Water

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vmbo | 2311 woorden
  • 26 april 2003
  • 148 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
148 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Als je dorst hebt, drink je water. Of thee of limonade, waarvoor ook water nodig is. Het is heel gemakkelijk: even de kraan open draaien en er komt mooi, schoon, helder drinkwater uit de kraan. Het lijkt zo gewoon, maar waar komt ons water eigenlijk vandaan?
Op onze aarde is vreselijk veel water, in een heleboel soorten.
Ik zal er eens even een paar noemen:
- drinkwater
- grondwater
- zeewater
- slootwater
- regenwater

- bronwater
- oppervlaktewater
- smeltwater
- en nog veel meer!!

Het meeste water zit in de zeeën en oceanen. Dat water is zout.
Water verdampt en die damp stijgt op. Het zout blijft achter in de zee.
Als de waterdamp in een koude luchtlaag terechtkomt, word het weer water. Dat heet condenseren. Dan gaat het regenen of sneeuwen.
Die regen of sneeuw komt in meren en zeeën terecht, maar
ook op het land. Dat water zakt langzaam de grond in, dat water noemen we grondwater. Of het water stroomt via de rivieren naar de zee toe.
Water uit rivieren en meren en sloten heet oppervlakte water. Grondwater en oppervlaktewater zijn zoet water.

DRINKWATER VROEGER.

Heel lang geleden, toen de mensen nog jagers waren, hadden ze natuurlijk ook water nodig om te drinken, zich te wassen en te koken. Ze zochten dat water steeds op.
Toen de mensen ontdekt hadden hoe ze graan en andere landbouwproducten konden verbouwen, bleven ze vaak langer op een plek wonen. Dat was altijd in de buurt van een rivier, een beek of een meer of zo, en als dat er niet was groeven ze putten waaruit ze het grondwater met een emmer omhoog haalden.


DE OUDSTE WATERLEIDINGEN.

Toen er steeds meer mensen bij elkaar gingen wonen, ontstonden er steden.
Voor al die mensen was veel water nodig. Ongeveer vijfduizend jaar geleden, toen er in ons land nog helemaal geen steden waren, hadden landen als Egypte en Perzië al steden met waterleidingen.
Ook de Romeinen hadden tweeduizend jaar geleden al aquaducten.
Daarmee werd schoon water uit de bergen naar de stad geleid.

Rijke Romeinen hadden stromend water, wc’s, badkamers en badhuizen.
Toen ongeveer vijfhonderd jaar na Christus de Romeinen waren verslagen, onderhield niemand die waterleidingen. Een paar honderd jaar later was er haast niets meer van over. De mensen haalden hun water weer uit putten, beekjes en rivieren.

WATER IN DE STEDEN.

Achthonderd jaar geleden, in de Middeleeuwen, ontstonden er in ons land steden en ook hier kwam behoefte aan veel water. Soms, als er een rivier of een beek in de buurt was die flink stroomde, werd een deel van dat water door houten leidingen naar de stad geleid. Meestal wat het gemakkelijker om putten te graven. Zo konden de mensen het water uit de put op het marktplein of, uit hun eigen put halen. Maar niet overal was zoet grondwater. In het westen en noorden van ons land is het grondwater te zout om te drinken, omdat het vermengd is met het ondergrondse zeewater. Er werd daarom zoveel mogelijk regenwater opgevangen in bakken en (regen)tonnen, maar dat was snel op als het een tijdje niet regende.
Dan bleef er niets anders over dan water uit de rivier te halen.


HET WATER WORDT STEEDS SMERIGER

Toen de steden groter werden, werd het water in de rivieren en beken bij de steden steeds vuiler. De mensen gooiden er hun uitwerpselen in en hun andere afval.

Het oppervlakte water werd te vuil om te drinken, en de mensen dronken liever bier. Of er werd water gekocht bij de waterdrager. Zo’n waterdrager voer met zijn schip de rivier op naar een plek waar het water nog schoon was, haalde het eruit, voer terug naar de stad en verkocht het water daar.
Toch werd er ook nog steeds water uit de rivier vlak bij de stad gehaald, want dat was het goedkoopste.
Dus wie weinig geld had...
In het water zaten vaak bacterieën waardoor mensen ziek konden worden en dood gingen, vooral door cholera gingen er veel mensen dood.

CHOLERA

Cholera is een heel besmettelijke ziekte. De persoon die cholera
heeft, krijgt krampen en diarree en binnen een paar uren of dagen is hij/zij dood. Lange tijd begreep men niet waarom vooral arme mensen de ziekte kregen. Weinig mensen hadden in de gaten dat het door het vuile water kwam.

DE EERSTE WATERLEIDING UIT DE DUINEN.

Rond 1850 stonken de grachten van Amsterdam zo vreselijk en werden er zoveel mensen ziek, dat er een oplossing moest komen. Met veel geld en moeite werd de eerste drinkwaterleiding aangelegd. Eerst werd er een kanaal gegraven in de duinen waardoor schoon duinwater in een grote plas kwam. Een stoommachine pompte het water door een 23 kilometer lang buizenstelsel naar Amsterdam. Dat gebeurt nu nog steeds. Bij
Haarlem liggen de waterleidingduinen.


NOG VEEL MEER WATERLEIDINGEN.


Na Amsterdam ging het snel met de aanleg van nieuwe drinkwaterleidingen in ons land. In 1910 hadden de meeste steden in Nederland (en in Europa) een waterleiding en hier en daar een riolering. Overal kwamen waterpomp-stations om het water op te pompen.

Toch hadden lang niet alle huizen een eigen drinkwateraansluiting. Er moest voor betaald worden en het was goedkoper om bij de kranen van de gemeente te halen. Die waren er op verschillende plaatsen in de stad of het dorp.

IEDER HUIS EEN EIGEN AAN- EN AFVOER.

Volgens de wet moest ieder nieuw huis een privaat (een toilet) en een gootsteen met afvoer krijgen. Vanaf 1950 moest er in elk nieuw huis ook een bad – of doucheruimte komen. Maar omdat die apparaten om water op te warmen erg duur waren gebruikten de mensen de doucheruimte eerst jarenlang als grote kast.

WATERZUIVERING.

In de vorige eeuw zag het drinkwater er vaak nog een beetje gelig uit door het teer, dat aan de binnenkant van de (riolerings)buizen zat om die tegen roest te beschermen.
Soms was het water troebel door allerlei kleine diertjes die in de waterkanalen leefden zoals, zoetwatergarnalen en wormen. De plaatselijke apotheker controleerde de kwaliteit van het drinkwater.

GRONDWATER


Nu is ons drinkwater wel schoon en helder, omdat het water goed gezuiverd wordt. In Nederland zijn ongeveer 250 pompstations. Ze staan in kleine plaatsjes, maar ook in grotere steden zoals Arnhem en Nijmegen.
Eerst word er water opgepompt dat vijftig tot honderd meter diep zit!

Dit water is tien tot honderd jaar oud!!! Dit grondwater is al aardig schoon, want in de lange tijd die het water nodig heeft om naar de bodem te zakken gaan de bacterien dood.
Nadat het grondwater is opgepompt, moet het nog verder gezuiverd worden.
Eerst moet er zuurstof bij. Daarvoor wordt het langs een soort waterval geleid.
Door die zuurstof gaat het vuil, dat nog in het water zit samenklonteren.
Die klontjes vuil worden daarna uit het water gehaald door filters van grind, koolstof en zand. Het schone water wordt ten slotte opgeslagen in een reinwaterkelder. Daar wordt het bewaard tot het wordt afgeleverd.

INFILRATIE.

In het meest westelijke deel van Nederland, waar geen zoet grondwater is, moet drinkwater gemaakt worden uit oppervlakte water. Eerst wordt het water uit de Rijn en uit de Maas gehaald en daarna 3 maanden opgeslagen in de Brabandse Biesbosch. Dat is een gebied met heel veel water en eilandjes. In die tijd kunnen bepaalde stoffen bezinken.
Daardoor word het water al gedeeltelijk gezuiverd. Daarna wordt het water in de duinen gepompt. Dat heet infiltreren. Door het zand wordt het water verder gezuiverd. En dan volgt de zuivering zoals dat bij grondwater ook gebeurt.

DIRECT ZUIVEREN VAN OPPERVLAKTEWATER.

We gebruiken meer drinkwater dan alleen het water dat door de grond gezuiverd wordt. Daarom wordt ook nog een deel van het oppervlaktewater direct gezuiverd. Dit is veel ingewikkelder. Eerst moet het langs allerlei vuilroosters gaan. Daarna worden er vlokmiddelen en andere stoffen toegevoegd om het vuil te binden. Ten slotte moet het water opnieuw worden gefilterd.

BETROUWBAAR DRINKWATER.

Waterleidingsbedrijven zijn verplicht om betrouwbaar drinkwater te leveren.

Het wordt regelmatig gecontroleerd, want er mogen geen stoffen in zitten die gevaar opleveren voor de gezondheid. Ook moet het goed smaken en er helder uitzien. Meetapparatuur van het waterleidingsbedrijf geeft onmiddellijk aan als er toch te veel ongezonde stoffen of bacteriën in het drinkwater voorkomen.
Dan kan dit water nog een keer extra gezuiverd worden, of worden vermengd met schoner water.


CHLOOR.

Vroeger werd in sommige gebieden chloor toegevoegd om bacteriën te doden. Tegenwoordig zit er nog maar heel weinig chloor in het drinkwater.
De techniek om water te zuiveren is veel beter geworden en er zijn andere bacterië-dodende middelen ontdekt. Zo worden er nu ozon en actieve koolfilters gebruikt.

KALK.

Als je in een fluitketel kijkt, zie je ketelsteen. Die ontstaat door de kalk die in het water zit. Die kalk zit in de grond en komt vanzelf in het water terecht. Het is geen giftige stof, je hebt het zelfs nodig voor de opbouw van je botten. Het smaakt ook niet vies. Het is alleen lastig want als water heet wordt, gaat de kalk als een laagje steen op de wand van de ketel zitten.
Of het vormt een laagje rondom de verwarmingselementen van bijvoorbeeld koffiezetapparaten en wasmachines.
Dat laagje houd de warmte een beetje tegen. De verwarmingselementen hebben daardoor meer energie nodig en gaan eerder kapot. Het is dus voordeliger om water met weinig kalk te hebben. Dat water noemen ze zacht water. Water met veel kalk noem je hard water. In iets meer dan de helft van Nederland is het water van nature zacht water doordat er weinig in de bodem zit. Het water uit de rest van het land wordt tegenwoordig steeds vaker al door de pompstations onthard (ontdaan van de kalk).

SAMENWERKEN TEGEN VERDERE VERVUILING.

De laatste vijftig jaar is de vraag naar water alsmaar gestegen. Meer mensen douchen vaker, sproeien meer de tuin, hebben was- en afwasmachines en noem maar op. Tegelijkertijd is het oppervlaktewater steeds vuiler geworden door steeds meer lozingen van fabrieken in de rivieren.

Ook het grondwater werd alsmaar vuiler, doordat in de landbouw steeds meer meststoffen en landbouwgif werden gebruikt.
Een aantal jaren geleden zijn in Europa en in veel andere landen in de wereld afspraken gemaakt om het water te beschermen. Nu wordt bijvoorbeeld veel afvalwater van de industrie eerst gezuiverd voor het geloosd wordt.
De boeren mogen minder mest en gif gebruiken. Ook mogen ze niet meer water uit de grond halen dan erbij komt. Anders wordt de bovenlaag droog en verdwijnen er planten.
Waterleidingsbedrijven kopen nogal eens de gebieden aan waaruit ze het grondwater oppompen. Zo kunnen ze zelf het gebied beschermen door er natuurgebied van te maken.

DRINKWATER IN DE REST VAN DE WERELD.

Er is genoeg water op aarde, maar het meeste is zout water. Van het zoete water zit het grootste deel in de ijskappen op de noord- en zuidpool. Toch is er nog voldoende zoet water over voor alle mensen op aarde. Het is alleen niet goed verdeeld over de landen. In sommige gebieden regent het heel veel in een korte tijd, en daarna valt er maandenlang helemaal niets meer.
Er zijn landen, zoals Canada, waar heel veel water is en maar weinig mensen wonen.

STUWDAMMEN.

In gebieden met weinig drinkwater bouwt men stuwdammen, in de rivieren, die het water tegenhouden. Daardoor ontstaan stuwmeren. Stuwmeren gebruikt men niet alleen om drinkwatervoorraden aan te leggen, maar men kan er ook akkers mee bevloeien of er electriciteit mee opwekken.

RUZIES.

Sommige landen hebben veel stuwdammen in hun rivieren gebouwd.
De landen waar diezelfde rivieren later doorheen stromen, kunnen daardoor soms niet meer voldoende water uit de rivieren halen. Dat is zo met de rivier de Eufraat. Turkije heeft daar zoveel stuwdammen in gebouwd dat er voor Syrië en Irak te weinig water overblijft. Er zijn ook landen die te veel van het grondwater uit de grond oppompen dat ze met hun buurland delen.
Soms ontstaan er ruzies om het water tussen verschillende landen.

Het is daarom belangrijk dat er afspraken tussen die landen worden gemaakt.

STIJGENDE VRAAG NAAR WATER.

De technieken om meer drinkwater te krijgen, worden steeds beter.
Maar er is ook alsmaar meer vraag naar water; de wereldbevolking groeit immers.
Steeds meer mensen (in de armere landen) krijgen een drinkwaterleiding in de buurt van hun huis of in hun huis zelf. Er worden ook rioleringen aangelegd.
Daardoor blijft het grondwater in de buurt van de huizen schoner. Dat is hard nodig, want er heersen nog veel ziekten die veroorzaakt worden door vuil water.

TOEKOMSTPLANNEN.

Per persoon verbruiken we, hier in Nederland, gemiddeld per dag 135 liter water. Daarvan drinken we maar een heel klein deel.
we gebruiken:

bad - 9 liter
douche - 38 liter
wastafel - 4 liter
toilet - 39 liter
was - 28 liter
afwas - 6 liter
eten koken - 2 liter
overig - 9 liter
totaal 135 liter

Toch is een aparte waterleiding voor drinkwater en een andere voor huishoudelijk gebruik geen goede oplossing.
De aanleg van zo’n tweede leidingnet is erg duur. Ook zou je per ongeluk water uit de verkeerde kraan kunnen drinken!!
Een idee is wel om bijvoorbeeld het toilet door te trekken met gebruikt douchewater.


IJSBERGEN.

Op sommige plaatsen in de wereld wordt al zoet water uit zeewater gemaakt, maar dat is erg duur. Verder wordt er een enorme waterzak ontwikkeld van meer dan honderd meter lang. Daarmee kunnen honderduizenden liters zoet water van bijvoorbeeld Noorwegen naar Israël worden vervoerd.
Maar zover is het nog niet. Ook wordt onderzocht of de enorme zoetwater-ijsbergen van de zuidpool vervoerd kunnen worden. Het water dat onderweg smelt. Moet dan worden afgezogen in tankers.

WAT KUN JE ZELF DOEN?

Minder lang onder de douche staan en de kraan dichtdraaien tijdens het tandenpoetsen. Per minuut stroomt er tien liter ongebruikt drinkwater in het riool! Bovendien zijn er water besparende douchekoppen te koop, waar minder water uitkomt, zonder dat je het zelf merkt. Ook bij sommige stortbakken (van het toilet) kun je zelf de hoeveelheid water regelen.

Dit soort stickers worden door de waterleidingsbedrijven uitgegeven om mensen bewuster met drinkwater om te laten gaan.

REACTIES

M.

M.

Voor wat eigenlijk ?

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.