Feitelijke gegevens
- 1e druk, 1993
- 311 pagina's
- Uitgeverij: Malmberg
Flaptekst
Het is 1956. Tijdens een evangelisatiecampagne wordt er op klaarlichte dag een politieagent vermoord. De jonge Alexander Goudveyl staat oog in oog met de dader. Die draagt een gleufhoed en heeft een sjaal voor zijn mond. Alex raakt in de ban van het voorval en breekt zijn hoofd over de vraag wie de schutter was. Pas jaren later - als Alex inmiddels getrouwd is - komt de waarheid aan het licht.
Eerste zin
Het kost mij vaak moeite te geloven dat ik opgegroeid ben op 't Hoofd, in de lorrenhandel op de hoek van de President Steynstraat en de Cronjéstraat.Samenvatting
Alexander Goudveyl woont met zijn ouders op ’t Hoofd. Zijn ouders zijn daar in de Tweede Wereldoorlog naartoe verhuisd en passen nog steeds niet helemaal tussen de andere bewoners van het kleine dorpje, hoewel Alexander zich evenveel aan hen ergert als aan zijn dorpsgenoten. Naast de familie Goudveyl woont de familie Varenkamp, waarmee ze een krant delen, de Goudveyl’s zijn namelijk nogal gierig en dit is weer een manier om geld te besparen.
De jongens uit zijn klas pesten hem en Alexander is dan ook veel alleen. Het liefst zit hij achter de oude piano die zijn vader in het pakhuis heeft staan, of gaat hij vissen op een plekje waar nooit iemand komt. Op school wordt een bijbeltekst gelezen en een stukje daarvan blijft bij Alexander hangen: En het geschiedde op den weg, in de herberg, dat de Heere hem tegenkwam, en zocht hem te dooden. Alexander raakt gefascineerd van het idee dat God Mozes zocht om hem te doden. En als zijn klasgenoten hem tijdens de zwemles bijna verdrinken raakt hij ervan overtuigd dat God hem ook zoekt om te doden.
Op zijn stille visplekje wordt hij regelmatig bezocht door Arend Vroombout, dat is de politieagent van het dorp, die biedt hem geld aan om zijn piemel te mogen zien. Alexander spaart al het geld dat hij daarmee verdient op, en hij schaamt zich ervoor, maar vertelt niemand ervan. Alexander leert uit oude Duitse pianoboeken stukjes van de grootmeesters als Schubert en Bach, dit brengt hem in een heel andere wereld dan waar de mensen op ’t Hoofd aan denken.
Op 22 december in 1956 wordt Vroombout dood geschoten. Er wordt op die dag een campagne gehouden om alle ongelovigen te bekeren en Alexander is gevraagd om vanuit het pakhuis piano te spelen bij de liederen. Terwijl hij speelt is Vroombout achter hem gaan staan, hij hoort Vroombout tegen iemand anders zeggen: Wat doet u hier? En als er een knal klinkt speelt Alexander door. De hele dag knallen er immers al rotjes en zijn vader heeft er bovendien een gewoonte van gemaakt hem met de knal van een opgeblazen papieren zakje te laten schrikken. Toch kijkt hij even om en ziet daar een man staan, met een gleufhoed over zijn voorhoofd en een sjaal waarmee hij zijn mond bedekt. Alexander ziet hoe de man iets op hem richt, maar hij richt zich weer op zijn pianospel alsof dat hem kan beschermen. Wanneer het lied afgelopen is, staat hij op en loopt in het donkere pakhuis naar de uitgang waar hij struikelt over het lichaam van Vroombout. Zelfs dan schrikt hij niet, maar ’s avonds in bed rilt hij en denkt hij dat God opnieuw gezocht heeft hem te doden. In de week daarna wordt Alexander regelmatig meegenomen door inspecteur Graswinckel, die met hem een wandeling maakt en hem tussen allerlei andere zaken door vraagt wat hij weet over de moord. Maar er komen geen nieuwe inzichten en na een tijdje wordt het onderzoek opgegeven.
In de kerk ontmoet Alexander Herman Keenids, die door de campagne nu gereformeerd is, Herman vraagt Alexander om samen naar huis te lopen en ze praten over de moord op Vroombout, voor het eerst heeft Alexander een vriend. En Hermans moeder blijkt ook nog eens een prachtige vleugel te hebben en pianoles te geven, Alexander kan bij haar les krijgen en ze spreken af dat hij dat later ooit nog wel eens terug zal betalen. Helaas krijgt Herman een vriendinnetje en heeft hij geen tijd meer voor Alexander. Die zomer gaat Alexander naar het lyceum en in de winter krijgt hij een treinabonnement, hij vindt het zo heerlijk in de trein dat hij op een middag zo vaak mogelijk heen en weer gaat. Die winter verkoopt Alexander’s vader de oude piano uit het pakhuis en kan Alexander niet meer thuis oefenen, dus speelt hij in de kerk en bij meneer Minderhout. Bij Minderhout ontdekt hij een sjaal en een gleufhoed, precies zoals de moordenaar die heeft gedragen. En wanneer zijn pianolerares ondervraagt wordt over de moord wordt ze erg boos.
Alexander krijgt contact met William, de jongere broer van Herman, samen met hem speelt hij duetten van dwarsfluit en piano. Op een avond betrapt Alexander William op het dragen van vrouwenkleding en make-up. William vertelt hem dat hij dat wel vaker deed en dat hij daar door Vroombout bij geholpen werd.
Na het lyceum gaat Alexander farmacie studeren en in de zomer tussen het lyceum en zijn studententijd trekt hij veel op met Janny, de verloofde van Herman die tijdelijk in Duitsland zit, zij vertelt hem over de logger waarop een aantal mensen uit het dorp probeerden te vluchten.
In Leiden verdient Alexander voor het eerst iets met pianostemmen en zijn professor die een studievriend van Minderhout is nodigt Alexander uit om samen met hem en zijn vrouw te komen spelen. En toevallig genoeg blijkt dat ook deze mensen op de logger aanwezig waren. En later hoort hij van hun dochter Hester dat haar ouders op de dag van Vroomouts dood in ’t Hoofd waren. Op een zomer wordt Alexander gevraagd om de vleugel van weduwe Vroombout te stemmen. Hoewel de vrouw erg in de war is, brengt ze hem wel op het idee dat de mensen op de logger iets met de moord op Vroombout te maken hebben. In de oorlog had de oudere broer van Arend Vroombout een logger en hij zou wat mensen naar Engeland varen. Die boot werd kapot geschoten, maar iedereen kon ontkomen, toch was de familie Vroombout hun boot kwijt en dat zou natuurlijk terugbetaald moeten worden.
Als Alexander al een jaar op een klein onverwarmd zolderkamertje in Leiden woont komen zijn ouders op bezoek. Ze lijken hem iets te willen vertellen, maar komen niet verder dan dat ze in de oorlog verhuisd zijn naar ’t Hoofd en dat er die dag een razzia was en dat ze al hun spullen op een kar achter een dubbele hit hebben geladen. Een paar dagen daarna overlijden zijn ouders door koolstof-mono-oxide vergiftiging, omdat ze te zuinig waren om de schoorsteen te laten vegen. In de financiële administratie van zijn ouders ontdekt Alexander dat zij best vermogend waren en dat zij bovendien geld aan Vroombout hadden geleend. Als hij zijn jarenlange schuld bij zijn pianolerares komt afbetalen confronteert hij haar ermee dat zij vanwege de logger nog een schuld bij Vroombout had. Zij wordt vreselijk boos.
Wanneer Alexander weer eens door zijn professor wordt uitgenodigd voor een muziek avond zijn daar ook de dochters van de dirigent Oberstein. Alexander raakt bedwelmt van de mooie stem van Joanna, de oudste dochter van Oberstein en hij trouwt uiteindelijk met haar.
Het duurt lang voordat hij zijn schoonvader kan ontmoeten en die middag wordt eindelijk het raadsel van de moord opgelost. Alexander is in de loop der jaren te weten gekomen dat de middag dat Vroombout vermoord werd de mensen die nog een schuld bij hem hadden vanwege de logger met hem wilden praten. Alexander beschuldigt zijn schoonvader van moord omdat hij door niemand gezien is, maar er wel bij was en omdat hij in zijn ogen de ogen van de moordenaar herkent. Na het dessert lopen Alexander en zijn schoonvader om alles uit te praten. Aäron Oberstein vertelt hoe hij samen met zijn verloofde Ruth uit Duitsland vluchtten en hoe zij in 1940 op de logger naar Engeland wilden vluchten. Hij vertelt dat Ruth en hij apart van elkaar onder gedoken zaten en dat zij bij een vluchtig bezoek van hem zwanger moet zijn geraakt. In november 1944 was het kind nog maar net geboren en werd Ruth opgepakt bij een razzia waarschijnlijk door Vroombout. Het kinderloze echtpaar waar Ruth bij ondergedoken zat heeft het kind meegenomen toen zij verhuisden op een dubbele hit. En Aäron zegt ook dat hij Vroombout niet neerschoot maar dat het schot uit een zijgangetje kwam. Voor Alexander vallen alle stukjes op zijn plaats, er is al zo vaak opgemerkt dat hij niet op zijn ouders leek, zijn ouders zijn met een dubbele hit verhuisd en Vroombout heeft Ruth waarschijnlijk als vriendendienst opgepakt zodat zijn ouders er met hem vandoor konden gaan. Daarom gaf zijn vader ook geld aan Vroombout en daarom heeft zijn moeder Vroombout vermoord zodat hun geheim niet uit zou komen. Alexander is dus getrouwd met zijn half-zusje, maar dat zegt hij tegen niemand.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden