Transport

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 1534 woorden
  • 13 april 2005
  • 185 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
185 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Transport is een ander woord voor vervoer. De mens gebruikt vervoer om zichzelf ergens te brengen zonder weinig inspanning te gebruiken, maar ook om goederen te vervoeren naar bijvoorbeeld een winkel of naar huis.
Om je te vervoeren kan je gebruik maken van bijvoorbeeld een fiets of een auto, een trein of een vliegtuig. Dit zijn vervoersmiddelen.

In 1775 was er al een stoomauto, die aangedreven werd door een stoommachine! Maar hij was te zwaar en te langzaam en hij kon niet goed remmen. Eigenlijk voldeed hij dus niet aan de behoefte van de mens.

Er werden voor vervoersmiddelen steeds nieuwe ideeën bedacht en nieuwe oplossingen voor betere vervoersmiddelen. Maar men ging wel bepaalde eisen stellen aan een vervoersmiddel, zoals: de prijs, comfort, snelheid, laadruimte en ook veiligheid,duurzaamheid, zuinig in brandstof want dat is beter voor het milieu en dan moest het er ook nog eens leuk uit zien!


Er zijn veel verschillende transportmiddelen:
Sommige zijn heel simpel gebouwd zoals een kruiwagen. Er zijn ook transportmiddelen die erg ingewikkeld zijn zoals bijvoorbeeld een vliegtuig.
Het ene gaat sneller dan het andere.
Er zijn maar vier eigenschappen die bepalen wat een transportmiddel kan doen:
1. Een transportmiddel wordt ergens door aangedreven; dit heet een energiebron.
2. Een vliegtuig vliegt en een auto rijdt over de grond; dit noem je medium.
3. Een transportmiddel heeft een laadruimte om bagage in te doen.
4. En het moet natuurlijk ergens heen kunnen draaien of sturen; dit noem je de vrijheidsgraden van een transportmiddel.

Een volgeladen vrachtauto kan in een bocht met gemak kantelen, hiervoor moest men iets bedenken. Men bedacht een manier om een vrachtauto stabieler te maken: het meeste gewicht werd onderaan de vrachtauto geplaatst om het zwaartepunt laag te maken. Ook werd de wielbasis breed gemaakt, de wielbasis is de afstand tussen de voorste as en de achterste as van de vrachtauto.

De vrachtauto had ook veel last van luchtweerstand, dat is dat er lucht tegen de vrachtauto aan duwt als hij met hoge snelheid of tegen de wind in rijdt. Hierdoor rijdt de vrachtauto langzamer en het kost meer brandstof.

Men bedacht een soort driehoekige vleugel die men op de vrachtauto plaatste zodat hierdoor de lucht over de vrachtauto heen ging.

Ook over het water kan men zich vervoeren dit doe je met een boot.
Voor Nederland is dit heel belangrijk omdat er veel water in ons land is,
Een boot blijft drijven door opwaartse kracht, dat is hetzelfde als je een bal gevuld met lucht onder water probeert te duwen en je een soort kracht voelt die de bal omhoog drukt. Die kracht noem je opwaartse kracht. Als de opwaartse kracht even groot is hoog is als het gewicht van een schip, dan blijft het schip drijven.

Bij transport over water is nog verder te schrijven dat er verschillende energie bronnen zijn om een boot te laten varen; spierkracht, windkracht en brandstof.
Schepen hebben twee veiligheidsgraden namelijk naar voren en achteren en naar links en rechts.
In bijvoorbeeld een veerboot kunnen wel duizenden mensen en honderden auto’s, bij de laadruimte van zo’n boot houd je met 3 dingen rekening namelijk; bescherming, stabiliteit en waterweerstand.

Tot slot is er ook transport in de lucht en in de ruimte mogelijk, een vliegtuig en een helikopter vliegt bijvoorbeeld door de lucht en een spaceshuttle gaat door de ruimte.
Mensen willen grotere afstanden afleggen over land en willen reizen. Met een vliegtuig gaat dit veel sneller dan met een auto of een boot.

Een vliegtuig heeft een kracht waardoor hij stijgt. Dit noem je lift.
Lift ontstaat als lucht met grote snelheid langs de vleugels van het vliegtuig gaat.
De vleugel van een vliegtuig heeft een speciale vorm: hij heeft een bolle bovenkant en een platte onderkant. Door deze vorm kan hij blijven vliegen.


In de ruimte heb je geen lucht dus daar heb je niks aan een vleugel.
Om vooruit te komen gebruik je een raket. Als je een ballon opblaast en je laat de lucht eruit lopen schiet hij weg. De lucht gaat de ene kant op en de ballon de ander kant op. Dit noem je reactiekrachten. Hetzelfde gebeurd in een raketmotor.

Helaas geven alle opgenoemde transportmiddelen ook problemen aan het milieu door het verbranden van brandstoffen. Ontwerpers proberen oplossingen te bedenken om minder schade aan te brengen aan het milieu als; een auto die minder brandstof gebruikt of een verbrandingsmotor die minder schadelijke gassen maakt. Maar met een verbeterde techniek red je het niet alleen: de mens zelf moet ook mee helpen bijvoorbeeld door te carpoolen of spullen door de trein laten transporteren in plaats van door een vrachtauto, dit kost minder energie.

Het vliegtuig

Een stukje geschiedenis over het vliegtuig
Op 17 december 1903 hadden de gebroeders Wright met hun Flyer het eerste gemotoriseerde vliegtuig gemaakt. Met de eerste vlucht kwamen zij na 30 meter alweer op de grond, de vlucht was kort maar wel historisch.
Anthony fokker uit Haarlem was geïnteresseerd in alles wat ook maar met vliegen te maken heeft hij ging op studie en creëerde een vliegtuig genaamd de fokker spider hiermee kon hij al wat grotere tochten maken met dit vliegtuig.
In 1914 brak de eerste wereld oorlog uit en had men al veel oorlogsvliegtuigen. Ze waren ongewapend en waren ongeveer hetzelfde model als de fokker: hij was ook een driedekker en ze hadden een topsnelheid van 100 km per uur. Men ging daarna vliegtuigen maken die bewapend waren en die bommen konden werpen.
In 1927 vloog de Amerikaan Charles Linberg als eerste in zijn eentje van New York naar Parijs.
Maar waarom gebruikt een mens een vliegtuig als hij ook met de auto kan gaan?

Het vliegtuig is een stuk sneller en een stuk comfortabeler dan een auto. Een vliegtuig is niet alleen sneller dan een auto maar kan zelfs ook goedkoper zijn dan met de auto rijden. Bijvoorbeeld als je een alleen reizer bent dan betaal je vaak meer aan benzine dan aan je vliegticket. En tegenwoordig zijn er superaanbiedingen van bijvoorbeeld voor 100 euro een retourtje naar Londen of voor 150 euro naar Parijs vliegen. Met een vliegtuig heb je ook geen files en minder kans op ongelukken. Dit komt omdat het vliegverkeer veel minder druk is dan het auto verkeer.

Hoe komt zo’n vliegtuig nou van de grond af?

De meest mensen vinden het raar dat zo’n groot vliegtuig de lucht in kan.
Sommige zijn wel 100 meter lang en wegen tot bijna 400ton!
Een vliegtuig kan de lucht invliegen omdat de vleugels een speciale vorm hebben dit heet een aërodynamische vorm. De vleugel heeft een platte onderkant en een bolle bovenkant. Als de lucht met grote snelheid bij het rijden van het vliegtuig langs de vleugel gaat dan gaat het vliegtuig stijgen door de kracht van de lucht die over de vleugels heen gaat. Deze kracht noem je lift. De lift werkt alleen als de lucht met grote snelheid langs de vleugels gaat. Het vliegtuig heeft een grote snelheid nodig om in de lucht te komen en te blijven.

De motoren en brandstof van een vliegtuig

De meest gebruikte brandstof voor vliegtuigen is kerosine.
Een vliegtuig heeft grote zware motoren en moet vaak grote afstanden vliegen dus heeft het ook veel brandstof nodig. Vroeger gebruikten men vooral motoren met een propeller, maar tegenwoordig gebruikt men vooral straalmotoren. Ik zal nu in het kort uitleggen hoe een straalmotor werkt; er wordt lucht aangezogen door een compressor. Die bestaat uit allemaal schuin geplaatste schijven die heel snel ronddraaien. De lucht word samengeperst net als een fietspomp dat doet. Dan komt de samengeperste lucht in de verbrandingskamer. Daar wordt er brandstof ingespoten en het word in de brand gestoken. De hete gassen uit de verbrandingskamer laten de turbine draaien. Omdat de turbine is verbonden met een as aan de compressor vast zit laar die de compressor draaien. En de hete gassen komen uit het uiteinde van de motor.

De vrijheidsgraden van een vliegtuig

Een vliegtuig heeft 3 veiligheidsgraden; Namelijk naar voren en sommige naar achteren, rechts en links en op en neer. De enige vliegtuigen die ook naar achteren kunnen vliegen zijn speciaal voor het leger gemaakte vliegtuigen met losse straalmotoren die alle kanten uit kunnen worden gestuurd. Deze vliegtuigen kunnen zelfs zonder startbaan gaan vliegen!


De laadruimte van een vliegtuig

Bij de laadruimte van een vliegtuig houd je altijd rekening met het gewicht wat hij kan dragen. Want als een vliegtuig overgeladen is kunnen de straalmotoren afscheuren van het vliegtuig en kan het vliegtuig neerstorten. Je houd ook rekening met stabiliteit. Het vliegtuig mag niet uit balans raken want dan kan het met gemak neerstorten. En tot slot houd je rekening met de lucht weerstand. Het vliegtuig moet goed gestroomlijnd zijn omdat het vliegtuig een grote snelheid heeft. Als er dan een te grote luchtweerstand zou zijn zou het vliegtuig vaart minderen en dalen en zou zelfs neer kunnen storten.

Vervuiling door milieu van vliegtuig?

Doordat een vliegtuig zo’n grote hoeveelheid brandstof verbruikt vervuilt hij gemiddeld meer dan een auto. En de hoeveel van mensen die nu het vliegtuig gebruiken is ook heel erg toegenomen. De mens heeft nu geen zin meer om dagen lang in een auto te zitten om naar Turkije of naar Griekenland te gaan.

Dit was mijn hoofdstuk over vliegtuigen!

REACTIES

K.

K.

ik vond het een goeie werkstuk dank jewel hoooooor:p

18 jaar geleden

O.

O.

dit had ik precies nodig!

12 jaar geleden

P.

P.

je bent mijn redder in noot want zonderdeze hulp was ik nu nog bezig met bedenken dankje wel!!

11 jaar geleden

N.

N.

Leuk gedaan maar was meer opzoek naar vervoer van producten.

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.