Kanker

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 3612 woorden
  • 13 april 2004
  • 63 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
63 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding In dit werkstuk gaan we onderzoeken wat het verschil is tussen de door roken veroorzaakte kankersterfte bij mannen en vrouwen. En als er een verschil is, gaan we onderzoeken waardoor dat komt. De hoofdvraag is 'Wat is het verschil tussen de door roken veroorzaakte kankersterfte bij mannen en vrouwen en waardoor komt dit verschil?' Eerst willen me meer weten over kanker in het algemeen als oriëntatie op dit onderwerp. We gaan hierbij de volgende deelvragen beantwoorden: - Wat is kanker? - Wat zijn de oorzaken van kanker? - Welke preventieve maatregelen zijn er? - Waarom is een vroege ontdekking belangrijk? - Welke behandelingen zijn er tegen kanker? Daarna gaan we de hoofdvraag beantwoorden met behulp van de volgende deelvragen: - Hoeveel mensen overlijden vóór het zeventigste jaar? - Wat is het percentage rokers in Europa? - Wat zijn de historische ontwikkelingen en toekomstige trends? - Hoeveel mensen overlijden aan de gevolgen van roken? - Hoeveel mensen overlijden aan een door roken veroorzaakte kanker? - Hoeveel mensen overlijden aan een door roken veroorzaakte longkanker? - Welken roken gerelateerde tumorsoorten zijn er? - Wat is longkanker? We gaan ook op zoek naar krantenartikelen over roken en kanker. Wat is Kanker? Kanker is een verzamelnaam voor een groot aantal aandoeningen die de overeenkomst hebben dat ze allemaal ongecontroleerde celgroei vertonen. Normaal vermenigvuldigen cellen zich door deling; het aantal cellen dat wordt afgebroken en het aantal cellen dat nieuw gevormd wordt is in evenwicht. Onder sommige omstandigheden kan de celgroei zicht hieraan onttrekken en zich ongecontroleerd gaan delen. Chemische stoffen dringen de cel en daarna de celkern binnen, door het immuunsysteem uit te schakelen. Eenmaal in de kern vallen ze de DNA-keten aan. Daar proberen ze mutaties in de kankergenen te veroorzaken. Die genen zorgen voor de bevordering of afremming van de celdeling. Nu wordt hun werking stilgelegd. De cellen geven de mutaties door aan hun dochtercellen. De cel verliest de controle en gaat zich ongecontroleerd delen. De cel is een kankercel geworden. Er ontstaat een tumor. Alle kankers zijn tumoren, maar niet alle tumoren zijn kankers. Er zijn twee duidelijke categorieën tumoren: goedaardige (benigne) en kwaadaardige tumoren (maligne). Goedaardige tumoren zijn klompjes cellen die zich sneller dan normaal voortplanten en vermenigvuldigen. Goedaardige tumoren blijven intact en groeien alleen maar. Ze ontwikkelen een sterk vezelig kapsel. Soms worden ze erg groot en als men ze dan laat zitten kunnen ze ernstige schade brengen door druk of vervorming van omringend weefsel. Maar de cellen van goedaardige tumoren dringen nooit ander weefsel binnen en er ontsnapt nooit iets aan de tumormassa dat zich naar andere delen van het lichaam verspreid. Heel af en toe overlijden er mensen als gevolg van een goedaardig tumor maar dat komt dan meestal omdat het in een te laat stadium is ontdekt en er ondertussen al grote druk was uitgeoefend op vitale organen. Maar over het algemeen doen ze hun naam eer aan en veroorzaken geen schade. Ze moeten wel bijna altijd operatief verwijderd worden. Zeer zelden veranderen goedaardige tumoren van aard en worden kwaadaardig. Van kwaadaardige tumoren zijn er twee groepen te onderscheiden. Carcinomen; dit zijn kankers die op huid en slijmvliezen groeien, zoals huidkanker. Sarcomen; dit zijn kankers die in bindweefsel ontstaan, zoals botkanker. Beide soorten kanker hebben de vervelende eigenschap dat ze zich verspreiden. Ze hebben niet zoals goedaardige tumoren de eigenschap geïsoleerde, ingekapselde knobbels te vormen. In plaats daarvan graven kankercellen zich in en verspreiden zich via de lymfebanen of via het bloed in aangrenzend weefsel en organen. Ze nestelen zich daar en vormen een nieuw tumor. Zo'n nieuwe tumor word een metastase, in de volksmond ook wel uitzaaiing, genoemd. Kanker die zich heeft uitgezaaid, blijft een kanker van de plaats waar de ziekte oorspronkelijk ontstond. Dus als borstkanker uitzaait naar de longen, wordt het geen longkanker, maar blijft het borstkanker. De cellen blijven namelijk nog steeds de kenmerken van borstkanker bewaren.
Wat zijn de oorzaken van kanker? Roken, verkeerde voedingsgewoonten, te veel zon, te veel alcohol of blootstelling aan kankerverwekkende stoffen vergroten de kans op kanker. Maar ook erfelijkheid speelt een rol. Erfelijkheid en kanker Het is mogelijk dat iemand door erfelijke factoren gevoeliger is voor mogelijke schadelijke effecten van ongezonde leefgewoonten. Zo loopt iemand die een lichte huid heeft geërfd meer risico op huidkanker door te veel zon, dan iemand die van nature een donkere huid heeft. Bij ongeveer vijf procent is een erfelijke afwijking de oorzaak bij het ontstaan van bepaalde soorten kanker. Die soorten kanker zijn borst-, eierstok-, dikke darm- of prostaatkanker. Als er sprake is van een erfelijke afwijking, kan een bepaalde kanker in een familie van de ene op de andere persoon worden doorgegeven. Bij erfelijke kanker gaat het meestal om één bepaalde soort kanker. Een erfelijke kanker wordt meestal op jongere leeftijd ontdekt dan normaal het geval is, vaak voor het vijftigste jaar. Daarnaast komt bij een aantal families een zeldzame erfelijke aandoening voor die grote kans op een bepaalde soort kanker geven. Voorbeelden van deze aandoeningen zijn; dysplastisch naevussyndroom, familiaire adenomateuse polyposis, retinoblastoom en MEN-syndroom. Door een stamboomonderzoek of DNA-test kan het risico van erfelijke kanker redelijk worden bepaald. Wanneer nu blijkt dat iemand drager is van een erfelijke vorm van kanker, dan kunnen er maatregelen worden genomen. Voeding en kanker Dat roken slecht is voor de gezondheid, en de kans op kanker daardoor toeneemt, weet haast iedereen. Maar dat eetgewoontes hier ook een grote oorzaak van zijn beseffen veel mensen niet. In de westerse wereld is ongeveer één derde van alle gevallen van kwaadaardige kanker toe te schrijven aan de samenstelling van de samenstelling van het dagelijkse dieet. Overmatige consumptie van dierlijk vet (de zogenaamde verzadigde vetzuren) en van rood vlees zijn hierbij de belangrijkste factoren. Deze voedingscomponenten staan in verband met het ontstaan van kanker in de dikke darm. Ook overmatig eten in het algemeen geeft een verhoogde kans op kanker, vooral wanneer daarbij te weinig aan lichaamsbeweging wordt gedaan. Een dagelijks portie groente en fruit beschermen tegen het ontstaan van kanker. Wanneer deze voedingsmiddelen onvoldoende gegeten worden, valt deze bescherming weg en stijgt de kans op het ontstaan van kanker. Daarnaast kan overmatig alcoholgebruik leiden tot leverkanker en het versterkt bovendien de schadelijke effecten van roken. Zonnestraling en kanker De zon geeft ons warmte en daglicht, maar ook ultraviolette straling (UV). Twee soorten UV-straling, UV-A en UV-B bereiken de aarde. Bij zonnenbanken en ander bruiningsapparaten wordt UV-straling op kunstmatige manier toegepast. Overmatige blootstelling aan UV-straling kan de cellen van de opperhuid ernstig beschadigen, daardoor kan na vele jaren huidkanker ontstaan. Mensen met een van nature lichte huid zijn minder beschermd tegen ultraviolette straling. Zij hebben de meeste kans op het krijgen van huidkanker. Dit wil niet zeggen dat mensen met een donkere huid zich niet hoeven te beschermen, ook zij kunnen huidkanker krijgen. In zeldzame gevallen kan huidkanker erfelijk zijn. Het is belangrijk je goed te beschermen tegen de zon, vooral wanneer de intensiteit van UV-straling het sterkste is, bijvoorbeeld op zonnige dagen tussen 12.00 en 15.00 de schaduw opzoeken. Roken en kanker Ongeveer dertig procent van alle ongeneeslijke kanker is te wijten aan roken. Matige rokers hebben ongeveer vijftien keer meer kans op het krijgen van longkanker dan niet-rokers en zware rokers ongeveer zestig keer. Ook andere typen kanker zoals blaaskanker, slokdarmkanker en alvleesklierkanker kunnen door roken worden veroorzaakt. En roken draagt bij aan het ontstaan van leverkanker, maagkanker, nierkanker, sommige soorten leukemie en darmkanker. Als je stopt met roken daalt het risico op kanker geleidelijk aan. Na tien jaar hebben matige rokers nog maar twee keer meer kans op longkanker dan mensen die nooit gerookt hebben. En bij zware rokers is die kans gedaald tot twintig keer die van niet-rokers.
Welke preventieve maatregelen zijn er? · Rook niet. Tabaksrook is ook schadelijk voor niet-rokers, dus rook zeker niet in hun aanwezigheid. · Drink slechts met mate bier, wijn of andere alcoholhoudende dranken. · Neem dagelijks voldoende groenten en vers fruit. Eet regelmatig (graan) producten met veel voedingsvezel. · Voorkom overgewicht, zorg voor voldoende lichaamsbeweging en laat vette producten achterwege. · Vermijdt teveel ultraviolette straling. Laat zeker kinderen geen zonnebrand oplopen. · Pas de voorschriften toe die bedoeld zijn om blootstelling aan kankerverwekkende stoffen te voorkomen of die de risico's ervan beperken. Deze adviezen komen uit De Europese code tegen kanker die is opgesteld door de Europese Unie. Waarom is een vroege ontdekking belangrijk? Bij kanker geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter. Er is dan meer kans op genezing en wellicht een minder ingrijpende behandeling. Toch is vroege ontdekking van kanker geen vanzelfsprekende zaak. Want wanneer moet je serieus gaan denken dat een bepaalde klacht misschien wel met kanker te maken heeft? 8 goede redeneren om naar de dokter te gaan: 1. Blijvende heesheid of hoest
2. Een wondje of zweertje dat niet snel geneest
3. Het ontstaan van een wratachtig knobbeltje of van (veranderingen aan een moedervlek
4. Slikklachten
5. Een verdikking (knobbel) in de borst of elders
6. Ongewoon bloedverlies of abnormale afscheiding
7. Aanhoudende wisselingen in de stoelgang
8. Gewichtsverlies zonder duidelijke aanleiding Welke soorten behandelingen zijn er tegen kanker? Operatie Of iemand met kanker wel of niet kan worden geopereerd, wordt door verschillende factoren bepaald. Een belangrijke factor is de uitbreiding van de ziekte; gaat het om een plaatselijk ziekteproces of zijn er ook uitzaaiingen. En als er uitzaaiingen zijn, maakt het ook nog verschil of deze alleen in de lymfeklieren in de buurt van de tumor zitten of dat er ook uitzaaiingen in andere organen zijn. Bij een plaatselijk ziekteproces is de operatie gericht op genezing. Wanneer een operatie wordt voorgesteld bij een uitgebreid proces, is dat vaak om klachten te verminderen. Op genezing gerichte operaties zijn vaak heel ingrijpend en kunnen blijvende verminkingen tot gevolg hebben, bijvoorbeeld een amputatie van een borst bij borstkanker. Sommige operaties kunnen emotioneel heel zwaar zijn, bijvoorbeeld als bij een jonge vrouw de baarmoeder en eierstokken zijn weggehaald en ze geen kinderen meer kan krijgen. Dankzij beter combinatiebehandelingen waarbij naast een sparende operatie, een operatie waarbij alleen de tumor wordt weggehaald, ook chemo- en/ of radiotherapie worden ingezet kunnen mensen tegenwoordig vaker het desbetreffende ledemaat behouden. Overigens zijn niet alle vormen van kanker geschikt voor een operatie. Bijvoorbeeld bij leukemie of lymfeklierkanker, omdat deze vormen van kanker verspreid zijn over het hele lichaam. Bestralen Voor radiotherapie worden verschillende soorten straling gebruikt. Vaak is dat hele sterke röntgenstraling. Ook kan er gebruik gemaakt worden van een radioactieve bron. Bekende radioactieve bronnen die worden gebruikt zijn bij borstkanker iridium en radioactieve jodiumzaadjes bij prostaatkanker.
Bestralen kan op twee manieren, inwendig en uitwendig. Inwendige bestraling wordt ook wel brachy-therapie genoemd. Bij inwendige bestraling wordt het radioactief materiaal in of bij de tumor aangebracht of in het orgaan waar de tumor is verwijderd. Bij uitwendige bestraling komt de straling uit een toestel en dringt van buitenaf door in de kankercellen. Na de bestraling blijft er geen straling achter in het lichaam. Een patiënt wordt dus niet radioactief. Afhankelijk van de soort kanker, verschilt de soort van bestraling en de duur van de bestraling. Soms, wanneer een patiënt bestraling krijgt voor pijnvermindering, hoeft dit slechts één keer. Soms, bijvoorbeeld in het geval van een lymfoom, moet een patiënt meerdere dagen per week, meerdere weken achter elkaar. Welke bijwerkingen er bij een patiënt optreden als gevolg van radiotherapie, is afhankelijk van de plaats in het lichaam waar het bestralingsgebied ligt. Bestraling werkt vooral op sneldelende cellen. Dus op kankercellen maar ook op andere gezonde sneldelende cellen zoals bijvoorbeeld een haarcel of een huidcel. Een algemeen verschijnsel is vermoeidheid. Dit heeft te maken met het feit dat het lichaam extra energie verbruikt voor het opruimen van dode kankercellen en het herstellen van beschadigde cellen. Bestraling kan als enige behandeling worden ingezet, maar ook in combinatie met andere behandelingen. Bijvoorbeeld voor of na een operatie of chemokuur. Het doel van de bestraling kan zijn genezing (curatie) of het afremmen van de ziekte en verlichten van klachten (palliatie). Ook word bestraling gebruikt als aanvullende (adjuvante) behandeling. Chemotherapie Chemotherapie is de inzet van celdelingremmende medicijnen, die men cytostatica noemt. Deze medicijnen komen direct of indirect in de bloedbaan. Van daaruit worden zij verspreid door het hele lichaam en kunnen dus ook kankercellen bereiken. Cytostatica kunnen als tablet worden ingenomen, maar ook worden toegediend via een injectie of infuus. Er is één plaats in het lichaam waar cytostatica niet zo makkelijk kunnen komen, namelijk in de hersenen. Dat komt doordat wij een ingebouwd beveiligingssysteem hebben: de bloed-hersenbarrière die ervoor zorgt dat ongewenste stoffen niet in ons hoofd komen. Om toch cytostatica bij kankercellen in de hersenen te krijgen, worden ze door middel van een ruggenprik ingespoten (intrathecale toediening). Er zijn wel meer dan dertig verschillende soorten cytostatica die op verschillende manieren in het ontwikkelingsproces van kankercellen inwerken. Kankercellen verschillen in hun gevoeligheid voor cytostatica. Om een zo optimaal mogelijk resultaat te bereiken wordt dan ook vaak een combinatie van verschillende medicijnen toegepast. Cytostatica hebben niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen en dan vooral op de sneldelende cellen. Bijwerkingen zijn dan ook onvermijdelijk. Maar welke en hoe ernstig is sterk afhankelijk van de soort medicatie die een patiënt krijgt. Veelvoorkomende bijwerkingen zijn moeheid en misselijkheid. Chemotherapie kan als curatieve of palliatieve behandeling worden ingezet, maar het word vaak gegeven als aanvullende behandeling. Hormonale therapie Hormonale therapie wordt bij bepaalde soorten kanker gegeven. Vooral bij vrouwen met borstkanker of baarmoederkanker en bij mannen met prostaatkanker. De borsten en het baarmoederslijmvlies bij vrouwen en de prostaat bij mannen hebben geslachtshormonen nodig voor hun groei en ontwikkeling. Als hier een tumor ontstaat, zijn de kankercellen, net als de gewone cellen, vaak (deels) afhankelijk van de aanwezigheid van die geslachtshormonen. Zonder de geslachtshormonen neemt de groei van de tumor af of kan de tumor kleiner worden. Bij de behandeling wordt hiervan gebruik gemaakt. De hormonale balans van de patiënt wordt dan gewijzigd: de productie van bepaalde eigen hormonen wordt beperkt of hun invloed wordt verminderd. Het ontstaan en de uitzaaiing van de kankercellen kan zo (tijdelijk) worden stopgezet. Een hormonale behandeling kan op een aantal manieren worden gegeven. Veel patiënten worden behandeld met medicijnen, zogeheten hormoonpreparaten. Het kan ook plaatsvinden door middel van operatief verwijderen of bestralen van de organen die de hormonen aanmaken. De bijwerkingen en gevolgen die de patiënt mogelijk ondervindt hangen onder meer samen met de functie die de eigen hormonen oorspronkelijk hadden voordat ze door de therapie werden tegengewerkt of uitgeschakeld. Bijvoorbeeld: wanneer bij vrouwen met borstkanker de eierstokken worden verwijderd, valt de productie van oestrogenen weg. Oestrogenen spelen een belangrijke rol bij de menstruatiecyclus. Het gevolg van het weghalen van de eierstokken is een vervroegde overgang met de bijbehorende klachten. Feiten over roken en kanker Roken is één van de belangrijkste doodsoorzaken van de Nederlandse bevolking. Eén op de twee rokers overlijd ten gevolge van het roken. Hoeveel mensen overlijden vóór het zeventigste jaar? mannen vrouwen
1 op de 3 rokers 1 op de 5 rokers
1 op de 6 niet-rokers 1 op de 8 niet-rokers
Wat is het percentage rokers in Europa? Land vrouwen (%) mannen (%) gemeten in
Denemarken 37 37 1993
Noorwegen 35.5 36.4 1994
Nederland 29 36 1994

IJsland 28 31 1994
Ierland 28 29 1993
Groot Brittanië 28 26 1994
Oostenrijk 27 42 1993
Frankrijk 27 40 1993
Italië 26 38 1994
Luxemburg 26 32 1993
Zwitserland 26 36 1992
Spanje 25 48 1993
Zweden 24 22 1994
Duitsland 21.5 36.8 1992
België 19 31 1993
Finland 19 27 1994
Portugal 15 38 1994
Cyprus 7.2 42.5 1990 Wat zijn de historische ontwikkelingen en toekomstige trends? 1950-1999: 700.000 doden ten gevolge van roken* 2000-2015: 330.000 doden te verwachten als gevolg van roken *) overleden aan hart- en vaatziekten, kanker, COPD (luchtwegaandoeningen) en overige
1950-1999: 337.000 mannen overleden aan kanker ten gevolge van roken

2000-2015: 114.000 mannen zullen naar verwachting overlijden aan kanker ten gevolge van roken
1950-1999: 23.000 vrouwen overleden aan kanker ten gevolge van roken
2000-2015: 67.500 vrouwen zullen naar verwachting overlijden aan kanker ten gevolge van roken
1950-1999: 244.500 mannen overleden aan longkanker ten gevolge van roken(=94% van longkankersterfte) 2000-2015: 75.600 mannen zullen naar verwachting overlijden aan longkanker ten gevolge van roken (= 90% van longkankersterfte) 1950-1999: 18.800 vrouwen overleden aan longkanker ten gevolge van roken (=54% van longkankersterfte) 2000-2015: 53.300 vrouwen zullen naar verwachting overlijden aan longkanker ten gevolge van roken (=86% van longkankersterfte) De sterfte aan kanker ten gevolge van roken betreft voornamelijk longkanker en in veel mindere mate tumoren in het hoofd- en halsgebied, de blaas, de nieren, de alvleesklier en mogelijk tumoren in de baarmoederhals. Hoeveel mensen overlijden aan de gevolgen van roken? Tussen 2000-2015 zal 17% van de sterfte bij mannen in Nederland worden veroorzaakt door roken en zal 11% van de sterfte bij vrouwen in Nederland worden veroorzaakt door roken. Hoeveel mensen overlijden aan een door roken veroorzaakte kanker? Tussen 2000-2015 zal 32% van de sterfte aan kanker bij mannen in Nederland worden veroorzaakt door roken en zal 21% van de sterfte aan kanker bij vrouwen in Nederland worden veroorzaakt door roken. Hoeveel mensen overlijden aan een door roken veroorzaakte longkanker? Vanaf 2011 zullen meer vrouwen dan mannen aan longkanker overlijden. Rond 2011 zullen naar verwachting meer vrouwen dan mannen aan longkanker overlijden. Recent onderzoek geeft te zien dat vrouwen, bij eenzelfde rookintensiteit als mannen, gevoeliger zijn om longkanker te krijgen. Dit houdt verband met hun hormoonhuishouding. Welke roken gerelateerde tumorsoorten zijn er? Tumorsoort Incidentie (aantal nieuwe gevallen)1997 Mortaliteit (sterfte) 1998 Overlevingskans (5 jaar overleving) 1988-1997
Longkanker 8.781 8.646 18% (niet kleincellig) Tumoren hoofd/ hals gebied 1.463 407 Afhankelijk van de locatie, tussen de 34% en 77% Alvleesklier 1.355 1.698 8,4% Blaas 2.216 1.118 57% Nieren 1.423 841 58% Wat is longkanker? Longkanker is in Nederland de meest voorkomende soort kanker bij mannen. Maar ook bij vrouwen komt deze ziekte steeds vaker voor. In totaal wordt jaarlijks bij circa 9000 mensen longkanker vastgesteld. Roken is de belangrijkste oorzaak van longkanker. Van alle mensen met longkanker heeft 90% gerookt. Longkanker word in 3% van de gevallen veroorzaakt door passief roken. Een andere oorzaak kan langdurige blootstelling aan kankerverwekkende stoffen zijn. Tenslotte lopen mensen die al een longaandoening hebben, zoals astma, meer risico op longkanker. De klachten die een longtumor geven zijn heel sterk afhankelijk van de plaats van de tumor in de longen. Ligt een tumor midden in de long, dan kan iemand daar lang geen last van hebben. Pas na een tijd kunnen klachten als moe zijn, kilo's afvallen en geen trek in eten optreden. Een tumor aan het begin van de longen geeft veel sneller klachten. De klachten die dan kunnen optreden zijn: - een hardnekkige prikkelhoest - bloed bij het opgehoeste slijm - kortademigheid - heesheid - een fluitend geluid bij het ademen - een zeurende pijn in de borststreek
Bij genoemde klachten zal een huisarts eerst lichamelijk onderzoek doen. Vertrouwt de arts het niet dan is een röntgenonderzoek van de longen de volgende stap. Afhankelijk van de uitslag van dit onderzoek, kan verwijzing naar een longarts noodzakelijk zijn. Verder onderzoek in het ziekenhuis zal bestaan uit een CT-scan van de longen en een bronchoscopie waarbij de arts de luchtwegen van binnen nakijkt. Daarbij kan een stukje weefsel voor nader onderzoek worden weggenomen. Bij dieper in de longen gelegen tumoren is een punctie nodig om weefcellen te verkrijgen. Soms kan longweefsel alleen worden verkregen door middel van een operatieve ingreep. Blijken de klachten veroorzaakt te worden door een longtumor dan is aanvullend onderzoek om te kijken of een operatie mogelijk en/ of zinvol is. Wanneer de tumor namelijk naar andere plaatsen in het lichaam is uitgezaaid, is een operatie niet zinvol. Welke behandeling mogelijk is, hangt af van het type longkanker en de uitgebreidheid. Qua type word er een onderscheid gemaakt tussen kleincellige en niet-kleincellige longtumoren. Een patiënt komt alleen voor een operatie in aanmerking als er een beperkte, niet ingegroeide en niet uitgezaaide longtumor van het niet-kleincellige type is vastgesteld. Wanneer een operatie niet mogelijk is, zal een bestralingskuur worden geadviseerd. Dit is ook het geval als er elders in het lichaam uitzaaiingen zijn ontdekt. Doel van de bestraling is het ziekteproces te remmen en de klachten te verminderen. Een andere optie is brachy-therapie. Soms wordt dit in combinatie met chemotherapie gedaan. Conclusie De stijging in de sterfte van longkanker bij mannen startend in de vijftiger jaren van de vorige eeuw, weerspiegelt het rookgedrag van mannen van voor de Tweede Wereldoorlog. Eind tachtiger jaren begint de sterfte te dalen. Vanaf dat moment worden de effecten van minder roken, maar vooral van stoppen met roken (campagnes) zichtbaar in de sterftecijfers. De stijging in de sterfte aan longkanker bij vrouwen startend halverwege de zeventiger jaren is het gevolg van het in toenemende mate gaan roken van vrouwen na de Tweede Wereldoorlog. Deze stijging in de sterfte zal voorlopig doorzetten. Sinds de zeventiger jaren zijn steeds meer vrouwen gaan roken. De sterfte aan longkanker is voor vrouwen geboren in de periode 1945-1960 even hoog als bij mannen die in diezelfde periode zijn geboren.
Krantenartikels We vonden drie krantenartikelen, waar wij informatie uit hebben gehaald voor ons werkstuk. Met daarin ook interessante weetjes. Een opmerkelijk artikel vonden wij "Niemeyer wist in 1819: 'nicotine is verslavend'". Daarin wordt vermeld dat de 57-jarige W. ter Schegget en de 42-jarige J. Andeweg een zaak hebben aangespannen tegen de tabaksfabrikant Niemeyer, nadat zij beide een ernstige ziekte hadden opgelopen ten gevolge van het jarenlang roken van samson shag. Wij vinden het nogal naïef om de schuld bij een ander te leggen. Omdat iedereen te weten kan komen dat roken de gezondheid ernstig schaad. Het lijkt meer op een poging om geld los te krijgen bij Niemeyer. Maar daarentegen heeft Niemeyer en daarbij de andere tabaksfabrikanten ook schuld, door belangrijke medische informatie achter te houden. Bronvermelding Boeken: - 'Kanker: een boek met cijfers, gevolgen, vooruitzichten, mogelijkheden en onmogelijkheden van kanker' door Ivan Wolffers - Knipselkrant voor de jeugd over kanker - Kanker: infomap - 'Feiten en fabels over kanker in Nederland' door O. Visser Sites op internet: - www.kanker.nl - www.scholieren.com - www.volkskrant.nl - http://members.tripod.lycos.nl/kankerinfo - www.kankerbestrijding.nl - www.despin.net - www.kankerpatient.nl
We hebben als bron een krantenbijlage over kanker gebruikt. Deze bijlage komt uit het NRC Handelsblad van 4 september 1997.

REACTIES

A.

A.

hoeveel procent krijgt leverkanker ?

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.