Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2012
- 288 pagina's
- Uitgeverij: Cossee
Flaptekst
Liefde en venijn tussen twee broers, tegenstrijdige belangen tussen commercie en wetenschap, met bronsthormoon volgestopte fabrieksmeisjes en door testosteron voortgedreven kerels – De hormoonfabriek is een bloedstollend verhaal geïnspireerd op historische feiten, waarin het zicht op goed en kwaad soms wordt vertroebeld door de roes van de vooruitgang.
De succesvolle ondernemer Mordechai de Paauw, Motke voor vrienden, kijkt terug op zijn leven terwijl hij in een bed ligt met een ijzeren rand, dat lijkt op de kooien waarin de proefdieren van zijn laboratorium werden opgesloten. Hij realiseert zich dat het hem niet gelukt is fatsoenlijk te leven.
In de jaren twintig van de vorige eeuw stonden hij en zijn tweelingbroer Aron aan het begin van een adembenemend project. Samen met de beroemde hoogleraar en farmacoloog Rafaël Levine richtten ze een bedrijf op, waarin het slachtafval van Motkes vleesfabriek gebruikt werd voor het ontwikkelen van hormoonpreparaten.
De omstandigheden aan het begin van de onderneming zijn niet gunstig. Armoede en criminaliteit in de katholieke provinciestad, de klassenjustitie die in het interbellum gemeengoed is en het opkomend antisemitisme vormen een giftig mengsel. Maar Motke zet door, geen prijs lijkt te hoog. Als na de Tweede Wereldoorlog de balans wordt opgemaakt, blijkt dat niemand ongeschonden uit de strijd is gekomen.
Eerste zin
Iedere dag zak ik weg in de somberheid die veel van mijn geleefde tijd gekenmerkt heeft... Ik ken ze goed, de dagen dat je met je poten in een stroperige, smerige smurrie staat en iedere beweging teveel energie kost.Samenvatting
In het eerste hoofdstuk deelt de ik-verteller Mordechai de Paauwe (koosnaam: Motke) aan de lezer mee dat hij al heel oud is en dat hij flink aan het aftakelen is. Hij is 97 jaar en hij vertelt over de geschiedenis van de medicijnfabriek Farmacon. Motke vertelt meteen dat hij de oude fabriek (vleesfabriek) van zijn vader na diens dood heeft overgenomen en dat hij de leiding moest delen met zijn tweelingbroer Aron. Waar Motke de macho uithangt en veel vrouwen versiert, is Aron een heel rustige man die geen vrouwen heeft en zich moreel negatief uitlaat over de levenswijze van zijn broer, die zijn vrouw Rivka Salomons aan de lopende band bedriegt. Motke vertelt dat hij deze Rivka op een Amsterdams feestje waar veel joden bijeen waren, had versierd; hij was met haar naar een plek langs de Amstel gevaren en had haar daar verleid. Acht weken later blijkt ze zwanger te zijn en hoewel Motke helemaal niets voor een huwelijk voelt (de gevangenis) wordt hij moreel gedwongen een huwelijk aan te gaan. Zoiets kan natuurlijk niet goed gaan met een man die zijn seksuele driften niet kan beheersen. Hij is een contract aangegaan met de Duitse (en joodse) wetenschapper Rafaël Levine die grote hoeveelheden insuline weet te produceren, maar ook veel geld van de directie van de vleesfabriek nodig heeft om zijn experimenten in het laboratorium in Amsterdam te kunnen uitvoeren. Intussen heeft Motke te maken met de pastoor uit het dorp waar de fabriek staat. Deze man vreest voor het seksueel welzijn van de fabrieksmeisjes. Daar heeft hij alle reden toe, want vooral Motke weet wel raad met zijn eigen seksuele behoeften.
Het wordt helemaal feest, wanneer Levine een patent verwerft voor een bronsthormoon, dat gemaakt wordt uit grote hoeveelheden paardenpis. Motke zorgt ervoor dat meisjes uit de fabriek het hormoon toegediend krijgen. Het moet hen vruchtbaar en geil maken. Enkele meisjes die daarna niet zwanger kunnen worden, probeert hij zelf een kind te geven. Het rode lichtje op zijn kantoor brandt menigmaal. Hij dreigt de fabrieksmeisjes te ontslaan (met hun familieleden) wanneer ze uit de school klappen. Zijn broer keurt het gedrag van Motke sterk af, scheldt op zijn overspel en Motke wil daarna zijn leven beteren. Het duurt slechts twee weken en daarna besluit hij om zijn lichamelijke behoeften in de toekomst niets meer in de weg te leggen. Hij roept meteen de geilste en stevigste vrouw van de fabriek en gaat lekker met deze Bertha te keer. Hij geeft haar wel een dot centen als een soort zwijggeld mee.
Het derde hormoon van de fabriek wordt een mannelijk hormoon dat uit stierenballen wordt gefabriceerd. Het moet mannen die gecastreerd zijn weer tot leven wekken en andere mannen gewoon aan de gang krijgen op seksgebied. Het hormoon heet testosteron en hiervan is Rafaël Levine zelfs de ontdekker, wat natuurlijk een veel betere financiële situatie voor Farmacon is. Omdat zijn broer Aron zo sloom overkomt, nooit initiatieven toont en geen vrouw aanraakt, zorgt Motke ervoor dat hij onder doktersbegeleiding het nieuwe hormoon krijgt toegediend. Aanvankelijk gebeurt er niets, maar als hij met een arts overeenkomt om de dosis te verhogen, randt Aron een fabrieksmeisje Roosje aan op een zeer gewelddadige manier. Men is op de fabriek wel een beetje in rep en roer. Roosje gaat op aandringen van Bertha (de grote, wulpse vrouw) aangifte doen en Motke moet er alles aan doen om zelf buiten schot te blijven. Aron wordt tijdelijk platgespoten en wanneer Motke thuiskomt en hij Rivka alles vertelt, hebben ze weer eens seks met elkaar. Later wordt het duidelijk dat in die nacht zijn zoon Ezra is verwekt. Maar er wordt toch aangifte gedaan en men kan er niet onderuit om Aron op te pakken. Die schande moet het concern bespaard blijven en Motke wil zijn broer zelf gaan brengen. Die beseft dat hij het slachtoffer is geworden van een medisch experiment (teveel testosteron) en verklaart dat zijn broer zijn broer niet meer is. Hij zal later 2 ½ jaar moeten verblijven in de gevangenis. Rivka gaat naar de rechtszaak in Amsterdam, maar blijft lang weg. Ze belt op naar Motke en zegt dat ze Roosje heeft gesproken. Die blijkt al enige tijd zwanger te zijn en ze weet ook van wie.
In oktober 1938 baart Roosje een meisje dat ze Chana noemt (wat in het Hebreeuws 'genade' betekent). Twee maanden later komt Ezra ter wereld, de wettige zoon van Motke. Hij is erg trots op het feit dat hij nu een zoon heeft. De vreugde slaat om in bezorgdheid, wanneer blijkt dat de crisis in Europa leidt tot de opkomst van het antisemitisme en nazisme. Als Hitler Nederland binnenvalt, wil Motke weg. Hij bezoekt ook nog Aron in de gevangenis, maar die wil niet weg uit Nederland. Het gezin De Paauw kan door connecties die Motke in de wereld van de diplomaten heeft opgebouwd via Portugal naar Engeland. Rafaël Levine blijft in Amsterdam en blijkt later met allerlei slinkse wegen er in te slagen in leven te blijven (de joden waren in de WO II natuurlijk opgejaagd wild).
Tijdens de oorlog werkt Motke de Paauw heel hard om de belangen van zijn bedrijf in tact te houden. Hij wil na de oorlog direct een flinke doorstart maken. Wanneer hij na de oorlog terugkeert naar het dorp waar de fabriek staat, ontvouwt hij zijn grootse plannen. Hij reist naar Amsterdam om Rafaël te ontmoeten. Die is levend de oorlog doorgekomen en daar zullen enkele malafide praktijken aan ten grondslag hebben gelegen, vindt Motke Hij wil bovendien geen Duitser in zijn bedrijf hebben. Rafaël is woedend, wil niet uit het bedrijf en beschouwt Motke als een Judas. Hij dreigt met een rechtszaak, maar voor het zover komt, sterft hij aan een hartaanval, als hij tijdens een vakantie bij een ongeval wil assisteren. Zijn vrouw krijgt aandelen in de zaak, maar beschouwt Motke als een verrader. Op de begrafenis is hij persona non grata.
Het bedrijf wordt na de oorlog een wereldconcern. Het krijgt de licentie om DDT te produceren en ook ontwikkelt het de anticonceptiepil, waarmee ze dus heel veel geld kunnen verdienen. Van Rivka is Motke gescheiden en zijn dochters willen eigenlijk niet veel meer met hem te maken hebben. Hij trekt wel op met Ezra die de hormoonfabriek van zijn vader in zijn genen heeft, ook veel seks heeft en een studie economie op Nijenrode afmaakt.
Motke heeft nog steeds veel sex appeal en hij krijgt veel (jonge) vrouwen in zijn bed. Hij ontmoet in de Verenigde Staten zijn vrouwelijke evenknie Diana Drabble, die eveneens ongebonden wil zijn, maar een beest in bed blijkt. In 1958 verblijft hij in het Waldorf Hotel in New York als hij een brief krijgt van Diana. Ze is ongeneeslijk ziek en heeft besloten een zelfmoordpil in te nemen. Ze dankt hem ervoor dat hij haar altijd vrij gelaten heeft en dat ze een lekker ruig leven hebben gedeeld. Hij moet ter ere van haar iets gaan drinken in een club waar ze vroeger kwamen. Maar Motke wil niet alleen en in een achteraf cafeetje probeert hij een jonge bardame zo ver te krijgen dat ze met hem meegaat. Deze Hanna heeft roots in Nederland en de oplettende lezer heeft al door dat ze zijn eigen bastaarddochter (Chana = Hanna) is. Ze hebben seks in een armzalig hotelletje. Hij morst sperma en dat heeft natuurlijk gevolgen. Later hoort hij na de dood van Rivka dat Roos haar heeft verteld dat haar dochter Chana hetzelfde overkomen is als Roosje zelf. Ze is één keer door een man verkracht en meteen zwanger (die man moet Motke zijn geweest). Rivka heeft intussen kanker gekregen en bij de begrafenis is hij opnieuw niet welkom.
In het laatste hoofdstuk komt Motke de Paauw terug op de arrestatie van zijn zoon Ezra. Die is er volgens hem ingeluisd door een kamermeisje. Hij zou haar hebben verkracht en hij wordt in Amerika opgepakt, een dag voordat hij zij veto zou uitspreken over de beursgang van Farmacon. Er is sprake van een complot, niet alleen van de zakenlui, maar ook van drie generaties vrouwen die hun rekening van Motke betaald zetten. Hij kijkt naar een televisiejournaal waarin het meisje haar beklag doet. Motke krijgt het benauwd en hij snakt naar adem. Het heeft er alle schijn van dat hij dood gaat.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden