Koude grond door Mischa van Vlier

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover Koude grond
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Zeker Weten Goed
  • 1 oktober 2011
Zeker Weten Goed

Eerste uitgave
2011
Pagina's
336
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's

Boekcover Koude grond
Shadow
Koude grond door Mischa van Vlier
Shadow
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2011
  • 336 pagina's
  • Uitgeverij: Meulenhoff

Flaptekst

Rotterdam, zeer binnenkort. De stad staat opnieuw in brand, maar dit keer zijn de bewoners zelf de aanstichters. De zo lang gevreesde rassenrellen razen door de straten en over de pleinen. Het geweld en bloed raken iedereen. Moskeeën, kerken en politiebureaus gaan in vlammen op. De staat van beleg is uitgeroepen, maar zelfs het leger slaagt er niet in greep op de situatie te krijgen. Een man kijkt vanuit zijn appartement in het centrum met gemengde gevoelens toe hoe zijn stad ten onder gaat. Hij weet niet hoe het zal aflopen, maar wel hoe deze chaos is begonnen: door hem.

Koude grond is het verhaal van een Rotterdammer die het geweld, de haat en de verloedering niet meer kan aanzien, en besluit in te grijpen. Omdat hij van zijn stad en van zijn land houdt. Hij wordt daarmee niet alleen degene die de lont in dit broeierige kruitvat langs de Maas steekt, maar ook de vijand van alles waar hij zelf voor staat. Mischa van Vlier schreef een aangrijpende roman over onze gespannen samenleving, onze politici, en de media. Koude grond is actueel, angstaanjagend en confronterend. Maar bovenal een extreem spannende leeservaring.

Eerste zin

Ik schat dt ik nog wat tijd heb voor ze me vinden, maar ik wil nu weg.

Samenvatting

In het eerste hoofdstuk maken we kennis met een anonieme verteller die met lede ogen aanziet wat er van Rotterdam geworden is. Wel laat hij alvast aan de lezer merken dat hij daarvoor medeverantwoordelijk is. We zitten enkele jaren na 2011. Feyenoord heeft zijn oude glorie weer opgepakt en heeft zelfs de “dubbel“ gewonnen.

De Rotterdammer heeft het vuur in de stad aangestookt. Het is 3 oktober wanneer hij zijn appartement verlaat. Naar Noord-Amerika kan hij niet vanwege iets wat hij heeft uitgehaald. Hij zal naar Rio de Janeiro gaan via Frankrijk. Daarna begint de geschiedenis van wat er in de afgelopen maanden is gebeurd.

In een van de eerste hoofdstukken bezoekt de verteller die het gehele verhaal niet bij naam wordt genoemd (wat eigenlijk heel vervelend is) een Haagse sociëteit, waar enkele personen uit de upperclass hun onvrede over de maatschappij uitstorten. De verteller houdt zich hier nog wat op de vlakte. Hij heeft een relatie met ene Annabel, die van buitenlandse afkomst is.

Er zijn mensen op die sociëteit die dicht bij het vuur van het kabinet zitten en het is duidelijk dat de regering er weinig voor voelt om veel ophef over de sociale onrust naar buiten te brengen.

De verteller is journalist en hij gaat nog wel eens naar het buitenland, waar hij zich begeeft in gevaarlijke situaties. In het buitenland is hij niet bang voor gevaar, maar in Nederland is hij eigenlijk een angsthaas geworden. Ook heeft hij veel ontzag voor zijn direct leidinggevenden die zijn ingeleverde stukjes nieuws vrij vaak niet of ingekort publiceren. Er is bijna sprake van censuur.

In Nederland komt hij meer en meer in aanraking met conflicten tussen allochtone en autochtone inwoners. In de tram maakt hij mee dat een vrouw wordt lastig gevallen door  vervelende jongens; de conducteur doet helemaal niets. Hij vindt dat het land naar de kloten gaat als er niemand optreedt. Op de sociëteit hoort hij dat de regering alle moslim-allochtonen uit het leger wil weren, maar dat er niets van dat bericht in de krant mag komen. De hoofdredacteuren krijgen een soort publicatieverbod. Dat zou tegen de journalistieke vrijheid indruisen, maar de media gaan wel akkoord met de maatregel van bovenaf. Voor een reportage wordt de verteller uitgezonden naar Israël en er staat ook nog een reisje naar Afghanistan op de agenda. Dat laatste gaat niet door, maar in een van de hoofdstukken is hij wel in het Beloofde Land en doet hij verslag van de strijd tussen gematigde en orthodoxe joden. Het artikel hierover wordt later als broddelwerk beschouwd. De vrij strenge eindredacteur gaat vervroegd met pensioen, omdat hij het niet eens is met de beperking van zijn journalistieke vrijheid. Er zal iemand in zijn plaats worden aangesteld met wie de Rotterdammer het niet goed zal kunnen vinden. Er komt een steeds groter gevoel van ontevredenheid over hem heen. Wanneer hij weer een incident op staat meemaakt, treedt hij wel op: hij slaat de dader het ziekenhuis in. Hij verdwijnt zonder sporen achter te laten. Omdat justitie slap blijft optreden tegen overtreders, blijft hij ingrijpen bij het zien van onrecht. Maar daar loopt hij ook schade bij op: hij krijgt een mes in zijn bovenbeen. Hij weet dat hij het zonder wapens niet aankan en hij schaft illegaal een pistool aan: de Glock 19, een effectief wapen. Voordat hij gewelddadig wordt met het wapen, maakt hij een vakantiereisje naar Rome met zijn vriendin Annabel, maar in die relatie gaat het toch niet helemaal lekker.

Al direct nadat hij het wapen in Haarlem heeft opgehaald, krijgt hij ruzie met een man die zich in de trein respectloos gedraagt. Hij kan zich nog beheersen, maar later begint hij het wapen te gebruiken als hij onrecht ziet op straat. Hij schiet zijn eerste slachtoffer neer. Eerst wordt er in de media niet veel aandacht besteed aan de wraakpogingen, maar al gauw komen er berichten in de kranten dat er in Rotterdammer is die voor “eigen rechter” aan het spelen is. Hij grijpt in bij zinloos geweld. Wanneer hij in Rotterdam rondloopt, ontmoet hij de “kolonel” die bij het driehoeksoverleg van justitie betrokken is. Hij vraagt de kolonel wat hij van de eigen rechter vindt. Thuis bladert hij in een oud familiealbum: zijn ouders zijn gescheiden en zijn zusje is al vroeg overleden. Zijn moeder is erg ziek: hij bezoekt haar 1 x per week.

De Rotterdammer vindt dat de politiek schuldig is aan de nieuwe situatie: ze hebben de afstand tot de  burgers vergroot. De media begrijpen er niets van: ze denken dat de man een racist is. Omdat te weerleggen neemt hij wraak op een man die vijftien jaar geleden een meisje heeft verkracht. Hij neemt de motorrijder gevangen en breng hem naar een afgelegen schuur. Dan haalt hij  het verkrachte meisje van vroeger op en geeft haar de man in handen. Ze mag zelf  het wapen kiezen waarmee ze de gebonden man zal doden. Deze lijn wordt niet afgemaakt. Met Annabel krijgt hij weer eens ruzie en hij zet haar buiten: ze verdwijnt.

Dan doet hij een onbegrijpelijke zet. Hij publiceert een verzonnen interview met de “Eigen Rechter.” Hij heeft hem zogenaamd opgespoord. Dat bezorgt hem een enorme scoop (journalistiek nieuwtje) en hij moet zelfs op televisie verschijnen. Hij kan zich beroepen op het recht zijn bronnen te beschermen. Maar er is veel onrust in Rotterdam gekomen: hij heeft het vuurtje aangestoken. Er worden knokploegen gevormd. Wanneer hij een keer nachtdienst heeft, is hij getuige van een strijd tussen Turken en een knokploeg. De ME moet optreden, maar de regering wil dat het nieuws niet wordt gepubliceerd. De Rotterdammer is het er niet mee eens, maar zijn leidinggevenden publiceren het artikel niet. Dan roept de verteller in een pamflet op internet op tot de strijd. De  regering verbiedt nieuws over knokploegen.

Dan maakt het verhaal een vreemde wending. Ineens is hij in Washington en ontmoet hij de kolonel. Het blijkt zijn vader te zijn en hij bekent tegenover zijn vader dat hij “de eigen rechter van Rotterdam“ is. De man lijkt van slag te zijn (dit gegeven komt  erg ongeloofwaardig over). Hij wordt later uitgenodigd via een vriend van de sociëteit om op de ambassade te komen. Hij vraagt de aanwezigen wat ze van de “eigen rechter van Rotterdam” vinden. Sommigen vinden dat de man terecht optreedt tegen wantoestanden. Hij vermoedt dat één van de aanwezigen weet wie hij werkelijk is. Hij haalt deze Charles op, rijdt hem naar een afgelegen plek en vermoordt hem daar. Zijn afgetrokken en opgespaard zaad in een doosje (Hoe verzin je het?) brengt hij aan op de mond van Charles om hem in diskrediet te brengen. Daarna vertrekt hij weer naar Nederland, waar Annabel de relatie inmiddels heeft verbroken. Hij beseft dat hij verder alleen zijn strijd zal moeten leveren tegen het onrecht.

Hij blijft voor eigen rechter spelen, maar hij trapt ook in een val in een woonwijk. Turken hebben door dat hij de eigen rechter is, verwonden hem, maar hij wordt zwaargewond afgevoerd naar het EMC. Daar komt hij tot de ontdekking dat hij Nederland beter kan verlaten.

Hij rijdt nog een keer in de tram en hij wordt opnieuw slachtoffer van allochtonen. Die willen een pistool op hem richten, maar hij weet de loop van het pistool weg te duwen. Daardoor wordt een kind dodelijk getroffen. Nu beseft hij wat zijn daden voor onheil hebben gebracht. Kinderen mogen nooit de dupe worden van zijn dadendrang.

In die tram zit “toevallig” Annabel die hem verraadt: ze wijst hem aan als de Eigen Rechter, waardoor hij moet vluchten. Hij weet ternauwernood te ontsnappen, maar heeft daarbij de hulp van het leger nodig, dat hem weet te ontzetten. Hoewel gewond, wil hij niet naar het ziekenhuis.

In het laatste hoofdstuk keren we terug bij het eerste. De Rotterdammer legt rekenschap af van wat hij heeft aangericht. Hij wilde recht doen om weer een normaal land te kunnen creëren, maar hij heeft onvoldoende rekening gehouden met de koude grond. Dan kan het niet goed gaan. Hij vraagt zich af wat de lezersgroep die hij met “je” heeft aangesproken van hem vindt over tien jaar: zal hij een held zijn of de man die de oorzaak van alle ellende is? Hij geeft echter aan dat hij voor die groep heeft gedaan. Of liever “we deden het samen.”

De taxi is gearriveerd die hem op weg naar Rio zal brengen.

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Quotes

"De kledingzak met mijn oude smoking hing helemaal links in de kast, met de vlinderdas als altijd in het borstzakje. Een pochet is voor homo's, hoorde ik Pronk zeggen. En zo is het." Bladzijde 17
"Diamonds are Forever is zonder twijfel de minste Connery-Bond. Een zwak plot, een vreselijke Bondgirl (die roodharige trien die, gekleed in paarse slip, gillend over een booreiland rent), en uiteindelijk de brug tussen harde spionagefilms uit de jaren zestig en knullige gezinsfilms van Moore (met diezelfde For Your Eyes Only als verrassende uitzondering). En gek genoeg was het juist deze laatste officiële Connery-Bond die mij uit de brand hielp." Bladzijde 122
"Knokploegen op straat. Hier, in Nederland. Dat was toch meer iets voor de moffen en Italianen, dacht ik vroeger. Volgens mij hadden wij dit alleen tijdens de oorlog gehad, toen de verzetsjongens de zogenoemde KP's oprichtten." Bladzijde 246

Thematiek

Sociale problemen

De verteller gaat voor eigen rechter spelen in Rotterdam, vanwege de sociale problemen en onrust die hij om zich heen ziet. Hij vindt dat het bergafwaarts gaat met Nederland en dat de regering te weinig doet.

Motieven

Wraak

Hij gaat voor eigen rechter spelen wegens aangedaan onrecht.

Moord

Doordat de verteller de loop van het pistool dat op hem gericht wordt afwendt, gaat er een kind dood.

Emigratie

De (in de ogen van de verteller) mislukte integratie van allochtonen in Nederland.

Machtsverhoudingen

Zowel binnen Nederland - de verteller vindt dat de machthebbenden in Nederland te weinig doen - als in zijn werk; de macht van de eind- en hoofdredacteuren.

Escapisme

Uiteindelijk ontvlucht de verteller Nederland.

Liefdesrelatie: problemen/echtscheiding

Zijn relatie met Annabel loopt stuk.

Ouder-kindrelatie

De verteller gaat eens per week op bezoek bij zijn zieke moeder. Zijn ouders zijn gescheiden.

Misdaad

De verteller treedt op tegen misdaad, maar voert daardoor zelf ook criminele handelingen uit (het pistool).

Maatschappijkritiek

De verteller is erg kritisch tegenover de Nederlandse maatschappij.

Censuur

Er is (tot op zekere hoogte) sprake van censuur bij het medium waar de journalist werkt.

Motto

Er is een Engelstalig motto uit “Taxi driver” van Davis Bickle.

Listen, you fuckers, you screwheads. Here is a man who would not take it anymore. A man who stood up against the scum, the cunts, the dogs, the filth, the shit. Her is someone who stood up.

Het motto is van toepassing op de Rotterdammer  die wraak neemt op de lui die er zo’n zootje van maken in zijn stad. Hij is de man die voor eigen rechter gaat spelen.

Titelverklaring

In de roman staat letterlijke en indirecte verwijzingen naar de titel. De verteller denkt in de loop van de roman na over wat er met Nederland aan de hand is. Op blz. 194 staat het volgende citaat: “We gingen er langzaam aan. Omdat dit land onze harten niet langer verwarmde. We leefden op koude grond. Alsof de aarde het leven in dit gebied al had opgegeven, en Nederland langzaam afstierf. En wij, de mensen, ook. Koude harten, op koude grond.

Bij zijn zelfevaluatie op blz. 334 beseft hij waar het fout is gegaan. “Ik had onvoldoende rekening gehouden met de koude grond. Want als grond niet gloeit, dan groeit er ook niets. Ik wilde ons laten maaien, maar er is allang geen oogst meer te bekennen. En als je met zijn allen gaat zitten wachten op vruchten die maar niet ontkiemen, dan gaat het vanzelf mis“.

Vlak voor zijn vertrek naar Rio de Janeiro spreekt de verteller nog een wens uit, nl. dat de koude grond ooit zal verdwijnen. Dat we een vonk van onze gezamenlijke warmte weer in de grond hebben kunnen steken, en ons land weer tot leven hebben gebracht. (blz. 335)

Structuur & perspectief

Structuur
Het verhaal is opgebouwd uit een heleboel kleine hoofdstukken die geen cijferaanduiding hebben en ook geen titel. Een hoofdstuk wordt aangeduid met een vet gedrukte beginregel van het hoofdstuk. Dat is vaak een gedachte of een citaat van de verteller.

Het eerste hoofdstuk heeft de functie van een proloog en moet eigenlijk aan het einde van de roman worden gedacht.

Daarna gaat de anonieme Rotterdammer vertellen wat er aan de hand is in 2015 en hij werkt zo het verhaal af tot aan het einde. Dat sluit weer aan bij het begin van de roman. Hij staat dan nl. op het punt zijn stad Rotterdam voorgoed te verlaten.

Het verhaal is dus niet chronologisch: meer eigenlijk een kadervertelling. Het verleden zit ingeklemd tussen het heden (3 oktober 2015).

Het einde is in principe open. Je weet niet hoe het met de “held” afloopt.

Perspectief
Er is sprake van een mannelijke  ik-verteller die verder in de gehele roman geen naam krijgt. Dat komt heel onpersoonlijk over en het bemoeilijkt de identificatie van de lezer met de verteller.

Hij vertelt in de o.v.t. (in het eerste en laatste  hoofdstuk in de o.t.t.) en hij spreekt de lezer soms rechtstreeks aan met “je.” Hij is journalist, maar gaandeweg het verhaal stelt hij zich op als “eigen rechter’ met betrekking tot de misdaden die in zijn stad Rotterdam geschieden.

Decor

De tijdlagen van het verhaal
Waarschijnlijk speelt het verhaal zich af in het jaar 2015. Daarmee geeft Van Vlier het boek meteen een grote actualiteitswaarde. De roem van Feyenoord is weer in ere hersteld (de wens is waarschijnlijk de vader van de gedachte). 

Hij noemt in zijn verhaal over de misdaad de naam van Tristan van der V. (de slachter van Alphen aan de Tijn in 2011) en van de Noor Anders Breivik die in de zomer van 2011 veel slachtoffers maakte op het eiland Utøya. Van Vlier moet zijn roman dus op het laatste moment geactualiseerd en aangepast hebben.

In het eerste hoofdstuk geeft de verteller aan dat het 3 oktober is. Het is de dag dat hij Nederland zal verlaten. De geschiedenis die hij daarna vertelt, duurt enige maanden.

Het decor van de handeling
Rotterdam is het decor van de roman. De stad is duidelijk herkenbaar in  beeld gebracht. De verteller noemt bekende plaatsen en wegen uit de stad, zoals de Erasmusbrug en diverse bekende Rotterdamse straatnamen.

Slotzin

Wij deden het samen. Wij samen, jij en ik.

Beoordeling

Door de grote vertelafstand die Van Vlier creëert tussen lezer en verteller boeit het verhaal mij “voor geen meter.” De verteller kan eigenlijk geen ogenblik duidelijk maken waarom hij voor eigen rechter gaat spelen. Waarom hij als relatief onbelangrijk journalist met de upperclass van Den Haag mag omgaan, is eveneens een raadsel. Het is ook lange tijd onduidelijk wie met de kolonel, de majoor en de generaal worden aangeduid.

De voor de spanning (?) ingevoerde passage met de wraak op een motorrijder die 15 jaar geleden iets heeft uitgehaald met een meisje in Drenthe, wordt in het verhaal m.i. niet goed gemotiveerd ingelast.

Ook de plotselinge reis naar Washington (waar zijn vader ook toevallig is- hij blijkt de kolonel te zijn) en de moord op de diplomaat die hij ook nog een beetje verschaald zaad om zijn mond smeert, zijn noodgrepen die literair-technisch gezien onnodig zijn.

Daardoor ontstaat een onpersoonlijk en onsamenhangend verhaal dat niet zal leiden tot grote onrust op de uitgeversmarkt en ook trouwens niet in Rotterdam (Feyenoord-fans kunnen er misschien moed uit putten: in 2014 behaalt de Rotterdamse stadionploeg immers de “dubbel”).

De m.i. foute keus van de schrijver is zijn personage de Rotterdammer anoniem te houden en hem als een soort superman te laten optreden.

“Koude grond” heeft bij mij geen warmte van een spannend verhaal kunnen oproepen.

Ik verwacht niet dat veel scholieren het boek op hun lijst zullen zetten. De amusementswaarde voor jonge lezers vind ik niet hoog, de literaire waarde al helemaal niet. Ik vind het een mislukte, zij het eigentijdse roman. Maar ook dit zaad valt in koude grond, dus veel vruchten zal het niet gaan dragen.

Wanneer zijn collega van Radio West in zijn recensie dit boek beter vindt dan “Het Diner” van Herman Koch, dan is de vergelijking tussen een snelle, ordinaire  Big Mac van Mc Donald en een 5-gangendiner in een toprestaurant (voor Rotterdammers bijv. Parkheuvel) misschien wel op zijn plaats. Om alle misverstanden te voorkomen, ”Koude grond” krijgt in dat geval geen Michelinster. En die collega van Mischa van Vlier raad ik aan eens ergens anders te gaan eten...

Recensies

"‘Koude Grond’ is een regelrechte pageturner." http://www.omroepwest.nl/...and-weblog
" Het boek verdient zelfs niet beter dan volledig de grond te worden ingeschreven. Want ook het taalgebruik is op het belachelijke af. " http://www.8weekly.nl/art...komst.html

Bronnen

Website van de uitgever.
http://www.meulenhoff.nl/...vlier.html
Je hebt nog 3 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

47.211 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees
Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Ik heb nu ruim 1400 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ik vroeger zelf helemaal niet leuk. Nu maak ik ze zelf voor scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling. En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Koude grond door Mischa van Vlier"

Ook geschreven door Cees