Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2019
- 189 pagina's
- Uitgeverij: Ambo I Anthos
Flaptekst
Op een julidag in 1650 wordt Geertje Dircx door het vroedschap van Amsterdam aangehouden, in een koets getrokken en voor twaalf jaar opgesloten in het spinhuis van Gouda. Van een proces is geen sprake: ze wordt monddood gemaakt. Haar geliefde Rembrandt van Rijn heeft daartoe opdracht gegeven. Vanuit het spinhuis blikt Geertje Dircx terug op haar leven. Ze is van eenvoudige komaf, wordt jong weduwe, maar weet zich te redden door als kindermeisje voor een welgestelde familie in Hoorn te werken. Als die betrekking eindigt, gaat ze naar Amsterdam en treedt ze in dienst bij Rembrandt van Rijn. Hij zoekt een kindermeisje voor zijn zoon Titus, omdat zijn vrouw Saskia ernstig ziek is. Na Saskia's dood bestiert Geertje al snel het hele huishouden, zorgt voor Titus en voor de eenzame Rembrandt. Jarenlang leven ze als een getrouwd paar, en Rembrandt geeft haar de sieraden uit Saskia's erfenis. Maar op een gegeven moment blijkt zijn liefde voor Geertje niets meer waard. Geertje laat het er niet bij zitten en klaagt de beroemde schilder aan.
Eerste zin
De koets rijdt in volle vaart over de ongeplaveide wegen. Ik word voortdurend heen en weer geslingerd. Mijn handen en voeten zijn gebonden, dus ik kan niets doen om te voorkomen dat ik tegen de wand smak, en ik heb het gevoel dat ik onder de blauwe plekken zit.Samenvatting
Geertje Dircx is geboren en getogen in Edam, waar haar vader werkt op een scheepstimmerwerf. Geertje maakt daar vis schoon en als ze op haar 22e hoort dat in de herberg Het Morriaenshooft in Hoorn een dienster wordt gevraagd, ziet ze dat als een kans om aan die vis te ontsnappen. Ze wordt aangenomen door de waard Aecht Cartsens en heeft het er naar haar zin.
In deze herberg leert ze Abraham Claeszoon Outgers kennen, een 35-jarige scheepstrompetter. Hij maakt verre reizen naar bijvoorbeeld Afrika en als hij terugkomt van een van deze reizen, kust hij Geertje. Ze trouwen en Geertje gaat bij hem in huis wonen, maar tijdens de volgende reis verongelukt Abraham en zo wordt Geertje al na vier maanden huwelijk weduwe. Tijdens haar periode van rouw probeert ze een jongetje uit het water te redden terwijl ze niet kan zwemmen. Het jongen verdrinkt maar haar actie maakt zo'n indruk op de moeder, Geertruida Groot-Beets, echtgenoot van een rijke houthandelaar, dat zij aan Geertje vraagt om haar kindermeisje te worden.
Geertje stemt in en wordt kindermeisje van negen kinderen. Ze voelt zich steeds meer onderdeel uitmaken van het warme gezin. Geertruida raakt weer zwanger en Geertje helpt bij de geboorte en bevrijdt de baby van de navelstreng om haar hals. Weer wordt ze een held genoemd en ze mag een naam uitkiezen voor de baby. Maar na enkele jaren zijn de kinderen ouder en de Beetsen wat armer, waardoor Geertje moet vertrekken. Ze trekt in bij haar broer en zijn vrouw Marij in Ransdorp om hen met de kinderen te helpen, maar ze krijgt het gevoel dat Marij niet echt op haar zit te wachten. Als ze van een dorpsgenoot hoort dat een beroemde schilder in Amsterdam een kindermeisje zoekt, grijpt ze die kans met beide handen aan om weg te kunnen gaan.
Rembrandt van Rijn zelf neemt haar aan en ze maakt ook kennis met zijn vrouw Saskia, die lijdt aan de tering, hun zoontje Titus van vijf maanden oud, en Saskia's zus Hiskia, die tijdelijk voor het jongetje gezorgd heeft. De laatste stelt haar voor aan Rembrandts leerlingen. Geertje neemt vol liefde en mededogen de zorg voor Titus en Saskia op zich. Rembrandt ziet ze weinig omdat hij druk is met een schuttersstuk. Niet veel later overlijdt Saskia. Geertje neemt de leiding over het huishouden en ziet dat Rembrandt veel schulden heeft. Ze probeert met Rembrandt te praten over meer werk aannemen en gaat zelf in de winkel werken. Beiden rouwen ze over hun overleden echtgenoten. Op een gegeven moment kan Geertje de verleiding niet weerstaan om Saskia's kleding te passen en als Rembrandt dat ziet, zoent hij haar. Er ontstaat een liefdesrelatie, eerst in het geheim, maar hoe meer mensen er vanaf weten en erover praten, des te opener ze erover worden. Geertjes broer Pieter reageert echter woest en wil haar nooit meer zien als ze de relatie niet eindigt. Geertje zegt hem dat hij met haar wil trouwen, maar Pieter weet dat dat helemaal niet kan, omdat dat in Saskia's testament staat. Om haar toch het gevoel te geven dat hij serieus is, geeft Rembrandt haar dan Saskia's sieraden, waaronder een met diamantjes bezette ring met een rozenmotief. Ook de mensen in het zogenaamd open en tolerante Amsterdam accepteren hun relatie niet, om niet te spreken over de kerk. De enige van Rembrandts kennissen die Geertje accepteert, is Oopjen Coppit, de weduwe van een oude jeugdvriend van Rembrandt.
Titus groeit op en Geertje wordt ouder, ze is inmiddels 37 jaar oud. Als hun dienstmeisje Neeltje ontslag neemt, neemt ze via een oude vriendin een jong meisje uit het oosten van het land aan: Hendrickje Stoffelsdochter. Geertje zelf ziet niet hoe mooi ze is, maar Rembrandt en zijn leerlingen zien dat wel meteen. Als Geertje dit door krijgt, probeert ze Hendrickje van Rembrandt weg te houden, maar ze is veel ziek en ziet niet alles. Op een gegeven moment komt Rembrandt bij haar omdat hij Saskia's sieraden terug wil. Geertje weigert dat maar belooft wel ze aan Titus na te laten. Niet veel later vertelt Rembrandt haar dat Hendrickje en hij van elkaar houden en dat Geertje moet vertrekken. Hij zal haar elke maand vijf gulden geven als ze Saskia's sieraden teruggeeft. Geertje weigert en vertrekt met de sieraden en haar spaargeld. Ze neemt geen afscheid van Titus.
Ze trekt in een herberg op het eiland Rapenburg en laat zich in Edam informeren over haar rechten. Ze leert dat Rembrandt door haar Saskia's sieraden te geven, min of meer een trouwbelofte gedaan heeft. Ze gaat terug naar Rembrandt en tijdens een gesprek met getuigen belooft hij haar in een keer honderdzestig gulden te geven en daarna elk jaar zestig gulden. Geertje wil erover nadenken en er ontwikkelt zich een lang proces waarbij Rembrandt probeert de sieraden terug te krijgen en er zo voordelig mogelijk vanaf te komen en Geertje probeert er zo veel mogelijk uit te halen, ook omdat ze een alleenstaande, oudere vrouw is die niet meer zo lang kan werken. Uiteindelijk doet de rechtbank uitspraak en daar moeten ze zich bij neerleggen. Geertje gaat met haar moeder in Ransdorp wonen. Na overleg met haar broer beleent ze stiekem toch enkele sieraden om een kaaswinkeltje te kunnen beginnen. Als Rembrandt daarachter komt laat hij haar oppakken en voor twaalf jaar opsluiten in een tuchthuis in Gouda. Omdat hij voor haar verblijf betaalt, is het lastig om eerder vrij te komen.
Tijdens haar verblijf komt Geertje erachter dat niemand weet dat ze daar zit, omdat ze geen bezoek en geen post ontvangt. Dat betekent dat haar broer waarschijnlijk met Rembrandt heeft samengespannen. Ook hoort ze dat Hendrickje zwanger en bevallen is en Rembrandt failliet gegaan is. Alleen Trijn komt erachter waar ze is en zij zorgt ervoor dat ze na vijf jaar vrijgelaten wordt. Geertje kan het bijna niet geloven en sterft een jaar nadat ze uit Gouda weg is.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden