Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 336 pagina's
- Uitgeverij: Meulenhoff
Flaptekst
Rotterdam, zeer binnenkort. De stad staat opnieuw in brand, maar dit keer zijn de bewoners zelf de aanstichters. De zo lang gevreesde rassenrellen razen door de straten en over de pleinen. Het geweld en bloed raken iedereen. Moskeeën, kerken en politiebureaus gaan in vlammen op. De staat van beleg is uitgeroepen, maar zelfs het leger slaagt er niet in greep op de situatie te krijgen. Een man kijkt vanuit zijn appartement in het centrum met gemengde gevoelens toe hoe zijn stad ten onder gaat. Hij weet niet hoe het zal aflopen, maar wel hoe deze chaos is begonnen: door hem.
Koude grond is het verhaal van een Rotterdammer die het geweld, de haat en de verloedering niet meer kan aanzien, en besluit in te grijpen. Omdat hij van zijn stad en van zijn land houdt. Hij wordt daarmee niet alleen degene die de lont in dit broeierige kruitvat langs de Maas steekt, maar ook de vijand van alles waar hij zelf voor staat. Mischa van Vlier schreef een aangrijpende roman over onze gespannen samenleving, onze politici, en de media. Koude grond is actueel, angstaanjagend en confronterend. Maar bovenal een extreem spannende leeservaring.
Eerste zin
Ik schat dt ik nog wat tijd heb voor ze me vinden, maar ik wil nu weg.Samenvatting
In het eerste hoofdstuk maken we kennis met een anonieme verteller die met lede ogen aanziet wat er van Rotterdam geworden is. Wel laat hij alvast aan de lezer merken dat hij daarvoor medeverantwoordelijk is. We zitten enkele jaren na 2011. Feyenoord heeft zijn oude glorie weer opgepakt en heeft zelfs de “dubbel“ gewonnen.
De Rotterdammer heeft het vuur in de stad aangestookt. Het is 3 oktober wanneer hij zijn appartement verlaat. Naar Noord-Amerika kan hij niet vanwege iets wat hij heeft uitgehaald. Hij zal naar Rio de Janeiro gaan via Frankrijk. Daarna begint de geschiedenis van wat er in de afgelopen maanden is gebeurd.
In een van de eerste hoofdstukken bezoekt de verteller die het gehele verhaal niet bij naam wordt genoemd (wat eigenlijk heel vervelend is) een Haagse sociëteit, waar enkele personen uit de upperclass hun onvrede over de maatschappij uitstorten. De verteller houdt zich hier nog wat op de vlakte. Hij heeft een relatie met ene Annabel, die van buitenlandse afkomst is.
Er zijn mensen op die sociëteit die dicht bij het vuur van het kabinet zitten en het is duidelijk dat de regering er weinig voor voelt om veel ophef over de sociale onrust naar buiten te brengen.
De verteller is journalist en hij gaat nog wel eens naar het buitenland, waar hij zich begeeft in gevaarlijke situaties. In het buitenland is hij niet bang voor gevaar, maar in Nederland is hij eigenlijk een angsthaas geworden. Ook heeft hij veel ontzag voor zijn direct leidinggevenden die zijn ingeleverde stukjes nieuws vrij vaak niet of ingekort publiceren. Er is bijna sprake van censuur.
In Nederland komt hij meer en meer in aanraking met conflicten tussen allochtone en autochtone inwoners. In de tram maakt hij mee dat een vrouw wordt lastig gevallen door vervelende jongens; de conducteur doet helemaal niets. Hij vindt dat het land naar de kloten gaat als er niemand optreedt. Op de sociëteit hoort hij dat de regering alle moslim-allochtonen uit het leger wil weren, maar dat er niets van dat bericht in de krant mag komen. De hoofdredacteuren krijgen een soort publicatieverbod. Dat zou tegen de journalistieke vrijheid indruisen, maar de media gaan wel akkoord met de maatregel van bovenaf. Voor een reportage wordt de verteller uitgezonden naar Israël en er staat ook nog een reisje naar Afghanistan op de agenda. Dat laatste gaat niet door, maar in een van de hoofdstukken is hij wel in het Beloofde Land en doet hij verslag van de strijd tussen gematigde en orthodoxe joden. Het artikel hierover wordt later als broddelwerk beschouwd. De vrij strenge eindredacteur gaat vervroegd met pensioen, omdat hij het niet eens is met de beperking van zijn journalistieke vrijheid. Er zal iemand in zijn plaats worden aangesteld met wie de Rotterdammer het niet goed zal kunnen vinden. Er komt een steeds groter gevoel van ontevredenheid over hem heen. Wanneer hij weer een incident op staat meemaakt, treedt hij wel op: hij slaat de dader het ziekenhuis in. Hij verdwijnt zonder sporen achter te laten. Omdat justitie slap blijft optreden tegen overtreders, blijft hij ingrijpen bij het zien van onrecht. Maar daar loopt hij ook schade bij op: hij krijgt een mes in zijn bovenbeen. Hij weet dat hij het zonder wapens niet aankan en hij schaft illegaal een pistool aan: de Glock 19, een effectief wapen. Voordat hij gewelddadig wordt met het wapen, maakt hij een vakantiereisje naar Rome met zijn vriendin Annabel, maar in die relatie gaat het toch niet helemaal lekker.
Al direct nadat hij het wapen in Haarlem heeft opgehaald, krijgt hij ruzie met een man die zich in de trein respectloos gedraagt. Hij kan zich nog beheersen, maar later begint hij het wapen te gebruiken als hij onrecht ziet op straat. Hij schiet zijn eerste slachtoffer neer. Eerst wordt er in de media niet veel aandacht besteed aan de wraakpogingen, maar al gauw komen er berichten in de kranten dat er in Rotterdammer is die voor “eigen rechter” aan het spelen is. Hij grijpt in bij zinloos geweld. Wanneer hij in Rotterdam rondloopt, ontmoet hij de “kolonel” die bij het driehoeksoverleg van justitie betrokken is. Hij vraagt de kolonel wat hij van de eigen rechter vindt. Thuis bladert hij in een oud familiealbum: zijn ouders zijn gescheiden en zijn zusje is al vroeg overleden. Zijn moeder is erg ziek: hij bezoekt haar 1 x per week.
De Rotterdammer vindt dat de politiek schuldig is aan de nieuwe situatie: ze hebben de afstand tot de burgers vergroot. De media begrijpen er niets van: ze denken dat de man een racist is. Omdat te weerleggen neemt hij wraak op een man die vijftien jaar geleden een meisje heeft verkracht. Hij neemt de motorrijder gevangen en breng hem naar een afgelegen schuur. Dan haalt hij het verkrachte meisje van vroeger op en geeft haar de man in handen. Ze mag zelf het wapen kiezen waarmee ze de gebonden man zal doden. Deze lijn wordt niet afgemaakt. Met Annabel krijgt hij weer eens ruzie en hij zet haar buiten: ze verdwijnt.
Dan doet hij een onbegrijpelijke zet. Hij publiceert een verzonnen interview met de “Eigen Rechter.” Hij heeft hem zogenaamd opgespoord. Dat bezorgt hem een enorme scoop (journalistiek nieuwtje) en hij moet zelfs op televisie verschijnen. Hij kan zich beroepen op het recht zijn bronnen te beschermen. Maar er is veel onrust in Rotterdam gekomen: hij heeft het vuurtje aangestoken. Er worden knokploegen gevormd. Wanneer hij een keer nachtdienst heeft, is hij getuige van een strijd tussen Turken en een knokploeg. De ME moet optreden, maar de regering wil dat het nieuws niet wordt gepubliceerd. De Rotterdammer is het er niet mee eens, maar zijn leidinggevenden publiceren het artikel niet. Dan roept de verteller in een pamflet op internet op tot de strijd. De regering verbiedt nieuws over knokploegen.
Dan maakt het verhaal een vreemde wending. Ineens is hij in Washington en ontmoet hij de kolonel. Het blijkt zijn vader te zijn en hij bekent tegenover zijn vader dat hij “de eigen rechter van Rotterdam“ is. De man lijkt van slag te zijn (dit gegeven komt erg ongeloofwaardig over). Hij wordt later uitgenodigd via een vriend van de sociëteit om op de ambassade te komen. Hij vraagt de aanwezigen wat ze van de “eigen rechter van Rotterdam” vinden. Sommigen vinden dat de man terecht optreedt tegen wantoestanden. Hij vermoedt dat één van de aanwezigen weet wie hij werkelijk is. Hij haalt deze Charles op, rijdt hem naar een afgelegen plek en vermoordt hem daar. Zijn afgetrokken en opgespaard zaad in een doosje (Hoe verzin je het?) brengt hij aan op de mond van Charles om hem in diskrediet te brengen. Daarna vertrekt hij weer naar Nederland, waar Annabel de relatie inmiddels heeft verbroken. Hij beseft dat hij verder alleen zijn strijd zal moeten leveren tegen het onrecht.
Hij blijft voor eigen rechter spelen, maar hij trapt ook in een val in een woonwijk. Turken hebben door dat hij de eigen rechter is, verwonden hem, maar hij wordt zwaargewond afgevoerd naar het EMC. Daar komt hij tot de ontdekking dat hij Nederland beter kan verlaten.
Hij rijdt nog een keer in de tram en hij wordt opnieuw slachtoffer van allochtonen. Die willen een pistool op hem richten, maar hij weet de loop van het pistool weg te duwen. Daardoor wordt een kind dodelijk getroffen. Nu beseft hij wat zijn daden voor onheil hebben gebracht. Kinderen mogen nooit de dupe worden van zijn dadendrang.
In die tram zit “toevallig” Annabel die hem verraadt: ze wijst hem aan als de Eigen Rechter, waardoor hij moet vluchten. Hij weet ternauwernood te ontsnappen, maar heeft daarbij de hulp van het leger nodig, dat hem weet te ontzetten. Hoewel gewond, wil hij niet naar het ziekenhuis.
In het laatste hoofdstuk keren we terug bij het eerste. De Rotterdammer legt rekenschap af van wat hij heeft aangericht. Hij wilde recht doen om weer een normaal land te kunnen creëren, maar hij heeft onvoldoende rekening gehouden met de koude grond. Dan kan het niet goed gaan. Hij vraagt zich af wat de lezersgroep die hij met “je” heeft aangesproken van hem vindt over tien jaar: zal hij een held zijn of de man die de oorzaak van alle ellende is? Hij geeft echter aan dat hij voor die groep heeft gedaan. Of liever “we deden het samen.”
De taxi is gearriveerd die hem op weg naar Rio zal brengen.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden