Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Kattenmoeder door Rudi Hermans

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover Kattenmoeder
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover Kattenmoeder
Shadow
Kattenmoeder door Rudi Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2018
  • 139 pagina's
  • Uitgeverij: Angéle

Flaptekst

Een kind van zeven, eind de jaren vijftig van de vorige eeuw. Wanneer gevreesd wordt dat de jongen tbc heeft, moet hij voor onbepaalde tijd weg uit het gezin, om te beletten dat hij zijn doodzieke moeder besmet. Hij wordt in allerijl naar een preventorium gebracht, een troosteloze plek waar hij aan zijn lot wordt overgelaten. Tot hij op een dag zuster Plien leert kennen en in haar een nieuwe moeder ziet, die hij zijn leven lang niet vergeet.

Eerste zin

Om de vijf jaar bezoek ik het graf van mijn ouders. Ze delen een kuil, die rond Allerzielen met een bloemetje wordt opgefleurd.

Samenvatting

Hoofdstuk 1
Het is bijna Allerzielen. De ik-verteller bezoekt het graf van zijn ouders om bloemen te zetten, maar hij kan het doordat hij maar één keer in de vijf jaar dat doet, moeilijk vinden. Ineens staat hij voor het graf van zijn "tweede moeder"Plien aan wie hij veel betere herinneringen heeft dan aan zijn eigen moeder. Hij denkt terug aan haar.

Hoofdstuk 2
De moeder van de verteller is op een morgen ziek. Hij gaat naar school en mag voor het eerst met een kroontjespen schrijven. Hij is trots om dat aan zijn zieke moeder te laten zien en let bij het verlaten van school niet goed op waardoor hij tegen een wielrenner aanloopt. Hij heeft een gapende wond in zijn been.  De meester neemt hem mee en brengt hem naar het huis van de buurvrouw. De dokter moet komen, maar de kleine man wil niet dat de dokter de wond hecht. Hij wil dat hij hem plakt. Hij gilt alles bij elkaar.

Hoofdstuk 3
De verteller hoort die dag dat zijn moeder de "fleuris"heeft (pleuritus). Als hij moet hoesten, wordt zijn moeder hysterisch en wil dat hij uit haar kamer gaat. De dokter onderzoekt hem op het hoesten en zegt dat hij naar een preventorium moet. Dat is een instelling waarbij men kijkt of iemand tuberculose heeft.

Hoofdstuk 4 
Hij brengt de nacht in het bed van zijn moeder door en hij moet haar 's nacht helpen met plassen. Ook heeft zijn moeder het bord met eten op de grond gekwakt. Het was klaargemaakt door 'een vreemde vrouw' (vriendin van zijn vader?) Moeder komt niet aardig over.

Hoofdstuk 5
Vader gaat hem in de Taunus wegbrengen. De kleine verteller mag sturen als hij bij zijn vader op schoot zit. Bijna rijden ze tegen een boom. Hij mocht wel vaker sturen als zijn vader (bakker) brood wegbracht naar klanten. Behalve in de huizen met een rood licht (hoerenkast?) mocht hij mee naar binnen.

Hoofdstuk 6
Wordt door zijn vader achtergelaten in het preventorium dat heel groot is en erg ongezellig. Er heerst een streng regime en hij voelt zich erg eenzaam. Er is één zuster die hem komt troosten. Dat is zuster Plien. Zij voelt aan als een  kattenmoeder. Hij voelt zich veilig bij haar blijft haar altijd herinneren.

Hoofdstuk 7
In het preventorium komt Koning Boudewijn op bezoek. De verteller mag niet meedoen met de ontvangst omdat hij de liedjes nog niet kent. Toch baart hij opzien doordat hij gaat vliegeren en de vlieger boven het hoofd van de koning lawaai maakt. Hij krijgt straf. 
Hij zit vier weken in het preventorium: niet één keer zijn zijn ouders hem komen bezoeken. Wel de dokter met zijn zoon. Als hij naar huis mag, wordt hij niet opgehaald door zijn ouders, maar zuster Plien brengt hem naar de bushalte.

Hoofdstuk 8
De verteller zit weer op het kerkhof. Hij denkt terug aan zuster Plien en niet aan zijn eigen moeder, die uit een hongerland kwam (Hongarije). Ze was nog een keer in de winkel gekomen, maar zijn echte moeder had haar jaloers bekeken. Hij had Plien nooit meer gezien. Hij vertelt ook dat de instelling van het preventorium later gesloten was. Het was eigenlijk een frauduleuze situatie waarin doktoren om niets kinderen verwezen naar de instelling. Op last van de regering was hij gesloten. Het was nu een asielzoekerscentrum, geworden.
De witte chrysanten die hij zijn ouders had meegenomen, zet hij op het graf van Plien. Hij neemt zich voor dat  graf voortaan vaker te bezoeken.

Personages

Het jongetje

Het verhaal gaat eigenlijk alleen om het jongetje. Het is een kleine man die in zijn jeugd heeft meegemaakt dat zijn eigen moeder niet zo lief voor hem is geweest. Hij wordt door zijn harde ouders niet eens in het preventorium bezocht. Het is ook niet duidelijk waarom hij als niet-zieke daarin wordt opgenomen. Hij voelt zich eenzaam en geïsoleerd. Dan is daar de hand van die lieve zuster Plien die hij beschouwt als zijn eigen moeder, te vergelijken met een kattenmoeder die ook haar eigen jongen beschermt.

Moeder

Zijn eigen Hongaarse moeder wordt afgeschilderd als een door het leven harde vrouw. Ze heeft jaloerse trekjes (vgl. de scène met het klaargemaakte eten door een andere vrouw en de situatie waarin Plien de winkel bezoekt). Ze komt op de lezer weinig liefdevol over.

Vader

Vader is broodbakker. Heeft in de oorlog meegevochten, is althans zijn verhaal. Hij heeft wel wat met zijn zoon. Laat hem sturen in zijn auto, wat in feite onverantwoord is, maar er zijn in die tijd nog maar weinig auto's op de weg. Hij heeft een duister verleden (messentrekker) en is een Don Juan.( De vrouw die in het huis ernaast aardig tegen hem doet, het mogelijke bezoek aan de bordelen).

Quotes

"Na een week in mijn zelfde ondergoed had de geur van het waspoeder plaatsgemaakt voor een aroma van zweet en fecaliën, besprenkeld met druppels urine die mijn sneeuwwitte onderbroek tot vaalblauwe schimmelkaas hadden doen rijpen, geen wonder gezien het blauwsel dat mijn moeder voor het witten gebruikte. Na het wekelijks bad op zaterdagavond, net als de vogels in het vogelhuis in een zinken teil, kreeg ik schoon ondergoed aan, met de raad om er zuinig op te zijn. Blauwsel was duur, en vaker verschonen te sleets. Zindelijkheid werd beschouwd als een luxe, er werd een dure prijs voor betaald." Bladzijde 65
"Mijn moeder was ziek, had mijn vader gezegd. Nooit tevoren, geen enkele keer, had ik mijn moeder zoek gezien. Buikpijn of hoofdpijn, verkouden zijn , dat waren geen ziektes, dat was als geluk, bij ons had daar niemand hinder van en er werd dan ook niet bij stil gestaan. Het was in ieder geval geen reden om het bed te houden en zijn plicht te verwaarlozen." Bladzijde 17
"Maar plotseling was het of ik tegen een muur opliep. Ruggelings ging ik tegen de vlakte. Ik was even groggy, voelde geen pijn, maar wist niet wat er gebeurd was, tot ik voor me op de weg een racefiets zag liggen waarvan het voorwiel nog ronddraaide. Daarnaast lag een man met een zwart-geel-rood-shirt." Bladzijde 26
""Hier", zei mijn vader, intussen rood aangelopen, "weer een klant voor de heilige Rita. "Hij liep naar hun bed en legde me neer naast een vrouw in wie ik mijn moeder niet terugzag. Haar toch al spitse gezicht was zo mogelijk nog scherper geworden, met wangen zo bleek als de wassen kaars die brandde op het nachtkastje." Bladzijde 41
"Soms spookt deze zuster nog door mijn dromen. Dan duikt ze op naast mijn eigen zuster, of hand in hand met de heilige Rita. Een drie-eenheid van nonnen en toch alle drie anders. De non in het wit groot en dik, mijn zus in het zwart klein en fijn, en de heilige alleen maar een schim, wazig als de leer die haar heeft voortgebracht." Bladzijde 107

Thematiek

Moeder-zoonrelatie

Over het thema kun je kort zijn. Het gaat simpel om een moeder-zoonrelatie. De echte biologische moeder van de verteller is niet erg aardig voor haar zoontje. Ze is hard, misschien omdat ze een vluchtelinge uit Hongarije is. In het preventorium ontmoet de verteller zuster Plien die als een kattenmoeder voor hem zorgt. Hij houdt van haar en hij eert haar, jaren later nog, als hij haar graf bezoekt.

Motieven

Eenzaamheid

Het jongetje voelt zich erg eenzaam in het preventorium. Hij wordt geen enkele keer bezocht door zijn ouders. Hij mag niet met de kinderen meedoen als de Koning komt. Hij heeft alleen liefde te verwachten van zuster Plien.

Familiebetrekkingen

In het verhaal wordt verteld over de familierelaties van dit Vlaamse gezin. een harde moeder die uit Hongarije is gevlucht en haar eigen rituelen erop nahoudt. Daarbij komt de relatie tussen vader en zoon. Hij mag de auto besturen van zijn vader als hij naar het preventorium gaat. maar de ouders hebben een soort afspraak met de dokter dat het jongetje een tijdje naar die instelling gaat. Dat blijkt later helemaal niet nodig. De ouders bezoeken het jongetje niet één keer in de vier weken die hij er is. Hij moet ook alleen met de bus weer naar huis komen. Ook wordt er verteld over de rituelen van het gezin in de vijftiger jaren: je kreeg maar één boord voor drie gangen; je likte het maar schoon. Ook werd je maar één keer per week van schoon ondergoed voorzien.

Schoolleven

Een belangrijke gebeurtenis in het leven van de kleine jongen is dat hij op de dag dat hij voor het eerst met een kroontjespen mag schrijven bij het verlaten van de school tegen een wielrenner aan knalt. Hij wil niet gehecht worden.

Dood

De dood speelt natuurlijk ook een rol. De verteller bezoekt vlak voor Allerzielen het graf van zijn ouders en ziet dan ook het graf van zuster Plien.

Kindertijd & kinderleed

Het is duidelijk dat de kindertijd en het kinderleed van de verteller in deze kleine roman een motief vormen. Kijk naar het ongeluk, het opgroeien in een niet zo liefdevol gezin, de opname in het preventorium, het niet bezocht worden door de ouders, het alleen naar huis komen etc.

Heden & verleden

Heden en verleden wisselen elkaar af. Het verhaal van vroeger (jongetje zeven jaar) wordt ingeklemd in het verhaal van de man nu (gepensioneerde man). Hij heeft altijd met meer liefde terug gedacht aan zuster Plien dan aan zijn moeder.

Fraude

In het laatste hoofdstuk onthult de oudere verteller dat het sturen van kinderen naar een preventorium een vorm van fraude was die dokteren erop nahielden. Dat was later duidelijk geworden en de instelling was gesloten.

Motto

"Gebaar- de hand  die zich in mijn nek legt- zit zo diep omdat het een dierlijke reminiscentie is: de bek van de kattenmoeder pakt het jong altijd in de nek om het onder haar hoede te nemen."
Bortho Strauss -Herkomst

Het motto verwijst naar de titel van de roman. Daarin wordt verwezen naar de "tweede moeder"van de verteller die als een kattenmoeder voor hem heeft gezorgd. 

Trivia

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik nog nooit van deze Vlaamse schrijver had gehoord totdat ik een recensie over de Kattenmoeder las. Het verhaal is kort maar met een bijzondere (fijne) pen geschreven. Hermans verdient in Nederland meer aandacht.

Titelverklaring

De titel komt allereerst al in het motto voor.
In Hoofdstuk 6 wordt verteld dat zuster Plien de kleine ik-verteller heeft gerustgesteld bij de opvang in het preventorium.
(blz. 117) Het was alsof ze magische handen had, want als bij toverslag hielden mijn tranen op, gestopt door de druk van de vingers die mijn nekwervels bleven masseren tot ik stil in haar armen lag, gewichtloos leek het, want bevrijd van de drukkende zorg dat mijn moeder niet bij me was. Ik had een andere moeder gevonden, een die net als een moederkat, zo voelde de hand in mijn nek, haar jong in haar bek naar een schuilplaats droeg waar niemand of niets het kon dieren."

Structuur & perspectief

Er zijn 8 hoofdstukken waarbij het eerste en het laatste hoofdstuk in het heden spelen. De overige 6 hoofdstukken spelen in het verleden, een kleine zestig jaar daarvoor. Het verleden zit op die manier ingeklemd tussen twee delen heden.
Er is een ik-verteller die verder geen naam krijgt. Het is een achterafverteller: hij vertelt in de o.v.t. 
Bijzonder aan de structuur is ook dat de verteller in de hoofdstukken 2 t/m 7 steeds in het eerste deel van het hoofdstuk vooruit grijpt naar wat er gebeuren gaat en dan weer terug gaat naar een dag of dagdeel ervoor. Ook op die manier speelt de verteller met heden en verleden.

Decor

Het decor van Hoofdstuk 1 en 8 is het kerkhof van het dorp waar de ik-verteller vroeger heeft gewoond.
In de hoofdstukken 2 tot en met 7 zijn er twee decors: het ouderlijk huis van de ik-verteller en het preventorium waar hij een aantal weken is verpleegd.
Er wordt door de verteller niet verteld hoe het Vlaamse dorp heet.

Wat de tijd van het verhaal betreft kun je iets meer afleiden uit de tekst. De verteller is zeven jaar in de hoofdstukken 2 t/m 7. Hij wordt opgenomen in het preventorium en de koning die op het punt staat te trouwen komt daar op  bezoek. Koning Boudewijn die hier bedoeld wordt, trouwt in de augustusmaand van 1960. Dat betekent dat de ik-verteller in 1953 geboren is (dat klopt met het geboortejaar van de schrijver). De verteller zegt dat het bijna zestig jaar geleden is dat hij zuster Plien heeft ontmoet. Dat betekent dat het verhaalheden zeer actueel is. Het verhaal kan zich in hoofdstuk  1 en 8 afspelen in 2017, nl. op de 31e oktober. De verteller gaat immers een paar dagen voor Allerzielen naar het graf van zijn ouders.  

Stijl

Rudi Hermans heeft een bijzondere stijl. De woorden die hij gebruikt zijn eenvoudig. Wel gebruikt hij soms heel lange zinnen, bijvoorbeeld als hij het jongetje van zeven jaar laat vertellen wat hij allemaal meemaakt. Sommige zinnen zijn dan wel een pagina lang. Bovendien hanteert de schrijver op enkele pagina's zinnen met een relativerende humor. 

Het jongetje gebruikt vaak metaforen die naar de natuur (vooral dieren) verwijzen.
In zijn stijl zit ook het element opgesloten dat hij niet alles precies vertelt, maar dingen verzwijgt.
Hoe zit het met de mogelijke vriendin van de vader ? In welk dorp speelt het verhaal zich af? 
De afkomst van de moeder. Ze is afkomstig als vluchteling uit een hongerland. Het jongetje zegt dat de eerste vier letters van dat woord verwijzen naar de naam van het land waar ze vandaan is gekomen. Hij noemt de kleuren van de vlag en dan kun je eruit opmaken dat ze een Hongaarse is.

Slotzin

Ik liep nog steeds met de witte chrysanten rond die ik mee had gebracht voor het graf van mijn ouders. Ik zette ze neer naast de foto van Plien. De witte bloemen verspreidden een licht dat in haar ogen leek over te vloeien. Die Plien van toen keek me stralend aan. Voor ik het kerkhof opnieuw bezocht, zou het geen vijf jaar meer duren.

Beoordeling

Ik hou van romans die weinig woorden nodig hebben om een verhaal te beschrijven. De lezer moet zelf maar een gedeelte invullen van wat een verteller suggereert. Dat is blijkbaar typisch voor de stijl van Hermans.

Het is daarom een roman waarvan scholieren erg blij kunnen worden.
- Het verhaal is aantrekkelijk en gemakkelijk te volgen. Kinderleed is altijd boeiend.
- De stijl is helder en het wordt verteld met een ingehouden humor.
- De structuur is helder: Het verleden zit ingeklemd tussen twee hoofdstukken heden.
- Het verhaal is erg kort. Je kunt het in een ruim uur lezen.
- Het boek heeft een prettige bladspiegel.
- Het is zeker ook nog een boek met een literair niveau.
Kortom, uitstekend geschikt voor scholieren van havo en vwo.
 

Recensies

"Kattenmoeder is een mooi vormgegeven verhaal, eenvoudig van taal, waarin alle woorden ook echt betekenis hebben. Een sprong in de tijd, amper zestig jaar terug, naar een wereld die nu reeds onherkenbaar is. Een korte maar heerlijke leeservaring. " https://www.hebban.nl/rec...ttenmoeder
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.822 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds  mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat.  Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.

Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor  scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees