Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Pyramus en Thisbe

Beoordeling 1
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 4e klas aso | 2394 woorden
  • 11 juni 2012
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 1
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Vlotte vertaling
Geen kerel kon Pyramus in schoonheid evenaren en geen enkel meisje uit het Oosten kon met Thisbe concurreren. Ze woonden in aanpalende huizen in de stad die Semiramis volgens de legende met hoge muren van baksteen had omringd. Ze waren buren, leerden elkaar kennen en beminnen. Met de tijd groeide hun liefde. Ze zouden ook getrouwd zijn, maar hun vaders stelden hun veto. Allebei, van binnen betoverd, stonden evenzeer in vuur en vlam en dat konden hun vaders niet verbieden.

Niemand was op de hoogte van hun geheim: ze communiceerden met tekens en gebaren en hoe meer het liefdesvuur werd verstopt, hoe meer het in het geheim oplaaide. Nu zat er in de gemeenschappelijke muur van hun huize een dunne spleet, die daar ooit bij de bouw was gekomen. Die constructiefout had niemand in lange eeuwen opgemerkt .Jullie, geliefden, jullie zagen die wel. (Wat merkt de liefde niet?) Jullie maakten er een spreekbuis van. Door die spleet gingen de liefkozingen regelmatig heen en weer, veilig en gedempt. En dikwijls, toen ze daar stonden, hier Pyramus en daar zijn Thisbe, hielden ze beurtelings hun adem op. Meermaals kwam het over hun lippen: “Jij, jaloerse muur! Waarom geliefden de weg versperren? Wat zou het kosten om met ons hele lichaam samen te zijn! Of, als dat teveel gevraagd is, geef ons tenminste de ruimte om te kussen! Toch zijn we niet ondankbaar, we bekennen dat dankzij jou onze woorden de wegvinden naar verliefde oren.” Na dat soort woorden – tevergeefs – wensten zij mekaar van beide kanten ’s avonds ‘tot morgen!. Ze zoenden ieder hun kant van de muur zonder de overzijde te beroeren.

De volgende morgen had de dageraad de sterren verdreven en de zon had met haar stralen het berijpte gras gedroogd. Ze ontmoetten elkaar op de gewone plaats. Eerst brachten ze onder zacht gefluister een reeks klachten tot uiting, maar dan namen ze een besluit. In de stilte van de nacht zouden ze proberen hun bewakers te verschalken en buiten te geraken. Eenmaal buiten zouden ze ook de huizen van de stad verlaten. En, om niet te verdwalen tijdens hun tocht op de uitgestrekte akkers, zouden ze elkaar ontmoeten bij het mausoleum van Ninus; ze zouden zich schuilhouden in de schaduw van een boom. In de buurt van een koele bron stond er een hoge moerbeiboom die sneeuwwitte vruchten in overvloed droeg. Zo spraken ze af en het daglicht, dat naar hun aanvoelen maar traag verdween, stortte zich in het water en uit hetzelfde water verrees de nacht. Thisbe draaide de deur open, glipte sluw in het duister naar buiten en verschalkte haar huisgenoten. Met gesluierd gezicht kwam ze bij de grafheuvel en ging zitten onder de genoemde boom. De liefde maakte haar stoutmoedig. Maar kijk, een leeuwin verscheen met schuimende en besmeurde muil: ze had pas runderen doodgebeten. Ze kwam haar dorst lessen in het water van een bron in de buurt. In het maanlicht zag Thisbe uit Babylon het beest van op een afstand. Behoedzaam sloop ze een duistere grot binnen. Tijdens haar vlucht gleed haar sluier van haar rug en bleef achter. Met veel water leste de woeste leeuwin haar dorst. Op haar terugweg naar het bos stootte ze toevallig op de sluier die het meisje achtergelaten had en met haar bebloede muil verscheurde ze het lichte kledingstuk.

Pyramus, die vrij laat vertrokken was, bemerkte in de dikke laag stof duidelijk de sporen van een wild dier en hij werd bleek over zijn hele gezicht. Hij zag ook het kledingstuk, dat met bloed was besmeurd. Hij zei “ Eén nacht zal twee geliefden doden en van hen verdiende zij het meest een lang leven. Het is mijn schuld. Ongelukkige, ik heb je dood op mijn geweten. Ik vroeg je bij nacht te komen naar een oord vol gevaar en ik ben te laat gekomen. Verscheur mijn lichaam, verorber mijn misdadig lijf met wrede beten, leeuwen, jullie die in deze grot wonen. Maar de dood alleen maar wensen getuigt van lafheid.” Hij nam de sluier van Thisbe en droeg hem naar de schaduw van de boom waar de afspraak gepland was. Hij vergoot tranen en zoende het bekende kledingsstuk. Hij zei: “Aanvaard nu ook de stralen van mijn bloed”. Het zwaard, dat hij op zich droeg, stootte hij in zijn buik en zonder dralen trok hij het stervend uit de schrijnende wonde. Hij lag op zijn rug op de grond. Het bloed spoot hoog op. Precies zo barst een buis stuk als het lood beschadigd is en spuiten lange waterstralen uit een klein, sissend gaatje omhoog en boren zich met gulpen door de lucht. Door de bloedspatten kregen de boomvruchten een zwarte kleur. De wortels, die door het bloed bevochtigd waren, kleurden de hangende moerbeien purper.

Thisbe was nog niet bekomen van de schrik maar ze keerde toch terug om haar geliefde niet teleur te stellen. Met haar ogen en haar hart zocht ze de jonge man. Ze brandde van verlangen om hem te vertellen aan welke gevaren ze ontsnapt was. Ze herkende wel de plaats en de vorm van de boom, die ze al eerder had gezien, maar de kleur van de vruchten bracht haar in de war. Ze twijfelde of ze wel op de juiste plaats was. Terwijl ze aarzelde, zag ze trillende ledematen stuiptrekken op de grond, die met bloed was besmeurd. Ze deinsde terug, werd bleker dan bukshout en huiverde zoals water rimpelt wanneer een bries het oppervlak streelt. Maar toen ze van op een afstand haar geliefde herkende, sloeg ze hard met luid misbaar tegen haar bovenarmen: nee, dat had Thisbe niet verdiend! Ze rukte zich de haren uit, omhelsde het lichaam van haar geliefde, liet zijn bebloede wonden vollopen met haar tranen en zoende innig zijn kil gelaat. Ze riep: “ Pyramus, welke tegenslag heeft jou van mij weggenomen? Geef toch antwoord! Het is je liefste Thisbe die je naam roept. Luister toch, doe je gesloten ogen open.”

Bij de naam ‘Thisbe’ sloeg Pyramus zijn ogen op, die door de dood waren bezwaard en toen hij haar had gezien, deed hij ze weer dicht. Ze herkende haar kledingstuk, zag de ivoren schede zonder zwaard en zei: “ Uit liefde heb je zelfmoord gepleegd, ongelukkige! Ook mijn hand is dapper genoeg voor diezelfde daad. Ook mijn liefde is sterk genoeg: zij zal me de kracht verlenen om de wonden toe te brengen. Ik zal je vergezellen in de dood en in de herinnering van de mensen zal ik voortleven als de oorzaak van je dood en als je diep ongelukkige lotgenote. Enkel de dood kon je van me scheiden en nu zal zelfs de dood dat niet kunnen.

De vertaling gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Toch heb ik in naam van ons beiden nog één vraag voor jullie, diepbedroefde vader van mij en van Pyramus: een diepe liefde heeft ons verenigd, in ons laatste uur waren wij samen, misgun ons dan geen gemeenschappelijk graf. Maar jij, boom, die met je takken het beklagenswaardige lijk bedekt, nu nog van één slachtoffer, weldra zal jij er twee bedekken. Bewaar de tekens van het bloedbad en draag steeds donkere vruchten, de gepaste kleur voor rouwbeklag, de herinnering aan een dubbele zelfmoord.

Goden en mensen vermurwd. Na die woorden hield ze het zwaard tegen de onderkant van haar borst en stortte zich op het lemmet, dat nog lauw was van het bloed. Toch raakten haar beden goden en ouders. Inderdaad, bij volle rijpheid is de moerbezie zwart en de restanten van de brandstapel rusten in één urne.

Werkvertaling
Een buurjongen en een buurmeisje Pyramus en Thisbe – de ene was de mooiste van alle jong mannen en de andere was verkozen boven de meisjes die het Oosten had – hadden aangrenzende huizen in de stad die Semiramis, naar men zegt, met hoge bakstenen muren had omringd. Dat ze buren waren, bracht bekendheid met zich mee en de eerste stappen. Met de tijd groeide hun liefde. Ze zouden ook volgens het recht van de huwelijksfakkel verenigd zijn, maar hun vaders verboden het. Wat ze niet konden verbieden: allebei stonden ze evenzeer in vuur en vlam door hun gegrepen geest.

Niemand wist van hun geheim: ze spraken met wenken en gebaren en hoe meer het vuur verborgen werd, hoe meer het verborgen oplaaide.

De volgende dageraad had de nachtelijke vuren verdreven en de zon had met haar stralen het gras, dat met rijp bedekt was, gedroogd. Ze kwamen samen naar de gewone plaats. Nadat ze toen eerst met klein gefluister veel geklaagd hadden, besloten ze dat ze in de stille nacht hun bewakers zouden bedriegen en zouden proberen uit de deuren te gaan en wanneer ze uit het huis weggegaan waren, ook de huizen van de stad zouden verlaten en dat ze, om niet te moeten dwalen en rondlopen langs de uitgestrekte velden, zouden samenkomen bij het mausoleum van Ninus en dat ze zouden verborgen zijn onder de schaduw van een boom. Er was daar een boom, een hoge moerbeiboom, zeer beladen met sneeuwwitte vruchten, dichtbij een koele bron. De afspraak stond hen aan en het daglicht, dat traag scheen weg te gaan, stortte zich in het water en uit hetzelfde water kwam de nacht
naar buiten.

Nadat Thisbe de deurspil gedraaid had, ging ze sluw weg en bedroog haar mensen en nadat ze zich het gezicht bedekt had, kwam ze tot bij de grafheuvel en ze ging zitten onder de gezegde boom. De liefde maakte haar roekeloos. Kijk een leeuwin die door een recente moord op runderen besmeurd was aan haar schuimende muil, kwam om haar dorst neer te leggen in het water van een naburige bron. Bij de stralen van de maan zag de Babylonische Thisbe haar van ver en met vreesachtige voet vluchtte ze tot in een donkere grot. Terwijl ze vluchtte, liet ze haar sluier achter, die van haar rug gegleden was. Toen de woeste leeuwin met veel water haar dorst gelest had, verscheurde ze, terwijl ze naar de bossen terugkeerde, het lichte kleed dat zonder haar zelf toevallig gevonden was, met haar bebloede gezicht.

Nadat hij later weggegaan was, zag Pyramus in het diepe stof zekere voetsporen van een wild dier en hij werd bleek met zijn hele gezicht. Toen hij echter ook het kledingstuk vond, dat met bloed bevochtigd was, zei hij: “Eén nacht zal twee verliefden te gronde richten, waarvan zij het meest een lang leven waardig was. Onze ziel is schuldig: ik heb jou, beklagenswaardige, omgebracht, ik, die je beval dat je ’s nachts zou komen naar plaatsen vol vrees en die niet als eerdere hierheen gekomen ben. Rijt ons lichaam uiteen en verbruik de misdadige ingewanden met wilde beet, o jullie, leeuwen, die onder deze rots leven. Maar het is eigen aan een bangerik de dood te wensen!” Hij tilde de sluier van Thisbe op en droeg hem met zich mee naar de schaduw van de afgesproken boom. En toen hij tranen liet en kussen gaf aan het bekende kledingstuk, zei hij: “Aanvaard nu ook de gulpen van mijn bloed!” Het zwaard waarmee hij was omgord, zond hij naar beneden tot in zijn buik en zonder dralen trok hij het stervend uit de gloeiende wonde en daar lag hij op zijn rug op de grond.

Kijk, nadat de vrees nog niet afgelegd was, keerde zij terug om haar geliefde niet te bedriegen. Ze zocht de jonge man met haar ogen en met haar geest, want ze verlangde hem te vertellen welke grote gevaren ze vermeden had. Ze herkende wel de plaats en de vorm van de geziene boom, maar de kleur van de vruchten maakte haar onzeker. Ze twijfelde of het wel die boom was. Terwijl ze nog twijfelde, zag ze stuiptrekkende ledematen tegen de grond slaan. Ze bracht de voet achteruit en droeg een gezicht nog bleker dan bukshout en huiverde zoals water dat trilt wanneer het bovenaan gestreeld wordt door een kleine wind. Maar, nadat ze na getreuzeld te hebben haar geliefde herkend had, sloeg ze met duidelijk gejammer tegen haar onwaardige bovenarmen en nadat ze zich de haren had uitgerukt en het geliefde lichaam had omarmd, vulde ze de wonden met tranen en mengde het geschrei met bloed en zoende innig zijn kil gelaat. Ze riep: “Pyramus, welk toeval heeft jou van mij weggenomen? Geef toch antwoord, Pyramus! Het is je liefste Thisbe die je naam roept. Luister toch en richt je neerliggende gezicht op!”

Bij de naam ‘Thisbe’ richtte Pyramus zijn ogen op, die door de dood waren bezwaard, en nadat zij gezien was, sloot hij ze opnieuw. Nadat zij haar kledingstuk had herkend en de ivoren schede, leeg van zwaard, had gezien, zei ze: “Jouw hand en jouw liefde hebben je te gronde gericht ongelukkige! Ook mijn hand is dapper genoeg voor dat ene en ook mijn liefde. Die zal mij de kracht geven voor verwondingen. Ik zal jou, die uitgeblust bent, navolgen en ik zal de heel ongelukkige oorzaak genoemd worden van je dood en je lotgenote. Jij, die alleen door de dood van mij kon weggerukt worden, zal zelfs niet door de dood weggerukt kunnen worden.” Zo sprak ze en nadat het zwaard in de juiste stand gezet was onderaan haar borst, stortte ze zich op het lemmet, dat nog altijd lauw was van het bloed. Toch raakten haar wensen de goden en ze raakten haar ouders. Want de kleur van de moerbei is zwart wanneer ze volrijp geworden is en wat van de brandstapel over is, rust in één urne.

Bij de naam ‘Thisbe’ richtte Pyramus zijn ogen op, die door de dood waren bezwaard, en nadat zij gezien was, sloot hij ze opnieuw. Nadat zij haar kledingstuk had herkend en de ivoren schede, leeg van zwaard, had gezien, zei ze: “Jouw hand en jouw liefde hebben je te gronde gericht ongelukkige! Ook mijn hand is dapper genoeg voor dat ene en ook mijn liefde. Die zal mij de kracht geven voor verwondingen. Ik zal jou, die uitgeblust bent, navolgen en ik zal de heel ongelukkige oorzaak genoemd worden van je dood en je lotgenote. Jij, die alleen door de dood van mij kon weggerukt worden, zal zelfs niet door de dood weggerukt kunnen worden.” Zo sprak ze en nadat het zwaard in de juiste stand gezet was onderaan haar borst, stortte ze zich op het lemmet, dat nog altijd lauw was van het bloed. Toch raakten haar wensen de goden en ze raakten haar ouders. Want de kleur van de moerbei is zwart wanneer ze volrijp geworden is en wat van de brandstapel over is, rust in één urne.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.