Massamedia

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas mbo | 1241 woorden
  • 8 juni 2004
  • 120 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
120 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Opdracht 1: Toelichten van relevante begrippen op het gebied van communicatie en massamedia in ons land Massamedia is informatie brengen naar een groot publiek. Dit kunnen zij doen door bijvoorbeeld; Kranten: dagbladen met als doel het brengen van nieuws en praktische informatie; Landelijk: Verschijnt in heel Nederland Regionaal: Alleen in de eigen regio Populaire krant: Sensationeel nieuws. Grote koppen en foto`s Kwaliteitskrant: Nadruk op politieke ontwikkelingen, geen grote foto`s en koppen
Tijdschriften: Ze brengen verschillende informatie over op een specifieke doelgroep; - jongerenbladen - vrouwenbladen - opiniebladen - omroepgidsen - roddelbladen - vakbladen

Omroepen: Een omroep is een televisiezender, er zijn 2 soorten omroepen; Publieke omroepen: vertegenwoordigen een maatschappelijke stroming, ze krijgen geld van de overheid
Commerciële omroepen: vertegenwoordigen geen maatschappelijke stroming, ze proberen de hoogste kijkcijfers te krijgen. Regionale omroepen: Een omroep in provincie of gemeente. Word gefinancierd door subsidies en reclame winst. Internet: Wereldwijd netwerk. Je kunt er surften op het World Wide Web, e-mailen en nieuwsgroepen bijwonen . Radio: Via de radio wordt er veel nieuws vertelt
De informatie wordt gegeven door de zender via een medium (bijvoorbeeld telefoon) zo komt de informatie bij de ontvanger. Zij geeft er een antwoord op en dat is de feedback. Directe communicate is direct van face-to-face communiceren. Indirecte communicatie is niet face-to-face maar bijvoorbeeld via het internet. Verbale communicatie is gesproken of geschreven communicatie. Non verbale communicatie zijn lichaamstaal, tekeningen en symbolen. Eenzijdige communicatie is dat er niet gereageerd kan worden op datgene wat gezegd wordt. Bij meerzijdige communicatie zijn er 2 deelnemers ontvanger en zender. Massacommunicatie: communicatie dat groot verspreidt wordt via krant, televisie, internet of radio met behulp van technische hulpmiddelen. Telecommunicatie is communicatie dat via de telefoon gaat. Referentiekader: wordt gevormd door referentiegroepen die belangrijk voor je zijn en alles wat je geleerd en ervaren hebt. Je referentiekader heeft ook te maken met socialisatie (= het ingroeien in een cultuur). Met selectieve perceptie wordt bedoeld dat je alleen onthoudt wat je wilt onthouden. Van alle informatie die je krijgt op 1 dag onthoudt je alleen het selectieve gedeelte. Een voorbeeld is reclame: Als je 10 reclames hebt gezien op 1 dag weet je ze de dag erna niet allemaal meer terug te vertellen. Indoctrinatie: het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek, waardoor het denkpatroon sterk wordt beïnvloedt
Manipulatie: het publiek krijgt vervormde informatie over een bepaalde kwestie, omdat met opzet feiten worden weggelaten of verdraaid zonder dat de ‘ontvanger’ dit merkt. Doelgroepen zijn de mensen waar de informatie “naar toe moet”. Bijvoorbeeld een reclame voor barbiepoppen is alleen interessant voor kinderen (en hun ouders misschien) maar niet voor jongeren. Een advertentie over barbiepoppen zou dus ook niet geplaatst moeten worden in een jongerenblad. Een reclame over barbiepoppen is wel op de juiste plek bij een televisiezender voor kinderen. De rol van de kijkcijfers is heel erg belangrijk voor de commerciële televisie. Zonder kijkcijfers komt er ook geen geld binnen. Bij de publieke omroep is het ook wel belangrijk hoeveel mensen er kijken want als er niemand kijkt heeft het ook geen zin om het programma te maken, maar het is niet zo belangrijk als bij de commerciële omroepen. Opdracht 2: Beschrijven van de hoofdelementen van de Nederlandse pers en het Nederlands omroepbestel. De belangrijkste landelijke dagbladen zijn: - De telegraaf - Algemeen Dagblad - Volkskrant - Het Parool - NRC
De Telegraaf en het Algemeen Dagblad zijn de populaire kranten. Er staan grote koppen boven de tekst en veel foto`s afgebeeld. De doelgroep zijn de gezinnen. De Volkskrant, Het Parool en NRC zijn meer kwaliteitskranten. Ze richtten zich meer op de politiek en gaan verder op de onderwerpen in. De doelgroep is hierbij zakenmensen. Regionale en lokale kranten en omroepen richtten zich echt op de eigen omgeving met de informatie. Als mensen alleen maar informatie krijgen over het hele land heeft men geen idee wat er in hun eigen omgeving gebeurt. Voorbeelden van commerciële zenders zijn: RTL4, Yorin, MTV en Nickelodeon. RTL4 is een zender voor het hele gezin, veel spelletjes en familiefilms, Yorin is een zender voor het hele gezin maar ook voor jonge mensen, veel films. MTV is een zender voor de jeugd vanaf ongeveer 12 tot 28 jaar, met veel muziek. Nickelodeon is een zender voor de kinderen. Publieke omroepen worden gefinancierd door de overheid. Ze hoeven daarom geen winst te maken. Bij publieke omroepen is altijd een commissariaat van de media aanwezig. Deze verdeelt de zendtijd over verschillende soorten programma`s en houdt toezicht of er aan de afspraken gehouden wordt. De publieke omroepen functioneren volgens het oude omroepbestel. Die wet stelt een aantal eisen aan de zendgemachtigde publieke omroepen: 1. Een omroep moet een bepaalde culturele, geestelijke of maatschappelijke stroming vertegenwoordigen, en niet uit zijn op het maken van winst, zoals bij de commerciële omroepen. (verzuiling) 2. een omroep moet gevarieerde programma’s aanbieden: 25% informatief, 25% cultureel, 5% educatief, 25% amusement en 20% mag naar eigen wens ingevuld worden. 3. een omroep moet minstens 150.000 leden hebben. Commerciële omroepen worden niet gesteund door de overheid. Zij moeten wél winst maken en doen dat door middel van reclame. Om nog meer winst te maken, moeten zij de kijkcijfers hoog houden, zodat meer mensen reclame willen maken, en de omroep meer geld per reclame mag en kan vragen. Het gevaar van de commerciële omroepen is, dat zij steeds dezelfde soort programma’s uitzenden, namelijk programma’s waarvan de kijkcijfers hoog liggen. Deze programma’s vallen meestal onder een van de kopjes als geweld, seks en soaps. Verzuiling: alles was opgedeeld in zuilen. De katholieke keken naar de KRO en lazen de Volkskrant, protestanten keken naar de NCRV en lazen de Trouw en de socialisten keken naar de VARA en lazen het Parool) Ontzuiling: verzuiling ging kapot in de jaren ’60. Katholieken keken naar de VARA en daarna kon alles door elkaar heen gekeken of gelezen worden. De concessiewet moet nog ingevoerd worden. Moet het publieke bestel toegankelijker maken voor nieuwe omroepverenigingen. Verandering in de media: 1919: radio; functioneert (tegenwoordig vaak als achtergrondgeluid ) 1951: televisie; buitenlandse producties waren goedkoper, publieke omroepen
hadden tot 1989 monopoliepositie, omdat de Nederlandse wetgeving geen commerciële zenders toestond ging men vanuit het buitenlands uitzenden, in de tweede Mediawet mogen ook commerciële omroepen uitzenden vanuit Nederland. 1964: Open bestel: verenigingen kregen op basis van hun ledenaantal zendtijd; TROS, EO, VOO kwamen bij het publieke bestel. Opdracht 3: Uitleggen welke functies de massamedia vervullen voor de Nederlandse samenleving
Massamedia heeft verschillende functies. Allereerst is het belangrijk om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Een andere functie van massemedia is amusement. De functie van een programma zoals Idols is niet informerend. Ze spelen hierbij echt op amusement. Sociale en politieke doelen: Voor het individu: informatieve functie; beantwoorden van behoeften aan informatie, educatie, hulp bij opinie- of meningvorming. Voorbeeld; het weer

sociale functie; media zorgt ervoor dat men met andere mee kan praten, hun eenzaamheid kunnen verdrijven,het groepsgevoel kan versterken. Voorbeeld; e-mailen
recreatieve functie; media voorziet in de behoefte van afleiding, ontspanning, gezelligheid, spanning/sensatie/romantiek, enz. Voorbeeld; films
Voor de maatschappij: politiek-informatieve functie; betrouwbare informatie, om kijker te informeren over politieke standpunten. Voorbeeld; spreekbuisfunctie; publieke opinie; mening van bevolking die voor politici noodzakelijk zijn. Voorbeeld; Lagerhuis
agendafunctie; problemen die onder de bevolking leven op de politieke agenda krijgen Voorbeeld; via het nieuws commentaarfunctie; vrijheid van meningsuiting in bijvoorbeeld een krant, maar er is wel onderscheid tussen meningen en feiten) socialiserende functie (cultuurelementen overdragen als voorbeeldwerking; algemene gedragsregels, specifieke rolverwachtingen, stereotypen en vooroordelen.)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.