Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2010
- 170 pagina's
- Uitgeverij: Nieuw Amsterdam
Flaptekst
Intieme, indrukwekkende roman van een zoon over zijn overleden ouders (Boekenweekthema).
Wat te doen als je één dag ouder bent dan je vader is geworden? De mijlpaal aan je moeder vertellen, die al veertig jaar weduwe is en geestelijk achteruitgaat? Zal ze trots zijn? Of wordt ze juist pijnlijk herinnerd aan het vroege verlies van haar man?
Met deze vragen begint de autobiografische roman van Ad van Iterson. Hij gaat terug naar zijn jeugd in de vroege jaren zestig in het zuiden des lands. Gouden jaren, waarin hij bewonderend opkijkt naar zijn vader, die in Staatsmijn Maurits werkt, de modernste fabriek van Europa. Met hem beleeft hij allerlei avonturen in en rond de stad. Zijn moeder lijkt de stabiele factor.
Neem me mee is een melancholiek én geestig boek over een arbeidersgezin dat wordt bewaakt door Kerk en bouwvereniging, over opgroeien en ouder worden, en vooral over het afscheid van je ouders. De tere intimiteit en de heldere stijl weten de lezer hard te raken.
Samenvatting
De ik-figuur heeft op 14 november 2005 zijn vader overleefd. Hij is dan precies een dag ouder geworden dan zijn vader die op 53-jarige leeftijd aan een hartaanval overleden is. Zijn moeder is al die tijd weduwe gebleven. Nu is ze opgenomen op de Psychiatrische afdeling van het Academisch Ziekenhuis in Maastricht, omdat ze aan een acute verwardheid lijdt. Ze ziet wanen, maar op de maandag daarna mag ze het ziekenhuis weer uit.
In de daarop volgende negen hoofdstukken volgen we de geschiedenis van Ads jeugd en zijn relatie met zijn vader die lang bij de Staatsmijnen in Geleen heeft gewerkt. Hij had een administratief baantje, maar had 25 jaar foutloos gewerkt (31 oktober 1965-vlak voor zijn dood). Een ver familielid is bezig geweest met een stamboom, waaruit Ad heeft opgemaakt dat hij afstamt van Ridder Ither (van Koning Arthur). Vandaar de naam Van Iter-son. Hij kijkt tegen zijn vader op die altijd in zijn rookstoel zijn sigaretten rookte. In 1958 verhuist het gezin naar Limmel, waar ze een huurhuis betrekken. Er wonen ook Indische mensen in de buurt tegen wie ze een beetje vreemd aan kijken. Ad is zes jaar.
Zijn vader zoekt op afvalplaatsen naar onderdelen voor fietsen die hij gebruikt om fietsen in elkaar te zetten. Ad gaat een keer mee. Onderweg komen ze terecht in zwaar Belgisch onweer dat blijft hangen. Ze schuilen eerst onder een boom, totdat vader beseft dat dit juist niet moet. Wanneer ze thuiskomen, is moeder daarom boos. Hij gaat ook een keer met zijn vader naar de stad lopen, omdat ze in een schoenenwinkel een apparaat hebben waarmee je kunt zien of je schoenen op de goede maat zijn. Wanneer ze eindelijk aan de beurt zijn, sluit de winkel vanwege een ruzie onder de wachtenden. Ad gaat met zijn vader daarom maar een geveltocht maken. Ad wordt onderweg misselijk en zijn vader gaat bij het huis van een pastoor om eau de cologne vragen. De pastoor weigert. Thuisgekomen scheldt zijn vader op de "zwartrok". Dat mag niet van moeder.
In 1964 heeft Ad van zijn vader een "nieuwe" (lees zelf samengestelde) fiets gekregen. Ze gaan naar de mijnen kijken, maar het is zaterdag en ze mogen van de portier niet binnen. Toch komen ze stiekem binnen en Ad is onder de indruk van de grote koeltorens. Op de terugweg die ze nemen via de heuvels, krijgt vader het benauwd. Het is een eerste teken dat zijn hart niet in orde is. Hij krijgt van de dokter het advies te stoppen.
Op 30 oktober 1965 is zijn vader 25 jaar in dienst bij de Staatsmijnen te Geleen. Hij krijgt een oorkonde, een zilveren speld en een gouden polshorloge. Van de familie krijgt hij een gouden zegelring. Ad krijgt de slof Kent (vrouwensigaretten) die zijn tante heeft gekocht en drinkt advocaat. Ad wordt ziek maar zijn vader ook. Hij vindt dat wel leuk dat ze allebei in bed liggen.
Maar de volgende dag blijft hij ziek en hij krijgt een hartaanval op Allerheiligen (1 november 1965) Ad voelt zich min of meer in de steek gelaten: het kan toch niet zijn dat je vader zomaar sterft. In de buurt is hij even een populaire jongen. Hij zegt dat hij zijn vader niet mist. Daarover schaamt hij zich later wel. Hij denkt zich een keer in dat hij zijn vader ontmoet en dat hij verantwoording aflegt. Hij vindt het ook erg dat zijn vader het schelden over de “zwartrok” niet heeft opgebiecht.
Dan keert de verteller terug naar het heden van 2005. Zijn moeder is niet goed geworden. Ze is heel verward: praat over de scheiding van haar eigen vader en moeder en denkt dat de zoon ook gescheiden is. Na de opname in het Academisch Ziekenhuis moet ze naar een verzorgingsflat. Ad zorgt met een oom voor de opruiming van haar huis: er gaat veel oude rommel in de container afvalbak. Enkele keren komt ze in het ziekenhuis terug wanneer ze weer verward is. Ze nadert de negentig jaar.
Op oudejaarsdag wordt ze weer een keer naar het ziekenhuis gebracht. Haar nieren werken niet meer en ze krijgt vocht toegediend. Ad gaat nog met haar praten. Haar laatste woorden zijn : "Neem me mee". Hij weet niet goed wat ze ermee bedoeld. Enkele uren later sterft ze. Daarna knallen de vuurpijlen het jaar 2007 in.
In het laatste hoofdstuk zoekt de ik-figuur een marmeren steen voor het graf uit. De geboorte-en sterftedatum komen in de steen te staan. Hij kan niet wachten totdat hij de zerk op het graf zal zien staan. Daarmee komt een einde aan een liefdevol boekje over het afscheid van je ouders.
Thematiek
Familiebanden/ familiebetrekkingen“Neem me mee” is een liefdevol eerbetoon van een zoon aan zijn overleden ouders. In dit verhaal gaat het over de vader-zoonverhouding en later ook over de moeder-zoonverhouding. Met zijn vader kan de verteller heel goed opschieten: hij gaat met hem wandelen, fietsen en hij kijkt tegen zijn vader op. Zijn vader stimuleert hem ook in bepaalde dingen: zo mag hij ook roken (dat is in de tijd van het verhaal een normaal verschijnsel, want dan hoor je immers bij de grote jongens). Het is een beetje vreemd dat hij na de dood van zijn vader zegt dat hij hem niet mist, maar waarschijnlijk doet hij dat om zich groot te houden. Later vindt hij het toch een vorm van verraad. Ad is ook trots op het werk van zijn vader die in 25 jaar nog nooit een fout heeft gemaakt. Hij schept daarover op tegen zijn buurtgenoten. Ook beschermt de vader hem tijdens hun tochten (het Belgisch onweer, de gevelroutetocht en de weigerende pastoor, het bezoek aan de Staatsmijn). In het hele verhaal komt niets slechts over de relatie met zijn vader. Daarmee beschrijft Ad van Iterson een liefdevolle herinnering aan zijn ouders. Diezelfde milde houding heeft hij ten opzichte van zijn verwarde moeder en ook tegen over de RK-kerk. Hij zet zich niet, zoals Wolkers, af tegen de Kerk, hoewel die ook niet alle dingen goed doet (de weigerende pastoor). Waarschijnlijk komt zo’n houding voort uit de leeftijdsfase van de schrijver. Hij moet in 2007 ongeveer 55 jaar zijn. Dan kun je je jeugd (eventueel zelfs een armoedige) relativeren.
Motieven
Seksualiteit
Seksualiteit speelt een belangrijke rol in de relatie van de meisjes: zo hebben ze in Griekenland toch seks, hoewel Ziggy er net achter gekomen is dat Adisa vreemd gegaan is.
Jaloezie
Het overspel leidt tot jaloezie in hun relatie.
Ernstige ziekte
De moeder van Ziggy is ernstig ziek.
Dood
De moeder van Ziggy overlijdt als ze op vakantie is in Griekenland.
Overspel
ZIggy en Adisa plegen allebei overspel met andere meisjes.
Moeder-dochterrelatie
Het andere motief is de verhouding tussen moeder en dochter. Hoewel de moeder hetero is en ook liever zag dat Ziggy hetero was geweest, is hun verhouding zeker niet slecht te noemen. In het eerste hoofdstuk verzorgt Ziggy haar aan een ernstige spierziekte lijdende moeder. Ziggy’s moeder spreekt met gevoel voor humor over de relatie van haar dochter, maar waarschuwt haar wel voor de slechte invloed die Adisa op haar heeft.
Schrijverschap
Ziggy en haar moeder praten samen over het derde thema in de roman: de passie van beiden voor de sf-serie Star-Trek. Ziggy gaat in haar passie zover dat ze zelf fanfictieverhalen schrijft. Dit zijn gefantaseerde vervolgen op de televisieserie die door amateur-schrijvers op het internet worden geplaatst. Wie de website van Karin Giphart raadpleegt, kan lezen dat ze zelf een aantal van deze fanfictieverhalen heeft geschreven. Ze geeft zo haar hoofdfiguur een autobiografisch trekje mee, evenals haar seksuele geaardheid. In fanfictieverhalen wordt vaak een erotisch tintje gegeven aan de relaties tussen de personages. Voor het slapen gaan leest Ziggy een verhaaltje aan haar moeder voor. Het liefst zou ze bij de crematie ook een fanfictieverhaal hebben voorgelezen. Haar moeder zou dat zeker gewaardeerd hebben.
Titelverklaring
Op blz. 165 wordt de titel “ Neem me mee.” verklaard. Ads moeder is in het ziekenhuis opgenomen en het zijn de laatste woorden die ze tegen haar zoon zegt. Hij weet niet goed wat ze ermee bedoelt. Moet hij haar meenemen uit het ziekenhuis of zegt ze het tegen haar man die haar komt ophalen?
Structuur & perspectief
Het verleden wordt in deze roman tussen het verhaalheden ingeklemd. Het verhaal begint met de mededeling dat in 2005 Ad langer heeft geleefd dan zijn vader die op 53-jarige leeftijd overleden is. Zijn moeder is dan opgenomen in het Academisch Ziekenhuis in Maastricht. Ze mag de maandag erop naar huis.
Daarna beginnen de hoofdstukken over het verleden van zijn vader: hoofdstuk 2 tot 9. Hierin worden de eerste herinneringen beschreven van zijn vader tot aan zijn dood en de eerste verwerking. In hoofdstuk 10 wordt de draad van zijn moeder (het delirium waarin ze verkeert) weer opgepakt. De aftakeling en haar dood (oudejaarsdag 2006) worden beschreven in hoofdstuk 10 tot 13. Het laatste hoofdstuk 14 speelt enkele maanden na haar dood in 2007.
Zo wordt het verleden van de vader ingeklemd tussen de delen over de aftakeling van de moeder. De structuur is daardoor heel functioneel.
De verteller , Ad van Iterson, vertelt in het heden (de hoofdstukken over zijn moeders delirium) in de o.t.t als een onwetende verteller.
Wanneer hij over zijn jeugd en zijn vader vertelt, doet hij dat in de o.v.t.. Hij is dan een achteraf-vertellende ik, omdat hij vertelt vanuit het stadpunt van 2005-2007.
De verteller is zelf dus 53-55 wanneer hij het verhaal optekent.
Decor
Vrijwel het hele verhaal speelt zich in het Zuid-Limburgse dorpje Limmel. Het is nu een wijk van de gemeente Maastricht. In 1958 gaat het gezin daar een huurwoning betrekken.
Beoordeling
Een mooi afscheidsverhaal van een zoon over zijn ouders. Dat blijft altijd plezierig om te lezen. Het boek is daarom op je literatuurlijst heel goed te combineren met andere boeken over de vader-zoonverhouding. Bijvoorbeeld het klassieke “ karakter” van Bordewijk of “ De Aansprekers” van Maarten ’t Hart of “ de Doodshoofdvlinder” van Jan Wolkers. Op die manier kun je tijdens je mondelinge examen gemakkelijk relaties leggen.
Zie voor meer boeken met het vader-zoonmotief de themalijst van scholieren.com.
De “amusementswaarde” van de roman is voor scholieren van havo-en vwo waarschijnlijk ruim voldoende tot goed. Bovendien kun je het boek snel lezen dankzij een mooie bladspiegel. De literaire waarde is m.i. twee punten.
Bronnen
website uitgever
http://www.nieuwamsterdam...b7U_dLwkxcGeschreven door Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..
Ik heb tot nu ( 1 juli 2025) 1530 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
Waarschuwing van mijn kant : Pas op met het opvragen van verslagen via Chatgpt. Ik heb verslagen gelezen waarin pertinente onjuistheden staan.
REACTIES
1 seconde geleden