Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Duitse landbouw

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 2946 woorden
  • 21 mei 2003
  • 186 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
186 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Indeling; Ø Inleiding Ø Landbouw in Duitsland algemeen Ø Biologische landbouw Ø Landbouw in (voormalig) Oost- en West Duitsland Ø Landbouw in de deelstaten Ø Ziektes Ø Bronvermelding Inleiding Mijn werkstuk gaat over de Duitse landbouw. In mijn schrift staat dat ik mijn keuze moet motiveren maar dat zal helaas niet gaan aangezien ik het onderwerp niet zelf gekozen heb. Ik kan ook niet doen alsof ik het zelf gekozen heb omdat als ik zelf had mogen kiezen ik nooit de Duitse Landbouw zou hebben gekozen. Ik vind het namelijk nogal een raar onderwerp. Ik neem aan dat we dit werkstuk moeten maken zodat we wat meer interesse krijgen voor Duitsland. (Dat weet ik niet zeker maar het lijkt mij het meest logisch.) Als dat zo is vind ik dat je het onderwerp zelf moet laten kiezen. Ik interesseer me namelijk niet zo voor de Duitse landbouw dus ik betwijfel of ik na het maken van dit werkstuk meer interesse krijg voor Duitsland, maar wie weet… Landbouw in Duitsland Algemeen Ongeveer de helft van Duitslands grondgebied bestaat uit landbouwgrond. Veel Duitse landbouwbedrijven zijn sterk gemechaniseerd en leveren een hoge productie, maar het aantal middelgrote en grote landbouwbedrijven is in Duitsland niet zo groot al in bijvoorbeeld Engeland, Amerika of Australië. De meeste agrarische ondernemingen zijn familiebedrijven en meer dan 90 procent is kleiner dan 50 hectare. Duitse boeren worden, net als boeren in andere Europese landen, sterk gesubsidieerd door de Europese Unie. Een bijzonder kenmerk van Duitse landbouwbedrijven is dat bijna de helft van de boerderijen en het grootste deel van de kleinere boerderijen parttime wordt gerund door mensen die met een andere baan hun hoofdinkomen verdienen. Als bijvoorbeeld een van beide partners elders een fulltime baan heeft, doet de ander het meeste werk op de boerderij en zal de buitenshuis werkende partner af en toe bijspringen. Duitsland kan zelf voorzien in de binnenlandse vraag naar graan, suiker, boter, varkensvlees en rundvlees en bijna in de vraag naar eieren. Maar het meeste fruit en groente worden ingevoerd. Het Noord - Duitse Laagland bestaat vooral uit onvruchtbare zandgrond met heidevelden. Het zuiden is voor een groot gedeelte bergland met uitgestrekte bossen. Langs de Noordzeekust en aan de voet van de Alpen liggen de grootste weidegronden. Daar is veel veeteelt. Het noorden levert vlees en melk. Het zuiden is bekend om de verschillende soorten kaas, boter en andere zuivelproducten. In Midden-Duitsland hebben veel boeren een gemengd bedrijf. Er is akkerbouw en veeteelt. De akkerbouw producten dienen als voer voor hun vee. Dat zijn vooral varkens. De Duitsers eten namelijk veel varkensvlees. De belangrijkste producten van de akkerbouw zijn tarwe, gerst, rogge, haver, aardappelen en suikerbieten. De betekenis van de Landbouw, bosbouw en visserij in Duitsland, 2000

A. Landbouwkundig gebruikte oppervlakte 17,1 miljoen hectare = 48% van Duits opp. B. Aantal mensen werkzaam in de landbouw, bosbouw en visserij 940000 = 2,4% van de beroeps bevolking
C. Brutto bijdragen in het nationale inkomen van de landbouw, visserij en bosbouw. €23.3 miljard = 1,2% van het gezamelijke bruto nationaal inkomen. D. Zelfverzorgingsgraad van Duitsland 89% Betekenis van de landbouw, bosbouw en visserij in Duitsland, 2000 in een staafdiagram
Wichtige Eckdaten über die Bedeutung der Land- und Forstwirtschaft und Fischerei in Duetschland 200
Landwirtschaft genutzte Flächeder landwirtschaftlichen Betriebe 17,1 Mill. Hektar = 48% der Fläche Deutschland
Erwerbstátige in der Land- und Forstwirtschaft und Fischerei. 940 000 = 2,4% aller Erwerbstätigen
Bruttowerschópfung in der Land- und Forstwirtschaft und Fischerei 1,2% der gesamten Bruttowertschöpfung
Het zijn alledrie dezelfde gegevens alleen dan de een in het Nederlands en de ander in het Duits. Ook Duitsland is, net als Nederland, vanaf de oprichting lid van de Europese Gemeenschap. Een van de sectoren die al veranderde van die samenwerking was de landbouw. De boeren kregen te maken met een groter afzetgebied, maar ook met nieuwe regels en voorschriften. Ook hebben de subsidies grote invloed gehad op de landbouw. De landbouw werd niet meer geheel afhankelijk van de vrije markt, maar werd voor een deel ook gestuurd vanuit Brussel. De betekenis van de landbouw voor de economie is, in Europa na de Tweede Wereldoorlog, steeds verder achteruit gegaan. Door het gebruik van steeds betere zaai- en oogsttechnieken en door intensieve veehouderij produceren steeds minder boeren steeds meer voedsel. In 1950 voedde één boer nog 10 mensen, nu zijn dat er zo'n 125. In Europa wordt al jaren teveel geproduceerd. De prijzen voor voedsel werden door het overaanbod steeds lager en steeds meer kleinere boerderijen kunnen niet meer met winst draaien. Alleen grotere bedrijven kunnen goedkoop produceren. De laatste jaren stoppen jaarlijks 20.000 Duitse boeren er mee. De helft van het budget van de EU gaat naar de landbouw. De Duitse landbouw ontvangt jaarlijks 12,2 miljard Mark aan subsidies van de EU en nog eens 15,1 miljard Mark aan subsidies. De subsidies werden verstrekt aan boeren om hun bedrijven te moderniseren of ook om het hoofd boven water te kunnen houden. Door minimale prijzen verplicht te stellen en extra belastingen te heffen op producten van buiten de EU bijvoorbeeld. Zo'n 20 procent van de agrarische bedrijven ontvangt 80% van alle subsidies. Op al die subsidies is steeds meer kritiek gekomen. Aan de ene kant betaalt de EU om meer te produceren en aan de andere kant betaalt de EU de vernietiging van diezelfde overproductie. Indeling van het Duitse grondgebied Biologische en ecologische landbouw
Van oudsher is in Duitsland aandacht besteed aan alternatieve vormen van landbouw. Reeds in de twintiger jaren van de vorige eeuw werd het werk van Rudolf Steiner bekend. Hij is de grondlegger van de Vrije Scholen, de homeopathie en ook van de macro biologische landbouw. In de macro biologische landbouw worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, geen kunstmest en wordt bij het zaaien en oogsten rekening gehouden met de stand van de maan. Poten en zaaien gebeurt aan de hand van een zogenaamde zaaikalender. Rudolf Steiner heeft tot op heden aanhangers in Duitsland. Maar ook in Nederland. Naast de macro biologische landbouw kent Duitsland de biologische landbouw. In de biologische landbouw worden geen kunstmest en geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. Een andere vorm is de ecologische landbouw. Deze vorm kwam in opmars vanaf de zeventiger jaren. In de ecologische landbouw streeft men evenwicht na tussen mens- dier en natuur. Dit alles moet met elkaar in balans zijn. Het hoeft dus niet perse zonder kunstmest, maar door het verbouwen van gewassen en het houden van dieren mag de aarde niet uitgeput raken. Men maakt bijvoorbeeld gebruik van gemengde bedrijven. Dan worden de gewassen geteeld ten behoeve van de dieren: als voedsel. Maar de mest van de dieren is weer nodig om de gewassen te bemesten. Dat het anders moet in de landbouw vond ook de regering van Schöder. Na de verschillende ziektegolven ( mkz en bse) was iedereen ervan overtuigd dat de bio industrie niet langer kon.De landbouw moet drastisch anders aangepakt worden, besloot de Duitse regering. "Stoppen met de agrarische fabrieken!" verkondigde bondskanselier Schröder. De nieuwe minister van landbouw besloot dat zo'n 10% van de agrarische bedrijven biobedrijven moest worden. In de nieuwe manier van werken moet het milieu en de gezondheid van de consument ook een plaats krijgen. Boeren moeten hun producten regionaal gaan verkopen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. En terug naar vroeger ("10 koeien en 2 varkens op hooi in een gezellige stal") kan ook niet. Produceren de boeren biologisch dan vindt de consument ze te duur. Produceren ze goedkoper (massaproductie) dan vindt de consument dit om ethische redenenen en vanwege de risico's ook niet goed. Het probleem zit dus ook bij de consument, die meer moet willen betalen voor biologisch geproduceerd voedsel. Volgens onderzoeken blijkt maar zo'n kwart van de bevolking hiertoe bereid. Tot nu toe is biologisch produceren veel duurder en betekent voor veel boeren dat ze failliet zullen gaan. Maar niet alleen veel boeren protesteren daarom tegen deze plannen. Biologisch produceren betekent dat sproeimiddelen en kunstmest niet meer gebruikt worden, en daardoor loopt de kunstmestindustrie zo'n 1,6 miljard Mark aan inkomsten mis. Felle tegenstand zal ook de veevoerindustrie leveren. Voordat bekend werd dat BSE door het gebruik van diermeel veroorzaakt wordt, verkochten ze jaarlijks voor 6 miljard Mark aan de boer. Bioboeren produceren op hun eigen land het voer voor hun dieren en zullen dus minder of zelfs geen veevoer meer hoeven kopen. Het is voor de boeren wel duurder om het zelf te verbouwen. En tot slot zijn er veel boeren die erg veel geld in de modernisering van hun bedrijf geïnvesteerd hebben - vaak zelfs met subsidies - en niet inzien waarom ze opeens terug zouden moeten keren naar een duurdere manier van produceren. Uit de krant van 21 juni 2002: De Duitse biologische landbouw is door het oog van de naald gekropen. De Europese Commissie heeft vanwege het zogenoemde Nitrofeen-schandaal de Duitse biologische producten geen exportverbod opgelegd. Het schandaal ontstond toen de kankerverwekkende stof Nitrofeen, in graan werd aangetroffen. Het graan was afkomstig van een opslagplaats in de Oost-Duitse deelstaat Mecklenburg-Vorpommern. Dit leidde tot de tijdelijke sluiting van 500 boerenbedrijven. Aangezien het graan aan bedrijven werd geleverd die het tot diervoeder verwerkten kwam Nitrofeen in de voedselketen terecht en bleken niet alleen biologische maar ook conventionele landbouwbedrijven in andere deelstaten besmet te zijn. Het krantenbericht hierboven laat zien dat het ook in de biologische landbouw niet altijd koek en ei is. In Duitsland werd van oudsher goed toezicht gehouden op de naleving van de regels voor biologische landbouw. Een bekende organisatie is Demeter. Na de vereniging van het westen en het oosten werd dit toezicht echter steeds lastiger. Enerzijds omdat er opeens veel meer bedrijven waren die zich biologisch noemden, anderzijds omdat de bedrijven in het oosten mogelijk minder belang hechtten aan de regels. Voor de biologische landbouw bracht het schandaal, zoals in het krantenartikel beschreven, vooral ontnuchtering: de biologische landbouw die tot dan toe een ongeschonden blazoen had in vergelijking tot de traditionele landbouw, raakte haar betoverende werking kwijt. Het schandaal had ook nog een ander effect: midden in de verkiezingsstrijd werden de boeren ontdekt als een belangrijke groep kiezers. Waarom spelen zij zo'n belangrijke rol in de politiek? Uiteindelijk is het aandeel van de landbouw in het bruto binnenlands product van de Bondsrepubliek slechts 1,2 procent. aantal agrarische bedrijven 471.960, waarvan in - Beieren: 154.189- Baden-Württemberg: 75.850- Niedersachsen: 65.650
daarvan bio-boeren 9.000

gebruik van het akkerland 97,6 % traditionele landbouw2,4 % biologische landbouw (in Nederland: 0,9 %) aantal mensen werkzaam in de landbouw 3% van de beroepsbevolking[bron: Statistisches Bundesamt 1999, AGÖL e.V. 1999] Landbouw in (voormalig) Oost en West Duitsland
Bij het einde van de oorlog werd het oosten door de Russen bevrijd en het westen door de Amerikanen. Op de plaats waar deze beide legers elkaar tegenkwamen ontstond de grens tussen Oost Duitsland en West Duitsland. Het Oosten kwam onder invloed van Oost Europa. Het westen kwam onder invloed van West Europa. Contact was tussen beide verboden. Daardoor zijn er nu grote verschillen tussen de landbouw in het oosten en de landbouw in het westen van Duitsland. De meeste West-Duitse boerderijen zijn niet zo groot. Vaak wordt al het werk gedaan door de boer en de boerin. De boeren kopen hun landbouw-machines meestal samen met andere boeren. Ze gebruiken de machines dan om de beurt. Veel boeren moet ’s winters in een fabriek gaan werken om genoeg geld te verdienen. Andere boeren hebben hun schuren omgebouwd tot vakantiehuisjes. Op zo’n boerderij kun je dan op vakantie gaan. Je mag helpen op de boerderij en je eet ook bij de boer. De landbouw is in West-Duitsland niet zo belangrijk als de industrie. Dat komt doordat er maar weinig vruchtbare grond is. De boerderijen in het voormalig West Duitsland waren in particulier bezit. Dat wil zeggen dat de boer en zijn vrouw zelf eigenaar waren van het bedrijf. In het oosten heeft de landbouw zich anders ontwikkeld. Eigen bezit kwam niet voor. De meeste mensen die op een boerderij werkten, waren in loondienst. De bedrijven vormden grote coöperaties met elkaar. Dat betekende dat ze nauw samenwerkten en heel veel zaken collectief aanpakten. Daardoor leek het werken in de landbouw meer op het werken in de fabriek. Duitsland heeft een productieve landbouw, die meer dan driekwart van de Duitse behoefte aan agrarische producten dekt. De mechanisatie is in de bedrijfsvoering sterk doorgedrongen. Driekwart van de landbouwbedrijven is coöperatief georganiseerd; gespecialiseerde kippen- varkens- en runder mesterijen worden zeer rationeel gedreven. Deze bedrijven komen vooral voor in het voormalig oost Duitsland. Ondanks herkaveling overheerst nog het kleinbedrijf. Het grootbedrijf vindt men vooral in het noordwesten. In de tabel hieronder zien we dat de bedrijven in het westen van Duitsland in de afgelopen 50 jaar steeds groter geworden zijn. In 1949 bedroeg de gemiddelde grootte nog 8.1 hectare. In het jaar 2000 was dat opgelopen tot 26.8 hectare. De bedrijven in het voormalig oost Duitsland hebben een bijna omgekeerde ontwikkeling doorgemaakt. Gegevens van voor 1960 ontbreken. Maar in 1960 bedroeg het gemiddelde 281 hectare. De top van de bedrijfsgrootte lag in 1980. Een gemiddeld boerenbedrijf was toen maar liefst 2388 hectare groot. Daarna is de gemiddelde grootte afgenomen naar 187 hectare. Jahr (jaar) Deutschland (Duitsland nu) Frúheres Bundesgebiet. (het vroegere westen van Duitsland) Neue Länder und Berlin-Ost (het vroegere oosten van Duitsland) 1949 - 8,1 - 1960 - 9,3 281,4
1970 - 11,7 612,5
1980 - 15,3 2388,2
1991 27,6 19,6 284,5
1999 36,3 26,1 184,4
2000 37,2 26,8 187,7
Durchschnittliche Betriebsgrosse der landwirtschaftlichen betriebe in hektar. (gemiddelde bedrijfsgrote in hectares) In de nieuwe deelstaten bestond de zo genoemde socialistische landbouw tot de val van de Muur uit LPG's, Landwirtschaftlichen Produktionsgenossenschaften, die qua oppervlakte erg groot waren. Omdat ze kampten met veel personeel, slechte opbrengsten en veel milieuvervuiling zijn ze na de Wende een nieuwe weg ingeslagen. Maar van tijd tot tijd zijn er nog sporen van de oude tijden, zoals het Nitrofeen-schandaal nog weer eens duidelijk heeft gemaakt. Het overgangsproces om aan de voorwaarden van de Europese Unie te voldoen was in het jaar 2000/2001 afgesloten. Zo ontstonden uit de ongeveer 4500 LPG's meer dan 27 duizend landbouwbedrijven. Zeker een derde deel heeft een omvang van 100 hectare of meer. De vroeger onrendabele bedrijven zijn uitgegroeid tot grote ondernemingen: landbouwcoöperaties of naamloze vennootschappen. Het aantal werknemers is evenwel teruggelopen van 850 duizend in de vroegere DDR tot 167 duizend in het jaar 2000, inclusief deeltijdwerkers. Landbouw in de deelstaten De meeste grote welvarende landbouwbedrijven zijn te vinden in het noorden, in de deelstaten Noordrijn-Westfalen, Sleeswijk-Holstein en Nedersaksen. Ook in Beieren komen dergelijke landbouwbedrijven voor, maar de boeren bedrijven in het zuiden zijn over het algemeen kleiner dan die in het noorden. In de heuvels van Beieren ligt de nadruk op de zuivelproductie. In het Noorden en westen van het land, in Noordrijn-Westfalen bijvoorbeeld, zijn veel varkenshouderijen. In andere streken is de wijnbouw weer veel belangrijker, of de fruitteelt of de verbouw van de groenten. De druiven voor de wereldberoemde Duitse wijnen worden verbouwd in wijngaarden langs de oevers van de Rijn, Neckar, Moezel en Main.
Ziektes In november 2000 werd de eerste koe met de "gekke koeienziekte" BSE aangetroffen in Duitsland. Tot die tijd dachten de Duitsers dat die ziekte overal voorkwam behalve in Duitsland. De schrik zat er goed in, twee ministers konden hun biezen pakken en de consumptie van rundvlees stortte in... En erg groot was het vertrouwen van de consument na de varkenspest, hormonenkalveren en legbatterijenellende toch al niet meer. Bij de Duitse autoriteiten en bij veeboeren is zeer grote onrust ontstaan over een mogelijke uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ). Weer ontstond er paniek, toen bij een test het gevreesde virus werd ontdekt op twee bedrijven in Nordrhein-Westfalen (in de buurt van Aken en Neuss). Proeven hebben echter uitgewezen dat het loos alarm is geweest. Later die week werd op een bedrijf in het zuiden van de deelstaat Hessen geconstateerd dat 350 schapen, afkomstig van een besmet bedrijf uit het Verenigd Koninkrijk, al waren geslacht en verwerkt. De vachten en slachtafvallen zijn in beslag genomen en werden op MKZ onderzocht. De betrokken dieren waren echter al geïmporteerd voor de uitbraak van MKZ in het Verenigd Koninkrijk. In verband met de MKZ heeft de bondsminister voor consumentenbescherming, voedsel en landbouw een spoedverordening van kracht laten worden, op basis waarvan alle schapen en geiten die na 1 februari zijn geïmporteerd, geslacht en vernietigd moeten worden. Slotwoord Nu ik het werkstuk af heb heb ik niet meer interesse gekregen voor Duitsland, in feite is het dus mislukt. Maar ik heb wel weer wat opgestoken van de Duitse taal, niet dat ik alles onthoud maar toch. De meeste informatie heb ik van Duitse sites en duitse krantenberichten dus heb ik er toch nog wat van geleerd. Het is nogal moeilijk om hier een conclusie over te geven, eigenlijk is die alleen maar dat de Duitse landbouw niet zo veel verschilt met die van de Nederlandse. Ik vond het wel schokkend om te lezen wat voor ongelukken er met voedsel voor dieren gebeuren. En ik heb ook veel krantenberichten gelezen, al heb ik die er niet allemaal ingezet, over schandalen. Dat er met biologisch voedsel gesjoemeld wordt enzo. Thuis eten wij altijd biologisch want dat is beter voor de natuur dus zou het heel erg zijn als daar toch met kunstmest wordt gewerkt, want dan eet natuurlijk niemand meer biologisch. Bronvermelding: Ø Op internet was er niet zo veel over te vinden dus heb ik een brief gestuurd naar de universiteit van Amsterdam. Op hun site stond namelijk dat ze veel informatie hadden van het Duitsland instituut. Ik heb van hun namelijk tabellen, jaartallen en percentages gekregen, vandaar dat er zoveel van dat soort in mijn werkstuk zitten. Overigens was wel alle informatie die ik van hen had gekregen duits. Ø Mijn plaatjes heb ik van www.google.com en uit de boeken. Ø http://www.digischool.nl/du/lexikon/abc/index.htm Ø http://www.duitslandweb.nl/Actueel/Uitgelicht/Biologische_landbouw_verliest_glans.html Ø het boek: West-Duitsland, Ann Adler Vertaald uit het Engels De Ruiter, 1986 Ø het boek: moderne Industriële Werled; Duitsland, Patrick burke. Vertaalt uit het Engels, Corana 1997 Ø Ik heb ook verschillende oude kranten berichten gebruikt maar soms zijn dat maar een paar zinnetjes en ik weet echt niet meer welk zinnetje van welke krant.

REACTIES

M.

M.

er staat niks over veeteelt

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.