Feitelijke gegevens
- 6e druk, 2010
- 260 pagina's
- Uitgeverij: Leopold
Flaptekst
In de zomer van 1937 meldt Julian Bell, 21 jaar oud, zich aan bij de Internationale Brigades, om te gaan meevechten in de Spaanse Burgeroorlog. Julian is communist. Zijn jongere broer Quentin wil schrijver worden en heeft de beste leermeesteres die hij zich kan voorstellen: zijn tante, de schrijfster Virginia Woolf.
In Soldaten huilen niet vertelt Quentin over de twaalf jaren die aan Julians vertrek voorafgaan. Hij vertelt over Charleston, het fantastische huis op het Engelse platteland waar ze in 1925 zijn gaan wonen, en over de kleurrijke bewoners en bezoekers van dat huis.
Het is een rijke, inspirerende wereld van schrijvers en schilders waar de kinderen in opgroeien – allemaal mensen die hun geheel eigen weg gaan, zonder zich iets aan te trekken van hoe het zogenaamd hoort of wat de buitenwereld vindt.
Maar dan ineens is er de leugen die aan het licht komt, die ene onwaarheid van lang geleden – een leugen die enorme gevolgen zal hebben …
Eerste zin
‘Avonturiers brengen het verder in het leven,’ zei Julian. ‘Maar schrijvers leven langer,’ zei ik. Julian lachte. ‘Wedden van niet?’ ‘Wedden van wel?’ zei ik en daarmee was de weddenschap gesloten. ‘Als jij eerder doodgaat,’ zei ik, ‘zal ik een boek over je schrijven.’ ‘Als jij eerder doodgaat,’ zei Julian, ‘heb ik geen broer meer.’Samenvatting
Quentin vertelt in de ik-persoon over de bewoners van Charleston. Hieronder vind je een chronologische samenvatting van zijn verhaal.
Vanessa, de moeder van Julian en Quentin en een kunstenares, en haar vriend Duncan, willen weg uit Londen en landelijker wonen. Op advies van Vanessa’s zus Virginia, de schrijfster, huren ze een verwaarloosd huis in de heuvels van Sussex: Charleston. Voor Julian en Quentin valt hier van alles te ontdekken. Vanessa en Duncan beschilderen alle kamers en laten ook de tuin opknappen. De broers bouwen hun boomhut. Virginia woont in de buurt en met haar voeren ze regelmatig toneelstukken op.
In Charleston is het een komen en gaan van vrienden en bekenden van de ouders van Quentin en Julian, allemaal andere kunstenaars en schrijvers. Duncan organiseert een feest voor de buurt maar dat wordt een kleine mislukking: de bezoekers zijn niet gewend aan een feest waarop iedereen zich verkleedt en een spel speelt en vinden hen maar raar.
Julian en Quentin krijgen thuis les en zwerven daarna door de buurt om avonturen te beleven of te spelen met kinderen uit het dorp in de buurt. Julian voelt zich echter steeds ouder dan zijn broer. Hij heeft inmiddels een eigen kamer en gaat binnenkort, hij is twaalf jaar oud, naar school zodat de broers niet meer altijd samen zijn. Quentin speelt dan alleen of gaat erop uit met zijn zusje Angelica van vier jaar oud. Voor haar is hij de oudere broer.
Lady Ottoline, een kennis van hun vader, Clive, heeft een galerie gevonden die het werk van Vanessa en Duncan ten toon wil stellen en de tentoonstelling wordt een succes. Daarna gaat iedereen op vakantie naar Italië, waar Mussolini inmiddels aan de macht is. Als een buurman hen trots vertelt over alles wat Mussolini gedaan heeft en Vanessa en Clive laten merken dat ze het niet van Mussolini waarderen dat je het niet met hem oneens mag zijn, loopt de buurman boos weg. Het gesprek houdt Julian erg bezig, hij vindt Italië door Mussolini een rotland omdat de mijnwerkers er niet gestaakt zou mogen worden, terwijl Quentin aan voetballen denkt.
Met de wereld gaat het niet goed: de Beurskracht in Amerika heeft plaatsgevonden, Amerika koopt niet meer bij Engelse bedrijven en wil zijn leningen aan Engeland terug. Met de bewoners van Charleston gaat het echter goed: Vanessa en Duncan verkopen veel schilderijen. David, de laatste vriend van Duncan, heeft zelfs een winkel naast het huis geopend en laat ze ook potten en schalen beschilderen. Er komt telefoon in huis. Julian is zo vaak van huis dat Quentin en hij niet meer in de boomhut spelen.
Julian is vijftien, heeft voor het eerst seks en is geïnteresseerd in politiek. Met drie jongens uit zijn klas is hij een praatgroep begonnen ze discussiëren over het fascisme en het communisme. Quentin krijgt schrijftips van Virginia en geeft een huiskrant uit waarin hij de tips uitprobeert.
Quentin gaat ook naar school en vindt dat in het begin maar niets. Als zijn leraar Mr. Crockett hem uitnodigt voor de leesclub op vrijdag voelt hij zich al beter. Een meisje uit zijn klas, Brenda, wil graag met hem mee naar huis en als hij haar eindelijk meeneemt, blijkt dat ze meer voor Vanessa en Duncan komt, die door haar ouders bewonderd worden, dan voor hem. Een goede vriend van Clive overlijdt aan kanker en een maand later pleegt zijn levensgezellin uit verdriet zelfmoord.
Hitler is aan de macht in Duitsland. Julian is achttien en gaat na de zomer politicologie studeren. Hij praat met zijn vader veel over politiek en is overtuigd communist. Hij begrijpt niet dat zijn vader niet gevochten heeft in de Grote Oorlog. Zijn vader weigert achter een leider aan te lopen die anderen aanwijst als de vijand. Hij vindt dat mensen achter schrijvers, schilders en componisten aan zouden moeten lopen: ‘Het is meer zelf kiezen voor iets moois, iets dat het leven rijker en waardevoller maakt, en proberen anderen daar ook voor te winnen.’ (p. 150) Quentin heeft geen geluk met de meisjes: het meisje met wie hij wil zoenen, wil alleen met hem afspreken omdat ze over verdwenen vaders wil praten.
Er komt elektriciteit in huis en Duncan begint iets met een van de elektriciens waardoor David uit het huis vertrekt. Er is een nieuw meisje in de leesclub, Emma, en ze heeft snel door dat Quentin haar leuk vindt. Als ze in Charleston op bezoek komt, zoenen ze. Vanessa en Duncan hebben een succesvolle expositie in The National Portrait Gallery in Londen. Duncan is somber want de elektricien verveelt hem en hij mist David. Daarna is het Kerst en is David weer terug. Quentin moet zijn eerste verhaal voorlezen en krijgt na het lezen te horen dat het een mooi verhaal is voor iemand van zestien. Hij is ontevreden met dit compliment.
Quentin zit in zijn laatste schooljaar en vraagt zich af wat hij daarna zal doen. Wil hij gaan studeren net als Julian? Hij wil er met zijn vader over praten en die raadt hem aan zich te concentreren op zijn schrijverschap, terwijl Quentin zelf net besloten heeft Engelse taal- en letterkunde te gaan studeren. Ook andere mensen zijn ervan overtuigd dat hij een succesvol schrijver zal worden en hij weet niet zo goed wat hij met dat plotselinge vertrouwen aan moet. Ondertussen is hij nog verliefd op Emma en hebben ze voor de eerste keer seks. Julian spreekt hij weinig. Op de dag voor Oudjaar is hij op Charleston en erg humeurig. Uiteindelijk flapt hij eruit dat hij ontdekt heeft dat niet Clive maar Duncan Angelica’s vader is. Hij is boos dat zijn ouders al die tijd tegen hen gelogen hebben en gaat ervandoor.
Als Julian een keer in de maand naar Charleston komt, verpest hij de sfeer vanwege zijn woede over de leugen. Vanessa wordt er stil en verdrietig van. Julian probeert eerst bij haar en later bij zijn vader verhaal te halen. Hij vindt dat ze gelogen hebben uit gemakzucht, terwijl dat precies is waar zijn vader hen altijd voor heeft gewaarschuwd. Ook kan hij zijn ouders nu niet meer vertrouwen. Later is hij steeds meer verdiept in de burgeroorlog in Spanje. Hij zegt dat zijn kameraden in gevaar zijn en vraagt zich af wat hij moet doen. Hij maakt het goed met zijn ouders maar Quentin weet dat het nooit meer zo zal worden als vroeger.
De Spaanse burgeroorlog brengt Julian en zijn vader weer bij elkaar, want na een Duits bombardement op de stad Guernica bezoeken ze samen de wereldtentoonstelling in Parijs om een schilderij van Clives vriend Picasso over het bombardement te bekijken. Daarna beslist Julian dat hij mee wil vechten en vertelt dat eerst aan Quentin en de volgende dag aan zijn ouders. Zijn moeder denkt dat hij weggaat vanwege de leugen, zijn vader vreest dat hij de oorlog te veel als een avontuur ziet. Julians besluit staat echter vast en hij vertrekt met zijn vriend Rick. Julian wordt ingezet op een ambulance van het Rode Kruis en komt om het leven als die gebombardeerd wordt. Zijn lichaam of wat daarvan over is, wordt in Spanje begraven. Zijn moeder is ontroostbaar, totdat een lang gekoesterde wens van Duncan en haar in vervulling gaat: ze mogen het kerkje van Berwick beschilderen. Vanessa schildert Julian als een herder: hij kijkt door het raam en ziet dan het kerkhof waar ooit iedereen begraven zal liggen.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden