Feitelijke gegevens
- 5e druk, 2001
- 181 pagina's
- Uitgeverij: Noordhoff
Flaptekst
1425. Frankrijk is verwikkeld in de honderdjarige oorlog met Engeland. Als op een dag de Engelsen Domremy binnenvallen en een spoor van verkrachting en vernieling achterlaten, maakt de dertienjarige Jehanne de verschrikkingen van de oorlog voor het eerst van dichtbij mee. Dan overkomt haar iets wonderlijks: ze hoort een stem die haar vertelt dat zij degene is die Frankrijk van de vijand zal verlossen.
Eerste zin
Jehanne plukt de strootjes uit haar donkere haar en kijkt uit over de glooiende velden, goudgeel in het felle zonlicht.Samenvatting
Op 17 juli 1425 vallen de Engelse en Bourgondische soldaten het dorp Domremy binnen. De dertienjarige Jehannette (kortweg Jehanne) ontsnapt ternauwernood aan hun aanval. Een aantal dagen later hoort zij alleen een stem en verschijnt alleen aan haar een figuur die zegt dat hij een opdracht van God voor haar heeft. Het is de aartsengel Michael en vlak na hem verschijnen ook de twee heiligen Saint-Catherine en Saint-Marguerin. Jehanne constateert dat zij de maagd van Lorraine is waarover gesproken wordt in een oude profetie, dat zij de kroonprins moet helpen om de oorlog te beëindigen. Via mensen die het dorp passeren, blijft ze op de hoogte van de oorlog en de verklaring van koningin Isabeau dat kroonprins Charles een onwettig kind is, wat ze verklaard heeft omdat ze heult met de Engelsen.
Jehanne is zestien wanneer ze dankzij haar neef eindelijk naar Vancouleurs kan om daar met legercommandant Robert de Bandricourt te spreken; hij moet haar naar de kroonprins sturen. Na lang twijfelen, invloed van Jehannes groeiende populariteit onder het volk en een goed woordje van edelman Bertrand de Pouligny stemt de commandant toe.
Jehanne gaat naar Chinon, waar de kroonprins momenteel verblijft, en hij geeft haar toestemming om hem te helpen en om als eerste naar Orléans te gaan om de Engelsen te bevechten. Voordat kroonprins Charles haar echter daadwerkelijk het leger geeft en naar Orléans stuurt, moet ze meedoen aan het hofleven - wat ze helemaal niks vindt. De aartsbisschop en verscheidene edelen aan het hof betwijfelen Jehannes verhaal en willen dat ze naar de kerkelijke rechtbank gaat om haar eventueel als duivel te ontmaskeren. Ze doorstaat het proces en ook uit het lichamelijk onderzoek komt niets negatiefs.
Terwijl Jehanne steeds populairder wordt bij het volk, dat haar vraagt om zegeningen en gebedjes, wordt er in de kerk van Saint-Catherine de Fierbois gezocht naar een legendarisch zwaard dat een priester daar verborg tijdens een vijandelijke inval en dat Jehanne koste wat het kost wil gebruiken in haar strijd tegen de Engelsen en Bourgondiërs.
Het zwaard wordt gevonden en Jehanne gaat naar Blois, waar ze haar leger voor het eerst ziet en kennismaakt met de edelen die samen met haar het bevel erover voeren. In Blois ontmoet Jehanne ook haar twee broers Pierre en Jean weer, die zijn gekomen om zich bij haar aan te sluiten.
Jehanne is zeventien wanneer het leger, na een waarschuwingsbrief aan de Engelse bevelhebber John Redford, zich naar Orléans begeeft. Na een opstootje van het volk zelf barst de strijd los: het leger van Jehanne behaalt haar eerste overwinning wanneer ze een groot aantal Engelse soldaten doden bij de verovering van een van hun forten. Vervolgens, na twee intense gevechten waarbij Jehanne zelf gewond raakt, wordt ook het hoofdfort veroverd en sterven er nog meer Engelsen. Maar in plaats van verslagen weg te gaan, komen de Engelsen terug en willen vechten. Jehanne dwingt ze zich terug te trekken door midden in het open veld, met achter zich haar leger en de stadsinwoners, een kerkdienst te houden. Daarmee is Orléans bevrijd en algauw volgen er meer steden waar de Engelsen zich ophielden.
Jehanne wordt in heel Frankrijk als een heldin onthaald en begeleidt de kroonprins naar zijn kroning in Reims, waar ze haar vader weer ziet maar niet met hem mee naar huis wil. Jehanne hoort al een tijd geen stemmen van heiligen meer, maar blijft het als haar plicht beschouwen om het leger aan te voeren en doet het ook voor haar eigen gewin. Wanneer de koning tot haar woede een bondgenootschap sluit met de Bourgondische vorst, besluit ze daar een stokje voor te steken door Parijs terug te gaan veroveren. Dit eindigt in een nederlaag en de koning krijgt genoeg van Jehanne. Hij verheft haar in de adelstand van De Lya en ontdoet haar daarmee van haar legerpositie. Wanneer alle anderen weg zijn, wordt Jehanne er echter toch weer op uitgestuurd om de Engelsen te verdrijven uit Compaignes. Bij die strijd wordt Jehanne gevangen genomen door Bourgondiërs en na een korte tijd in gevangenschap in februari 1431 berecht door de Engelse regering op verdenking van hekserij.
Na een lang proces waarbij ze ondertussen gevangen zit in een cel en haar herhaaldelijk wordt gevraagd om te zeggen dat haar goddelijke zending een leugen was en weer vrouwenkleding te gaan dragen - dit weigert Jehanne steevast - wordt ze in april veroordeeld tot de brandstapel. Uit angst voor de dood belooft ze eerst nog dat ze zal veranderen, maar wanneer Sainte-Catherine haar weer toespreekt, neemt Jehanne alles terug en wordt alsnog ter dood veroordeeld. Op 30 mei 1431 sterft Jehanne d'Arc op de brandstapel in Rouen.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
hoi
hihihihihihihihihihihihihihihihihihi
hahahahahahahahahahahahaha
lollollollollollollollollollollollollollol
dit is zo niet grappig :)
6 jaar geleden
Antwoorden