Feitelijke gegevens
- 42e druk, 1962
- 449 pagina's
- Uitgeverij: Leopold
Flaptekst
Een jonge held. Een belangrijke opdracht. Een ongelooflijk avontuur.
Tiuri verbreekt de regels, die bepalen dat hij met niemand mag praten in de nacht voordat hij tot ridder zal worden geslagen. Hij opent de deur. Het verzoek dat aan hem wordt gedaan blijkt een gevaarlijke opdracht. Tiuri wordt achtervolgd door boosaardige Rode Ruiters, die hem met de dood bedreigen. Maar hij is vast van plan de uiterst belangrijke brief bij koning Unauwen te bezorgen. De Zwarte Ridder met het Witte Schild heeft niet voor niets zijn leven gegeven...
Eerste zin
Dit is een verhaal van lang geleden, toen er nog ridders waren.Samenvatting
Tiuri is schildknaap en de zoon van Ridder Tiuri (ook wel Tiuri de Dappere genoemd). Hij zal bijna tot ridder geslagen worden. Het enige wat hem nog te wachten staat is een nacht zwijgend doorbrengen in de kapel samen met de andere jongens die ook ridder willen worden. Deze laatste opdracht volbrengt hij echter niet. 's Nachts wordt er op de deur geklopt. Iemand vraagt of de deur dringend geopend kan worden. Tiuri twijfelt, maar hij besluit de deur te openen, ook al is dit tegen de regels. Buiten staat een man die vraagt of Tiuri een brief wil bezorgen aan de Ridder met het Witte Schild (ook wel Ridder Edwinem van Forèstèrra genoemd). Tiuri aanvaardt de opdracht en gaat op weg.
Als Tirui is aangekomen in de herberg van Yikarvara, vertelt de waard hem dat de Zwarte Ridder met het Witte Schild in de herberg is geweest. Hij vertelt dat er ook een ridder met een rood schild is geweest. De twee ridders zijn samen het bos in gereden. Tiuri besluit ook om weer op pad te gaan.
Even later ontmoet hij De Ridder met het Witte Schild. Hij ligt op sterven, maar hij weet Tiuri nog net duidelijk te maken dat de brief is bedoeld voor koning Unauwen en dat deze brief zeer belangrijk is. Tiuri moet, als hij in de bergen aangekomen is, de kluizenaar Menaures een bezoek brengen. Ook geeft de ridder hem een belangrijke ring mee. Later blijkt dat koning Unauwen twaalf van deze ringen heeft weggegeven aan zijn trouwste paladijnen. Tiuri vertrekt op het paard van de ridder, genaamd Ardanwen. Er staat hem een lange tocht te wachten. Tiuri komt zelf namelijk uit het Rijk van Dagonaut en hij zal helemaal over de bergen moeten reizen om in het Rijk van Unauwen te belanden.
Tiuri gaat op weg, maar al snel dienen de eerste gevaren zich aan. Zo krijgt hij allereerst te maken met rovers. Deze rovers laten Tiuri zijn ring behouden, maar bestelen hem wel van Ardanwen. Tiuri moet te voet verder. Vervolgens krijgt Tiuri te maken met de Grauwe Ridders. Hij luistert deze af als ze de rovers tegenkomen. Hij komt erachter dat de Grauwe Ridders denken dat Tiuri de moordenaar is van de Zwarte Ridder met het Witte Schild. Ook nemen Grauwe Ridders Ardanwen mee. Tiuri weet ongezien weer verder op pad te gaan. Hij reist mee met twee monniken die op weg zijn naar het Bruine Klooster. Hij krijgt daar een pij aangeboden en noemt zichzelf broeder Martijn.
Tiuri reist verder en komt aan bij het kasteel Mistrinaut. Als hij de volgende dag weg wil gaan, blijkt dat de poort dicht zit en dat niemand van het terrein af kan. Tiuri wordt gevangen genomen door de Grauwe Ridders (omdat ze denken dat Tiuri ridder Edwinem heeft vermoord). In de kerker komen zowel de dochter van de burchtheer als de burchtheer zelf hem wapens brengen om zich te kunnen verdedigen. Als hij tegen de ridders moet vechten, blijkt dat Tiuri inderdaad niet de moordenaar van Edwinem is. Als Tiuri met de Grauwe Ridders gaat praten, komt naar voren dat Edwinem vermoord is door Rode Ruiters uit Eviellan. Eviellan is de vijand van het Rijk van Unauwen. Tiuri weet nog niet precies waardoor deze vijandelijkheid ontstaan is.
Uiteindelijk wordt Tiuri vrienden met de Grauwe Ridders en reizen ze een stuk met hem mee richting de bergen om hem te beschermen. Dit loopt echter niet goed af want Tiuri raakt toch gewond door een van de Rode Ruiters. Als ze te weten komen waar de Rode Ruiters naartoe gaan, willen de Grauwe Ridders deze achterna en dus moeten ze afscheid nemen van Tiuri. Tiuri reist verder richting de bergen, naar de kluizenaar Menaures.
In de bergen komt hij een pelgrim tegen, genaamd Jaro. Tiuri wil eigenlijk liever alleen reizen, maar hij durft dit niet te zeggen tegen Jaro en stemt ermee in dat ze samen verder reizen naar Menaures. Onderweg redt Tiuri het leven van Jaro als hij bijna in een afgrond stort. Na een tijdje komen ze aan bij kluizenaar Menaures. Hier ontmoet Tiuri ook Piak. Piak komt uit de bergen en wordt daarom aangewezen als hun gids. Als Tiuri en Piak verder willen gaan, blijkt dat Jaro niet meer mee wil. Hij was gezonden door de Rode Ruiters om Tiuri te vermoorden, maar doordat Tiuri het leven van Jaro heeft gered, kan Jaro Tiuri niet meer doden. Jaro vertelt hen dat de leider van de Rode Ruiters Slupor heet en dat ze voor hem moeten oppassen.
Tiuri en Piak reizen samen door de bergen en raken erg op elkaar gesteld. Na een lange en koude tocht komen ze eindelijk aan in het Rijk van Unauwen. Piak besluit om Tiuri te blijven vergezellen tijdens zijn reis naar Unauwen. Eerst moeten ze nog voorbij Dangria en de Regenboog Rivier zien te komen. Gelukkig kent Piak wat mensen die hem kunnen helpen en met behulp van een handelaar (Ardioc) komen ze aan in de stad Dangria. Eenmaal in Dangria worden Tiuri en Piak uitgenodigd door de burgemeester. Hoewel Tiuri liever doorreist, kunnen ze deze uitnodiging niet afslaan.
In het stadhuis blijkt dat ze in de val zijn gelokt. Piak wordt gevangen genomen, maar Tiuri weet zich nog net te verstoppen in een kamer. Hij besluit dat dit een noodgeval is en dat hij de brief moet lezen en daarna zal vernietigen. Hij leert de inhoud van de brief uit zijn hoofd, al begrijpt hij de taal niet, en probeert te ontsnappen. Tijdens zijn ontsnapping wordt hij geholpen door de schrijver van de burgemeester van Dangria. Uiteindelijk komt ook het volk van Dangria in opstand omdat Piak onterecht gevangen zit. Piak komt vrij en ze vervolgen hun reis.
Als ze zijn aangekomen bij de Regenboog Rivier blijkt dat ze drie goudstukken moeten betalen om de rivier over te mogen steken. Zo veel geld hebben de twee niet en dus proberen ze met een bootje stiekem de rivier over te komen, ondanks dat dit ze sterk is afgeraden door Warmin, de wachter van de tolheer. Helaas slaat het bootje om en moeten ze de nacht doorbrengen op een eilandje in de rivier. De volgende dag worden de twee opgepakt, maar ze komen vrij doordat Tiuri zijn ring aan de tolheer laat zien. De tolheer heeft precies dezelfde ring en dat betekent dat hij ook een van de trouwste paladijnen van koning Unauwen is. Tiuri en Piak mogen hun tocht vervolgen.
Onderweg vinden Tiuri en Piak de schrijver van de burgemeester van Dangria. Hij is dood. Ze horen geritsel in de bosjes, maar gelukkig verschijnt Warmin, de wachter van de tolheer. Ze komen de twee waarschuwen voor Slupor. Slupor is namelijk gesignaleerd bij de Regenboog Rivier. Warmin weet dat hij achter hen aanzit. Onderweg horen ze dat Slupor gevangen is genomen en dat ze zich dus geen zorgen over hem meer hoeven te maken.
Een poos later bereiken Tiuri en Piak de stad Unauwen. Tiuri wil op weg naar de koning een bedelaar nog snel een aalmoes geven, maar dan blijkt deze bedelaar Slupor te zijn! Slupor probeert Tiuri te vermoorden. De poortwachters komen Tiuri helpen en uiteindelijk komt hij er zonder kleerscheuren vanaf. Tiuri slaagt erin de inhoud van de brief aan koning Unauwen te vertellen. Deze is duidelijk geschrokken. Nadat Tiuri en Piak een tijdje in Unauwen hebben doorgebracht, komen ze erachter wat er in de brief stond...
De koning van Unauwen heeft twee zoons, een tweeling. De oudste zoon is de kroonprins, ondanks dat hij maar twee minuten eerder geboren is. De jongste zoon is daardoor erg jaloers. De jongste zoon is vertrokken naar Eviellan en werd daar koning. Hij heeft de oorlog verklaart aan Unauwen, maar hij wilde deze oorlogsverklaring ook weer intrekken. Iedereen zou dit geloofd hebben, maar gelukkig was daar de brief van Tiuri. Daarin stond dat de jongste zoon alsnog van plan was de oudste zoon te vermoorden (ondanks de vredesverklaring).
Ondanks dat heel Unauwen natuurlijk in rep en roer is, vertrekken Tiuri en Piak naar huis. Hun taak zit erop. Piak blijft achter bij kluizenaar Menaures (die de broer van koning Unauwen blijkt te zijn) en Tiuri vervolgt zijn reis alleen. Even later komt Piak hem toch nog achterna. Eenmaal terug in Dagonaut lijkt het alsof de koning Tiuri niet tot ridder gaat slaan, maar even later blijkt dit niet waar te zijn. Tiuri wordt alsnog een ridder.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden