Spanje/Madrid

Cultura (cultuur) in Madrid.

Bezienswaardigheden.
Iedere stad heeft natuurlijk gebouwen of monumenten waar het om bekend staat. In Madrid zijn dit er heel erg veel, maar de bekendste is toch wel het stadion van Real Madrid. Je kunt ze niet allemaal gaan bekijken want dat zijn er veel te veel voor één vakantie.
Voorbeeld: Torre Picasso

Het hoogste gebouw van Madrid is de Torre Picasso. Deze toren is ontworpen door de Japanse architect Minoru Yamasaki. Deze Japanner is tevens de ontwerper geweest van de Twin Towers in NYC. De Torre Picasso is 157,25 meter hoog en heeft 43 verdiepingen.

Op het dak bevindt zich een helikopterplatform. Daarnaast kent het gebouw een intelligente computer die echt alles in de gaten houdt. De toren is gevestigd in het AZCA complex, het financiële centrum van Madrid, dat de Madrileense tegenhanger is van New York's "Wall Street" of Londen's "The City".


Kerken.
Voor veel mensen is de kerk allang geen symbool voor de verering van God meer. Toch blijven het schitterende gebouwen, die keer op keer verbazing oproepen over zoveel bouwkennis in die tijd. De meeste kerken worden in stand gehouden door giften of door middel van verkoop van kaarsen die in de kerk gebrand kunnen worden.
Voorbeeld: Iglesia del Corpus Christi

Deze vroeg 17de eeuwse kerk is eigendom van de Corpus Christi Hieronymite nonnen. Het is een gesloten orde dus het klooster kan niet worden bezocht. De kerk daarentegen kan wel.

Het interieur van de kerk is erg kaal. Wel staat er een zeldzaam altaarstuk van Antón Morales dat uit het begin van de 17de eeuw stamt. Naast het zeldzame altaarstuk zijn er ook nog schilderijen te bewonderen van Vicente Carducho waaronder het “laatste avondmaal”.

Paleizen.
Enorme complexen die vroeger bewoond werden door de koningen en andere mensen die “blauw” bloed door hun aderen hadden stromen. Meestal gaan de paleizen gepaard met schitterende tuinen die het een nog romantischer aanblik geven. In Madrid hebben de paleizen mede een deel van de geschiedenis bepaald.
Voorbeeld: Palacio de Comunicaciones

De bouw van dit paleis begon in 1905 onder leiding van Alfonso XIII. Vanaf het begin af aan was al duidelijk dat het hoofdkantoor van de Spaanse posterijen zich zouden vestigen in het paleis. De bouw was in 1918 klaar.
Nu is het nog steeds het centrale postkantoor van de stad Madrid en samen met de Cibeles fontein en de Casa de América is het één van de interessantste pleinen van de stad.

Parken.
Madrid kent enkele grote parken waar de bevolking bijkomt van het "zware leven". Na een dag hard werken, of zelfs al na een ochtend, komen veel mensen bij elkaar in het park om uit te rusten, bij te komen, een krantje te lezen en om de sociale contacten op peil te houden. De parken hebben dus vele functies en de stad Madrid doet er alles aan om ze in een zo goed mogelijke staat te houden.

Voorbeeld: Casa de Campo

Gelegen op de rechteroever van de Manzanares Rivier, in het westen van Madrid. Casa de Campo is een groot park, het bestaat uit ongeveer 4000 are. Bij het meer kunnen roeiboten worden gehuurd en er kan gezwommen en getennist worden. Parque Zoológico, de dierentuin en Parque de Atracciones, een groot pretpark, bevinden zich in het zuidelijke gedeelte.
Vanaf Paseo de Pintor Rosales kan je een kabelbaan nemen

Pleinen.
Het rustige dat de meeste pleinen uitstralen hebben ze tot de één van de populairste plaatsen van Madrid gemaakt. Vooral bij de kunstenaars zijn ze heel geliefd en daarom hebben ze dan ook model gestaan voor vele tekenaars. Nog steeds zijn op veel pleinen kunstenaars te vinden die voor weinig geld een portret van je maken.
Voorbeeld: Plaza Mayor

Plaza Mayor lag vroeger niet binnen de stadsmuren van Madrid. Het lag net buiten de stadsmuren die waren gebouwd door de christenen in de 12de eeuw. Pas in de 15de eeuw bevond het plein zich binnen de stadsmuren van Madrid. Het plein heeft een groot aantal officiële namen zoals Koninklijk Plein, Grondwet Plein en Republikeins Plein maar voor de meeste mensen blijft het gewoon Plaza Mayor.

In 1619 werden de eerste gebouwen rondom het plein gebouwd. Dit waren de eerste echte appartementen van de stad Madrid. Eerdere gebouwen waren namelijk niet echt gebouwen te noemen. Het waren meer hutten. In de jaren die volgden, waren er flinke branden in de omgeving van het plein.

Zo braken er in 1631, 1672 en in 1790 branden uit die dagen aanhielden en vele mensen het leven kostte. Ironisch genoeg waren de wateropslagtanks onder het plein ten tijde van de branden leeg.

Tegenwoordig is er een parkeergarage gevestigd onder het plein. Na de laatste grote brand werd er besloten om de markten niet meer plaats te laten op het plein. Het plein kreeg vooral een sociale functie waar mensen elkaar konden ontmoeten.


Het plein was vroeger een echte marktplaats. De omliggende gebieden hadden een bepaalde organisatie en dat is tegenwoordig nog steeds te zien en wel aan de straatnamen. Zo waren er straten die alleen toegankelijk waren voor bepaalde gilden. Zo waren er Latoneros (tinbewerkers), Herradores (smeden), Botoneros (knopenmakers) en Bordadores (borduurders). Enkele beroepen moesten worden uitgevoerd buiten de stadsmuren vanwege de stank- en geluidsoverlast of vanwege brandgevaar.

Plaza Mayor was niet alleen een marktplein, het plein werd ook gebruikt om feesten te vieren en er werden stierengevechten georganiseerd. Voor deze gelegenheden werden de balkons van de aangrenzen gebouwen verhuurd aan de welgestelden en aan de mensen van adel. Bij grote evenementen waren er maar liefst 50.000 mensen op het plein aanwezig.

Het plein zoal het er vandaag de dag bijligt, is in 1854 gerealiseerd in een neoklassieke stijl. Het standbeeld van Felipe III werd omstreeks 1854 geplaatst waarmee een einde kwam aan de grootschalige evenementen die werden gehouden op het plein. Van 1873 tot 1936 waren er grote parken op het plein aanwezig. Vandaag de dag worden er weer grote feesten op het plein gegeven waaronder de lokale feesten van Madrid.

Natuur in Spanje.

Ook in Spanje moet de natuur beschermd worden, anders verdwijnt het. Daarom heeft Spanje van de mooiste gebieden nationale parken gemaakt. Daar mag je als bezoeker een paar dagen blijven. Je logeert er in Paradores (staatshotels), die op prachtige plekken zijn gebouwd.

Twee soorten parken:
De nationale parken vallen onder de centrale regering in Madrid. Behalve de nationale parken zijn er ook natuurparken. Een natuurpark is er op de eerste plaats voor de ontspanning van de mensen uit de steden in de buurt. De regering van een aangrenzende stad krijgt de taak om op het natuurpark te passen.

Zeldzame dieren:
In de Spaanse nationale parken leven nog dieren die elders in Europa al verdwenen zijn door milieuvervuiling en stadsuitbreiding. In Donada, het grootste en bekendste nationale park van Spanje, overwinteren veel Ciguenas (ooievaars). Deze ooievaars komen dan in de lente in Nederland en België.
Ook ganzen en flamingo's overwinteren in dat park. Er leven arenden en gieren, wilde zwijnen en herten. Maar het meest bijzondere dier is de Lince (lynx).
In het nationale park Covadonga bij de Picos De Europa, het hoogste gedeelte van het Cantabrisch gebergte, leven nog wolven, bruine beren en wilde gemzen (een soort klimgeiten).


Overal bloemen.
In Spanje staan geraniums en andere bloeiende planten in mooie aardewerken potten op balkons, naast de voordeur en op de vensterbank. Planten die bij ons in de kamer staan, groeien in Spanje in het wild, bijvoorbeeld de bougainville, de
hibiscus, ficussen en cactussen.

Museums in Madrid.

In Madrid zijn verschillende museums. Je hebt musea voor beeldhouwkunst bijvoorbeeld de Museo de Escultura al Aire Libre of Museo del Monasterio de las Descalzas Reales. Er zijn ook museums van de geschiedenis bijvoorbeeld Museo Arqueológico. Verder zijn er nog o.a. museums van cultuur, natuur, wetenschappen schilderskunst

Musea del Prado.

het Musea del Prado is een museum van schilderkunst.
Het museum is over de hele wereld bekend als de belangrijkste kunstgalerie. In het museum kan je werken bewonderen van onder andere Goya, Velázquez, Murillo, Zurbarán, El Greco, Ribera, Titian, Boticelli, Tintoretto, El Bosco, Rubens, Van Dyck, Poussin en Durer.

De collectie van versierde kunsten laat werken zien zoals Tesoro del Delfín, de kristallen vaas die volzit met edelstenen die stamt uit de Middeleeuwen. Daarnaast zijn er vele Griekse en Romeinse beeldhouwwerken te bewonderen.

Het museum is gevestigd in een schitterend gebouw dat in opdracht van Carlos III is ontworpen door Juan de Villanueva. Het gebouw werd in 1819 omgetoverd tot een echte kunstgalerie. Behalve dat er kunst is, is er ook nog een café, boekwinkel, souvenirwinkel en een bibliotheek in het gebouw.


Museo de Antroplolgía.

Dit museum is vooral zeer interessant voor diegene die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis verschillende culturen. Elke cultuur heeft zo haar eigen gewoontes en manieren en dat is terug te zien in de dagelijkse gebruiksvoorwerpen zoals kleding, wapens en ceremoniële instrumenten, die in het museum te zien zijn.

De collectie van het museum is verdeeld in geografische gebieden met kamers die zijn toegewijd aan de Filippijnen (erg belangrijk), Azië (Hindoestaanse, Boeddhistische en Arabische voorwerpen uit de prehistorie die door mensen zijn bewerkt), Afrika ( voorwerpen uit de prehistorie van een bepaalde stam die door mensen zijn bewerkt) en Amerika. De collectie als geheel werd in 1962 officieel benoemd tot historisch-artistiek monument en werd in 1993 eindelijk als museum erkend.

Museo de Ciencias Naturales.

Dit museum, dat helemaal gericht is op de natuur, heeft maar liefst 4 miljoen verschillende dierensoorten tentoon staan waaronder mammoeten, vogels, reptielen, vissen en weekdieren. Enkele van de opgezette dieren zijn angstaanjagend echt, vooral de grote roofdieren kunnen kleine kinderen soms wel een beetje bang maken

Er staan ook grote skeletten van dinosaurussen, zoals het 1,8 miljoen oude skelet van een Megatherium americanum dat is gevonden in Argentinië in 1788. Verder kan je genieten van een uitgebreide mineralen collectie. Het museum vertelt tenslotte het verhaal van de evolutie van het leven op aarde met behulp van audio- en videotoepassingen.

Museo de los Bomberos.

In dit museum kom je alles te weten over de geschiedenis van de Spaanse brandweer. Zo kan je hier de eerste brandweerwagens bewonderen. Dit waren wagens die door paarden werden voortgetrokken. De eerste echt motorisch aangedreven brandweerwagen kwam pas in 1911 in gebruik.

Kinderen kunnen helemaal hun hart hier ophalen. Als ze een pasfoto meenemen, krijgen ze een officiële identiteitskaart. Tevens kunnen ze meedoen aan allerlei testen en proeven om te kijken of ze wel een goede brandbestrijder zijn.

Tourismo (toerisme) in Spanje.

Er gaan per jaar ongeveer 42 miljoen toeristen naar Spanje.

De meeste toeristen komen naar Spanje vanwege de zon, de zee en het strand. Spanje heeft een lange kust met prachtige stranden.
Met name de stranden langs de Middellandse Zee zoals: de Balearen, de Costa del Sol en de Costa Brava.
COSTA is het Spaanse woord voor kust. Door het klimaat is het in Spanje in de zomer bijna altijd prachtig strandweer.
Dat is niet het enige aantrekkelijke van Spanje. Er zijn veel oude steden met prachtige gebouwen. En de Spanjaarden zijn vriendelijke, gastvrije mensen.
Door het toerisme is er in Spanje veel veranderd. De toeristen moeten kunnen slapen. Daarom heeft men veel hotels en campings gebouwd. Ook moesten er restaurants, cafés en disco's komen.
Verder waren wegen en vliegvelden nodig.
Veel kelners, kamermeisjes, koks en hoteldirecteuren verzorgen de toeristen.
Er waren ook meer dokters, vuilnismannen en politieagenten nodig. Door het toerisme hebben zeer veel Spanjaarden een goede baan gekregen.
De toeristen geven erg veel geld uit in Spanje. Met dat geld kan de Spaanse regering weer goederen kopen in het buitenland.

Het uitgaansleven.

Bars en cafés
Door heel Madrid zitten bars en cafés, de ene is nog leuker dan de andere.

Omdat de Spanjaarden later eten dan dat wij gewend zijn, kun je in veel cafés kleine gerechten bestellen. Deze zijn vergelijkbaar met onze bittergarnituur en worden tapas genoemd. Er zijn ook bars die zich volledig in tapas hebben gespecialiseerd.

Discotheken
Madrid is niet alleen de officiele hoofdstad van Spanje, ook op uitgaansgebied is deze stad onmiskenbaar de belangrijkste stad van het land. Overal in de stad vind je grote en kleine discotheken waar de plaatselijke bevolking, aangevuld met stapgrage toeristen, tot in de late uurtjes staat te swingen.


Restaurants
Madrid kent vele restaurants. Op zich is daar niks bijzonders aan, Rome kent ook een groot aantal restaurants. Het verschil zit hem in de etenstijden. Daar moet je echt even aan wennen. Doe je dat niet, dan loop je met een knorrende maag rond.

Aan de lunch besteden de Spanjaarden de meeste tijd en aandacht. Vaak zitten families van 13.00 tot 15.00 of 16.00 aan tafel. 's Avonds beperkt men zich tot een lichte maaltijd. Doordat er zo laat wordt geluncht, gaan veel restaurants ook pas laat open. Veel restaurants zijn pas na 22.00 levendig. Als je voor die tijd trek krijgt, duik je gewoon een tapasbar in.

Tapasbars
In Madrid eet je natuurlijk tapas, die heerlijke kleine hapjes voor de lekkere trek. Drink erbij een Spaanse wijn, het liefst nog een lokale, en je hebt de tijd van je leven. Tapas eet je niet thuis, maar je laat je verwennen in een van de vele tapasbars die Madrid rijk is.

Tapas eet je staande aan de bar en de cocktailprikkers gooi je gewoon op de grond. In Madrid zijn het aantal tapasbars letterlijk ontelbaar. In elke straat en op elk plein vind je er wel een. Natuurlijk is de een beter dan de andere maar ze hebben elk hun eigen specialiteiten van het huis en standaardgerechten, zoals pinchos morunos (pittige worst), caracoles (slakken), jamon (ham) en natuurlijk verse olijven. Kortom, geniet en leef als een echte Madrileen.

Literatuurlijst.

www.madrid.nl
www.google.nl
www.landenweb.com
www.vinden.nl
www.leerlingen.com