Het badhuis door Corine Kisling

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover Het badhuis
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Zeker Weten Goed
  • 11 september 2013
Zeker Weten Goed

Eerste uitgave
2013
Pagina's
160
Geschikt voor
havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover Het badhuis
Shadow
Het badhuis door Corine Kisling
Shadow
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2013
  • 157 pagina's
  • Uitgeverij: Arbeiderspers

Flaptekst

Een oude vrouw is uitgegleden in bad en kan er op eigen kracht niet meer uit. Haar geroep om hulp wordt niet gehoord. In de bange uren (wellicht dagen) die ze in de steeds verder afkoelende badkuip doorbrengt komen herinneringen boven aan aangrijpende gebeurtenissen in haar leven: een tragische zelfmoord, de dood van haar kind, en het gruwelijke levenseinde van een van de pastoors in het dorp. Naarmate de tijd verstrijkt neemt haar desoriëntatie toe en wordt de kans dat ze bevrijd wordt alsmaar kleiner. 

Het badhuis is een aangrijpend en tijdloos verhaal over de onontkoombaarheid van veranderingen en verval. Een oude vrouw overdenkt in een uiterste benarde positie haar hele leven. Zal ze op tijd gevonden worden? Had ze anders moeten leven? 

Eerste zin

Er ligt een oude hand op de rand van de badkuip Ze ziet hem meteen als ze haar ogen opendoet. Een getaande klauw met vuile nagels. De vingers zijn krom, de gewrichten knokig.

Samenvatting

Het badhuis gaat over Marie Truyens, een vrouw  van bijna tachtig (blz. 30) die in het  badhuis van het kleine dorp Wielde woont en op een dag in haar badkuip wakker wordt. Ze is uitgegleden in bad  en het lukt haar niet meer om overeind te komen. In het begin van de roman  is ze alles kwijt: ‘Alles zit in de knoop. De uren, de dingen, en vooral de dag van vandaag'. Ze weet niet eens zeker of dat wel vandaag was. Misschien is vandaag al gisteren
Na enige mijmeringen weet ze weer dat ze nog naar de supermarkt is geweest, dat ze een lift naar huis heeft gekregen van Sandra, een jonge vrouw uit haar dorp, dat ze haar boodschappen thuis heeft uitgepakt en niet lang daarna in bad is gegaan.
Terwijl Marie in het bad ligt en er veel tijd verstrijkt, trekt haar leven aan haar voorbij. Stukje bij beetje licht de vertelster een tipje van de sluier op en komt de lezer te weten hoe haar  leven eruitzag.  

Het verleden van Marie Truyens min of meer in chronologische volgorde (in de roman wordt dit steeds versnipperd prijsgegeven)

Marie is in 1932 geboren net als  twee andere kinderen die pal naast haar in dezelfde straat woonden: Rosa en Emery. Ze groeien met elkaar op.  Als kind belooft ze met Emery te trouwen en Rosa als kind te aanvaarden, maar het zal allemaal anders lopen. In de oorlog worden de vaders weggevoerd en Rosa’s vader komt niet meer terug. Haar moeder hertrouwt met ene Jan Brijs, maar die kan na enige tijd zijn handen niet thuis houden. Hij maakt Rosa zwanger en dat komt uit tijdens een bedevaartreis naar Lourdes. Rosa  vertelt het allemaal  pastoor Peereboom. De oplossing dient uit het dorp te komen en Emery biedt zich aan met Rosa te  trouwen. Dat is tegen de belofte die ze in hun jeugd hebben gedaan. Marie wordt woedend en gaat naar Rosa toe. Ze verwijt haar van alles en als gevolg daarvan pleegt Rosa zelfmoord door van het dak van de kerk te springen.

Marie biedt zich dan aan een andere dorpsjongen Marcel, hoewel ze niet van hem houdt, het is meer een wraakactie.  Ze trouwen en krijgen een kind, maar dan geschiedt het onheil. Ze worden getroffen door de bliksem. Op 26-jarige leeftijd is Marie al weduwe. Ze gaat dan in dienst bij de pastoor. Dat is eerst pastoor Peereboom (die deugt wel) daarna komt Meidal (die deugt niet: hij verrijkt zich ten koste van de dorpelingen) en tenslotte pastoor Semper. Het dorp raakt in verhaal, gebouwen verliezen hun functie, de kerk verliest zijn positie. Er is verval en aftakeling. Marie koopt het oude badhuis voor een prikkie en vestigt zich daarin. Vroeger ging ze vaak naar het badhuis toen er nog geen andere sanitaire voorzieningen thuis waren. Ze is nooit meer getrouwd, al had Emery het zelfs drie keer aan haar gevraagd. Het gevolg is wel dat ze eenzaam achterblijft en misschien wel sterft.

In het verhaalheden zie je dat de vrouw steeds wanhopiger wordt. Ze probeert flessen shampoo en badschuim door de ruit van het badhuis te gooien in de hoop dat ze daardoor zal worden ontdekt. Ze kan zich niet meer optrekken en begint in het bad te plassen en later te poepen. Ze vindt dat een verschrikkelijke vernedering. Eigenlijk begint ze ook een beetje te hallucineren, ze ziet in de badruimte mensen die al dood zijn als Emery. Ze denkt dat ze weer klein is en in het badhuis gaat baden. Het wekkertje moet haar waarschuwen als het tijd is. Dat is hier symbolisch voor het feit dat haar tijd voorbij zal zijn. Ze blaast zeepbellen met de ring die ze van haar man Marcel heeft gekregen na vijf jaar huwelijk. Heel symbolisch, haar leven is ook een zeepbel geworden, die ineens uit elkaar kan spatten.

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Personages

Marie Truyens

Marie Truyens is een bijna 80-jarige vrouw die door de ervaringen in het leven erg hard is geworden. Voor en na de oorlog is ze veel opgetrokken met Emery en Rosa. Als de laatste zwanger wordt, biedt Emery aan met haar te trouwen. Marie is woest en haar houding zorgt ervoor dat Rosa zelfmoord pleegt. Ten einde raad biedt Marie zich aan een jongen aan op wie ze niet verliefd is. Hun relatie is niet gebaseerd op liefde maar op heftige seks. Haar man en kind worden na een paar jaar getroffen door de bliksem. De weduwe moet geld verdienen en ze gaat in dienst bij drie pastoors en de middelste in de tijd is de minst aardige. Het dorp raakt langzaam maar zeker in verval, net als de kerk en net als Marie. Ze takelt lichamelijk en geestelijk af (ze kan zich dingen niet meer herinneren, o.a. de naam van haar gestorven kind). Ze koopt het verwaarloosde badhuis en dat maakt haar isolement nog groter. Ze weigert verder nog de liefde in haar leven toe te laten (wijst Emery tot drie keer af) en verkeert in een groot isolement. Ze wordt o.a. daardoor wantrouwig (bijv. tegenover de dorpsbewoner die haar naar huis brengt bij het boodschappen doen en tegenover mensen die bij haar aan de deur komen zoals collectanten). Marie Truyens is een vrouw die in haar leven niet heeft getroffen.

Quotes

"Ze laat zich door haar knieën zakken, houdt zich vast aan de rand van het bad en aan de kraan, en dan glipt de gladde buis uit haar hand en verliest ze haar evenwicht. Eerst komt haar schouder met een klap op de badrand terecht, dan haar hoofd. Ze gaat kopje onder, haar knie schiet omhoog en bonkt hard tegen het zeepbakje. Ze graait naar houvast en komt met moeite weer boven." Bladzijde 48
"Ze schrikt wakker. Bijna onder water gegleden. Ze probeert nog eens overeind te komen maar haar arm en haar knie zijn te pijnlijk. Het water is troebel geworden doordat ze erin geplast heeft. Ze kon het niet meer ophouden. Het is iets wat ze nog nooit heeft gedaan, in bad plassen. Of onder de douche of in het zwembad. Zelfs niet in de spuikom. Dat hoorde niet, dat deed je niet. Het was onhygiënisch. " Bladzijde 65
"“Ik heb de chauffeur van de bus gesproken”, zegt hij. “Rosa is om half twee opgestapt in Wielde om naar de stad te gaan. Ze is uitgestapt op de Markt. Ze heeft nog vriendelijk gedag gezegd, zei hij. Hij heeft niets bijzonders aan haar gemerkt. Hij is doorgereden. Maar Rosa is naar de Grote Kerk gegaan. Daar heeft ze een kaartje gekocht om de toren te beklimmen, zoals we dat zo vaak met os drieën hebben gedaan."" Bladzijde 110
"Ze heeft geen zin meer om haar hand uit te steken. Toch doen. Wakker blijven. Ze buigt naar voren om de kraan open te draaien en dan gebeurt het. Ze kan het niet meer tegenhouden. Haar buik rommelt nog eens en dan komen er bellen naar boven, die openspringen en een scherpe stank verspreiden. Daarna volgen de drollen. Het zijn er drie. Ze stijgen weerloos omhoog in het troebele water als kleine dode diertjes." Bladzijde 142

Thematiek

Eenzaamheid en isolement

Isolement en eenzaamheid spelen een belangrijke rol in deze roman. Marie heeft na een moeizaam leven vrijwel niemand meer overgehouden . haar man, haar kind en haar jeugdliefde zijn gestorven. Ze heeft haar baan als dienstbode bij de pastoors in Wielde trouw vervuld, maar al enige tijd geleden opgezegd en ze is in het verlaten en vervallen badhuis terecht gekomen. Daar takelt ze nog verder af en ze sluit haar dagen in eenzaamheid. Niemand komt haar uit haar benarde positie halen. Aftakeling De roman staat duidelijk ook in het teken van verval en de aftakeling. Dat geldt niet alleen voor Marie Truyens maar ook voor het dorp. - De middenstand kan het niet bolwerken en verdwijnt; gebouwen verliezen hun functies (bank-badhuis-kerk). - De RK-kerk takelt verder af: er komen geen pastoors meer naar Wielde na pastoor Semper. - Een man wordt na 1 jaar dood gevonden in zijn huis: de sociale cohesie is weg. - Marie takelt lichamelijk af: niet zo goed meer ter been. - Het badhuis raakt in verval: er zijn ratten gesignaleerd door Marie. - Marie kan zich dingen niet meer herinneren (waar staat de koffie in de supermarkt? hoe heette haar kind?). - Ze plast en poept in haar eigen bad.

Motieven

Verkrachting/seksualiteit

Er wordt gezinspeeld op seksueel misbruik van de kapelaans in Wielde. Maar Rosa wordt in ieder geval het slachtoffer van de seksuele drang van haar schoonvader. Abortus is taboe en in het dorp zal de oplossing gezocht moeten worden.

Zelfmoord

Rosa pleegt zelfmoord door van de kerktoren af te sprongen, nadat Marie woedend tegen haar is uitgevaren n.a.v. de ongewenste zwangerschap en het huwelijk met Emery.

Moeizame liefdesrelaties

Marie en Emery hebben vroeger beloofd met elkaar te trouwen, maar de gebeurtenis met Rosa komt daartussen. Later trouwt Marie met Marcel maar ze heeft nooit van hem gehouden. Drie keer heeft ze na zijn dood ene nieuw huwelijksaanzoek aan zich voorbij laten gaan. Daarop kan ze in spijt terugkijken.

Geloof

De kerk stond eerst centraal in het dorp. Maar het verval van het RK-geloof gaat door. Het seksueel misbruik in de kerk wordt aangehaald, er is geen animo meer om pastoors in het dorp aan te stellen. Pastoor Meidal is het symbool van de verloedering. Hij verrijkt zichzelf ten koste van de oudere gelovigen. Emery wil niets meer met het geloof te maken hebben als hij sterft.

Dood

Ook de dood speelt een vrij grote rol in het verhaal. Marcel en haar dochtertje zijn door de bliksem getroffen. Dat heeft ook het leven van Marie bepaald. Recent heeft ze de graven van haar man en kind laten ruimen. Haar vriend Emery sterft ook. Pastoor Meidal komt bij een vermoedelijk aangestoken brand in zijn appartement om het leven. Het is niet onwaarschijnlijk dat Marie Truyens zelf ook om het leven komt door het ongeluk in het bad.

Motto

Het motto is van de dichter J.C. Bloem
“De stilte, nu de klokken doven,
Wordt hoorbaar over zondags land…”

De stilte van het motto verwijst naar de stilte van de ruimte waarin de hoofdfiguur is opgesloten, weg van de buitenwereld.

Opdracht

Voor Paul
(haar echtgenoot met wie ze thrillers heeft geschreven) 

Titelverklaring

Marie Truyens is in het badhuis van het dorp Wielde gaan wonen. Op een vrijdag komt ze thuis van het boodschappen doen, neemt een bad en glijdt uit. In het badhuis overdenkt ze haar leven en wacht ze totdat er hulp komt opdagen.

Structuur & perspectief

Er zijn 19 hoofdstukken die met een cijfer zijn aangegeven maar geen titel hebben. Het verhaalheden in die hoofdstukken begint op een vrijdagmiddag  en duurt waarschijnlijk tot zondag, maar de hoofdfiguur heeft geen besef meer van tijd. In die tijd overdenkt ze haar hele leven, wat is er misgegaan? In alle hoofdstukken zijn er afwisselingen met het verleden die omdat ze deze overdenkt in het bad flashbacks genoemd mogen worden.  Er is dus geen sprake van een chronologische roman. De manier waarop Kisling haar vertelster de ruimte geeft om de spanning op te voeren zodat je pas weet aan het einde van de roman hoe de vork in de steel zit, is heel knap. Ze geeft steeds vooruitwijzingen naar het einde zonder al te veel prijs te geven.

De vertelster is de bijna 80-jarige Marie Truyens. Ze vertelt personaal in de o.t.t. als ze het over het verhaalheden heeft (de dagen in de badkuip) en in de o.v.t. als ze het over het verleden heeft. Af en toe kun je iets van een auctoriale verteller bespeuren.

Decor

Het verhaalheden  is niet met heel veel zekerheid vast te stellen. We weten uit mededelingen dat Marie in 1932 in het dorp Wielde is geboren. Op blz. 30 staat dat ze bijna tachtig jaar is en dat klopt wel aardig met de andere mededelingen over de tijd die er verstreken is: de tijd dat ze weduwe werd, haar dienbodeperiodes bij drie pastoors en de tijd daarna. Dat kan betekenen dat het verhaalheden ongeveer rondom 2010-2012 speelt. Verder worden er nauwelijks mededelingen gedaan over de tijd van het verhaalheden. Ja, vrijdag is traditioneel gezien de baddag. Ze raakt besef van tijd kwijt, maar je kunt uit de gegevens afleiden dat het waarschijnlijk al zondag is als het verhaal eindigt.

Het topografische decor is dat van een niet bestaand dorp Wielde. Het staat model voor de vele kleine dorpen met een pastoor als centrale figuur. Het dorp ligt waarschijnlijk in de zuidelijke helft van Nederland vanwege de positie die de RK-kerk in het verhaal inneemt.

Maar belangrijker voor het verhaal is de symbolische ruimte: er is sprake van aftakeling en isolement. Marie is ouder aan het worden en haar isolement en eenzaamheid wordt steeds groter naarmate haar leefruimte kleiner wordt en oude vrienden het leven al verloren hebben. Ze gaat vanuit de pastorie naar het badhuis dat ze koopt en op de bewuste dag is de badkuip, waaruit ze niet kan opstaan de kleinste ruimte waarin ze kan bestaan. De badkuip heeft al bijna de vorm van een doodskist, wat de allerkleinste ruimte is waarin een mens kan worden opgeborgen.

Stijl

Corine Kisling schrijft een helder en beknopt proza dat een beklemmende sfeertekening geeft. Haar taal is erg beeldrijk. Het kost geen moeite deze stelling te bewijzen met enkele metaforen uit  deze roman:

-          (blz. 30) Het is een modern bejaardentehuis met aanleunwoningen en verzorgingsflats en een medisch centrum en een cafetaria en wat nog meer. Als een hardnekkig gewas met ondergrondse uitlopers  breidt het zich elk jaar uit met nieuwe aanbouw. Bejaarden woekeren als onkruid.

-          (blz. 50) Marie had in de loop der jaren veel dingen uit de grond zien komen in de pastorietuin [...] Vreemde voorwerpen die zich na verloop van tijd uit de aarde omhoogwerkten als een splinter uit een zwerende vinger. Als een verdrongen herinnering. En nu kwam Bordeaux uit zijn graf.

-          (blz. 57) Het was niet eerlijk. Maar eerlijk was geen woord van de Dood. Of van God. Eerlijk was een mensenwoord, gemaakt van elastiek. Je kon het oprekken zo ver als je wilde.

-          (blz. 132) Een week lang was er in De Boemerang over niets anders gesproken dan over Meidals dood. Daarna was de gebeurtenis langzaam naar de bodem van het dorpsgeheugen gezonken.

-          (blz. 157) Ze kon het niet . De weg was versperd. Er lag een boom over met en stam van meer dan een halve eeuw oud. De pijn woonde in haar hart, aan de achterkant, en verroerde zich soms als een klein, lelijk nachtdier in winterslaap.          

Slotzin

Ze doopt de ring in het bakje en blaast nog eens. Een mooie, grote bel. Ze lacht, Er is water en zeep genoeg. Ze heeft tijd tot het wekkertje gaat.

Beoordeling

De kracht van een schrijver  is (vind ik) wanneer hij in weinig woorden een wereld van verbeelding kan oproepen. Een schrijver die voor de lezer zijn gegevens doseert en dat in een goede structuur kan weergeven waardoor de spanning tot het einde gewaarborgd blijft, is m.i. een topauteur. Daarom bewonderde ik vroeger al Willem Elsschot. Ook hij schreef kleine romans met een wereld aan inhoud.  Zo enthousiast kan ik ook zijn over deze kleine maar mooie roman van Corine Kisling. Ik zou willen die geschreven te hebben. Prachtig  qua stijl, gedoseerd van inhoud en een doorzichtige maar ingenieuze structuur. Wat wil je als lezer nog meer. Toch zal de roman misschien voor het grote publiek onbekend blijven. Dat is niet terecht. Kisling verdient het om gelezen te worden. Een boek dat hoewel de omvang beperkt is, een volwaardig nummer voor de literatuurlijst kan zijn, en dat geldt ook voor vwo-lijsten. Amusementswaarde voor scholieren: 8.

De roman is goed qua thematiek  te combineren met de “klassieker” van Louis Couperus: “Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan.” En over ouder worden kan je ook lezen Willem Elsschot “Tsjip/De leeuwentemmer."

Over dementie en aftakeling: Renate Dorrestein: “Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje voor.”
Bernlef schreef het inmiddels klassiek geworden werk over dementie: “Hersenschimmen.”

Recensies

"Een van de sterkste elementen van Het badhuis is zonder twijfel de opbouw: Kisling heeft het verhaal zo geconstrueerd dat de lezer door middel van niet-chronologische herinneringen beetje bij beetje meer over het leven van Marie te weten komt. Hierdoor vallen enkele belangrijke puzzelstukjes pas aan het eind van de roman op hun plaats. Die redelijk grote spanningsboog, in combinatie met het empathieopwekkende taalgebruik van Kisling houdt de spanning tot het einde vast." http://recensieweb.nl/rec...-verleden/
"Het badhuis is een beklemmend verhaal over de teloorgang van een vrouw en haar godsdienstige vertrouwen. Daarnaast gaat het boek over de onontkoombaarheid van verval. ‘Marie’s geloof is versleten en onwillig geworden, tegelijk met haar lijf.’ Een spannend boek over noodlottige gebeurtenissen." http://www.ingeleest.nl/r...-badhuis/
"Het klinkt zoetsappig – en dat is het ook wel een beetje. Het boek eindigt zoals het begint: met een badscène. Marie zit nog steeds in het bad. Nu blaast ze bellen, met haar ring en een blokje zeep. Alle ellende is voorbij en ook al vergeten, zo lijkt het. Eindelijk terug in het kinderparadijs, voor zolang het duurt." http://www.nrclux.nl/het-...t/1143032/
"Corine Kisling behandelt een ietwat ongewoon thema op een zeer sobere manier. De lijdensweg van Marie, de uren die ze in het bad doorbrengt en de aftakeling, zowel lichamelijk en fysiek, worden niet te uitgebreid besproken. Ook de herinneringen aan het verleden worden niet diepgravend uitgewerkt. Het zijn de levens van de opeenvolgende pastoren en hun vreemde gewoontes, waarover het meest uitgebreid verteld wordt. De achteruitgang van de Kerk is duidelijk iets wat de schrijfster erg bezighoudt." http://www.cjp.be/recensi...aam-einde

Bronnen

Interview met de schrijfster over dit boek.
http://zeelandboeken.pzc....-badhuis/

Overhoor jezelf

Wat is het vertelperspectief in deze kleine roman?
Hoe oud moet de hoofdfiguur ongeveer zijn?
Hoe kent Mary Emery en Rosa zo goed ?
Waarom is Marie met Marcel getrouwd?
Op welke manier werd Marie weduwe?
Na de dood van haar man wordt Marie dienstbode bij drie pastoors. Met wie kan ze het niet goed vinden?
Wat heeft Marie op de dag van het verhaalheden gedaan?
Hoeveel bedraagt de vertelde tijd ongeveer in het verhaalheden?
Bewering I : Rosa verwacht een kind van Emery.
Bewering II: Rosa springt uit wanhoop voor de trein.
Bewering III: Wielde is een dorp in Noord-Brabant vlakbij Eindhoven.
Wat zijn de twee belangrijkste motieven in deze roman?
Wat is een grote vernedering voor Marie op de dag van het verhaalheden?
Wat is het meest symbolische decor voor de situatie waarin Marie verkeert?
Je hebt nog 3 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

46.716 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees
Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Ik heb nu ruim 1400 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ik vroeger zelf helemaal niet leuk. Nu maak ik ze zelf voor scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling. En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees