Flaptekst
In deze historische roman kruipt Simone van der Vlugt op overtuigende wijze in de huid van Jacoba van Beieren (1401-1436). Jacoba was haar tijd ver vooruit, stak haar feministische ideeen niet onder stoelen of banken en koos ook in de liefde niet altijd voor de makkelijkste weg. Het lot was Jacoba slecht gezind. Op haar vijftiende werd zij al weduwe en snel daarna overleed haar vader, graaf Willem iv. Zo werd zij gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. We leren een vrouw kennen die veel te verduren krijgt, maar zich daar niet bij neerlegt en door het onrecht dat haar wordt aangedaan juist strijdbaar wordt.
Eerste zin
De dood is de kamer komen binnenzweven.Samenvatting
Deel I: 1417-1421
Jacoba van Beieren is vijftien als haar kersverse echtgenoot Jean, de Franse dauphin, plotseling overlijdt door een vergiftigd harnas. Ze moet zich opnieuw verloven met haar neef Jan. Wanneer ook Jacoba’s vader overlijdt aan een geïnfecteerde hondenbeet, wordt ze gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Het leven als politiek heerseres is niet gemakkelijk: vooral de oorlog tussen de Kabeljauwen en de Hoeken, twee tegen elkaar strijdende volken, is gevaarlijk en moeilijk. Dat blijkt wel als er meerdere malen een aanslag op haar wordt gepleegd waar ze ternauwernood aan ontsnapt. Jacoba’s oom Johan pleegt familieverraad door zich aan te sluiten bij de Kabeljauwen. De oorlog is heftig: Jacoba wint wel de slag om de stad IJsselstein, maar verliest daarbij haar beste legerofficier.
Ondertussen moet Jacoba ook het hoofd bieden aan het persoonlijke conflict omtrent haar huwelijk. Het huwelijk met haar neef Jan is liefdeloos. Aanvankelijk laat hij haar rustig haar gang gaan als regent, maar algauw wil zijn adviseur dat Jacoba toegeeft aan de wensen van de Kabeljauwen – die haar oom Johan inmiddels als regent erkennen – en ontslaat bovendien een groot deel van Jacoba’s hofhouding omdat ze niet allemaal Hollands zijn. Jan vindt het allemaal prima en wil dat Jacoba gehoorzaamt. Ze vertelt het aan haar stiefbroers en die ontdekken dat Jans adviseur een vergiftigde mantel voor Jacoba heeft besteld. Daar zijn haar broers zo woedend over dat ze de man op een middag laten vermoorden.
Jacoba gaat terug naar haar thuiskasteel in Henegouwen. Ze vraagt de paus om het huwelijk tussen haar en Jan te laten ontbinden vanwege de bloedrelatie. In haar ouderlijk kasteel krijgen Jacoba en haar moeder echter te horen dat Jan zoveel geld heeft uitgegeven aan zijn vertierpartijen dat hij geld moest lenen van oom Johan en in de schulden raakte. Omdat hij deze niet kon afbetalen, heeft Jan al Jacoba’s veroverde graafschappen aan oom Johan verkocht.
Jacoba is woedend en belust op wraak. Haar neef Filips, de hertog van Bourgondië, probeert haar te manipuleren om terug te gaan naar Jan, maar daar luistert ze niet naar. In het geheim smeedt Jacoba plannen om te trouwen met de broer van de Engelse koning – terwijl Engeland eigenlijk een landvijand is. Haar moeder is het hier niet mee eens, en Jacoba ontdekt zelfs dat haar moeder samenwerkt met Filips.
Jacoba verklaart zelf haar huwelijk met Jan nietig en reist af naar Engeland om de broer van de Engelse koning, hertog Humphrey van Gloucester, te ontmoeten.
Deel II: 1421-1423
Jacoba wordt verwelkomd door de koning en zijn broer. Jacoba voelt zich meteen aangetrokken tot Humphrey. Bovendien doet het haar plezier om weer bij haar vriendin Cathérine te zijn, de zus van Jean en koningin van Engeland. Het leven aan het Engelse hof bevalt Jacoba, vooral omdat zij en Humphrey steeds nader tot elkaar komen. Tijdens een jacht kussen ze, en nog voordat ze getrouwd zijn, brengen ze al samen de nacht door. Humphrey vraagt Jacoba ten huwelijk, maar koning Henry geeft geen toestemming omdat hem ter ore is gekomen dat Jacoba nog steeds getrouwd is met Jan, ondanks haar eigen nietigverklaring. Jacoba ontvangt brieven van haar moeder over de slechte situatie in Holland, waar oom Johan nu vrijwel alle graafschappen in handen heeft. Als de broer van Henry en Humphrey sneuvelt in de oorlog tegen Frankrijk, gaan Henry en Humphrey naar het front om hem te vervangen – met Filips aan hun zijde.
Zeven maanden na zijn vertrek keert Humphrey weer terug van het front en hij belooft Jacoba mee te nemen naar zijn eigen kasteel. Maar als ze onderweg zijn, bereikt hen het nieuws dat de koning is gesneuveld. Ook horen ze dat oom Johan is vergiftigd, vermoedelijk door Jacoba’s zwager Jan van Vliet – die hiervoor wordt geëxecuteerd. Dit bericht vormt de aanleiding tot het voorbereiden van de plannen voor de invasie in Jacoba’s graafschappen.
Deel III: 1423-1425
Jacoba gaat samen met Humphrey naar de Lage Landen, maar dat kan pas op Filips’ trouwdag omdat hij alle andere dagen de routes laat beveiligen. In Henegouwen ontmoet Jacoba haar moeder weer na twee jaar van afstand en komt erachter dat Filips haar moeder geplunderd heeft omdat zij weigerde hem tot Jacoba’s voogd en regent te benoemen.
Humphrey begint met zijn inhuldigingen in de graafschappen, maar wordt niet enthousiast onthaald. Jacoba ontdekt dat haar hofdame Eleonora veel tijd met Humphrey doorbrengt en dat haar huwelijk niet meer zo goed is als eerst. Ze is echter in verwachting en de relatie leeft hierdoor weer op.
Oom Johan overlijdt en Filips neemt het van hem over. Na een paar afgeblazen uitdagingen tot een duel tussen Humphrey en Filips, moet Humphrey terugkeren naar Engeland voor zijn verplichtingen daar. Vlak voor zijn vertrek krijgt Jacoba een miskraam, maar ze vertelt dit aan niemand. Eleonora reist met Humphrey mee naar Engeland.
Jacoba krijgt te maken met de legers van haar voormalige echtgenoot Jan, die zichzelf heeft uigeroepen tot heerser over de graafschappen. Jacoba en haar moeder ontvangen een brief van Filips: hij wil Jacoba onder zijn bescherming stellen zodat Jan haar niets kan doen, maar Jacoba weet dat Filips haar dan juist zal ruïneren. Ze verandert van gedachten als haar moeder haar een verhaal vertelt over haar grootvader Albrecht (de vader van Jacoba’s vader) die na de dood van zijn vrouw verliefd werd op een Kabeljauws meisje en de Hoeken en Kabeljauwen verenigde. Jacoba’s vader was woedend en liet het meisje vermoorden. Jacoba beseft dat de oorlog alleen maar tot meer bloedvergieten zal leiden. Ze geeft zich over aan Filips.
Jacoba wordt samen met haar hofdames opgesloten in het kasteel van Filips in Gent en brengt haar dagen door met het opschrijven van haar levensverhaal. Na een korte ziekteperiode krijgt Jacoba een nieuwe hofdame, Clara, een familielid van Jacoba’s voormalige adviseur. Clara vertelt haar hoe het er in de buitenwereld voor staat: Filips heeft de macht gegrepen in Jacoba’s graafschappen en omdat haar moeder probeert om Jacoba vrij te krijgen, wil Filips Jacoba laten overbrengen naar een geïsoleerd kasteel in Lille. En Humphrey keert niet terug, want Eleonora is zwanger van hem. Jacoba is kapot van verdriet, maar Clara heeft een ontsnappingsplan. Ze vergiftigt een aantal wachters en ze vermommen zich als mannen. Ze verlaten het kasteelterrein en worden opgewacht door mannen met paarden. Jacoba trekt de vrijheid tegemoet.
Ze wordt met open armen ontvangen door haar aanhangers en verklaart Filips de oorlog. Humphrey mag haar niet meer steunen en trouwt met Eleonora, nadat zijn huwelijk met Jacoba onwettig is verklaard. Naar aanleiding daarvan verzoent Jacoba zich met Filips en hij staat haar toe haar titel en bezittingen te houden. Jaren later trouwt ze stiekem met Filips’ gouverneur en moet ze alsnog alles opgeven. Ze overlijdt op 35-jarige leeftijd aan tbc.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden