Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2009
- 223 pagina's
- Uitgeverij: Nieuw Amsterdam
Flaptekst
Welke gebeurtenissen uit je jeugd herinner je je later nog? Wat weet je van jezelf? En vooral wat niet, terwijl je het wel zou móéten weten? Een roman over schuld en het grillige regime van het geheugen.
De hoofdpersoon van deze roman, Robert van Noorden, heeft zich verschanst in een schijnwereld waar hij zich op de automatische piloot weet te handhaven. Hij voelt zich daar redelijk goed bij, maar diep in hem knaagt er iets; hij kan er de vinger niet op leggen. Zijn emoties raken in een stroomversnelling als zijn vader overlijdt en intense en fragiele dagen uit een zomer van lang geleden zich onontkoombaar aan hem opdringen. Van zijn opgebouwde zekerheden blijft steeds minder over.
Hij leert ook een raadselachtige vrouw kennen. Zij doet een klemmend beroep op zijn geheugen. Ze jaagt hem terug in de verdwenen tijd, waar hij stuit op een angstaanjagende gebeurtenis die in belangrijke mate verklaart waarom zijn leven is wat het is.
Verdwenen tijd is een melancholieke roman over de vraag in hoeverre je jezelf echt kent.
Eerste zin
Er zijn van die momenten van vroeger die zich anders gedragen dan herinneringen.Samenvatting
In deze roman lopen heden en verleden nogal eens door elkaar. Het boek begint met een fraaie nazomermiddagherinnering uit 1963 van de dan 11-jarige Robert die een liedje van de Beatles hoort (Love me do). Het is zijn herinnering aan het gevoel van geluk dat je in je leven kunt ervaren.
In het heden hebben we te maken met de 56-jarige ik-verteller Robert van Noorden, die in Nijmegen is geboren, een prettige jeugd heeft gehad in een katholiek gezin (blz. 213 “mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa”) en later kunstgeschiedenis heeft gestudeerd. Daarna is hij verhuisd naar Amsterdam, heeft een huwelijk achter de rug met ene Paula die in het verhaal nauwelijks een rol speelt. Hij is een graag geziene tv-persoonlijkheid die in allerlei progamma’s om zijn mening wordt gevraagd. Het verdient lekker.
In het verhaal-nu gaat hij op aanraden van zijn enige vriend Lenny op bezoek bij een therapeute, Daniëlle Timmers. Hij vertelt tegen haar dat hij altijd bezeten is van het begrip “schuld”. Ook van zaken waarvoor hij zich helemaal niet schuldig hoeft te voelen heeft hij die dwanggedachte. Zo was er ook een directe aanleiding voor zijn gang naar de therapeute. Op straat had hij een motorongeluk gezien, waarbij een man van een ladder was gevallen die op slag dood was. Daarna had Lenny gezegd dat hij naar een hulpverlener moest gaan. Wanneer hij de therapeute verlaat, denkt hij aan de overkant van de straat een vrouw te zien die hem bekend voorkomt en die iemand lijkt te zoeken.
Zijn vader is ernstig ziek: zijn nier functioneert niet meer en het lijkt erop alsof het niet lang zal duren. Hij gaat bij hem op bezoek. Robert mijmert over doodgaan en over de herinneringen aan zijn vader (die bracht als er kermis in Nijmegen was, altijd kermispaling mee). Wanneer hij zich zijn jeugd herinnert, denkt hij ook het leren van nieuwe woorden (als hoofddeksel, bromfiets, luchthaven). Ze betekenen allemaal letterlijk iets anders. Zo leert hij van zijn vader het begrip 'eigen schuld' kennen. Ook bezoekt hij samen met zijn moeder zijn zieke vader. Het stel is 58 jaar bij elkaar geweest.
Op een dag wordt Robert opgebeld door Beppe Molenaar. Die is onder de naam Ricardo Mills bekend als volkszanger. Dat is vreemd want Beppe heeft in het verleden ooit gezegd dat hij nooit meer één woord wil wisselen met Robert. Robert verzint even een smoes en krijgt zo de tijd om aan de lezer te vertellen wat de voorgeschiedenis is.
Hij kent Beppe van de tijd dat hij tijdelijk een huis bewoonde van een vriendin die op wereldreis was. Ricardo (type André Hazes) was heel populair en in zijn gedrag ook wat ordinair. Zijn dochter Vera zoekt contact met hem: ze is 14 jaar en Robert op dat moment 46. Wanneer haar vader en moeder een nacht wegblijven, komt ze bij de naakte Robert slapen. Op seksgebied gebeurt er niets, maar ze probeert hem wel te verleiden. De volgende ochtend gaat ze vroeg weg, maar dat gebeurt net op het moment dat Ricardo Mills thuiskomt. Die is woedend op Robert, die hem echter verzekert dat er niets is gebeurd.
Deze man belt nu op en vertelt hem dat Vera weggelopen is (die moet dus 24 jaar zijn). Beppe verwacht dat ze bij Robert zal komen aanlopen. Hij vindt dat Robert hem dan zal moeten waarschuwen.
Robert volgt een lezing over een door hem bewonderde schilder. Er zijn maar drie mensen en één daarvan is een charmante vrouw, Louise Koning, die nu 58 jaar is. Ze praten over leven en alleen-zijn. Hij denkt nu dat Louise ook mogelijk de vrouw is die hij eerder heeft gezien.
Na een deelname aan weer eens een onbenullig programma wacht Vera hem buiten de studio op. Ze komt om afscheid te nemen. Ze heeft het hem tien jaar geleden erg kwalijk genomen dat hij tegen haar vader had gezegd dat het 'allemaal niets voorstelde'. Ze gaat nu een eigen leven beginnen en wil een periode uit haar leven afsluiten. Later ziet hij haar witte Mercedes stoppen voor een huis. Hij gaat daar eerst een briefje bezorgen en later gaat hij haar bezoeken. Ze leeft er samen met een bijna net zo oude man als hij is (de kunstenaar David). Ze zal voor zijn dochtertje zorgen, wanneer hij op reis gaat. Ze besefte dat haar vader dat nooit zou goedkeuren. Vera heeft dus blijkbaar altijd een voorliefde voor oudere mannen gehad. Ze wil nu definitief afscheid nemen van Robert en een eigen leven beginnen. Ze was ooit echt op hem verliefd geweest.
De vader van Robert sterft kort daarop. Robert denkt na over de dingen die tussen hen nooit gezegd zijn. Maar misschien hoeven sommige dingen niet eens gezegd te worden. Pas aan het einde van de dag waarop zijn vader wordt gecremeerd, moet hij huilen. Wanneer hij zich thuis heeft laten brengen, staat Louise Koning in Amsterdam op hem te wachten. Ze wil er nu voor hem zijn. Bovendien vertelt ze dat ze hem van vroeger uit Nijmegen kent. Dat is vreemd en het trekt Robert nieuwsgierigheid. Hij gaat haar bezoeken en ontmoet haar man die schrijver is. Hij wordt geroemd door de kenners, maar het grote publiek (ook de oppervlakkig levende Robert) kent hem niet. [Dat lijkt een verwijzing met zelfspot naar de situatie waarin Thomas Verbogt zelf verkeert.]
Daarna vertelt Louise weer over hun jeugd in Nijmegen. Maar Robert is vrijwel alles vergeten, en Louise kan dat niet begrijpen. Er is echter wel iets gebeurd en Robert wordt in zijn dromen lastig gevallen door het begrip 'snelheid'. Hij zoekt extra steun bij Daniëlle en die zegt dat hij alles rechtstreeks aan Louise moet vragen.
De oudere man David belt op en vertelt dat Vera is doodgereden. De dader is doorgereden. Hij gaat naar de crematie, maar houdt zich afzijdig van de familie van Beppe. Wel ziet hij Louise Koning en hij vraagt zich af wat die daar doet. Kende ze Vera?
Robert droomt opnieuw over wat er gebeurd is. En op advies van Daniëlle gaat hij terug naar John en Louise. Louise is naar de kapper en hij praat met John over haar. Hij ziet een foto van Louise, maar John zegt dat het een foto van haar overleden tweelingzusje Lotte is. Die is doodgereden en Louise heeft daarna tien jaar in therapie gezeten omdat ze er niet over wilde praten. Het is haar verhaal geworden. Robert raakt helemaal in paniek en loopt naar buiten en naar de kapsalon waar hij Louise opwacht. In een zeer emotionele herinnering komt naar boven dat hij als 11-jarig jongetje in een sportauto was gestapt en per ongeluk de macht over het stuur verloren had. Hij had een meisje op zijn motorkap gezien en toen hij was uitgestapt, zag hij haar weer gewoon staan. 'Er was niets gebeurd'. Omdat ze veel op elkaar leken, had hij nooit begrepen dat er één dood was en één levend. De herinnering had hij verdrongen.
Het was op de dag dat Kennedy werd vermoord in Dallas (22 november 1963).
Robert vraagt aan zijn moeder of ze iets op die dag aan hem had gemerkt. Nee, ze was destijds veel te vol van de moord op Kennedy. Maar Robert had de hele gebeurtenis verdrongen.
In het laatste hoofdstuk zit hij opnieuw in een tv-show. Hij kan zich niet concentreren en als hem iets wordt gevraagd, zegt hij iets over een herinnering die hij heeft aan een moment met zijn vader. Zijn vader die hem met open armen ontvangt, als hij nog een kleutertje is. Ook zo’n mooie herinnering. Het boek begint dus en eindigt met een tweetal mooie herinneringen van Robert.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden