdrusg, zoals hasj en marihuana, niet onvermijdelijk tot het gebruik van sterkere en riskantere middelen als heroïne leidt. Christiane beschrijft dat de scenes van van de diverse drugs vrij streng van elkaar gescheiden zijn en dat overstappen geen vanzelfsprekende zaak is.

Nu ze niet meer in drugs vluchtte, moest ze dat ergens anders doen. Dat deedt ze met haar vrienden in de Kalkgroeve.

4.6.8 We stellen ons steeds voor dat we de kalkgroeve kopen als er niet meer gegraven wordt. We willen daar beneden blokhutten bouwen, een grote tuin aanleggen en beesten houden en er alles hebben wat je nodig hebt om te leven. De enige weg om uit de groeve te komen, willen we opblazen.
We zouden trouwens toch geen zin hebben om ooit weer naar boven te gaan.

De laatste zin zou je kunnen lezen als: We zouden trouwens toch geen zin hebben om ooit weer zonder drugs te leven……

4.8Ik was vijftien.. en verslaafd
Dit boek houdt eigenlijk op als Julie afgekickt is, toch heb ik wel een gevoel over hoe het haar verder zal gaan in het leven.
Ze heeft alsmaar de angst dat Ettienne haar zal verlaten als hij haar levensverhaal heeft gelezen, maar aan het einde van het boek wordt duidelijk hoeveel Ettienne van Julie houdt. Daardoor weet ik zeker dat Ettienne bij haar blijft. Bovendien vermoedde of wist hij waarschijnlijk de helft al.
4.8.1 'Ik begrijp het niet, hij houdt zoveel van u, al maandenlang, hij heeft er zo over in gezeten dat hij wellicht te oud voor u was, hij zal verschrikkelijk ongelukkig worden, we waren allemaal zo blij bij het idee…'
(….) 'Ettiene doet je nog wat, hij heeft Julie vast verteld dat jij … na haar … de mooiste vrouw van de wereld bent.'

Ettienne is dus helemaal weg van haar en heeft al heel veel energie in haar gestoken om haar van de drugs af te krijgen.
Ik denk dat het probleem is, dat Julie bang is.
4.8.2 'Bang? Waarvoor? Om eindelijk rust te vinden en gelukkig te zijn!'

Julie zal trouwen met Ettienne en een gelukkig leven met hem leiden. Ze is dus veel gelukkiger nu ze afgekickt is.


SECUNDAIRE BRONNEN

In totaal bevat dit werkstuk vier secundaire bronnen die allemaal te maken hebben met mijn onderwerp; afkicken. De eerste secundaire bron gaat over een experiment. In dit experiment worden verslaafden gratis, gecontroleerd drugs verstrekt. Om hen ook af te laten kicken. In de tweede secundaire bron wordt info verschaft over hoe de overheid pretendeert het drugsgebruik te voorkomen, voornamelijk door middel van goede voorlichting. In secundaire bron drie worden verschillende afkickmethodes besproken: Cold turkey, methadon en tranquillizers. De voorkeur wordt gegeven aan cold turkey. In secundaire bron wordt een heleboel informatie gegeven bij het boek 'Christiane F. Verslag van een junkie' en worden een heleboel verzonnen verhalen over drugs-verslaving verteld en dat dit klinklare onzin.
Ik heb hieronder elke secundaire bron apart besproken, voor extra informatie.


S.1Mijn eerste secundaire bron is een artikel uit de volkskrant genaamd: 'Drie keer per dag het spul komen halen is niet niks' en het is geschreven door Wim Köhler. Het artikel gaat over een expirement dat in Nederland zal worden gehouden. Het betreft een experiment voor het verstrekken van gratis heroine aan 'uitbehandelde' heroineverslaafden. Hieronder staat kort hoe het onderzoek eruit komt te zien:
Het onderzoeksprotocol dat de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden heeft opgesteld en dat minister Borst nu in Nederland wil laten uitvoeren, is een gecontroleerde gerandomiseerde studie. Een enkel- of dubbelblind opzet is zinloos want placeboheroïne geeft geen kick en ervaren gebruikers hebben dus onmiddellijk door wat ze krijgen, al is het maar door de ontwenningsverschijnselen.
Alle proefpersonen gaan eerst een twee maanden durende kwalificatieperiode in. Daarin wordt nog eens beoordeeld of ze voldoen aan de toelatingscriteria en of ze niet moeten worden uitgesloten op grond van zogenoemde exclusiecriteria. Daarna worden ze gerandomiseerd over drie groepen. Een groep krijgt twaalf maanden driemaal daags heroïne, in een maximumdosering van 1000 milligram per dag. De tweede groep krijgt de eerste zes maanden alleen methadon en daarna zes maanden heroïne. De derde groep is de controlegroep die een jaar alleen methadon krijgt. Na afloop en bij gebleken effectiviteit kunnen ze zes maanden heroïne krijgen. Methadon blijft gedurende het hele onderzoek beschikbaar. De helft van de gerecruteerde proefpersonen is spuiter, de andere helft chineest de heroïne. Het effect van de heroïnemedicatie op lichamelijke en sociaal-psychologische toestand wordt eenmaal in de twee maanden gemeten. De verstrekte heroïne wordt bij de fabricage gemerkt met zwaar water: op een plaats in het molecuul wordt in plaats van een waterstofatoom een deuteriumatoom ingebouwd. Uit urinemonsters kan dan worden nagegaan of de proefpersonen nog illegale heroïne bijgebruiken. Ook zou kunnen worden achterhaald of er gratis heroïne naar de zwarte markt lekt.

De zwitserse overheid kwam eerder met een soortgelijk experiment. Hieronder even de verschillen tussen het Zwitserse en het Nederlandse experiment en de resultaten van het geslaagde Zwitserse experiment:
Vanaf begin 1994 hebben in 15 Zwitserse steden 1146 heroïneverslaafden gratis heroïne gekregen. In totaal zijn 403.402 'behandeldagen' geregistreerd. De Zwitserse verslaafden moesten minimaal 20 jaar zijn, ten minste twee jaar verslaafd en alle behandelingen zonder succes hebben geprobeerd. De Nederlandse instroomcriteria zijn: ten minste 25 jaar en ten minste 5 jaar verslaafd. De resultaten in Zwitserland werden vergeleken met historische gegevens van de resultaten van methadon- en afkickprogramma's. Het experiment kende geen controlegroep. De heroïneverstrekking werd gecombineerd met de voorwaarde om psychosociale zorg te accepteren.
Het illegale heroïne- en cocaïnegebruik daalde snel en duidelijk. Alcohol- en cannabisconsumptie verminderde niet veel. De lichamelijke en psychiatrische toestand van de verslaafden ging sterk vooruit. Het aantal proefpersonen met betaald werk steeg van 14 naar 32%. Het aantal verslaafden dat van diefstal en andere criminele activiteiten leefde daalde van 69 naar 10%. Het aantal veroordelingen daalde met 60%. Ongeveer 30% van de proefpersonen verliet het experiment voortijdig. Van de uitvallers waren er 36 overleden. Van de proefpersonen verlieten er 83 de studie om 'positieve' redenen. Ze begonnen een afkickprogramma of gaven de heroïne op. De behandelkosten bedroegen 51 Zwitserse frank per verslaafde per dag. De opbrengst is berekend op 96 frank, voornamelijk het gevolg van lagere criminaliteitsschade en gevangeniskosten, en van minder belasting van het politie- en justitie-apparaat.

In denk dat dit artikel zeer relevant is wat betreft mijn GS-map. Dankzij dit experiment hoeven verslaafden niet meer in te breken en van alles te stelen. Het geeft ze ook een goede mogelijkheid om af te kicken. Iets wat Lizzie en David zeker had kunnen helpen.

S.2Mijn tweede secundaire bron is een Factsheet van het Trimbos, Netherlands Institute of mental health an addiction. De naam van de Factsheet is de volgende: Factsheet 5NL - Voorlichting en preventie alcohol en drugs. Ik heb hem gevonden op internet: http://www.trimbos.nl/nlfsheet/fc5nl.html . Het is een voorlichtingsverhaal over het beleid dat de overheid voert om druggebruik te voorkomen en hoe ze dat doen.
Effectieve preventie vergt een samenspel van vrijwillige beperking door de mens zelf en beperkingen die door de overheid zijn opgelegd in de vorm van wet- en regelgeving. Daarnaast wordt aan een sterke, georganiseerde sociale controle hoge waarde toegekend. De overheid staat ook positief tegenover zelfregulerende initiatieven van de branche en brancheorganisaties, zoals de produktschappen voor bier en voor gedistilleerd en de STIVA (STIchting Verantwoord Alcoholgebruik). Gezien de illegaliteit van drugsproduktie en handel geldt dit uiteraard alleen op het gebied van alcohol.

Hoewel er veel aandacht is voor de in verhouding tot andere landen soepele houding van de Nederlandse overheid m.b.t. drugs, is het aanbod van drugs veel strenger wettelijk en feitelijk beperkt dan het aanbod van alcohol. Aanbod van drugs is geheel verboden (Opiumwet); het aanbod van alcohol is vooral gereguleerd (meerdere wetten). Aan het onderscheid tussen soft- en harddrugs wordt grote preventieve waarde toegekend. Daarom is er onderscheid tussen drugs met een onaanvaardbaar risico (heroïne, cocaïne, LSD, amfetaminen, hasjolie, XTC), geplaatst op lijst I bij de Opiumwet, en hennepprodukten (hasjiesj en marihuana), geplaatst op lijst II bij de Opiumwet. De scheiding tussen druggebruik en -handel moet zoveel mogelijk voorkómen dat druggebruikers in de illegale sfeer terechtkomen, waar ze moeilijk te bereiken zijn voor preventie en interventie.
Tenslotte is met name ook de samenhang in het beleid van belang, waarbij naast preventie ook laagdrempelige en outreaching hulpverlening is gerealiseerd. Daarenboven wordt de hulpverlening niet alleen vanuit hooggespecialiseerde voorzieningen verzorgd, maar bieden ook de eerste lijnsvoorzieningen die dicht bij de bevolking staan hulp en preventie.

Er wordt dus ten eerste door eerlijke voorlichting en dergelijke druggebruik onder jongeren te voorkomen. Als er toch al schade is aangedaan, dan proberen ze de schade zo beperkt mogelijk te houden. Dit wordt gedaan via de gezondheidszorg en sociale diensten.

Mij lijkt deze bron zeer zeker van belang. Nu ik deze informatie tot mij heb genomen, begrijp ik meer van de plannen van de overheid en dus ook hoe die in de verhalen voorkomen.

S.3In het artikel 'Cold Turkey, een flinke griep' uit het De Hoop Magazine, van de stichting De Hoop, geschreven door Margriet Hogeweg, wordt gesproken over de afkickmethode Cold Turkey en de voor en nadelen hiervan en van twee andere methodes.
Cold Turkey is een afkickmethode waarmee je van het ene op het andere moment stopt met het nemen van drugs. Dit leid tot zeer ernstige ontwenningsverschijnselen die duren voor ongeveer vijf tot tien dagen. Er gaat een 'roddel' de rondte dat dit gedoe gewoon aanstellerij van verslaafden is, om weer aan de drugs te komen. Dit is niet waar. Als voorbeeld wordt gegeven de zogenaamde 'crackbaby'. Deze wordt verslaafd geboren, omdat de moeder verslaafd is. Deze baby krijgt last van ontwenningsverschijnselen binnen 48 uur, van zulke ernst, dat deze er zelfs aan kan sterven.
Er zijn naast de Cold Turkey-methode nog twee andere afkickmethodes. De eerste is die met methadon. De verslaafde krijgt in plaats van de echte drugs mehtadon  toegediend. Dit wordt langzaam afgebouwd totdat de verslaafde geheel afgekickt is. De tweede is die met tranquillizers. Deze zorgen er voor dat de emoties (angst, agressie) van de verslaafde worden ingetoomd en rustig kan afkcicken. Beide zijn volgens dit artikel minder goed dan de Cold Turkey-methode. Over de methadon zegt men dat hij of zij gewoon van de ene op de andere drug overstapt. De Tranquillizers worden door (ex) verslaafden afgeraden. Ze geven je het gevoel alsof je emotieloos bent, het zogeheten robotgevoel.
In Nederland wordt nu nog de methadon-methode gebruiikt, maar langzamerhand begint men te pleiten voor een drugvrije afkickmethode; de Cold Turkey-methode. Dat doet de stichting De Hoop ook.
Wat men binnen deze stichting heel belangrijk acht zijn de redenen van de verslaving. Omdat de verslaafden zich vaak niet bewust zijn van de problemen, die aan de basis van hun verslaving liggen, kunnen zij ook niet werken aan de oplossing. Daarom wordt gezocht naar dat probleem. Het is dus heel belangrijk de verslaafde inzicht te geven in zijn eigen persoonlijkheid en beweegredenen. Dit vergt een intensieve en tevens individuele begeleiding, omdat iedere gast een eigen achtergrond heeft met daar onlosmakelijk verbonden zijn/haar unieke problematiek.
Een ander probleem waar het afkicken vaak op vast loopt is de wilskracht van de verslaafde. Na vijf of tien dagen is het lichamelijk wel over met de verslaving dan komt het echte moeilijke; de geestelijke verslaving waar je van af moet komen.  Daar heb je een sterke wilskracht voor nodig. De stichting De Hoop is een steunpaal voor de drugsverslaafden, maar het grootste gedeelte moet toch van de verslaafde zelf komen.


S.4Het voorwoord dat hoort bij de Nederlands versie van het boek 'Christiane F. Verslag van een junkie' is mijn vierde secundaire bron. In dit boek wordt veel informatie gegeven over de verslaving, de onzin-verhalen die nergens op slaan en de waarheid van het verhaal Christiane F.
Ten eerste meldt hij dat er een boel onzin over drugs geschreven en dat dit bij dit boek niet het geval is. Ten tweede wordt verteld over hoe het boek tot stand is gekomen. Het gehele drugs-verhaal van Christiane komt stap voor stap aan beurt.
Ook de informatie over het aantal heroïnedoden in Nederland en Duitsland wordt vermeld. In Duitsland ligt het veel hoger, dat vond ik erg interessant om te lezen.


CONCLUSIE

C.1Lizzie kickt als het ware af van de wereld van de prostitutie. Het lijkt alsof zij dit voornamelijk voor Simon doet. Natuurlijk doet ze het eigenlijk voor zichzelf, Simon is een stimulans. Hij helpt haar bij het zetten van een stap in de goede richting. Bij het afkicken beseft ze alleen dat ze van alles wat met die wereld te maken heeft af moet komen en dat Simon daar bij hoort. Ze houdt zielsveel van hem, maar elke keer als zij hem ziet denkt ze aan de wereld van prostitutie en alle ellende die daar bijhoord.
C.2David heeft geprobeerd af te kicken, maar dat lukte niet echt helemaal. Dit kwam naar mijn mening omdat hij het niet zelf wilde, maar omdat zijn vriendin Marleen, zijn moeder dat wilde. Ook bij dit boek kan ik concluderen dat het er duidelijk om gaat of de verslaafde zelf echt wil afkicken.
C.3Bij de drie verhalen die ik toegelicht heb is er totaal niemand van de hoofdpersonen afgekickt. Hooguit de hoofdpersoon in het verhaal We hadden graag gezien dat je je haar afknipte, maar dat is eigenlijk pas na het verhaal. Het verhaal Junkziek heeft eigenlijk niets met afkicken te maken. In de heiligen zijn dood zie je wel dat Hermans niet afkickt, omdat hij dat zelf helemaal niet wil. Hij lijkt te kunnen leven met het leven van een junk. In het derde verhaal We hadden graag gehad dat je je haar afknipte lukt het de hoofdpersoon in het verhaal zelf niet af te kicken. Ook dit keer weer omdat hij er zelf niet achterstaat. Uiteindelijk is hij wel afgekickt. Maar dat was dan ook omdat hij het wild en niet iemand anders.
C.4Eigenlijk kan ik concluderen dat ik met het lezen van dit boek een verkeerde keuze heb gemaakt. Het verhaal gaat namelijk niet over afkicken.

C.5Na het lezen van 'Gewoon niet doen' kwam ik tot een ietwat andere conclusie dan bij de andere boeken. Het is dat Stanley zo'n ontzettend goede vriendin Trace heeft, die meteen door had dat het mis met hem ging, hem forceerde af te kicken anders was Stanley nu nog steeds verslaafd geweest. Stanley is dus gaan afkicken, omdat het moest en niet omdat hij het zelf wilde, altans dat kwam niet naar voren uit het boek. Omdat het niet zijn eigen beslissing was betwijfel ik ook zeker of het hem gaat lukken. Toch heb ik goede hoop, hij was namelijk nog niet zo lang aan de stuf.
C.6In het boek Hoffman's Honger wordt helemaal niet afgekickt. Dus ook dit boek was geen juiste keuze. Ditmaal heb ik uw advies opgevolgt, dus dit is niet MIJN fout.
C.7Christiane wil absoluut afkicken, ze droomt nergens anders over met haar vriend om samen afgekickt te leven. Helaas, lukt het haar niet om het in haar eentje te organiseren. Eerst probeert ze het samen met haar vriend, maar dat wil niet lukken. Uiteindelijk is ze afgekickt met hulp van haar familie, maar dit was alleen gelukt omdat ze het zlef ook graag wilde. Ze deed het voor haar zelf en ontnam daarmee o.a. haar moeder een heleboel problemen.
C.8Julie B. wil natuurlijk ook afkicken, maar in het boek komt dit niet erg sterk naar voren. Ze wordt uit de drugs-scene gesleept door de psychoanalyst en later haar vriend Ettienne. Nadat Julie lichamelijk is afgekickt kan ze zelfs bij zijn oma geestelijk afkicken. Toch was het niet alleen Ettienne die energie in het afkicken van Julie had gestopt. Julie heeft meerdere mogelijkheden gehad om terug te vallen en weer aan de drugs te gaan, dankzij haar sterke wil en omdat ze echt vanEttienne hield heeft ze deze verleiding kunnen weerstaan.
C.9Ik kan concluderen dat men afkickt als ze dat zelf willen, als ze daar zelf achter staan. Ze doen het ook voor zichzelf. Omstanders kunnen hem of haar wel helpen bij het afkicken, maar het afkicken moeten ze echt zelf doen.
Het lijkt me een hartstikke logische conclusie, want het is algemeen bekend dat ik iemand anders niet kan veranderen, maar dat zoiemand dat echt zelf moet doen. Uit het boek 'Gewoon niet doen!' kan je wel zien dat iemand anders wel degelijk een heel eind op weg kan helpen. Toch zal het meeste werk ook daar van de verslaafde kant moeten komen. Natuurlijk was het ook voordelig in dat geval dat Stanley nog niet zo lang verslaafd was. Ook bij Christiane F. was dit het verhaal. Ze wilde heel graag afkicken, maar het lukte haar gewoon niet inhaar eentje, toen heeft haar moeder en andere familie haar ermee geholpen. Dat zetje had ze net nodig.
Voor Julie in het boek 'Ik was vijftien… en verslaafd' was het heel belangrijk dat er iemand echt liefde voor haar toonde, dat had ze heel erg nodig, omdat ze zo'n slechte band met haar ouders had. Dankzij Ettienne is het haar gelukt, maar Julie heeft zich er wel degelijk voor in moeten zetten.


EVALUATIE

Na eerste twee boeken

Ik heb gemerkt dat ik door het kiezen van het onderwerp 'Afkicken', niet het makkelijste onderwerp heb gekozen. Omdat het niet altijd duidelijk is of er in afgekickt wordt als je het boek huurt.
Omdat ik nogal laat begon met het werken aan dit gedoe, had ik erg weinig tijd. Toen ik vervolgens ook nog eens drie en een halve dag ziek werd (vorige week) en ook in het weekend even terugviel, liep mijn planning helemaal in de soep. Daarom was ik wel blij dat ik het woensdag in mocht leveren, desalniettemin lukte me het niet om het werkstuk op tijd af te krijgen, daarom heb ik besloten om het maar een dagje later in te leveren, want anders zou ik het toch alleen maar afraffelen.
Wat ik een beetje raar vond, is dat je van dit gedeelte bijna een hele eigen GS-map van moest maken. Met een inleiding, slot en alles er omheen. U heeft toch zelf gezegd, dat je je inleiding en conclusie pas aan het einde van het werkstuk kon maken. Dan lijkt het me nogal overbodig en dubbel werk, omdat je toch weer een nieuwe inleiding en conclusie moet schrijven. Daarom heb ik eigenlijk geen conclusie geschreven. Ook stom van uzelf om dit te willen, het had u anders een hele hoop nakijkwerk gescheelt.

Ik hoop dat ik het toch nog redelijk in elkaar heb gezet en dat het er uit ziet zoals u wilde dat het eruit zou zien. Dit was me namelijk niet geheel duidelijk, omdat ik een paar lessen heb gemist.
Ik heb trouwens ook niet de noten vermeld, want daar had ik woensdagavond om 22:38 geen zin meer in, want ik moet ook alles nog uit printen op onze dramatisch trage printer, dus dat zet ik er voor het volgende stuk wel weer in.
Hoe dan ook, ik vond het wel weer genoeg voor deze evaluatie, ik ga even snuiven.

Na vier boeken en twee secundaire bronnen

Bij het plannen van dit werkstuk was ik eigenlijk vergeten dat ik ook nog verbeteringen aan moest brengen bij het eerste gedeelte. Daardoor kwam ik in mijn krappe planning een beetje in tijdnood. Als ik dit werkstuk heb teruggekregen, ga ik meteen verbeteringen aanbrengen waar nodig. Dan hoef ik dat tenminste niet te doen als ik aan mijn volgende twee boeken ga werken.
Ook was het me niet helemaal duidelijk wat ik nou precies met die secundaire bronnen moest doen. Ik heb het toen bij wat mensen nagevraagd, maar zij wisten het ook niet precies. Ik heb er maar een samenvatting van gegeven en erbij verteld wat het te maken heeft met het werkstuk en waarom ik er wat aan heb.
Overigens was het boek Op de rug van vuile zwanen een bundel van zeven verhalen. Toen heb ik van iemand anders gehoord dat ik dan drie van die verhalen moest belichten.
Verder liep alles wel oke. Ik kwam alleen bij het lezen van mijn vierde boek; het verrotte leven van Floortje Bloem, erachter dat er erg weinig in afgekickt werd. Omdat ik niet de tijd had nog een heel ander boek te lezen, heb ik het maar bij dit boek gelaten.

Na zes boeken en drie secundaire bronnen

Ik heb van het boek 'Gewoon niet doen!' echt genoten. Ik was er zo doorheen en het interesseerde me extra omdat het over mijn leeftijdsgroep ging. Dat maakte het beantwoorden van de vragen ook erg leuk en volgens mij heb ik dat erg goed gedaan.
Boek nummero zes was weer een ander geval. Het boek 'Hoffman's Honger' had u mij aangeraden, maar er wordt helemaal niet in afgekickt! Behalve dat ik het sowieso geen leuk boek vond en het maar gedeeltelijk over de verslaving van Mirjam ging, bleek dus ook nog eens dat het eigenlijk niet geschikt was voor mijn GS-map. Net zoals het verrotte leven van Floortje Bloem. Toen nam u het me ernstig kwalijk dat ik een verkeerd boek had gekozen, maar zelfs u kunt geen geschikt boek vinden! Hoe dan ook, bij Hoffman's Honger heb ik dus de laatste twee vragen niet beantwoord. U sugerreerde om in plaats van vraag 3 als er niet in afgekickt werd de vraag te beantwoorden waarom er niet in afgekickt werd. Echter, die vraag was ook niet van toepassing op het verhaal omdat Mirjam zelfs niet wilde afkicken.

Ik heb het gevoel dat ik een stuk beter heb geanalyseerd, zoals u zei dat ik moest doen, maar als u dat niet met mij eens bent, moeten we maar eens mijn hele werkstuk samen doornemen, want dan doe ik iets echt fout.
Ik was overigens erg blij met de secundaire bron. Erg interessant  en behalve dat heb ik op de site waar ik de bron heb gevonden nog meer mogelijke secundaire bronnen gevonden! Daarnaast werd er in die secundaire bron geciteerd uit een boek wat ik denk ik wel kan lezen voor de volgende keer; 'Drugs achter de tralies' van PR Roorda.
Verder heb ik de secundaire bronnen nu ook verwerkt in de boekanalyses. De eerste secundaire bron bij de eerste twee boeken, de tweede bij boek nummer drie en vier enzovoort. Ook heb ik 1 hoofdstuk gemaakt over de secundaire bronnen. Wel elke bron apart, maar dat leek mij handiger aangezien het zulke verschillende onderdelen waren.
Gelukkig heb ik de printer-problemen ditmaal voorzien en print ik alles morgen uit bij mijn buurman en dat ziet mijn werkstuk er prachtig uit!

Na acht boeken en vier secundaire bronnen

Het boek 'Christiane F. Verslag van een Junkie' was voor mij een behoorlijke schok om te lezen! Een meid die op haar dertiende verslaafd raakt en de problemen die ze meemaakt. Echt ongelovelijk. Overigens ook een zeer goed boek, zeker bij mijn onderwerp; het afkickproces wordt uitgebreid omschreven.
Het boek over Julie B. vond ik minder interessant. Natuurlijk had ik net het verhaal van Christiane achter de rug, maar ik vond het niet bepaald een goed boek. Vooral het feit dat ze wijlens het schrijven van die brief alsmaar begon van: 'Ettienne, je moet begrijpen dat blablabla'. Gelukkig was ik zo door dit boek heen en heb ik de subvragen goed kunnen beantwoorden.
Allebei de boeken heb ik van mijn tante en dat vind ik echt superrelaxed! Ik ben zeer tevreden over het resultaat en denk de laatste twee boeken heel goed te hebben verwerkt. 11


LITERATUURLIJST

Primaire bronnen:
- Vals Licht, door Joost Zwagerman. Wolters Noordhoff, 1997. Eerste druk: 1991.
- De moeder van David S., door Yvonne Keuls. Uitgeverij Ambo bv, Baarn, 1980. Eerste Druk: 1980
- Op de rug van vuile zwanen, door Rene Stoute. De Arbeiderspers, Amsterdam, tweede druk 1982. Eerste Druk: Niet bekend, boek niet bij de hand.
- Het verrotte leven van Floortje Bloem, door Yvonne Keuls. Ambo, Baarn, veertiende druk 1983. Eerste druk: 1982.

- Gewoon niet doen! (oorspronkelijk: Can't hear you listening), door Hadley Irwin. Uitgeverij Zwijsen Algemeen B.V., Tilburg. Eerste Nederlands druk, 1992. Eerste druk: 1990.
- Hoffman's Honger, door Leon de Winter, de Bezige Bij, Amsterdam, Gelezen en Eerste druk:1990
- Christiane F. Verslag van een junkie, door Christiane F., vastgelegd door Kai Hermann en Horst Rieck, vertaling uit Duits: Hans van Straalen, H. J. W. Becht's Uitgeversmaatschappij B.V., Amsterdam, 1980, eerste druk: 1979.
- Ik was vijftien…. en verslaafd, door Julie B., vertaling uit Frans: Hans van Cuylenborg, Van Holkema & Warendorf, gelezen en eerste druk: 1985.

Secundaire bron
- Fact Sheet 5NL - Voorlichting en preventie alcohol en drugs, van het Trimbos, Netherlands Institute of mental Healthe and addiction. (http://www.trimbos.nl/nlfsheet/fc5nl.html)
- Artikel uit de Volkskrant: 'Drie keer per dag het spul komen halen is niet niks' door Wim Kohler. Datum kwijt.
- 'COLD TURKEY, EEN FLINKE GRIEP' Door Margriet Hogeweg. Uit De Hoop Magazine, januari 1989. (www.dehoop.org, onder rubriek artikelen-afkicken)
- Voorwoord door Drs. R. van Amerongen bij de Nederlands versie van het boek Christiane F.


SAMENVATTINGEN

1 Voor de samenvatting van het boek 'Vals Licht' heb ik gewoon een uittreksel van internet down geload.

2 Ook voor het boek 'de moeder van David S' geschreven door Yvonne Keuls heb ik een uittreksel van internet geript.


3 Deze samenvatting heb ik zelf gemaakt.
Schrijver
Rene Stoute
Titel
Op de rug van vuile zwanen

Samenvatting

Op reis en nergens heen
De hoofdpersoon van dit verhaal wordt aan het begin van dit verhaal uit huis gezet door zijn huisgenoot, Remy. Als hij over straat loopt, vragen een aantal toeristen vanuit auto de weg naar een bepaalde plek in Amsterdam. Omdat het hem toch niks kan schelen stapt in en rijdt wel even mee. Hij krijgt sjans met Marina,de vrouw in de auto. Zonder reden gaat hij met hun mee op Europese toer. Hij neukt met Marina en het homo-echtpaar dat ook mee was , ergerde zich kapot aan hem. Voor de douane moet hij echter wel zijn drugs weggooien. Verliefd als hij is doet hij 't gewoon. Onderweg naar Kopenhagen wordt hij Junkziek. Eenmaal in Kopenhagen is het eerste wat hij doet aan junk zien te komen. Dat lukt, maar hij wil zo snel mogelijk terug naar A'dam. Hij waagt het niet op liften, maar wacht op de rest.
Uieindelijk gingen ze dan ook naar huis. De hoofdpersoon had het erg moeilijk om het vol te houden in de auto. Weer junkziek.

Eenmaal in A'dam blijkt dat er een razzia is geweest en dat er niet aan dope te komen is.

De heiligen zijn dood
Net uit de gevangenis zoekt Hermans weer contact op met zijn oude vrienden. Daar komt hij in een opvangcentrum te wonen. Samen met Sjef op een kamer draait hun leven om het regelen van drugs. Uiteindelijk sluit het opvangcentrum wegens organisatorische problemen.
Vervolgens zwerft hij van kraakpand naar kraakpand. Net op het moment dat hij bijna weggerot is, komt Sjef hem te hulp. Sjef blijkt afgekickt te zijn. Maar is zo weer aan de dope. Sjef en Hermans gaan samen op een kamer wonen. Hier beleefd Sjef zijn laatste maanden van zijn leven. Uiteindelijk gaan ze weer uit elkaar. Hermans krijgt twee dagen later te horen dat Sjef dood is.

Junkziek
Dit verhaal gaat over iemand die in de cel zit. Hij voelt zich ontzettend kut. Hij zit al heel lang zonder dope en kan het niet meer aan.

Het Metier
De Rooie en Fred doen samen een heleboel winkeldiefstallen om aan geld voor drugs te komen. Fred leert De Rooie alle kneepjes van het vak. Na een tijdje is Fred De Rooie zat en moet hij opduvelen.

We hadden graag gezien dat je je haar afknipte
Marin Doorenbosch was hulpverlener en probeerde met alle moeite van dien Eric van de dope af te krijgen. Na een tijdje krijgt Martin Eric zelfs op een afkickboerderij. Hier vind Eric het maar niks en na genoeg negatieve ervaringen smeert hij hem naar de stad, voor een shot. Goed beseffend dat hij daarmee zijn leven gedag zegt.

Bezoekdag

Papa en Mama gaan hun zoon in de gevangenis opzoeken. Eenmaal daar aangekomen, blijkt het gesprek niet door te gaan. Hun zoon had het gecancelled. Ze kregen een briefje van hun zoon via de bewaker-portier. Hierin staat dat hij hun eeuwige gezeik zat is en dat ze op moeten rotten. Op de terugweg barsten ze in huilen uit.

Huwen
De hoofdpersoon krijgt in de gevangenis een aanbieding om als hij eruit is te trouwen met een minderjarig meisje. Daar krijgt hij dan een heleboel geld voor. Dat is oke. Ze gingen samen naar Engeland om daar te trouwen en vervolgens terug in Nederland vangt hij z'n geld.

4     Voor dit uittreksel wil graag de wonderlijke uitvinding het internet bedanken waar ik het uittreksel vandaan heb.

5     Deze samenvatting heb ik zelf gemaakt.
Gewoon niet doen! - Hadley Irwin
Tracy, Amy en Mary Agnes zijn drie Amerikaanse meiden van een jaar of zestien/zeventien. Ze ontdekken de wereld van feesten, bier en drugs. Gelukkig zijn ze verstandig genoeg om het te laten bij af en toe samen wat rumcola te drinken. Hun vriend Stanley - Een rustige, statistiekgekke en intelligente jongen - echter niet. Hij wil niet alsmaar doen wat zijn ouders verwachten. Hij wil afkomen van dat saaie imago en gaat daarom naar feesten en drinkt veel bier. Hier kan hij echter niet goed tegen. Telkens moeten Tracy, Amy en Mary Agnes hem uit de brand helpen als hij weer eens een blackout heeft. Uiteindelijk blijkt ook dat Stanley (soft) drugs gebruikt. Echter, zegt hij tegen Tracy 'ik weet precies wat ik aan kan en kan er mee stoppen wanneer ik wil.' Dat geloven alle drie de vriendinnen. Maar na alsmaar meer akkefietjes, Stanley krijgt een auto-ongeluk, nog meer dronken en stonede avonden, veel geld lenen en meer van dat soort dingen, worden ze toch wat achterdochtig. Ze zien Stanley in alsmaar meer probelemen komen, maar weten niet hoe ze ermee om moeten gaan.
Als Tracy een baantje krijgt, ze moet voorlezen bij een oude man, vraagt ze hem raad. Stiekem luistert zijn schoonmaakster mee en die bazuint het hele verhaal rond, zonder namen, want die had Tracy niet genoemd. De ouders van de vier hoofdpersonen nemen het hoog op en starten de VOTD (Verontuste Ouders Tegen Drugs) op en gaan allerlei acties ondernemen. Stanley maakt het steeds bonter en uiteindelijk verteld Tracy het hele verhaal an haar moeder. Samen praten zij en komen ze tot de oplossing. Tracy zal met Stanley gaan praten en vervolgens samen met Stanley naar de ouders van hem gaan.
Stanley kwam uit zichzelf al naar Tracy toe, hij wilde wat geld lenen... Ditmaal gaf zij er niet aan toe. Stanley wilde al gaan, maar zij chanteerde hem, omdat zij zijn 'Boek' had, waarin stond wat hij allemaal uitvoerde. Samen hebben ze het aan zijn ouders verteld. Aan het begin van het nieuwe schooljaar ging Stanley naar een afkickcentrum.


6 Deze samenvatting heb ik op het internet gevonden.

7 Christiane F. Verslag van een Junkie
Deze samenvatting heb ik op internet gevonden.

8 Ik was vijftien... en verslaafd
Deze samenvatting heb ik zelf geschreven.
Julie is door haar vriend Ettiene afgezet bij zijn oma in Contentin. Julie is zojuist in een afkickcentrum van haar lichamelijke verslaving afgekomen. In het rustige, mooie Contentin zal ze op advies van haar vriend bij Helene ook geestelijk afkicken.
Om alles van haar af te schrijven, schrijft Julie een brief van 204 pagina's aan haar vriend. Elke dag dat ze schrijft is een hoofdstuk. In deze brief verteld ze hoe onzeker ze is; ze denkt dat Ettiene na het lezen van haar levensverhaal haar zou verlaten.
Ettiene is een psychoanalyst en zij hebben elkaar ook op die manier leren kennen. Hij wist dus al veel over haar dramatisch verlopen jeugd en haar verslaving aan drugs. Niet genoeg. In deze brief verteld ze wat voor afgrijselijke dingen ze mee heeft gemaakt. Ze wil dat Ettiene weet met wie hij trouwt.
In de brief wordt verteld hoe ze aan de drugs raakt, wat ze allemaal had gedaan om aan drugs te komen; tippelen, jongen kinderen aan de drugs krijgen om vervolgens anderen porno foto's van ze te laten maken, diefstallen en nog veel meer. Bovendien verteld ze over haar relatie met Jean-Marie die later in het verhaal zal sterven, over de schuld die haar ouders hebben aan haar verslaving, de afgrijselijke effecten die de drugs op haar hadden en nog meer van dit soort dingen.
In haar brief komen ook telkens dingen naar voren over wat ze meemaakt op het moment dat ze de brief schrijft. De goede gesprekken met Helene, een erg oude vrouw waar ze zo ontzettend veel bewondering voor had en de nachtmerries die ze heeft.

Op het einde is ze er helemaal van overtuigd dat haar vijftien jaar oudere vriend haar zal verlaten, na het lezen van de brief. Hiernaast durft ze de confrontatie met hem en haar familie niet aan. Om dit te verkomen, vlucht ze vroeg in de ochtend voor dat ze allemaal op bezoek komen.
Op de wandeltocht weg van het huis waar ze de afgelopen tijd in heeft geleeft gaat ze liften. Toevallig komt ze in de auto terecht van de ouders van Ettiene. Zij halen haar over niet weg te lopen en verzekeren haar er van dat Ettiene echt van haar houdt. Ze huilt, omdat ze er nogal door overrompelt is.
Teruggekomen wil ze aanvankelijk het schrift waarin ze de brief heeft geschreven verscheuren en weggooien. Helene zegt dat ze dit niet moet doen en ze heeft gelijk.


Noten


1.0.1 Uit 'Vals Licht' bladzijde 23
1.0.2 Uit 'Vals Licht' bladzijde 48
1.0.3 Uit 'Vals Licht' bladzijde 40
1.0.4 Uit 'Vals Licht' bladzijde 124
1.0.5 Uit 'Vals Licht' bladzijde 78
1.0.6 Uit 'Vals Licht' bladzijde 235
1.0.7 Uit 'Vals Licht' bladzijde 147
1.0.8 Uit 'Vals Licht' bladzijde 5
1.0.9 Uit 'Vals Licht' bladzijde 145
1.0.10 Uit 'Vals Licht' bladzijde 37
1.0.11 Uit 'Vals Licht' bladzijde 90
1.0.12 Uit 'Vals Licht' bladzijde 57
1.0.13 Uit 'Vals Licht' bladzijde 211
1.1.1 Uit 'De moeder van David S.' bladzijde 2
1.1.2 Uit 'De moeder van David S.' bladzijde 34

1.1.3 Uit 'De moeder van David S.' bladzijde 93
1.1.4 Uit 'De moeder van David S.' bladzijde 84
1.1.5 Uit 'De moeder van David S.' bladzijde 143
1.1.6 Uit 'De moeder van David S.' bladzijde 172/173
1.3.1Uit 'Factsheet 5NL' - Secundaire bron
1.3.1 Uit 'Het verrotte leven van Floortje Bloem' bladzijde 111
1.3.2 Uit 'Factsheet 5NL' - Secundaire bron
1.4.1 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 47
1.4.2 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 50
1.4.3 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 78
1.4.4 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 85
1.4.5 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 98
1.5.1 Uit 'Cold Turkey, een flinke griep' - Secundaire bron
1.6.1 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 24
1.6.2 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 37
1.6.3 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 39
1.6.4 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 39

1.6.5 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 41
1.6.6 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 45/46
1.6.7 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 48
1.6.8 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 53
1.6.9 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 55
1.7.1 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 23
1.7.2 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 27/28
1.7.3 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 28/29
1.7.4 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 29
1.7.5 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 33
1.7.6 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 34
1.7.7 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 45
1.7.8 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 100
1.7.9 Uit Voorwoord door Drs. R. van Amerongen bij de Nederlands versie van het boek Christiane F. - Secundaire bron.
2.0.1 Uit 'Vals Licht' bladzijde 45

2.0.2 Uit 'Vals Licht' bladzijde 102
2.0.3 Uit 'Vals Licht' bladzijde 144
2.0.4 Uit 'Vals Licht' bladzijde 178
2.0.5 Uit 'Vals Licht' bladzijde 137
2.0.6 Uit 'Vals Licht' bladzijde 226
2.1.1 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 56
2.1.2 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 78
2.1.3 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 134
2.1.4 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 165
2.1.5 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 177
2.3.1 Uit 'Het verrotte Leven van Floortje Bloem' bladzijde 203
2.3.2 Uit 'Het verrotte Leven van Floortje Bloem' bladzijde 213
2.3.3 Uit 'Factsheet 5NL' - Secundaire bron
2.4.1 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 97
2.4.2 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 85/86
2.4.3 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 100

2.4.4 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 105
2.4.5 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 113
2.4.6 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 115
2.5.1 Uit 'Hoffman's Honger' bladzijde 166
2.5.2 Uit 'Hoffman's Honger' bladzijde 165
2.5.3 Uit 'Hoffman's Honger' bladzijde 130
2.5.4 Uit 'Hoffman's Honger' bladzijde 168
2.5.5 Uit 'Hoffman's Honger' bladzijde 144/145
2.5.6 Uit 'Hoffman's Honger' bladzijde 43
2.6.1 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 64
2.6.2 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 64
2.6.3 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 67/68
2.6.4 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 72
2.6.5 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 83
2.6.6 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 86
2.6.7 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 89

2.6.8 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 90
2.6.9 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 101/102
2.6.10 Uit Voorwoord door Drs. R. van Amerongen bij de Nederlands versie van het boek Christiane F. - Secundaire bron.
2.7.1 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 72
2.7.2 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 130
2.7.3 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 174
2.7.4 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 140
2.7.5 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 150
3.2.1 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 112/113
3.2.2 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 113
3.2.3 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 115
3.2.4 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 42
3.2.5 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 44
3.2.6 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 77
3.2.7 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 89
3.0.1 Uit 'Vals Licht' bladzijde 167
3.1.1 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 97/98
3.1.2 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 103
3.1.3 Uit 'De moeder van David S' bladzijde 188
3.2.1 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 150
3.2.2 Uit 'Op de rug van vuile zwanen' bladzijde 84/85
3.4.1 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 183
3.4.2 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 186
3.6.1 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 120
3.6.2 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 120
3.6.3 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 122/123/124
3.6.4 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 126
3.6.5 Uit Voorwoord door Drs. R. van Amerongen bij de Nederlands versie van het boek Christiane F. - Secundaire bron.
3.6.6 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 235
3.6.7 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 231
3.7.1 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 188/189
3.7.2 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 136
3.7.3 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 5
4.0.1 Uit 'Vals Licht' bladzijde 233
4.0.2 Uit 'Vals Licht' bladzijde 189
4.2.1Uit 'Drie keer per dag het spul komen halen is niet niks' - Secundaire bron.
4.4.1 Uit 'Gewoon niet doen!' bladzijde 189
4.6.1 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 236/237
4.6.2 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 239
4.6.3 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 240
4.6.4 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 245
4.6.5 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 247
4.6.6 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 248
4.6.7 Uit Voorwoord door Drs. R. van Amerongen bij de Nederlands versie van het boek Christiane F. - Secundaire bron.
4.6.8 Uit Christiane F. Verslag van een junkie' bladzijde 251
4.7.1 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 202/203
4.7.2 Uit 'Ik was vijftien…. en verslaafd' bladzijde 203


EXTRA OPDRACHT 1

2.6.7 Het kraakpand vervuilde zo erg dat de andere bewoners de vlucht namen en mij, als een uitgemergelde heilige, in gore plunje uitgestrekt op het matras liggend, achterlieten tussen de bergen beschimmelde kleren, die met ontelbare oude bloedwatjes, gebroken ampullen en kapotte spuiten, de deuren blokkeerden.
Het benedenhuis leek op een door baarbaren aangericht slagveld. Het vesrtopte toilet verspreidde een ondraaglijke stank. Uit elkaar gerukte stoelonderdelen lagen verminkt her en der. Het losbladderende behang zat onder bloedspatten, sigarettepeuken waren op de vloerbedekking uitgetrapt. Braakselplekken. Water en licht afgesneden. Voor de ruiten hingen vieze lappen. IN de kamer waar Connie en Frank hadden gewoond lagen Connie's achtergebleven vuile slipjes op een hoop. Het huis was vergeven van vlooien.
Ik lag op de tweede verdieping, in de laatste nog enigszins bewoonbare kamer. Er lag alleen die matras, onder het dakraam kwijnde een stervende fuchsia. Ik verwaarloosde mijn uiterlijk, waste me niet meer, droeg dag en nacht dezelfde kleren en kwam alleen nog op straat om naar de apotheek te gaan, vlug ergens geld te maken en de dealer op te zoeken. Eten deed ik nauwelijks.


Wij als bijna-volwassenen gaan vaak op onderzoek naar allerlei dingen. Wat past bij mij? Wat vind ik hier van? Wat vind ik daarvan? Je wilt overal een mening over kunnen hebben. Daarom ga je experimenteren. 'S kijken wat ik van dit vind, hoe zou dat zijn? Bij de een hebben we het over alcoholische dranken, bij de ander over een joint en bij een enkeling over harddrugs. Tot op zekere hoogte moet je het zeker allemaal eens geprobeerd hebben. Gewoon een keer meemaken hoe het is om na de avond te voren veels te veel bier te hebben gedronken met een kater thuis te zitten. Gewoon een keer een jointje roken om eens te merken hoe het is om helemaal 'out' te gaan en op je rug liggend te genieten van de wolken. Dat kan niet  veel kwaad en over het algemeen leer je er alleen maar van. Jammer genoeg zijn er ook jongeren die niet genoegen nemen met een jointje, maar gewoon eens moeten proberen hoe het voelt om helemaal gek te worden van XTC op een house-party of gewoon eens proberen hoe het voelt om de cocaine door je neusgaten via je mond je keel in te voelen lopen. Het lullige is dat dit zo snel verslaafd en het zo ongezond is dat je hele leven er kapot van gaat. Als je dan eenmaal verslaafd bent, doe je alles om aan crack te komen; je zet je eigen moeder een mes op de keel voor geld; je likt de schoenen van een dealer schoon voor 1 gram coke. Het is in 1 woord dodelijk. En niet alleen voor jou, maar ook voor de mensen die van je houden. Als je wil afkicken merk je helemaal hoe ernstig je lichaam is verneukt door die rotzooi.

Ik denk dat als jongeren boeken lezen met als thema drugs en afkicken dit hun ervan weerhoudt om ook eens harddrugs te proberen. Na het lezen van de bovenstaande paragraaf heb ik een duidelijke beslissing kunnen maken: ik ga nooit aan de harddrugs.

EXTRA OPDRACHT 2

Vier karakterbeschrijvingen.
- Lizzie is een geestelijkziek meisje dat denkt dat ze aan de drugs is maar dat niet is. Ze heeft het zichzelf zo ontzettend voorgehouden dat ze er echt in is gaan geloven. Ze zit altijd onder de make-up en verder ziet ze eruit als een hoer. Ook heeft ze smalle schouders en kleine borsten. Zij wil het liefst al haar problemen zelf oplossen en haar vriendje er niet bij betrekken. Als ze eenmaal dankzij haar vriendje uit het hoerenbestaan is maakt ze het uit omdat ze telkens als ze haar vriendje ziet haar oude ik terugziet. (Geen boek -> geen citaten)
- Stanley is een jongen van een jaar of zeventien. Hij is altijd die rustige, intelligente jongen geweest en il laten zien dat hij ook wel eens stom kan doen. Dat hij wel een paar biertjes lust, een jointje en ook wel harddrugs. Dat loopt uit de hand en nu zit hij in een afkickcentrum. Hij is knap. ('Was hij maar niet zo intelligent, knap, geestig, charmant, sympathiek ... en om verliefd op te worden...) Stanley is het voorbeeld van een jongen die een beetje doorslaat met het plezier willen maken op een feestje. En dan gekke dingen gaat doen die helemaal niet bij hem passen. ('Als jij wilt rijden moet je ophouden met zuipen,' zei ik toen we de hoek van mijn straat omsloegen. 'Als je niet oppast ben je nog voor je eindexamen alcoholist.')
- Trace is een vriendin van Stanley. Ze is lief en ze geeft om mensen. ('Ik maak me zorgen om je') Ze houdt nogal lang de hand boven het hoofd van Stanley, maar neemt uieindelijk de juiste beslissing door hem naar het afkickcentrum te chanteren. Ze vindt zichzelf niet mooi en is eigenlijk een beetje jaloers op de moeder. Verder vind ze het afschuwelijk als ze merkt dat ze op d'r moeder begint te lijken. Ze is duidelijk een meid in de puberteit (zeventien ongeveer).
- Felix Hoffman is een onhandige man. Als allebei zijn kinderen sterven (de een van leukemie, de ander aan een drugsoverdosis) raakt hij geheel in de put. Door spinoza te lezen hoopt hij zijn kinderen te kunnen begrijpen. De man is dik en zeker niet knap en heeft moeite met poepen.

De interviewer maakt een aantal stellingen en daarop laat hij de vier reageren, hij leid de discussie.
- Verslaafden denken alleen maar aan zichzelf -
- Lizzie vind dit niet geheel waar. Ze dacht heel veel na over hoe het nou moest tussen haar en haar vriendje.
- Stanley kan er enigszins in komen. Nu hij al een tijdje op het af kick centrum zit heeft hij veel na kunnen denken over wat er nou precies aan de hand was en hij begrijpt van zichzelf dat hij al zijn goede vrienden(innen) ontzettend heeft misbruikt.
- Trace zegt dat een verslaafde alleen maar denkt aan hoe hij aan de drugs komt en daarvoor alles doet. Dus ook vrienden misbruiken. Ze zegt er wel bij dat Stanley nog niet in zo'n ver stadium was dat hij echt alleen maar aan drugs dacht.
- Felix Hoffman weet het niet, hij begrijpt allebei zijn dochters niet echt en dus ook Mirjam niet waarom ze aan de drugs zat en door over deze stelling een oordeel te geven zou hij dat automatisch over Mirjam doen en dat wel hij niet.

- Afkicken moet je alleen doen als je er zelf zin in hebt en daar moet niemand zich mee bemoeien -
- Lizzie is het er geheel mee eens. Zij wil dat zelf oplossen en als iemand zich er daar mee gaat bemoeien, dan wordt het alleen maar ingewikkelder.
- Stanley vindt dat je zelf achter de beslissing moet staan en daar was hij in zijn geval ook niet helemaal blij over, maar achteraf is hij wel blij dat zijn vrienden en ouders hem zo hebben gepusht.
- Trace zegt dat als een verslaafde jou bij zijn problemen betrekt, dan mag je je daar ook mee bemoeien. Als hij het je waard is, dan laat je dat zo blijken.
- Felix Hoffman denkt te vinden dat Mirjam hem er wel bij had mogen betrekken, dan had hij het begrepen en kunnen doen wat hij had kunnen doen. Op deze manier schoot het niet op.


EXTRA OPDRACHT 3

Het Affiche

!!DRUGS-LITERATUUR
FESTIVAL!!

INFORMATIE TE VINDEN IN ELKE BETERE BOEKWINKEL, ELK VVV-FILIAAL EN OP INTERNET: WWW.DRUGS-FESTIVAL.NL



Ook dit jaar weer in Amersfoort. Een jaarlijks festijn, waar drugs en literatuur op een wonderbaarlijke manier aan elkaar worden verbonden. 23, 24 en 25 juni, Niet alleen voor de drugs-liefhebber.

Ontmoet Yvonne Keuls, Christiane F. en nog meer bekende schrijvers uit de drugs-scene.
18


Het persbericht

DERDE DRUGS LITERATUUR-FESTIVAL IN AMERSFOORT

Amersfoort is een stad die zich wil profileren als een stad die open staat voor nieuwe dingen, en in is voor vernieuwing. In die trent wordt er voor het derde jaar achtereen een drugs literatuur-festival in onze mooie stad gehouden. Vorige jaren was dit een succes dankzij de grote varieteit aan activiteiten; Stoned met Ronald Giphart uit zijn nieuwste boek 'Drugs, een manier van leven' voorlezen; via virtual reality-computers voelen en zien hoe het is om een geweldige trip te maken; rustig onder het genot van een joint naar een jazz-bandje op het Lieve Vrouwe Theater luisteren; in het Lieve Vrouwe Theater kijken naar films met als thema de drugs-scene; een interactieve chatroom, waarin mensen elkaar hun ervaringen vertelden en waarin regelmatig schrijvers uit de drugs-scene zich vertoonden, om iedereen hun vragen te laten stellen. Het eerste jaar trok het festival 25.000 bezoekers in drie dagen, het tweede jaar verdubbelde dit aantal zich bijna tot 47.000!!
Wij hopen deze lijn door te trekken, met terugkomende optredens van Yvonne Keuls, Ronald Giphart, ditmaal samen met Joost Zwagerman. Maar ook met nieuwe, zojuist doorgebroken schrijvers, zoals P. A. Roorda en het aanstormende talent Simon, een grote publiekstrekker, waarvan dit jaar veel verwacht wordt. Naast deze bekende schrijvers, zullen ook veel experimentele en lokale schrijvers en standup-comedians optreden en zal er een breed scala aan activiteiten georganiseerd worden voor een minstens net zo'n breed publiek. Vorige jaren is uit een onderzoek gebleken dat de bezoekers de leeftijd van 16 tot 38 bezaten. Dit jaar hopen wij nog een breder publiek te trekken.
Er zit een zeer plezierige kant aan drugs en die is op 23, 24 én 25 juni in Amersfoort te beleven. Kom een kijkje wagen, het is gratis vermaak en ook voor U bedoelt.

De folder

Optredende schrijvers uit de drugs-scene
Het idee achter het drugs literatuur-festival is om een verband te leggen tussen drugs en literatuur. Dit verband willen wij aanbrengen door een groot aantal schrijvers, die bekend staan om hun boeken over drugs-verslaving, op te laten treden. In dit gedeelte van deze folder zullen we een aantal van deze optredende artiesten vermelden.

Yvonne Keuls
Vorig jaar was zij ook al aanwezig, dé schrijfster die bekend staat om haar boeken als 'De moeder van David S.' en 'Jan Rap en zijn maat'. Beiden enorme hits. Natuurlijk heeft ze nog veel meer prachtige boeken geschreven.
Dit jaar zal zij het publiek betrekken bij een discussie over het gebruik van drugs; in welke mate dit zou moeten kunnen of niet. Wij hopen op een heftige discussie, tussen jong en oud en mevrouw Keuls en het publiek. Ongetwijfeld wordt dit een groot succes.

Joost Zwagerman & Ronald Giphart
Deze twee schrijvers bulken van het talent en hebben de afgelopen jaren al samengewerkt en het land doorgetrokken als standup-comedians. Altijd humor, altijd banale verhalen, ditmaal verbonden aan het drugs-verhaal. Deze twee staan garant voor een enorme lachkick. Joints worden voor de spotprijs van twee gulden vijftig wijlens dit optreden aangeboden, om de sfeer er nog meer in te krijgen.

P.A. Roorda
P.A. Roorda is nog niet zo heel bekend, maar heeft een duidelijk standpunt: drugs maakt je kapot. Door middel van interactieve spelletjes wil hij het publiek laten delen in de ellende van een junk. Roorda is zelf ook verslaafd geweest en weet waarover hij praat. Ook hier kan een heftige discussie worden verwacht.

Christiane F.
In de jaren tachtig werd het boek 'Wir kinder vom Bahnhof Zoo' uitgebracht. Hierin verteld zij haar zowel verbazingwekkend, als dramatisch verhaal met gevoel voor realiteit. De Duitse vrouw raakte op haar dertiende (!) al verslaafd aan de heroïne. Omdat ze anoniem wil blijven, is er een telefonische verbinding en kan het publiek haar allerhande vragen stellen.
Leuke kanttekening: het Amersfoorts Drugs literatuur-festival trekt nu zelfs buitenlandse schrijftsers!

Simon
Deze vernieuwende, jeugdige schrijver is dè grote hit van de afgelopen periode. Hij schrijft over zijn eigen ervaringen in zijn jeugd. Natuurlijk is een belangrijk onderwerp in zijn boeken hoe jongeren met drugs omgaan en hoe hij er zelf mee omgaat. Simon zal een grote show maken. Meer willen we er voorlopig niet meer over zeggen.
Wel kunnen we zeggen dat dit zeker de moeite waard is.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Simon