Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2013
- 207 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij
Flaptekst
Als je een vrouw slaat, doe je je ringen af. Je raakt haar op haar lijf, haar ledematen, maar nooit in het gezicht. En na afloop heb je spijt, want dat gelooft ze. Elke keer weer.
De verteller van deze roman kent de regels van het spel. Met overdonderende charme dringt hij binnen in het leven van een vrouw. Als hij eenmaal haar vertrouwen gewonnen heeft, toont hij zijn ware aard.
De jeugd van Walter van den Berg werd getekend door een gewelddadige stiefvader. Om de psychologie van het geweld te doorgronden kroop hij in het hoofd van de man die zijn moeder terroriseerde. Het resultaat is deze even ijzingwekkende als hartverscheurende roman, over angst, eenzaamheid, en het doffe geluid van een stomp in de maag.
Eerste zin
Je moeder knipte mannen voor geld. Ik weet niet of ze weer is gaan knippen toen jullie verdwenen waren, jij en je moeder, want ze was niet heel erg goed, alleen maar goedkoop. Je hoefde niet veel te verwachten van een knipbeurt van je moeder. Iemand had me dat verteld, dat je voor een tientje bij haar thuis geknipt werd en dat ze nog een lekker wijf was ook, maar dat je van de knipbeurt niet veel hoefde te verwachten.Samenvatting
De ik-figuur is een man van die zijn verhaal als een soort lange biecht vertelt tegen Wesley, van wie hij een periode stiefvader was. Hij heeft iets met de moeder van Wesley gehad. Ze heet Dimphy. Maar in het verhaalheden is de relatie al weer achter de rug. Hij vertelt ook over een andere relatie met ene Trudy. Waarom hij dat tegen Wesley doet, is me niet erg duidelijk geworden. Hij heeft haar leren kapper als huiskapster.
Dimphy en de verteller gaan naar een familiefeest, waar hij haar leuke, verleidelijke zus Angela ontmoet. Hij weet haar te weerstaan ondanks haar nadrukkelijke uitnodigingen met haar mee te gaan. Wesley vindt hij maar een sukkeltje die op het moment van de relatie 12 jaar is. De verteller is dan 34 en Dympy acht jaar ouder. De stoere man wil voor hem naar school gaan en wat jongetjes de les lezen, omdat Wesley wordt gepest.
Hij had een woonboot in Nauerna gehuurd (bij Assendelft), maar omdat hij nu bij Dimphy intrekt, kan hij de huur daarvan opzeggen. De verhuurder wil echter de borg behouden omdat er iets kapot is. De verteller molt vervolgens de hele boot. Hij gaat met Wesley daarna wat drinken in een café, maar hij kan geen maat houden en drinkt teveel. Dan begint hij altijd slangen te zien. Toch stapt hij in zijn auto en rijdt heel gevaarlijk naar huis. Dimphy is boos op hem, omdat hij beschonken in zijn auto is gestapt, maar op dergelijke kritiek zit de verteller niet te wachten. Hij kan er niet tegen als vrouwen blijven doorzeiken. Omdat de verteller een achterafverteller is, laat hij al los dat op een bepaald moment Dimphy en Wesley uit zijn leven zijn verdwenen. Dat is ook beter voor hen, want hij vertelt over een ander vrouwtje uit de Bonairestraat dat hem had beduveld en daar liep het niet zo goed mee af. Hij zegt ook al op dat moment dat Wesley een computerspelletje over hem heeft gemaakt.
Intussen vertelt de ik-figuur over zijn latere relatie met een Indische vrouw Trudy die een voorliefde voor katten en een dochter Martine heeft. Die wil graag een computer hebben en natuurlijk zorgt de verteller ervoor: er valt wel eens iets van de vrachtwagen. Hij kijkt hoe ze de computerspelletjes van Wesley speelt. Ze is erg mooi en je verwacht als lezer eigenlijk dat hij iets met haar begint, omdat ook Trudy dat vermoeden uitspreekt. Als ze twintig is, leert ze Mark kennen met wie ze gaat samenwonen en later trouwt. Martine lijkt de slechte invloed van de verteller op haar moeder wel door te hebben.
In de tijd dat hij met Dimphy gaat, zit hij in de paardenhandel. Hij koopt paarden op die hij wil doorverkopen. Hij stalt ze voorlopig bij een vrouw die Petra heeft en een paard van haarzelf moet verkopen vanwege een scheiding. Later brengt hij nog twee paarden bij haar onder en zij verzorgt die ook. Het kost de verteller dus geen cent.
Hij heeft altijd problemen als hij drinkt, dan krijgt hij zin om te knokken. Een buurjongen/stapmaatje Patrick is daarvan een keer de dupe. Samen gaan ze uit, maar hij beukt hem toch in elkaar. Datzelfde probeert hij later (tijdlijn Trudy) ook bij Mark als ze stoelen voor zijn Citroën DS gaan kopen op een sloperij. Maar Mark geeft hem zelf een beuk als hij wordt uitgedaagd.
Hij wil een caravan kopen en die in Wijk aan Zee plaatsen. Voor 375 piek tikt hij een oud exemplaar op de kop en ze rijden het ding naar Wijk aan Zee, waar hij hem op een camping plaatst. De plek is niet ideaal, vlak onder de rook van de Hoogovens. Dimphy gaat liever meteen naar huis, als Wesley met zijn stiefvader gaat vissen. Maar die gaat natuurlijk stevig zitten zuipen en dan verdwijnt Wesley. De verteller gaat hem met Dimphy zoeken. Als ze kritiek heeft, geeft hij haar weer een oplawaai. Als ze Wesley vinden, vertelt hij dat hij in een bunker is gaan liggen. Zijn stiefvader gelooft er niets van.
In de periode dat hij bij Trudy zit, koopt hij een bootje. Hij gaat er mee varen om te vissen. In die periode gaat Martine trouwen, is hij vaak alleen en hij krijgt weer eens ruzie met andere mannen uit de jachthaven. Hij gooit een petroleumlamp naar hun zeilboot.
Martine gaat trouwen en natuurlijk zoekt de verteller ruzie met een van de gasten op de bruiloft (een homo). Hij zoekt bij thuiskomst ruzie met Trudy omdat ze haar dochter met zo’n lul heeft laten trouwen. Hij begint aan het bier.
De relatie met Dimphy gaat steeds slechter. Hij wordt ook jaloers op al die mannen die bij haar thuis in de keuken worden geknipt. Hij wil dat ze ermee kapt. Het duurt daarna niet lang of ze is weggelopen met Wesley. De verteller probeert haar via Angela te achterhalen. Op slinkse wijze weet hij Angela’s adres te krijgen en dan ziet hij Wesley uit haar woning komen. Bingo. Vrouwen als Dimphy keren vaak terug bij hun foute man, omdat ze denken dat de relatie altijd kan verbeteren. Dimphy komt terug. Hij koopt een crossfiets voor Wesley, maar die wordt op straat afgepakt door jonge gasten. De stiefvader leert de jongens (buitenlanders) een lesje. Als Wesley bij de ruzie die daarover ontstaat voor zijn moeder opkomt, neemt de verteller een besluit. Hij vertrekt en rijdt naar Petra van de paarden: hij wil bij haar in huis komen. Ze weet niet of ze het wel een goed besluit vindt, maar hij dwingt het af.
Hij wordt later een keer wakker na een alcoholavontuur in zijn caravan in Wijk aan Zee, hij zit onder poep, pies en kots. Als hij weer naar huis gaat, zijn Dimphy en Wesley vertrokken. Het hele huis is vernield. Hoer staat er op de muur geschreven. De slangen zijn weer eens langs geweest. Hij wacht ook nog een poosje (sterk vervuild) in de caravan voor hun huis, maar het vertrek van de twee is definitief. Zelf zit hij onder het bloed. Heeft hij zich gesneden met het zakmes van Wesley of heeft Wesley met het Zwitserse zakmes toegetakeld?
In het laatste hoofdstuk zitten we in de tijdlaag van Trudy. De verteller heeft in de afgelopen periode een prostaatkwaal overwonnen. Hij heeft een nieuwe game gekocht die Wesley heeft gemaakt (Back Home). Een bewaker zit er in een caravan voor een huis en die maakt alle spelers dood als je op “Clean” drukt.
Trudy wordt ziek en de verteller gaat haar bezoeken in het ziekenhuis. Altijd is Martine erbij: die blijft tot hij weg is. Ze vertrouwt hem blijkbaar niet met haar moeder. Na het bezoek gaat hij naar het café van vroeger, Café Huizinga. Hij koopt van de handelaar een bedeltje (kat) met ketting voor Trudy. Er komt een vrouw naast hem zitten die zich voor hem interesseert. De dag daarna komt ze weer bij hem zitten. Zij vraagt of hij haar naar huis wil brengen. Hij stemt erin toe. Het is een oppervlakkige vrouw die de leesmap leest, geen computer heeft en alleen maat tv kijkt. De geschiedenis lijkt zich te herhalen. Vrouw valt weer voor foute man. De cadeautjes (ketting en bedeltje) zal hij aan haar geven.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
Wat ik begreep(zie achterkant boek) is dit boek geschreven vanuit de schrijver zijn eigen perspectief. De 'jij' is in dit verhaal de schrijver (Walter) en de 'ik' persoon (de man die slaat) zijn stiefvader. Vooraan beter verdiepen voordat je dit boek onder waardeert.
3 jaar geleden
Antwoorden