Frankrijk

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3419 woorden
  • 31 mei 2005
  • 339 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
339 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave Frankrijk in het kort
Het Franse landschap
Het Klimaat
Bevolking
Criminaliteit
Onderwijs
Kleuter- en basisonderwijs
Secundair onderwijs
Hoger onderwijs
Hoger onderwijs
Frankrijk…wijnland
Bronnen
Mening Frankrijk in het kort Frankrijk (La France; officieel: République française) is een republiek in West-Europa. De totale oppervlakte van Frankrijk is 543.965 km2 en is daarmee naar oppervlakte het op een na grootste land van West-Europa en het 37e van de wereld. Frankrijk is dertien keer zo groot als Nederland en ongeveer even groot als Spanje en Portugal samen. In geheel Europa is Frankrijk, na Rusland en de Oekraïne, het grootste land. De grootste afstand van noord naar zuid bedraagt 975 kilometer, ongeveer evenveel als van oost naar west. De meeste grenzen van Frankrijk zijn natuurlijk. In het westen ligt de Atlantische Oceaan, in het noordwesten het Nauw van Calais en Het Kanaal, in het oosten de Rijn, het Jura-gebergte en de Alpen, in het zuiden de Middellandse Zee en de Pyreneeën. Verder grenst Frankrijk in het noorden aan België (620 km) en Luxemburg (73 km), in het oosten aan Duitsland (451 km), Zwitserland (573 km), Italië (488 km) en Monaco (4,4 km) en in het zuiden aan Spanje (623 km) en Andorra (57 km). Het Franse landschap Het Franse landschap bestaat uit laagvlakten, kusten en oude en jonge gebergten. De gebergten bevinden zich in het zuiden en oosten van Frankrijk en beslaan ca. 25% van de totale oppervlakte van Frankrijk. Het laagland en het heuvelland, beneden de hoogste lijn van 500 meter, beslaan het grootste deel van het land. Tot de oude gebergten behoren het Armoricaans Massief in Bretagne, dat tot 400 meter hoog is, de heuvelachtige uitlopers van de Belgische Ardennen, de Vogezen in het noordoosten, die tot 1400 meter reiken, en het Centraal Massief, dat tot 1800 meter hoog is. De vormen van deze in het Carboon ontstane plooiingsgebergten zijn sterk afgesleten doordat ze ongeveer 300 miljoen jaar aan weer en wind hebben blootgestaan. In het Centraal Massief hebben rivieren zich diep ingesneden, o.a het kloofdal of "gorge" van de rivier de Ardèche. Het gebied ten westen van Clermont Ferrand is een vulkanische landschap waarvan de Monts Dômes een van noord naar zuid lopende keten vormt. De oude vulkanen steken over het algemeen maar een paar honderd meter boven het vruchtbare land uit. De Puy de Dôme, de hoogste berg van de keten, en andere kegelvormige bergen zijn voorbeelden van dode vulkanen. In dit gebied ontspringen veel grote rivieren: Loire, Dordogne, Tarn, Ardèche en Hérault. In de Auvergne zijn vele heetwaterbronnen te vinden waarvan het bronwater van Chaudes Aigues het warmste van Europa is. Jonge gebergten zijn in het zuiden de Pyreneeën en in het oosten de Alpen en de Jura. Deze zogenaamde plooiingsgebergten zijn deels erg hoog met de op de grens met Italië liggende Mont Blanc (4807 meter) als de hoogste berg van Europa. Deze "jonge" gebergten zijn veelal gevormd in het tertiair in de periode van 65 miljoen tot 2,5 miljoen jaar geleden. De verwering heeft hier nog niet zo toegeslagen, en daardoor hebben deze bergen nog scherp getekende vormen. De Alpen zijn door het voorkomen van lange en grote rivierdalen goed toegankelijk. Dit is een belangrijk verschil met de Pyreneeën die meer een gesloten blok en een barrière vormen.
De Pyreneeën De Pyreneeën bestaan uit twee bergketens die elkaar overlappen op de plaats waar de Garonne ontspringt in de Valle d'Aran, een hoekje Spanje ten noorden van de waterscheiding in de Pyreneeën. Er is een duidelijk verschil tussen de bossen en weiden van de vochtige en frisse Atlantische Pyreneeën en de wijn- en boomgaarden van de zonovergoten flank aan de kant van de Middellandse Zee, een van de droogste gebieden van Frankrijk. De hoogste waterval van Europa (422 meter), de Grande Cascade de Gavarnie, is te vinden in de Cirque de Gavarnie, een rotsachtig amfitheater, uitgeslepen door rivieren en gletsjers en omrand met tot 3000 meter hoge bergtoppen. De noordelijke Alpen (Alpes du Nord) omvatten het stroomgebied van de Isère met zijn zijrivieren. Het klimaat is hier wat kouder en vochtiger met veel sneeuw. Er komen talrijke gletsjers voor die in de zomer veel smeltwater leveren. Door het grote verval zijn de riviertjes erg geschikt voor de aanleg van stuwdammen en de opwekking van elektriciteit. De zuidelijke Alpen (Alpes du Sud) omvatten het stroomgebied van de Durance en de Verdon. Het reliëf is hier wat minder indrukwekkend. Het klimaat is er warmer, droger en zonniger. In het noorden ligt een grote schotelvormige laagvlakte met Parijs ongeveer in het midden, het zogenaamde Bekken van Parijs. Deze laagvlakte is ongeveer vijf keer zo groot als Nederland en heeft een golvend landschap met in het oosten beboste heuvelruggen. Dit zijn steilranden of cuesta's, harde restanten van een weggesleten gesteentelaag. De kalksteenlagen van het Bekken van Parijs bereiken de kust bij Het Kanaal en vormen daar een steile krijt- of falaisekust. De begrenzing van het Bekken van Parijs wordt gevormd door het Armoricaans Massief, het Centraal Massief, de Vogezen en de Ardennen. In het zuidwesten bevindt zich ook een uitgestrekte laagvlakte, waarin onder andere Bordeaux ligt, het Aquitaans Bekken. Ten zuiden van Bordeaux ligt een duinenkust met uitgebreide stranden en strandmeren. Het gebied achter de duinen, Les Landes, was vanwege de slechte afwatering altijd moerassig, maar sinds de 19e eeuw zijn hier veel bossen aangeplant. Het Centraal Massief bestaat niet uit één bergketen maar is een enorme hoogvlakte tussen de Loire en de Middellandse Zee en bedekt een zesde deel van Frankrijk (91.000 km2). De hoogste toppen liggen in de Auvergne in het noorden. De Causses en Cevennen verder zuidwaarts zijn minder hoog maar ruiger, met kolkende riviertjes en rotskloven. Tussen het Centraal Massief en de Alpen loopt het Rhônedal, dat naar het zuiden uitwaaiert in een uit rivierklei opgebouwde delta. Ook hier liggen meren achter de strandwal en is de afwatering slecht. In dit gebied ligt de Camargue, een woest en beschermd gebied. Ten westen van de Rhône-delta ligt een vrij brede kustvlakte met een uitgestrekt strand en ten oosten van deze delta is de kustvlakte heel smal en rijst de rotsachtige kust soms steil uit de zee omhoog, terwijl de stranden vooral te vinden zijn in baaien. In Normandië ligt voor de monding van de rivier de Couesnon de beroemde Mont-Saint-Michel, een 80 meter hoog rotseiland. Voor de kust van Bretagne liggen vele eilanden. Sein is niet hoger dan een flinke golf en produceert St.-Jacobsschelpen, kreeft en langoest. Oessant is een belangrijk punt op de zeekaart en berucht om zijn scheepswrakken. Voor de beschutte zuidkust liggen Belle-Ile, Hoëdic en Houat, met uitstekende stranden. Groix is een kleinere uitvoering van Belle-Ile, met rotskust en strand. Bij Concarneau liggend de negen onbewoonde Glénan-eilanden, nu een natuurreservaat. Bréhat heeft een mild klimaat en exotische vegetatie. De kust van Frankrijk is erg lang, 6200 kilometer, en gevarieerd. Waar een oud of jong gebergte voorkomt is er een rotskust met vaak diepe inhammen. Het betreft de kust van Bretagne, Normandië, de Provence en het eiland Corsica. Ten noorden van Cap Gris-Nez en ten zuiden van de monding van de Gironde vinden we en duinkust. Noordelijk van de Seinemonding bestaat de kust uit steile kalkkliffen of falaises. In het zuidwesten zijn de duinen erg hoog en breed. De hoogste zandduin van Europa is de "Dune du Pilat", aan de kust van Aquitanië. Het is bijna 3 kilometer lang, 115 meter hoog en 500 meter breed. Bij de groei van de duinen werden soms kleine riviertjes afgedamd en ontstonden er meren. Zo'n van de zee afgesloten meer in de omgeving van de kust heet een "étang". Deze meren komen ook aan de Middellandse Zeekust voor. De Middellandse Zee heeft een echte aanslibbingskust door de grote toevoer van zand en klei via de rivieren en de geringe eb- en vloedstroming. Hierdoor kan het slib vrij rustig bezinken. Het Klimaat Frankrijk heeft een grote variatie in klimatologische omstandigheden, die vooral samenhangen met de naar het oosten afnemende invloed van de Atlantische Oceaan, de invloed van de Middellandse Zee in het zuidoosten en de aanwezigheid van gebergten als de Alpen en de Pyreneeën. Frankrijk ligt over het algemeen in de stroming van westenwinden en daardoor heeft het overgrote deel van het land een gematigd zeeklimaat. De temperaturen nemen geleidelijk toe van noord naar zuid. Frankrijk kent vier verschillende klimaten. Langs de kust van de Middellandse Zee en in het zuidelijk deel van het Rhônedal heerst een Middellandse Zeeklimaat waar de zomers droog en warm zijn en de winters zacht en vochtig. Berucht in het Rhônedal is de mistral, een harde koude valwind die vanaf het Centraal Massief door het dal van de rivier naar de Middellandse Zee waait. Deze wind wakkert soms aan tot een storm doordat het Rhônedal als trekgat fungeert. De minste neerslag valt in het zuidoosten: Avignon en Marseille, met 600 mm per jaar, waarbij zich zowel in het voor- als in het najaar een maximum vertoont naast een scherp minimum in juli. In het westen heerst een gematigd zeeklimaat met naar verhouding niet zo'n grote verschillen tussen zomer- en wintertemperaturen. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt in deze regio 11°C. Neerslag valt er in alle seizoen, al telt de herfst de meeste regendagen. De jaarlijkse hoeveelheid neerslag is gemiddeld op veel plaatsen meer dan 1000 mm. Bretagne heeft het meest uitgesproken zeeklimaat
In het oosten heerst een landklimaat met koude winters; het aantal vorstdagen bedraagt gemiddeld 83. 's Zomers is de temperatuur gemiddeld 19°C en er valt relatief weinig neerslag. In het midden van Frankrijk heerst een overgangsklimaat met eigenschappen van zowel een zee- als een landklimaat. Vergeleken met het gematigd zeeklimaat zijn de temperatuursverschillen tussen zomer en winter groter, terwijl de gemiddelde neerslag minder is en rond de 650 mm per jaar ligt. Als gevolg van de langzame verwarming in het voorjaar en de langzame afkoeling in het najaar van het zeewater is nabij de kust de temperatuur in het najaar vaak veel hoger dan in het voorjaar. Hoewel het grootste deel van Frankrijk een gematigd klimaat heeft liggen de waargenomen temperatuurextremen toch ver uit elkaar: Parijs kent incidenteel maximumtemperaturen van ca. 40°C en een absoluut minimum van -16°C. De hoeveelheid neerslag wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aanwezigheid van gebergten: Biarritz aan de voet van de Pyreneeën met bijna 1500 mm per jaar en Annecy in de Alpen met bijna 1300. Sneeuw van betekenis komt bijna uitsluitend in het gebergte voor: in de Pyreneeën ligt op 2500 m hoogte gedurende ruim 200 dagen per jaar een laag sneeuw. Naast de al eerder genoemde mistral zijn andere lokale winden de föhnachtige Autan en de koude noordelijke Bise. Bevolking Het vasteland van Frankrijk telde per 1 januari 2001 ca. 59 miljoen inwoners. Wanneer de overzeese departementen daarbij worden opgeteld, komt men uit op 61,1 miljoen inwoners en daarmee komt Frankrijk, na Duitsland dat ruim 82 miljoen inwoners heeft, op de tweede plaats in de Europese Unie. De bevolking van Frankrijk nam na 1945 sterk toe door o.a. de vooruitgang in de gezondheidszorg en de uitbreiding van de sociale voorzieningen. Tot begin 20e eeuw was de bevolkingsaanwas maar gering en tussen de twee wereldoorlogen nam het inwoneraantal zelfs af. Vanaf het midden van de jaren zestig nam de bevolkingsgroei sterk af maar sinds 1977 is er sprake van een lichte toename. In 1992 was het geboortecijfer 13‰ en het sterftecijfer 9‰. De levensverwachting bij geboorte was in 2000 voor vrouwen 81 jaar en voor mannen ruim 73 jaar. Naast de natuurlijke bevolkingstoename is een aanzienlijk deel van de toename toe te schrijven aan de immigratie van buitenlanders (m.n. Algerijnen, Portugezen, Italianen, Spanjaarden, vluchtelingen uit Frans-Afrika en Marokkanen). Hun aantal maakte in 1990 6,3% van de totale bevolking uit; de meeste allochtonen (85%) wonen in Parijs en omstreken, in de regio Rhône-Alpes en op Corsica. De groei van de bevolking bedroeg in 2001 meer dan 300.000 personen; het migratiesaldo droeg daaraan bij met 60.000 personen. Het migratiesaldo van Frankrijk is over het algemeen het laagste van de Europese Unie. Waar voor de gehele Europese Unie de totale bevolkingsgroei voor tweederde wordt bepaald door het migratiesaldo, is dat in Frankrijk maar voor 20%. Zowel in 2000 als in 2001 werden ongeveer 775.000 baby's geboren, waardoor men in Frankrijk sprak van een "mini-babyboom". De groei van de bevolking verschilt sterk per regio. Zo groeit de bevolking in Noord-Frankrijk traditioneel veel sterker dan in Zuid-Frankrijk. De bevolkingsopbouw per 2002 in procenten is als volgt: 0-19 jaar 25,3% 20-64 jaar 58,5% 65+ 16,2% Frankrijk is relatief dun bevolkt en zelfs een van de dunst bevolkte landen van Europa. De gemiddelde bevolkingsdichtheid bedroeg in 2002 106 inwoners per km2, maar de bevolking is zeer ongelijk verspreid. Dunbevolkte gebieden zijn het Centraal Massief, de plateaus van het Parijse Bekken, Les Landes en het hooggebergte. Dichtbevolkte gebieden zijn de departementen Ille-de-Paris, Nord, Rhône, Val de Marne en Hauts-de-Seine. Dit zijn gebieden die gekenmerkt worden door intensieve landbouw, maar vooral door industriële en stedelijke zones. In 1999 woonden 45 miljoen Fransen in een stedelijke omgeving, dat is 77% van de bevolking. In 1973 was dit nog 73%. In Parijs alleen al woont ca. 20% van de Franse bevolking. Door de vorming van ‘métropoles d'équilibre’ zoals Nantes, Lille, Strasbourg, Marseille, Bordeaux, Toulouse en Lyon heeft men geprobeerd het evenwicht in Frankrijk te herstellen en de groei van Parijs af te remmen. Frankrijk telt 52 stedelijke agglomeraties van meer dan 150.000 inwoners: de grootste zijn: Parijs 10,56 miljoen
Lyon 1,6 miljoen
Marseille 1,4 miljoen
Lille 1,11 miljoen
Toulouse 920.000
Bordeaux 880.000
Nantes 670.000
Strasbourg 560.000
Nice 560.000
Grenoble 510.000
Baskenland ligt voor het grootste gedeelte aan de Spaanse kant van de Pyreneeën en slechts één op de tien van de 500.000 mensen die Baskisch spreken, heeft de Franse nationaliteit. Hoewel de Basken cultureel en etnisch verbonden zijn, hebben de Spaanse en Franse Basken een verschillende achtergrond. Spaans Baskenland werd snel geïndustrialiseerd en de Basken speelden al snel een belangrijke rol in de economie en de politiek. Frans Baskenland, dat bestaat uit de departementen Soule, Labourd en Basse Navarre, was een achtergebleven gebied van boeren en vissers totdat het toerisme in de negentiende eeuw opkwam. Hoewel bijna alle gewelddadige acties door de Spaanse Basken zijn er ook soms in de Franse steden demonstraties en acties. Criminaliteit In 1999 noteerde men 3.567.864 handelingen van criminaliteit. Een toename van 0,07% vergeleken met 1998. Maar in 2001 nam men, in enkele maanden tijd, een toename van 10% waar! Het gevoel van “onveiligheid” neemt, zowel in de grote steden, als in dorpen, toe. Dit thema komt nu regelmatig ter discussie op radio en televisie. Regelmatig spreekt men o.a. over grootwapen handel in bepaalde wijken van grote steden.
Onderwijs Kleuter- en basisonderwijs Frankrijk heeft een lange traditie van kleuteronderwijs. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het percentage Franse kinderen dat kleuterscholen (écoles maternelles) bezoekt hoger ligt da in alle andere EG-landen (België uitgezonderd), en bedraagt ca. 32% voor tweejarigen en 100% voor vijfjarigen. Het kleuteronderwijs is niet verplicht en in openbare scholen (85% van alle scholen) gratis. De overige 15% zijn scholen voor bijzondere of niet-openbaar (particulier) onderwijs die worden gesubsidieerd door de staat en/of regio, en/of bijdragen ontvangen van de gezinnen. Het onderwijs is verplicht voor kinderen van 6 tot 16 jaar. Deze verplichting heeft betrekking op het basisonderwijs (école élémentaire) en de eerste cyclus van het secundair onderwijs (collège). De meeste leerlingen sluiten het vier jaar durende collège op hun 15e jaar af en moeten daarna nog minstens één jaar naar school in het algemeen vormend technisch of beroepsonderwijs. Het basisonderwijs, ingericht en beheerd door de gemeenten, duurt vijf jaar en wordt gevolgd door kinderen van 6 tot 11 jaar. De vijf leerjaren omvatten twee cycli: de eerste cyclus (cycle des apprentissages fondamentaux) begint al in de hoogste afdeling van de kleuterschool en omvat verder de eerste twee jaar van de basisschool, die een voorbereidend en een eerste elementair jaar omvat. De tweede cyclus (cycle des approfondissements) omvat de drie laatste jaren van de basisschool die voorafgaan aan het collège. Deze drie jaren omvatten het tweede jaar van de elementaire opleiding en de eerste twee jaren van de vervolgopleiding. Secundair onderwijs De eerste cyclus van het secundair onderwijs duurt vier jaar en is bestemd voor leerlingen van 11 tot 15 jaar en weer onderverdeeld in drie cycli: de aanpassingscyclus, de intermediaire cyclus en de oriëntatiecyclus. De tweede cyclus van het secundair onderwijs omvat algemeen vormend, technisch en beroepsonderwijs dat in lycea (lycées) wordt gegeven. Het algemeen vormend en technisch middelbaar onderwijs bereidt de leerlingen in drie jaar voor op het examen van het algemeen baccalaureaat of het technisch baccalaureaat. De beroepsscholen bereiden de leerlingen in twee jaar voor op het "certificat d'aptitude professionelle" (CAP) en het "brevet d'études professionelles" (BEP). Het CAP is meer gespecialiseerd dan het BEP en wordt afgegeven voor algemene beroepsvaardigheden, niet in een specifiek vak maar in één beroeps-commerciële, administratieve of sociale sector. Na nog eens twee jaar kunnen zij examen doen voor het beroepsbaccalaureaat (baccalauréat professionnel). Op het collège is vanaf de zesde klas de studie van een vreemde taal verplicht en vanaf de 4e klas wordt er een tweede vreemde of een regionale taal geleerd. De studie van een vreemde taal is verplicht in het algemeen vormend en technisch onderwijs. Aan het einde van het derde jaar nemen de leerlingen deel aan een nationaal examen met het oog op het behalen van het "diplôme national du brevet". Het diploma is een algemeen studiegetuigschrift dat niet bepalend is voor de latere studiekeuze. Het algemeen vormend en/of het technisch onderwijs wordt afgesloten met het algemeen of het technisch baccalaureaat. Wie slaagt, krijg toegang tot het hoger onderwijs. Hoger onderwijs
Het hoger onderwijs wordt in Frankrijk door zeer uiteenlopende instellingen verstrekt. De organisatie en de toelatingseisen verschillen naar gelang van het type instelling en de doelstelling van het verstrekte onderwijs. Tot de instellingen voor hoger onderwijs behoren: -Universiteiten die korte opleidingen en lange opleidingen verstrekken. Frankrijk telt meer dan 70 universiteiten. De Sorbonne in Parijs is de oudste en dateert uit de twaalfde eeuw. -Openbare en particuliere scholen en instellingen die onder toezicht staan van een ministerie en hoger beroepsonderwijs verstrekken. Ook hier korte opleidingen en langere van drie jaar of meer na het baccalaureaat. -In de "lycées d'enseignement général et technologique" zijn ook post-baccalaureaatopleidingen mogelijk die voorbereiden op hogere technische opleidingen die in twee jaar voorbereiden op het "brevet de technicien supérieur" -lange driejarige opleidingen worden gegeven aan de "grandes écoles" die particulier of openbaar zijn. De meeste hogere ambtenaren en ingenieurs in Frankrijk zijn afkomstig van dit type onderwijsinstellingen. Frankrijk…wijnland Verschillen in het klimaat, bodemgesteldheid en vele andere factoren zorgen voor een enorme verscheidenheid aan wijnen. Over het algemeen gesproken komen witte wijnen uit het noorden en rode wijnen uit het zuiden. Druivensoorten als Chardonnay en Merlot worden tegenwoordig overal op aarde geplant en geven soms de wijn hun naam. In Frankrijk worden wijnen naar hun herkomst (streek) ingedeeld en niet naar de druivensoort. Er zijn tien belangrijke wijnproducerende streken: Bordeaux, Bourgogne, Champagne, Elzas, Loire, Provence, Jura en Savoie, het zuidwesten, Languedoc-Roussillon en Rhône. Van elk gebied heeft de wijn zijn eigen karakter. "Apelation contrôlé"-wetten staan garant voor de herkomst en kwaliteit van de wijn. Frankrijk is de belangrijkste exporteur van wijn in de wereld, en komt wat de productie van wijn betreft op de tweede plaats. In 2000 werd ter waarde van 3,4 miljard euro aan wijnproducten verkocht. De wijngaarden van Bordeaux zijn de beste ter wereld. De vijf bekendste districten zijn Médoc, Sauternes en Graves op de linkeroever van de Garonne, en St.-Emilion en Pomerol op de rechteroever van de Dordogne. Elk gebied is verdeeld in "appellations" en elke appellation in landerijen die wijngoederen genoemd worden. Op de kalkgronden van de landstreek Champagne wordt al sinds de Romeinen wijn gemaakt. Het is het meest noordelijke wijngebied van Frankrijk en het koele klimaat draagt bij aan het succes van de beroemde mousserende wijn die vermoedelijk zo'n 300 jaar geleden is uitgevonden. Het belangrijkste productiegebied ligt rond Reims en Épernay, waar de voornaamste "maisons de champagne" staan. Volgens de overlevering ontdekte Pierre Pérignon, keldermeester van de benedictijnse abdij Hautvillers bij Épernay, in de 17e eeuw de schuimwijn. Wijnhistorici hebben dit verhaal ontkracht, maar ze erkennen dat Dom Pérignon een elangrijke rol heeft gespeeld in de evolutie van champagne. Er zijn drie druivensoorten, rode Pinot Noir en Pinot Meunier en witte Chardonnay. De meeste champagnes zijn een mengeling, maar Blanc de Blancs is 100 procent Chardonnay en Blanc de Noirs wordt van rode druiven gemaakt. Bronnen http://www.zending.org/Landen/frankrijk/frankrijk.htm#boven
http://home.tiscali.be/het.6deleerjaar/spreekbeurten/leen/spreekbeurt.htm
http://www.landenweb.com/images/imgfrankrijk/sorbonne.jpg
http://www.travelmarker.nl/bestemmingen/europa/frankrijk/bevolking/volk.htm
www.frankrijkvakantieland.nl/ regio/10_parijs_ildefrance/parijs_1.html

REACTIES

J.

J.

mooi gedaan, lkkr veel info voor mijn frankrijk werkstuk
thax daarvoor!!!!!!

13 jaar geleden

J.

J.

ooowja, ik had een 9+ !!!!!!!

13 jaar geleden

I.

I.

mooi gemaakt en chil werkstuk!!!
thanx daarvoor!
cijfer:
10

12 jaar geleden

O.

O.

ik snap hier helemaal niks van! ik doe kader jaa.

12 jaar geleden

N.

N.

wat snap je er dan niet aan? Het is heel duidelijk

9 jaar geleden

A.

A.

thx voor de info ik kon het goed maken

11 jaar geleden

N.

N.

Leuk en goed hoor

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.