Feitelijke gegevens
- 13e druk, 2019
- 498 pagina's
- Uitgeverij: Querido
Flaptekst
Een aangrijpend verhaal over oorlog in tijden van liefde, en over de verwoestende keuzes waarvoor een oorlog mensen stelt.
Jef droomt ervan om een held te worden, liefst samen met zijn beste vriend Ward. Voor zijn zus Renée hoeft dat heldendom niet zo nodig. Zij heeft genoeg aan Ward, zijn hemelse saxofoonspel, en zijn fluwelen blik. Maar het is 1943. Midden in de oorlog. Aan het oostfront wordt een bikkelharde strijd gevoerd tegen de Russen. De Duitsers lijden er grote verliezen en hebben dringend dappere jongemannen nodig om hen bij te staan. Voor de jongens een gedroomde kans om held te worden. Voor volk en vaderland. Voor een betere wereld. Ward vertrekt liever vandaag dan morgen. Maar zo denkt lang niet iedereen er over.
Eerste zin
Jeanne lacht met mij als ik over de hemel begin.Samenvatting
Tijdens de Tweede Wereldoorlog komt er een nieuwe jongen in een Vlaams dorpje wonen. Hij heet Ward Dusoleil en kan heel erg mooi saxofoon spelen. Een dorpsgenoot genaamd Jef Claessen zit bij Ward in de klas. Al snel wordt duidelijk dat Jef erg graag beste vrienden met Ward wil worden. Ward heeft erg veel interesse in Jef zijn zusje, Renée. Hij gaat bij de plaatselijke fanfare “Ons Verlangen” saxofoon spelen, hier speelt Renée trompet. Remi, het kleine broertje van Jef en Renée, is helemaal fan van Ward. Ward leert hem namelijk op zijn vingers fluiten, wat Remi erg cool vindt. Jef, Ward en Renée fietsen vaak samen op, als Jef expres doorfietst, zoenen Ward en Renée elkaar. Ward en Renée worden verliefd op elkaar. Ondertussen wordt de fanfare opgeheven door de Duitsers. Velen stoppen er dan mee, maar Jef, Renée, hun vader, diens vriend Theo en Ward blijven. Theo is tevens Ward zijn oom, hij is erg tegen de Duitsers en zit bij het verzet.
De geschiedenisleraar van Jef en Ward, pater Albrechts, maakt de jongens bang met praatjes over het communisme. Hij vertelt dat de Russen al het christelijke geloof willen uitroeien en een gevaar zijn voor Vlaanderen. Albrechts en de nieuwe pastoor genaamd Vanden Avenne overtuigen Jef en Ward on naar een vergadering van het VNV (Vlaamsch Nationaal Verbond) te gaan. Ze zeggen dat het vaderland hun nodig heeft, Jef en Ward willen wel helden worden. Ze gaan naar de vergadering, maar als Jef thuiskomt met een VNV vlaggetje worden zijn ouders heel erg boos. De Duitsers zijn de vijand en de Russen juist de bondgenoot. Ze verbieden hem zich bij het VNV aan te sluiten. Ward, wiens vader zichzelf heeft opgehangen en moeder niet heel erg anti-Duitser is, besluit wel naar het oostfront te trekken om tegen de Russen te vechten. Jef en Renée moeten het contact verbreken. Renée probeert Ward nog te overtuigen om niet deze slechte keuze te maken, maar hij heeft zijn keuze al gemaakt. Zij verbreekt het contact, terwijl Jef nog stiekem met Ward afspreekt. Eindelijk heeft Ward alle aandacht voor hem en eigenlijk wil Jef mee naar het oostfront.
Aan het front was het echt verschrikkelijk. De Vlaamse eenheid die is beloofd is er niet meer. Ze vechten met de Duitsers mee, die de Vlamingen in eerste instantie uitlachen. Ward moest de Hitler-eed zweren en werd al snel Sturmman, een SS-officier. Hij blijft echter wel geloven dat hij het goede doet. Hij stuurt altijd brieven naar Renée en Jef. Jef reageert, maar Renée wil echt geen contact meer. Tijdens een verlof mag hij naar huis, maar in het dorp kijkt iedereen hem (en zijn moeder) raar aan. Hij is een landverrader en zo denkt Renée er ook nog steeds over. Jef spreekt ondertussen stiekem met Ward af en wil nog steeds graag mee naar het oostfront, Ward probeert dit uit zijn hoofd te praten. Mon, een plaatselijke leider van het VNV, benadert Ward. Mon wil met zijn broertje Lom en Ward een aanslag plegen op een vergadering van het verzet in het dorp. Aangekomen bij de vergadering ziet Ward dat één van de verzetsleiders zijn oom Theo is. Hij schiet een paar schoten in de lucht om Theo te waarschuwen. Hierop ontstaat er chaos. Blijkbaar is Jef Ward gevolgd en hij schiet Theo in de rug, omdat hij Ward zou willen helpen. Dan komt Jef erachter dat het zijn vader zijn vriend Theo is en hij is erg verschrikt, Ward zegt tegen Jef dat hij weg moet gaan. Die avond vertrekt Ward nog snel terug naar het oostfront.
Bij het oostfront vertelt een hogere officier genaamd Friederich dat de Duitsers echt verschrikkelijke dingen doen in concentratiekampen. Hij raadt Ward aan om te vluchten samen met de jonge soldaten die onder zijn bevel staan. Zo komt het dat Ward samen met een soldaat vlucht naar het westen. Deze soldaat blijft halverwege de vlucht achter bij aardige boeren. Ward zelf neemt een gehele andere identiteit aan. Hij is nu Martin Lenz, niet een SS-officier, maar een gewone Duitse soldaat. Hij snijdt de SS-tatoeage van zijn bloedgroep uit zijn arm en schiet zichzelf in zijn been. Hierdoor komt hij als oorlogsslachtoffer in een ziekenhuis terecht. Hij wordt verliefd op de zuster Isa. Met haar gaat hij naar Keulen, waar hij een tijd werkt als muziekdocent. Op een bepaalde middag loopt hij met Isa door Keulen. De wijk waar zij lopen wordt gebombardeerd door de geallieerden. Isa en haar ouders overlijden. Ward trekt alleen verder en komt bij een boerderij van een vrouw genaamd Katrina. Hier werkt hij in ruil voor onderdak.
In de tussentijd hebben mensen van het verzet Jef ondervraagd over de avond dat Theo is neergeschoten. Zij hadden namelijk door dat Jef daarbij was. Jef heeft tegen iedereen gelogen en gezegd dat hij degene was die de waarschuwingsschoten had gelost. Hij geeft Ward de schuld van de moord op Theo. Voor het “redden” van de vier verzetshelden wordt hij gehuldigd en krijgt hij een medaille. Onbewust voelt hij zich wel erg schuldig en hij wil helemaal niet gehuldigd worden. Hij doet alsof hij erg ziek is en niet kan lopen. Het hele dorp brengt dan echter de huldiging maar naar Jef toe. Remi speelt een liedje op de saxofoon en dan staat Jef toch maar op. Remi denkt dat hij een mirakel heeft veroorzaakt. De ouders van Jef zijn supertrots en de medaille krijgt een ereplekje aan de muur. Renée wil ondertussen misschien naar Brussel naar het conservatorium. Zij gaat vaak naar Hasselt in de trein vanwege muziekles, hier ontmoet zij Emile, met wie zij een relatie krijgt. Remi gaat vaak langs bij Gust en Jeanne, de vader en dochter van Theo. Gust overlijdt.
Een paar jaar na de oorlog woont Ward (Martin) nog steeds bij Katrina. Hij stelt aan haar voor om te trouwen, maar dit wil zij echt niet. Hierna kan Ward niet meer tegen de leugens en besluit hij om ondanks de risico’s terug te keren naar België. Hij geeft zich aan en zijn echte identiteit komt boven water. Hij wordt in een cel gegooid samen met zijn geliefde saxofoon. Vervolgens wordt hij weer naar een andere cel verplaatst en er komt een proces. Hier is er een hele vriendelijke bewaker Bekkers die hem aardig behandeld. Ward zijn moeder huurt een advocaat in genaamd Bielen. Deze vertelt Ward dat hij beschuldigd wordt van de moord op Theo. Ward heeft nu door dat Jef tegen iedereen heeft gelogen, maar wil Jef alsnog niet verraden en besluit te zwijgen. Bielen heeft dit wel door en zet druk op Jef, die ondertussen is gaan werken in de mijn en is verhuisd naar een huis met andere mijnwerkers. Jef voelt de druk en raakt ziek, een van de mijnwerkers Nicola verzorgt hem.
Jef zijn moeder heeft wel door dat deze ziekte weer iets te betekenen heeft en gaat hem ondervragen. Het hoge woord komt eruit en Jef vertelt dat hij en niet Ward Theo heeft vermoord. Zijn ouders verbranden de medaille. Renée verlooft zich met Emile, maar dit duurt niet lang voordat ze het toch uitmaakt. Op de dag van het proces van Ward moet Jef getuigen. Jef wil hemzelf en zijn familie beschermen en schiet Ward dood in de rechtszaal. Hij wordt aangehouden, maar krijgt maar een hele lichte straf. Als Jef thuis aankomt, ziet hij een ongeadresseerde brief liggen. De brief is van Ward, hij schrijft dat hij Jef en zijn familie wil beschermen en zal zwijgen over Jef zijn daden. Jef voelt zich schuldig en vertrekt naar Congo tot zijn dood vele jaren later.
Op de begrafenis van Jef vele jaren later zijn Remi met zijn vrouw Jeanne en kinderen en Renée met Victor, de man bij wie ze altijd heeft gewerkt. Zij zijn beide gelukkig en stellen dat Jef altijd een van hun is geweest.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden