Feitelijke gegevens
- 7e druk, 2013
- 206 pagina's
- Uitgeverij: meulenhof
Flaptekst
Een jongen verbergt zich in een olijfboomgaard. Hij hoort dat de mannen uit het dorp hem zoeken en kruipt nog verder weg in zijn schuilplaats. Wanneer de stemmen wegsterven is hij helemaal alleen. Er ligt een oneindige, dorre vlakte voor hem die hij moet oversteken, verzengende hitte, honger en dorst trotserend.
Midden in de nacht komt hij uitgeput aan bij het kampvuur van een oude geitenhoeder. Daar, onder de sterren, wordt een onuitgesproken vriendschap gesmeed die voor beiden van levensbelang zal blijken.
Eerste zin
Vanuit zijn lemen schuilplaats hoorde hij de echo van de stemmen die hem riepen en als waren het krekels, probeerde hij iedere man afzonderlijk te plaatsen binnen de grenzen van de olijfboomgaard.Samenvatting
De hoofdpersoon vlucht uit zijn dorp en hij wordt gezocht. Hij hoort de mannen uit het dorp naar hem zoeken en verschuilt zich tot het donker is. In de nacht trekt hij verder de vlakte op. Hij heeft geen eten bij zich en als hij een oude geitenhoeder bij een vuur ziet slapen, wil hij zijn eten stelen. De man wordt wakker en nodigt de jongen uit bij hem te komen zitten en deelt zijn eten met hem. De man stelt geen vragen aan de jongen.
De volgende dag wil de jongen alleen verder gaan, maar de oude man vindt hem terug als hij eigenlijk helemaal uitgedroogd is. Daarna besluit de jongen bij de man te blijven. De man weet dat de jongen niet gevonden mag worden en samen trekken ze langs de meest afgelegen plekken zoals een vuilnisbelt van karkassen en daarna naar een verlaten burcht waarover spookverhalen worden verteld. Ondertussen leert de jongen hoe hij moet overleven op de vlakte. Hij leert hoe hij de geiten moet melken en wanneer hij rust moet nemen.
De rechter vindt de man en de jongen toch. Ze horen de motorfiets al van ver aankomen en de man zegt dat de jongen zich moet verstoppen. De rechter vindt hem niet, maar vermoedt wel dat de geitenhoeder hem helpt en daarom mishandelt hij de geitenhoeder en doodt hij een deel van de geiten. Als de jongen uit zijn schuilplaats komt is de geitenhoeder bijna dood. De man draagt de jongen op om hem eerst wat melk van de geiten te geven en daarna naar het dichtstbijzijnde dorp te gaan om water te halen.
In het dorp is de jongen op zijn hoede. De bron van het dorp is vervuild, er leven maden in, en als de jongen er van drinkt krijgt hij meteen diarree. Een gehandicapte man, de enige inwoner van het dorp, schiet hem te hulp en neemt hem mee naar zijn herberg. De man heeft geen benen en beweegt zich voort door zijn romp op een plankje met wieltjes te zetten en zich voort te duwen. Daar hangen allerlei lekkernijen en is genoeg water en wijn. De jongen laat zich verwennen, maar door de wijn en het vele eten valt hij al snel in slaap. Als hij wakker wordt, is hij vastgebonden en is de gehandicapte man nergens te bekennen. In de asbak ziet hij een bruine peuk liggen en hij weet dat de rechter dat soort sigaren rookt. Hij moet weg zien te komen en dat lukt, hoewel hij zijn handen er erg mee beschadigt. Hij rent achter de gehandicapte man aan wiens sporen hij gemakkelijk kan volgen. De man heeft zijn plank aan de ezel vast gemaakt zodat hij sneller vooruit komt, maar de jongen haalt hem in.
De jongen staat voor een dilemma, de gehandicapte man is weerloos en hij wilde hem aan de rechter overleveren. Toch kan de jongen hem niet doden dus na hem flink getrapt te hebben laat hij hem voor dood achter. Hij gaat terug naar de geitenhoeder en kookt wat van het vervuilde water voor hem. De geitenhoeder vindt dat hij terug moet gaan naar de gehandicapte man en met tegenzin gaan ze op pad. De gehandicapte man is weg, maar ze gaan door omdat ze weten dat er in de herberg een hoop voedsel ligt dat ze goed kunnen gebruiken.
Als de jongen in de herberg is, ziet hij het lijk van de gehandicapte man. Hij is erdoor gefascineerd en blijft er naar kijken, waardoor hij niet merkt dat de rechter en zijn mannen bij de herberg aankomen. De jongen kan niet wegkomen en blijft, nadat de rechter zijn mannen naar buiten stuurt, alleen met hem achter. De rechter misbruikt hem en dat is dus waar de jongen voor op de vlucht was. Terwijl de rechter met hem bezig is, staat de geitenhoeder plots met een geweer in de deuropening. Hij zegt de jongen op de grond te gaan liggen en zijn handen over zijn oren te doen. Dan schiet hij de rechter dood.
De geitenhoeder en de jongen willen naar het noorden trekken want daar valt meer regen, maar eerst moeten ze voedsel verzamelen. De jongen moet de herberg weer in waar het lijk van de rechter ligt. Hij verzamelt een hoop levensmiddelen uit de herberg en laadt de ezel op. De geitenhoeder draagt hem op de lichamen te begraven, dit wil de jongen niet doen, maar dat durft hij niet te zeggen dus steekt hij de herberg met de lichamen in brand en gaat dan weg met de geitenhoeder zonder hem iets te zeggen.
Ze gaan op pad, de jongen loopt, de geitenhoeder zit op de ezel. 's Ochtends is de geitenhoeder overleden. Hij begraaft het lichaam van de man en zet een kruis op zijn graf, dan gaat hij verder met de geiten naar het Noorden.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden