Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2018
- 265 pagina's
- Uitgeverij: The House of Books
Flaptekst
De wereld van de ambitieuze politica Annika Schaefer stort in elkaar als uitkomt dat ze heeft gelogen over haar verleden. Om aan de toorn van haar partijgenoten en schoonfamilie te ontkomen, vlucht ze hals over kop naar de Noord-Hollandse kust waar ze als kind met haar grootouders kwam. Maar ook daar laat het verleden haar niet met rust. En daarin blijkt ze niet de enige …
Eerste zin
Ze vecht voor wat ze waard is.Samenvatting
Hieronder wordt het sujet samengevat per verteller.
De Duitse politica Annika Schaefer verblijft halverwege november op vakantiepark De Duindistel in de buurt van Callantsoog. Ze is de dag ervoor, na een persbericht waarin stond dat ze haar hele verleden, opleiding, werkervaring etc, bij elkaar gelogen had, uit Berlijn gevlucht. Haar belangrijke en rijke schoonfamilie en haar politieke partij willen niets meer met haar te maken hebben. Haar eigen creditcards zijn geblokkeerd maar ze heeft wel geld op kunnen nemen met die van de partij, wat later een middel is om haar daadwerkelijk uit de partij te zetten. Een ongeluk komt echter nooit alleen en in Callantsoog wordt ook nog haar tas met identiteitskaart, portemonnee en sieraden gestolen. Ze moet aangifte doen en kan niet terug naar Berlijn. Na het lezen van alle mediaberichten over haar val voelt ze zich echter zo gebruikt en verraden dat ze besluit voorlopig sowieso in het armoedige en vieze vakantiehuisje te blijven. De aandacht voor haar val wordt minder en minder en dat niemand zich lijkt af te vragen waarom ze gelogen heeft en hoe het nu met haar gaat, maakt haar verdrietig en somber. Ze kijkt op een gegeven moment in de spiegel en ziet haar moeder, die op jonge leeftijd is overleden aan een overdosis.
In het huisje naast haar verbleven Bulgaren of Roemenen en die zijn vertrokken zonder hun hond. Annika heeft een hekel aan honden maar omdat niemand de hond meer wil zoals ook niemand haar meer wil, neemt ze hem toch in huis. Ondanks zijn angst troost de hond haar als ze moet huilen vanwege beelden van het Oud en Nieuw-feest dat in haar oude appartement gehouden wordt zonder haar. Dan worden ze definitief maatjes. Uit geldnood gaat ze schoonmaken voor de parkbeheerder. Daar is ze goed in en ze haalt er zelfs voldoening uit.
Dan wordt ze gebeld door rechercheur Martin bij wie ze eerder aangifte heeft gedaan: haar tas is gevonden en ze kan die komen halen op het bureau in Alkmaar. Ze weet niet dat Martin inmiddels weet wie ze is en na een kort verhoor mag ze weg. In de tas vindt ze niet alleen haar eigen bezittingen maar ook die van de oude vrouw in wier huis de tas gevonden is, o.a. vakantiefoto's uit 1939, en gefascineerd probeert ze zo veel mogelijk over deze Anna Weismann te weten te komen. Ze denkt ook na over de oorlog waarin haar grootouders en dit gezin van de oude vrouw aan verschillende kanten terechtgekomen waren.
Ze bezoekt Bergen waar haar opa tijdens de oorlog gelegerd was en Anna’s vakantiehuisje in de duinen. Daarna luncht ze in een sjieke strandtent en ze realiseert zich dat ze het verleden moet laten rusten en niet voor de rest van haar leven zo door kan gaan. Ze moet weer aan de toekomst gaan denken. Als ze naar het vakantiepark terugrijdt, lijkt ze achtervolgd te worden door een motorrijder en de hond schrikt hem af.
Het wordt lente en dat maakt Annika chagrijnig omdat ze zichzelf er niet toe kan zetten iets productiefs te doen voor haar toekomst. Ook blijft ze aan Anna's dood denken en door een opmerking van de parkbeheerder realiseert ze zich dat er in de tuin achter Anna's huisje mos lag terwijl het altijd midden in de zon ligt. Na het bestuderen van oude en recente foto's ziet ze dat er tijdens de oorlog achter haar huisje een duin verschenen is: een bunker. Als Annika een kijkje gaat nemen, ontdekt ze daar een drugslab. Op dat moment stappen er twee mannen binnen en de ene herkent ze als de eigenaar van de sjieke strandtent en als de motorrijder. De hond herkent hem ook en springt naar zijn keel maar de andere man schiet hem dood. Annika wordt neergeslagen.
Ze wordt wakker in de achterbak van een auto en gebruikt de dode hond om te ontsnappen als de mannen de kofferbak open doen. De mannen hebben haar snel weer in het vizier en schieten haar in haar been. Dan baadt de hele omgeving ineens in het licht en verliest ze weer het bewustzijn. Gelukkig wordt ze nu wakker in het ziekenhuis. Ze raakt echter zo in paniek dat men vreest voor haar leven. Ook wordt bekend wie ze is en in Duitsland wordt ze als een heldin gezien en weer op haar voetstuk gehesen. Martin heeft haar verklaring nodig omdat de mannen alles blijven ontkennen. Gelukkig komt ze bij en niet alleen Martin wil met haar praten: ze heeft nu wel allerlei post uit Duitsland, journalisten staan voor het ziekenhuis en de advocaat van haar schoonfamilie zoekt haar op. Martin neemt ook een urn met de as van haar hond mee. Hij verdenkt haar ergens van de moord op Anna en stelt haar zoveel vragen dat Annika denkt dat hij weet wat ze vroeger met haar oma heeft gedaan: na haar opa's dood begon ze te dementeren, kreeg ze nachtmerries en tijdens een heel onrustige nacht heeft Annika half slapend een kussen op haar hoofd geduwd om haar stil te krijgen en is ze overleden. Ze ging toen al een tijdje niet meer naar school omdat ze voor haar oma zorgde. Tijdens een wandeling in Callantsoog krijgt Martin echter een sms dat een van de mannen bekend heeft en dan belanden Annika en hij in zijn bed. Ze vertrouwen elkaar.
Josef Weismann werkt in 1935 bij een internationale bank, is zelf ook vermogend en is vanwege de bedreigingen van Hitler aan het adres van de joden naar Nederland gevlucht. Zijn dochter Anna kan maar moeilijk wennen. Hij maakt zich zorgen over zijn broer die nog in Duitsland studeert maar die vlucht naar New York en vraagt of Josef en zijn gezin daar ook heen komen. Josef weigert: de bank heeft hem nodig, iedereen is net een beetje gewend, ze hebben een huisje aan zee gekocht en hij denkt niet dat het in Nederland ook zoals in Duitsland wordt.
In 1942 roept de Joodse Raad Josefs gezin echter op om naar Westerbork te komen en van daaruit zullen ze naar werkkampen in het Oosten gaan. Als de oproep van de Joodse Raad komt, kan het zo erg niet zijn, denkt Josef.
Martin Twisk is rechercheur in hart en nieren maar vanwege een in zijn ogen klein akkefietje had hij eigenlijk ontslagen moeten worden en nu fungeert hij als een soort invalpolitieagent op bureaus in Noord-Holland. Hij handelt Annika’s aangifte af en in het nieuwe jaar wordt hij op een melding van een meneer in Bergen afgestuurd die zich zorgen maakt om zijn oude buurvrouw. Martin ziet inderdaad iemand op de grond liggen en dat blijkt de dode vrouw te zijn. Er wordt een onderzoek gestart maar Martin mag daar niet meer aan meewerken, wat hij accepteert maar wel onrechtvaardig vindt. Als het onderzoek niets oplevert en afgesloten wordt mag hij wel het dossier administratief afhandelen en hij ontdekt in de bezittingen van de dode vrouw de tas van Annika. Martin ontdekt wie ze is en belt haar op.
Later haalt hij Anna's oom op van Schiphol om hem haar lichaam over te dragen. Oom Fritz geeft hem hun correspondentie waarin Martin leest dat Hij denkt niet verder te kunnen met zijn eigen onderzoek naar haar dood, hij heeft geen enkel aanknopingspunt meer.
Tijdens een stormdag krijgt hij melding van een verkeerd geparkeerde auto in Bergen aan Zee en als hij het nummerbord invoert, ontdekt hij dat het de gehuurde auto van Annika is. Hij rijdt erheen, ziet bloed en ontdekt de drugsbunker. Hij alarmeert zijn chef en kan hierdoor Annika redden en de mannen arresteren. Hij wordt bij de politie in ere hersteld.
Anna Weismann is een oude vrouw, een Auschwitz-overlevende en voormalig pianolerares die in haar herinneringen leeft. Ze heeft het duinhuisje in Bergen aan Zee nooit willen verlaten omdat het de enige plek is die haar herinnert aan haar gezin en waar ze die liefde nog voelt. Ze komt alleen naar buiten voor kleine wandelingetjes in het dorp en op een van die rondgangetjes vindt ze Annika’s tas. Verder luister ze veel naar muziek en de laatste tijd is ze steeds vaker ’s avonds bang omdat ze vreemde geluiden rondom haar huisje hoort. Toen ze een keer naar buiten gluurde, zag ze vreemde mannen lopen. Ze wil haar oom Frits in New York niet ongerust maken en besluit een jongen die ze ooit pianoles gegeven heeft, Vincent, te bellen voor hulp. Die zegt dat het jagers zijn en biedt aan ze te vragen voortaan een andere route te kiezen. Daarna is het voortaan stil en Anna voelt zich belachelijk paranoïde. Na een paar dagen schrijft ze haar neef Frits in New York dat 'ze het weer op hen voorzien hebben' en ervandoor gaat.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden