Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Pterosauriërs

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 1261 woorden
  • 15 juni 2001
  • 72 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
72 keer beoordeeld

Wat zijn Pterosauriërs Inleiding:

Dit werkstuk gaat over Pterosauriërs, ik heb hiervoor gekozen omdat ik dit nog de meest interessantste dieren vind van alle uitgestorven dieren en omdat hier redelijk veel informatie over is te vinden.


Wat zijn Pterosauriërs?


De pterosauriërs (spreekt uit: Tee- Roo- Sau- Ri- Ers) oftewel Gevleugelde Hagedissen zijn zelf geen dinosaurussen. Maar ze zijn er wel familie van.
Pterosauriërs heersten miljoenen jaren geleden over het luchtruim.

Ze waren in 2 groepen verdeeld:
De Rhamphorhynchoïden:
Dit waren de oudere Pterosauriërs die te herkennen waren aan hun lange staart.
De Pterodactyloïden: Deze hadden lange buigzame halzen en geen staart.
De Pterosauriërs konden niet echt vliegen. Ze zweefden meer door de lucht. Ze gebruikten de warme opstijgende lucht om te vliegen. Ook vlogen ze weg vanaf een klif of een hoge boom en zwaaide af en toe met hun vleugels om in de lucht te blijven. Ze konden niet goed lopen. Sommige liepen op hun scherpe klauwen, andere steunden op hun vleugels.


Welke dinosaurussen behoorden tot de Pterosauriërs?

Je had veel verschillende soorten Pterosauriërs zoals:

De Pteranodon: (Tee- Raa- Noo- Don)
Pteranodon betekent 'vleugels, geen tanden'. Hij had geweldig grote vleugels. Ook stond er een lange benige kam op zijn kop, deze was van dun been en dus heel licht. Hij gebruikte het waarschijnlijk als roer en dit hield hem tijdens zijn vluchten in evenwicht. Zijn vleugels waren van huid. Net zoals die van een  Vleermuis. Iedere vleugel was bijna 4 meter lang. Hij had aan iedere arm drie korte vingers en 1 hele lange vinger waaraan zijn vleugel vastzat.
Hij sloeg niet met zijn vleugels maar zweefde.

Hij had lichte holle botten die het vliegen gemakkelijker maakte.
De Pteranodon had geen tanden in zijn bek en geleerden denken dat hij net zo'n bek had als een pelikaan. Hij had een kort stompje dat zijn staart voor moest stellen. Hij hoorde dus bij de Pterodactyloïden. Zijn botten waren  ongeveer 1 millimeter dik en hij woog 25 pond.
De Rhamphorhynchus: (Ram- For- Ring- Gus)
Deze Pterosauriër was er eerder dan de Pteranodon, ook was hij veel kleiner, hij had een spanwijdte van anderhalve meter.
Hij hoorde bij de Rhamphorhynchoïden, dit kun je weten door zijn naam en omdat hij een lange stijve staart had. Aan het eind van zijn staart zat een stukje huid in de vorm van een ruit. Dit hielp hem bij het sturen. Zijn tanden staken iets naar voren waardoor hij er goed vis mee kon vangen.
De Quatzalcoatlus:
Hij behoorde tot de Pterodactycloïden. Hij was de grootste en zwaarste Pterosauriër die tot nu toe is gevonden.
Hij had een spanwijdte van ongeveer 12 meter, en hij woog vermoedelijk 86 kilo.
De sordes:
De sordes behoorde tot de Rhamphorhynchoïden. Hij had als enige een dik, harig vacht dat hem warm hield tijdens zijn vluchten.
De Cearadactylus:
Hij had een spanwijdte van 4 meter. Zijn kaken sloten niet helemaal en de lange gebogen tanden vormden een vlechtwerk wat hem tot een uitstekende visser maakte.
De Eudimorphodon:
Een van de vroegste  Pterosauriërs. Hij had een korte hals en een lange staart wat hem tot de rhamphorhynchoïden maakte. Zijn staart, die was verbeend, diende als roer tijdens het vliegen.

De Pterodactylus:
Hij was ongeveer even groot als een mus en behoorde tot de Pterodactycloïden met zijn lange buigzame hals.
De Pterodaustro:
Dit betekent 'zuidelijke vleugel'. Hij leefde zo'n 140 miljoen jaar geleden. Hij zocht met zijn uitzonderlijke franjebek voedsel in ondiep water.



Waar leefden de Pterosauriërs?

De Pterosauriërs leefden vooral aan de kust of in de buurt van water.
Sommige soorten kwamen op meerdere plekken voor.
De Pteranodon kwam voor in:
- Noord- Amerika
- Groot- Brittanië
De Quetzalcoatlus kwam voor in:
- Noord- Amerika
De Ceardactylus kwam voor in:
- Latijns- Amerika
De Pterodactylus kwam voor in:
- Groot- Brittanië
- Frankrijk
- Oost- Europa
- Midden- Afrika
De sordes kwam voor in:
- Azië
De Eudimorphodon kwam voor in:
- Turkije
De Rhamphorhynchus kwam voor in:
- Polen
- Zuid- Afrika
De Pterodaustro kwam voor in:

- Argentinië
Kortom de meesten van de Pterosauriërs kwamen voor in Europa.


Wanneer en waarvan leefden ze?

Ze leefde in het tijdperk Meozoïcum. Het meozoïcum begon ongeveer 225 miljoen jaar geleden. En eindigde ongeveer 65 miljoen jaar geleden. Het bestond uit 3 perioden:
Trias: Aan het eind van de Trias kwamen de Pterosauriërs. Het begon rond 225 miljoen jaar geleden en eindigde 190 miljoen jaar geleden.
Jura: In deze periode ontstonden de Pterosauriërs. Het begon rond 190 miljoen jaar geleden en eindigde zo'n 135 miljoen jaar geleden.
Krijt: Dit is de laatst periode, de Pterosauriërs leefden hier ook nog. Het Krijt begon ongeveer 135 miljoen jaar geleden en eindigde 65 miljoen jaar geleden.

De Pterosauriërs leefden vooral aan de kust of aan het water. Dat is wel nodig want een hoofdvoedsel bestond uit vis. Ze hadden een uitstekende bek om de vis mee uit het water te halen. Als ze geen vis aten dan deden ze zich wel tegoed aan de rondvliegende insekten. Ook aten ze wel eens dode dinosaurussen. Wanneer de vleesetende dinosaurussen een andere dinosaurus hadden gedood circelden de Pterosauriësr in de lucht in de hoop dat er wat vlees voor hen achterbleef.


Hoe zagen ze er eigenlijk precies uit?


De Pterosauriërs hadden vier vingers. Tijdens hun evolutie verdween de vijfde vinger. De vierde vinger ondersteunde de vleugel. De eerste 3 vingers waren buigzaam en voorzien van klauwen. Ze werden gebruikt om te grijpen en te klimmen.

Een beentje bij de klauw, het pteroïed, regelde de vorm van de vleugel en dus ook de vliegsnelheid.
Zijn lange smalle voeten met hun sterk geklauwde vingers waren meer geschikt voor hangen en grijpen dan om te lopen.
Groepen spieren trokken de vleugel naar beneden en naar achteren voor de neerwaartse slag en omhoog voor de opslag. Hierdoor werd een druk gecreëerd die de Pterosauriër in de lucht moest houden.
De vingerbeentjes waren lichte, met lucht gevulde buizen. De wand was niet dikker dan die van een rietje.
Ze waren lichtgebouwd om gewicht te besparen. Veel vroegere Pterosauriërs hadden tanden maar die waren te zwaar, daarom ontstonden later Pterosauriërs zonder tanden, zoals de Pteranodon.
Ook hadden ze grote hersenen, waardoor ze een goede spierbeheersing en goede ogen hadden.


Wat waren hun vijanden?

De Pterosauriërs hadden niet veel vijanden. Ze heersten over de lucht en waren toen eigenlijk de enige 'vliegende' dieren. Ik denk dat als ze op de grond waren dat ze op moesten passen voor de vleesetende dinosaurussen. Maar als ze in de lucht waren kon hun bijna niets overkomen.


Jongere Pterosauriërs:

Kleine, pasgeboren Pterosauriërs konden nog niet meteen uit het nest vliegen. Ze zijn dan nog jong en hebben zorg nodig. Daarom zijn ze vlak na de geboorte nog erg afhankelijk van hun ouders. Ze konden niet vliegen dus ook geen voedsel vangen. Als ze in de steek werden gelaten hadden ze heel veel kans dat ze het niet overleefden.


Fossielen:

De eerste fossiele Pterosauriër werd in 1784 in Zuid- Duitsland gevonden. Eerst dachten ze dat het een waterdier was maar na 100 jaar werd duidelijk dat het een vliegende dinosauriër was.

De fossielen van deze dieren werden vooral aan de kust gevonden zodat al snel duidelijk werd dat ze vis aten.


Bronvermelding:

Ik heb de volgende boeken gebruikt:
- Leer ze kennen, Dinosauriërs
- Fisher- Price, lezen is leuk, Dinosaurussen
- Atlas van de Dinosauriërs
- Binnenin Dinosauriërs en andere prehistorische dieren
- Dinosaurussen
- De grote Encyclopedie





REACTIES

T.

T.

goed

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.