Feitelijke gegevens
- 2e druk, 2009
- 272 pagina's
- Uitgeverij: Cossee te Amsterdam
Flaptekst
Op die zomerse zeventiende juni in 1969 staan twee van de Kaantjes, Jan en Johan, voor Het Polderhuis om de koningin feestelijk te begroeten. Oudste broer Klaas is er niet, die gaat liever zwemmen. Als hun moeder met de kleine Hanne iets te laat op het feestterrein aankomt, precies op het moment dat de koningin weer in de auto stapt, neemt Juliana nog even de tijd om ze persoonlijk aan te spreken. Het zou een onvergetelijke feestdag geworden zijn, als de bakker ’s middags tijdens een inhaalbezorgronde niet met zijn splinternieuwe VW-busje een ongeluk had veroorzaakt.
Jaren later is de familie Kaan er nog steeds verdeeld over. Als Jan Kaan op een gloeiend hete junidag van Texel voor een speciale klus naar zijn geboortegrond terugkeert, is er meteen weer onrust en stille woede.
En waarom wil niemand aan de kleine Dieke vertellen om welke reden haar oma al anderhalve dag met een fles advocaat in de oude schuur op het stro ligt en geen mens wil zien?
Eerste zin
'Bijna in de Slootdorp,' zegt de chauffeur.Samenvatting
Op dinsdag 17 juni 1969 brengt Koning Juliana (de personale vertelster van het eerste hoofdstuk) een bezoek aan enkele Noord-Hollandse dorpen. Het is grappig hoe ze dat enigszins sarcastisch beschrijft. Ze rookt en drinkt sherry en ze heeft een hekel aan haar hofdame.
Op het moment dat ze het dorp Wieringerwaard weer wil verlaten, ziet ze nog dat een moeder met een kleine kleuter iets te laat komt aanzetten om haar nog te zien. Ze maakt toch wat tijd vrij voor het stel. Ook neemt de koningin tegen het protocol in twee dwerggeitjes in ontvangst. Het is het hoogtepunt van de dag voor Anna Kaan. Ze weet dan natuurlijk nog niet dat die dag in een drama zal eindigen.
In het verhaal-Nu maken we kennis met de leden van de familie Kaan. Zoals we hierboven hebben uitgelegd (onder het element tijd) is het nu juni 2008. Allereerst valt de positie van Oma Kaan op. Deze Anna heeft zich op die dag op zolder gezet en ze weigert daar vandaan te komen. Ze baalt ervan dat haar zoons hun 50-jarig huwelijksfeest hebben verpest. Anna is in 2008 73 jaar. Haar man Zeeger gaat altijd gewoon zijn eigen gang.
De kleine 5-jarige Dieke (haar kleindochter van zoon Klaas) snapt niet waarom oma op zolder zit en er niet van af wil komen. De kleine Dieke heeft daarom niet zoveel op met haar oma die ze maar een vreemd mens vindt. Haar opa Zeeger Kaan vindt ze wel wat aardiger. Dieke woont met haar vader en moeder (het huwelijk is niet bijzonder goed) nog steeds op de boerderij waar het gezin Kaan in 1969 ook woonde. Het gaat niet zo goed met het boerenlandleven en Klaas overweegt om de boerderij en het land te verkopen. Wanneer Anna aan het woord is, hoort ze steeds de nog als enige overgebleven stier Dirk in de stal onder haar snuiven.
Oom Jan is uit Texel overgekomen. Hij is niet getrouwd en later in het verhaal blijkt dat hij homofiel is. Twee weken daarvoor had de familie het vijftigjarig huwelijksjubileum van Anna en Zeeger gevierd (een dagje naar de dierentuin) en Anna vindt dat de zoons zich niet zo goed hebben gedragen (te veel alcohol gedronken). Maar uit dagboekfragmenten die Zeeger heeft bijgehouden en die hij aan de lezer voorleest blijkt dat Anna in het verleden wel meer momenten heeft gehad waarop ze zich in het “stro” heeft teruggetrokken. Anna wil verder dat de grote kastanjes die op haar erf staan worden omgezaagd: ze vindt namelijk dat daardoor de omgeving te somber is.
Jan heeft tijdens de huwelijksdag aangekondigd dat hij de letters op de grafsteen van kleine Hanne zal opfrissen en dat gebeurt ook. Kleine Dieke die op de snikhete dag niet naar het zwembad wil, wordt door haar moeder naar de begraafplaats gebracht en houdt daar Jan gezelschap. Ze is een van de weinigen Kaantjes die er lustig op los babbelt. Ze ziet dat Jan de letters voorzichtig een kleurtje geeft. Het gaat nog beter wanneer hij met zijn broer Klaas later grafsteen uit de grond tilt en hem ruggelings neerlegt.
Op de begraafplaats zijn onlangs grafstenen met koeienstront besmeurd en de vrouw die daar vlak bij woont, houdt daarom een oogje in het zeil. Ze is de vrouw die veertig jaar geleden de kassa van het zwembad beheerde en ook de moeder van de jongen Teun (Toon) die homoseksuele gevoelens voor Jan heeft getoond. Haar man is overleden en ligt op het kerkhof. Ze wil in de gaten houden wie de stront op de grafstenen smeert. Ze denkt nu dat de Kaantjes verkeerde dingen willen doen op het kerkhof. Die zijn niet van haar bemoeizucht gediend.
Deze Dinie heeft een relatie met de bakker Harm Blom uit het dorp. Maar in haar gedachten heeft zij heel andere seksuele fantasieën (o.a met een neger). Maar preuts als ze aan de andere kant is, moeten van haar de gordijnen dicht als bakker Blom zelf langs komt wippen. Bakker Blom heeft destijds van het bezoek foto’s gemaakt en hij geeft daarvan een afdruk aan Jan.
Stukje bij beetje wordt het verleden aan de lezer onthuld. Na het bezoek van de Koningin moest bakker Blom in zijn nieuwe Volkswagenbusje het brood van die dag nog rondbrengen. Hij bracht ook het brood naar de familie Kaan, maar hij heeft daarbij de spelende Hanne aangereden. Het 2-jarige meisje is daarbij om het leven gekomen. Overigens wordt niet vermeld of Bakker Blom nog juridisch schuldig is bevonden aan die aanrijding. Hij blijft zelfs gewoon het brood in het dorp en bij de familie Kaan rondbrengen.
Het verhaal speelt zich voor het grootste deel af op de begraafplaats, waar Dieke met Jan praat en waar Jans broer Johan later die dag nieuwe kiezelstenen voor het graf bezorgt. Hij is daarmee helemaal komen lopen uit Schagen (de zak met stenen woog wel 15 kilo). Het wordt Dieke niet helemaal duidelijk waarom oom Johan zo langzaam en zo vreemd praat. Jan probeert te vertellen dat Johan een ongeluk heeft gehad met de motorfiets: bij het trial-rijden was hij van een stapel boomstammen gedonderd en hij heeft daarbij hersenletsel opgelopen. Hij wordt in het verzorgingstehuis in Schagen verzorgd door verpleegkundige Toon. Dat is weer de Toon/Teun die het vriendje van Jan was tijdens het bezoek van de Koningin. In de jaren daarna ontwikkelt zich een homofiele verliefdheid en hoewel niet met zoveel woorden gezegd is dat misschien wel een van de belangrijkste redenen waarom Jan homofiel geworden is.
Een zwart schoolvriendje van Dieke, Lesley (het kind van de neger van de seksuele fantasieën van Dinie), komt met een emmer stront op de begraafplaats aanlopen. Hij snapt dat hij nu de klos is, maar de broers Kaan laten hem de stront op het graf van de man van Dinie Grin gooien. Dat is een wraakactie voor haar bemoeienis eerder die dag. Nu de letters op de steen opnieuw geverfd worden, blijkt duidelijk dat de opgekropte woede over het stomme ongeluk nog steeds in de mannen zit. Ook oma Anna kan er nog steeds niet goed mee omgaan. Zodra er over gesproken wordt, gaat ze naar zolder om zich terug te trekken in het “stro.”
De broers hebben bovendien nog wat woorden, omdat broer Klaas eigenlijk van plan is de boerderij op te doeken. Het gaat eigenlijk helemaal niet meer zo goed. Wanneer ze weer op de boerderij komen, heeft Zeeger die middag de kastanjes omgezaagd. Hij is uiteindelijk toch tegemoet gekomen aan de wens van Anna.
Johan wordt door Zeeger naar het tehuis gebracht, waar de verzorger Toon op hem wacht en hem laat vertellen wat hij die dag heeft beleefd. Toon zegt dat jij Jan kent. Hij heeft intussen ook al een telefoontje van Dinie gekregen waarin ze hem heeft meegedeeld dat het graf van zijn vader besmeurd is met koeienstront. Ze verdenkt de Kaantjes van die wandaad. Toon belooft met Johan mee te gaan naar het station om op Jan te wachten.
Jan maakt eerst de treinreis naar Texel en daarna neemt hij weer de trein terug naar Schagen. Maar er is een stremming onderweg en hij ontmoet in de trein een vrouw die in 1969 ook het bezoek van de Koningin heeft meegemaakt. Hij laat haar de foto’s zien van de dag waarop de koningin het dorp heeft bezocht. Daarna verlaat hij de stilstaande trein en zij volgt hem.
In het hoofdstuk 'juni' wordt de dag in de herinnering van Jan nog eens aan de lezer verteld. Nadat de koningin weg was gegaan, was hij weer gaan zwemmen, maar toen hij naar huis wilde, was hij door een tante opgevangen. Het was hem niet direct duidelijk wat er met zijn zusje was gebeurd. Hij was die dag ook al van slag doordat Teun/Toon zijn hand had beetgepakt toen de Koningin was gekomen. Het is duidelijk dat Teun homoseksuele gevoelens voor hem heeft gehad. Later zien ze elkaar veel in het zwembad waar Teun capriolen uithaalt op de duikplank. Ze hebben seksuele contacten en van één ervan is Dinie Grin getuige geweest. Na een tijdje gaat de gestopte trein met Jan erin weer rijden.
Johan en Toon wachten op het station op de trein van Jan. Toon geeft toe aan Johan dat hij een homo is.
In de epiloog is de Koningin weer aan het woord. Het is één dag later (18 juni 1969) en ze leest in een lokale krant dat er een kindje bij een aanrijding is overleden. Ze kan de link met Hanne natuurlijk niet leggen. Wel heeft ze een heel ander besluit genomen. Ze wil haar vervelende en saaie hofdame vervangen door een aantrekkelijker jonge man. Die moet die dag naar Texel meteen maar achter in de auto komen zitten.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden