Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Advocaat van de hanen door A.F.Th. van der Heijden

Zeker Weten Goed
Foto van Nienke
Boekcover Advocaat van de hanen
Shadow
  • Boekverslag door Nienke
  • Zeker Weten Goed
  • 3 november 2017
Zeker Weten Goed

Boekcover Advocaat van de hanen
Shadow
Advocaat van de hanen door A.F.Th. van der Heijden
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 1998
  • 573 pagina's
  • Uitgeverij: De Bezige Bij

Flaptekst

“Advocaat van de hanen is een bikkelhard commentaar op onze tijd. De advocaat staat aan de kant van de “hanenkammen” maar delft als persoon het onderspit, door zijn eigen zwakte, de drankzucht. Dat gewetensonderzoek van de hoofdpersoon heeft een perfecte harmonie gevonden met het beeld van de gebeurtenissen. Een buiging is op zijn plaats.” - Elsevier.

Eerste zin

Hij had er beter aan gedaan van al zijn zinnen uitsluitend de reuk en de smaak te vertrouwen, en dan nog alleen voor zover ze heb zijn eigen verrotting lieten ruiken en proeven: wat zijn oor ving was onherkenbaar vervormd door de angst, onder zijn aanraking kregen de dingen onmiddellijk een andere huid, terwijl zijn ogen ook wijd open niet veel anders meer zagen dan het schouwspel dat zijn vergiftigde brein voor zichzelf opvoerde.

Samenvatting

In dit boek zien we drie verhaallijnen terug, die zich allemaal afspelen om of via het hoofdpersonage Ernst Quispel.

In de eerste verhaallijn neemt Quispel de zaak op zich om een groep krakers, aangeduid als de hanen vanwege hun hanenkammen, te verdedigen tegen uitzetting uit het gebouw dat zij gekraakt hebben. Dit gebouw, het Huis van Bewaring II (HvB II) te Amsterdam, moet volgens de gemeente weer in gebruik genomen worden als gevangenis.

Het lukt Quispel niet om de ontruiming te voorkomen, en na afloop van de zeer gewelddadige ontruiming sterft één van de krakers in de cel op het politiebureau. Grote krakersrellen zijn het gevolg, maar er komt geen duidelijkheid over het hoe en waarom van de dood. Een jaar na de dood bekent Quispel getuige te zijn geweest van hoe de kraker, Dr. Nop, door de gevolgen van hersenletsel overleed en later door de politieagenten die hem in de cel dood aantroffen onversneden cocaïne werd ingespoten om de suggestie te wekken dat hij aan een overdosis gestorven was. Korte tijd daarop komt een goede vriend van Quispel, Albert Egberts, met de getuigenis dat hij gedurende de ontruiming heeft gezien hoe Dr. Nop door een omstander op het hoofd werd geslagen met een pakketje. In het pakketje zat een baksteen, wat het hersenletsel verklaart.

Ondanks het toedienen van cocaïne om de doodsoorzaak te verdoezelen, het systematisch tegenwerken van onderzoek in de zaak en de gewelddadige manier waarop de politie met de opgepakte krakers om is gegaan, wordt uiteindelijk gesteld dat hen geen blaam treft.

In de tweede verhaallijn beschrijft Quispel zijn gezinsleven en huwelijk. Nadat Zwanet op een avond door haar vriend Albert Egberts in de steek gelaten is, gaat zij alleen naar huis, en wordt in het Vondelpark van haar fiets getrokken en verkracht. Ze klopt aan bij Ernst die haar verhaal niet gelooft en haar verkracht. In de daarop volgende twee jaar probeert hij haar verkrachter (de eerste) op te sporen terwijl zij in Canada werkt, maar kan hem niet vinden. Als Zwanet terugkomt vraagt Quispel haar ten huwelijk. Hun dochtertje Cynthia (Tia) wordt geboren en het gezin is relatief gelukkig, afgezien van de algemene huwelijksproblemen. Op een dag wordt zijn dochtertje ontvoerd door de hanen (zie verhaallijn drie), wat tot de nodige spanningen lijdt. Als Quispel vanwege zijn drankprobleem (zie verhaallijn drie) op Schiermonnikoog is en Zwanet hem daar op komt zoeken, is ze veranderd. Hij wordt voor het eerst in hun huwelijk smoorverliefd op haar. Hij kan echter niet verklaren waarom ze nu zo anders is en als hij haar vertelt dat hij verliefd op haar geworden is, schrikt ze zich zichtbaar rot. Later blijkt dat Zwanet een affaire met Albert begonnen is op het moment dat Quispel op Schiermonnikoog zat, en dat ze daarom zo anders is. Als Quispel het er later met Albert over heeft vertelt Albert hem dat ze al die jaren eerder door een misverstand elkaar zijn misgelopen in de Sneeuwnacht (zie onder andere mijn verslag van het Hof van Barmhartigheid). Quispel beseft zich dat Albert en Zwanet echt van elkaar houden en dat hij het onderspit delft. Hij druipt af.

De derde verhaallijn omvat Quispels periodieke drankzucht. Gedurende het grootste deel van het jaar is hij namelijk geheelonthouder wat alcohol betreft, maar gedurende een aantal weken per jaar zuipt hij zich een halve beroerte. Het is tegen het eind van één van dergelijke perioden dat de ontruiming van het HvB II plaatsvindt en Quispel opgepakt wordt wegens openbare dronkenschap als hij de krakers probeert te verdedigen. Hierdoor is hij in het cellencomplex aanwezig als Dr. Nop overlijdt (zie eerste verhaallijn). Hij houdt dit echter voor zich uit angst zijn drankmisbruik prijs te moeten geven. De hanen in het cellencomplex hebben hem echter herkent en ontvoeren zijn dochtertje. Als ze weer terecht is, is ze overdekt met tatoeages. Het blijken plakplaatjes en viltstift te zijn, met de boodschap: “Lieve papa, je ziet ik kan verdwijnen. Ik kan ook heel lang verdwijnen, als jij eindelijk eens niet de waarheid verteld.” (p. 390). Hij besluit dan ook zijn verhaal te doen (zie verhaallijn één). Wat de alcohol betreft begint Quispel gedurende het boek steeds meer af te wijken van zijn oorspronkelijke patroon van jaarlijkse geheelonthouding met kort durende zuipperiode. Als Zwanet een relatie met Albert blijkt te hebben (zie verhaallijn twee) besluit Quispel het op een drinken te zetten en zichzelf langzaam dood te drinken, omdat het leven nu hij Zwanet kwijt is, hij uit de orde van advocaten is gezet (zie de eerste verhaallijn) en er zoveel mis is gegaan in de zaak Noppen (rond de dood van Dr. Nop) voor hem eigenlijk geen zin meer heeft. Het boek sluit af als hij zijn voornemen zichzelf dood te drinken ten uitvoer brengt.

Personages

Kiliaan Noppen (Dr. Nop)

Dr. Nop is een van de krakers in HvB II die betrokken is bij de ontruiming op 25 april 1985. Tijdens de ontruiming wordt hij door een omstander op zijn hoofd geslagen met een pakketje waarin een baksteen zit, wat tot hersenbeschadiging leidt. De volgende ochtend, rond 5 uur vinden twee bewakers Dr. Nop stuiptrekkend op de grond van zijn cel. Ze zien gelijk dat het geen ontwenningsverschijnselen of drugs zijn, maar een ‘geweldje’. Binnen enkele seconden sterft de jongen en de agenten beseffen dat ze hier gedonder mee gaan krijgen. Eén van de bewakers laat de ander onversneden heroïne en een grote spuit halen bij de wachtcommandant. Zijn collega spuit, na eerst een aantal verse spuitgaatjes in Dr. Nops arm gemaakt te hebben, de onversneden heroïne in de lever terwijl de wachtcommandant toekijkt. Korte tijd later wordt Dr. Nop na herhaaldelijk aandringen van de politie ’s nachts in het geheim begraven. De politie beweert dat hij aan een combinatie van speed, alcohol, librium en slechte conditie veroorzaakt door verwaarloosde geelzucht gestorven is. Een jaar na de dood van Dr. Nop bekent Quispel getuige te zijn geweest van diens dood, waarna de zaak heropent wordt. Als Albert vervolgens bekent te weten wie Dr. Nop op het hoofd geslagen heeft, is de zaak rond, al wordt geconcludeerd dat de politie geen blaam treft.

Ernst Quispel

Quispel is sinds 1972 advocaat en werkt rond ’76 een tijd in een sociaal advocatencollectief, samen met oud studiegenoot John Vlacq. Samen met John zet hij een aantal jaren later een eigen praktijk op. Op 22 september ’77 ontmoet hij Zwanet, dan nog de vriendin van Albert Egberts. Hij verkracht haar die nacht, maar twee jaar later trouwen ze. Hun dochter Cynthia wordt 20 mei ’85 geboren. Na de dood van Kiliaan Noppen wordt Quispel door de ouders Noppen gevraagd hun belangen te behartigen. Dit gaat relatief goed tot Quispel een jaar na de dood van Kiliaan bekent getuigen te zijn geweest van diens dood, wat in ’86 tot een heropening van de zaak leidt. In juni ’86 wordt Quispel voor veertien maanden geschorst door de Orde der Advocaten omdat hij zijn cliënten heeft misleid en informatie heeft achtergehouden. Kort daarna ontdekt Quispel dat Zwanet een verhouding heeft met Albert Egberts en besluit zichzelf dood te drinken. Het boek eindigt als Quispel dit voornemen ten uitvoer brengt.

Albert Egberts

Eind juli 1980 schiet Albert Egberts neonazi Arend-Jan Baartscheer neer, die de aanslag overleeft. Albert wordt veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf en gebruikt deze tijd om toneelstukken te schrijven. Eind ’81 komt Albert op vrije voeten, waarna hij via enige omzwervingen in 1985 een werkcel heeft in het gekraakte HvB II. Tijdens de ontruiming van het HvB II op 25 april 1985 ziet Egberts hoe een omstander Kiliaan Noppen met een steen op het hoofd slaat. Hij houdt deze getuigenis echter voor zich tot eind september 1986.

Thjum Schwantje

Thjum is in het verhaal de grote afwezige. Hij is een oude vriend van Albert en Flix en heeft ooit seks gehad met Ernst Quispel. Op oudejaarsavond 1977 is hij gestorven toen hij model stond voor één van Flix’ gipsbeelden. Flix wilde het effect van het beeld verhogen en besloot Thjums neus even dicht te houden (dat was de enige manier waarop hij op dat moment kon ademen omdat hij helemaal in het gips gepakt was). Dit deed hij iets te lang, waardoor Thjum stikt. Alle mensen in de directe omgeving van Thjum hebben veel moeite met zijn dood, en in dit boek zie je hem nog vele male als ‘grote afwezige’ langskomen, vooral in het werk van Albert.

Flix Boezaardt

Kunstenaar Flix was in de periode 1976-1977 bezig met een gipsproject. Op oudejaarsavond ’77 werkt hij in Italië samen met zijn vriend Thjum aan dit project. Door een fout van Flix komt Thjum om het leven, waarna Flix 12 jaar krijgt. In 1985 komt hij echter vervroegd vrij en zoekt hij Albert op in het HvB II. Tegen het einde van dat jaar exposeert hij in een galerie aan de Keizersgracht onder de titel Doodverf.

Zwanet Quispel

Zwanet heeft in de zomer van ’77 een relatie met Albert Egberts, tot de nacht van 22 september ’77, als hij haar in de steek laat en zij op weg naar huis in het Vondelpark verkracht wordt. Zwanet klopt aan bij Ernst Quispel, die haar verhaal niet geloofd en haar ook verkracht. Ze besluit naar Canada te gaan, waar ze als nanny en kamermeisje werkt. Eind ’79 komt ze terug en gaat met Quispel in ondertrouw, om 24 december ’79 met hem te trouwen. Hun dochtertje Cynthia wordt op 20 mei 1985 geboren. Hoewel het huwelijk relatief gelukkig is, houdt Zwanet nog altijd van Albert Egberts. in 1986 start ze een verhouding met hem, tot Quispel daar eind september dat jaar achter komt en afdruipt, de twee geliefden bij elkaar latend.

Quotes

"Ernst was juist, na herrie met zijn oude heer, uit de Haarlemse familiemaatschap gestapt, waar hij sinds zijn afstuderen in ’72 deel van had uitgemaakt, samen met zijn vader, zijn oudere zus Isabel en - wat later- zijn jongere broer Max. Quispel, Quispel, Quispel & Quispel, wat na Ernst vertrek weer veranderde in Quispel, Quispel & Quispel." Bladzijde 264
"‘Zou u het nou wel doen, meneer? Het kan er hard aan toegaan bij dat tuig. En dan hebben we hier ook nog te maken met van die Indianen, of hanen, of hoe moet ik dat zootje ongeregeld uitschelden?’ ‘Ik ben de advocaat van die hanen.’ ‘O, op die manier.’" Bladzijde 312
"Pas toen zij de volgende dag naar de boot liepen [...] wist Ernst wat hem mankeerde [...]. Het was liefde op het eerste gezicht geweest. Bij haar aankomst de dag tevoren bezag hij zijn vrouw niet zozeer met andere ogen - hij zag haar voor het eerst." Bladzijde 525
"Quispel had een fijn, bitter lachje op zijn gezicht, toen hij antwoordde: ‘Eerst maar even grote metten maken met de grote verleider in mijn leven, de stichter van al het kwaad. De jaarlijkse euforie. Ik ga hem om zeep helpen. [...] [Ik ga doen] wat ik nooit eerder gedaan heb: ik ga hem uit zijn tent lokken." Bladzijde 591-592

Thematiek

Alcoholmisbruik/ alcoholproblemen

Het thema en de motieven in dit boek hangen zeer nauw met elkaar samen. Het overkoepelende thema in het boek is de machteloosheid die gepaard gaat met een verslaving. Quispel is niet in staat zichzelf volledig onder controle te houden, wat we zien in het motief van het escapisme. Gedurende het grootste deel van het jaar houdt Quispel zichzelf onder strenge controle en is hij geheelonthouder, zoals hij het zelf beschrijft om geen enkel detail om hem heen te missen, maar gedurende een paar weken per jaar verliest hij zijn grip en drinkt zich een halve beroerte.

Motieven

Schuldgevoel

Als Ernst bij een rechtszaak van een gestorven haan niet de hele waarheid vertelt, wordt hij daarmee geconfronteerd door de krakers. Steeds schuldiger begint hij zich te voelen en dat schuldgevoel gaat verder dan alleen deze moord: het is ook een schuldgevoel van hoe hij is geworden. Zijn idealen van vroeger diep weggestopt, voelt hij zich schuldig over wie hij geworden is. Dit uit zich ook in het kwartaaldrinken.

Escapisme

Ernst heeft schijnbaar een mooi leven. Toch is hij er niet volledig tevreden mee: er knaagt iets aan hem. Hoewel hij zijn succesvolle leven in de advocatuur geen gedag wil zeggen, ontsnapt hij toch een keer per kwartaal aan dit keurslijf: dan gaat hij op kroegentocht. Door het excessieve drankgebruik kan hij zijn normale leventje even vergeten en ontsnapt hij aan de problemen van alledag. Hij voelt zich hierbij heel vrolijk.

Overspel

Op het einde van het boek blijkt dat Ernsts vrouw Zwanet overspel heeft gepleegd. Het lijkt alsof het Ernst niet zo veel kan schelen: door afscheid te nemen van zijn vrouw, neemt hij ook afscheid van het keurslijf en het 'kwartaaldrinken'. Alle slechte gewoontes van vroeger verdwijnen en Ernst voelt zich bevrijd.

Maatschappijkritiek

Kritiek op de maatschappij speelt een grote rol in het boek. Zo zijn er de Hanen (jongeren met een hanenkam), die kraken en niet tevreden zijn met de huidige maatschappij. Ook Ernst zelf is niet volledig tevreden met de maatschappij. Een idealist in hart en nieren is hij, vroeger actief links, maar nu hij rijk en succesvol is, vergeet hij het vaak. Toch komt, zeker bij het kwartaaldrinken, zijn idealisme weer terug.

Motto

“Comb down his hair: look, look! it stands upright, Like lime-twigs set to catch my winged soul.” - Shakespeare, Henry VI.

Dit fragment wordt hier gebruikt als verwijzing naar de hanenkammen van de krakers als wiens advocaat Quispel in het boek optreedt.

Opdracht

“Voor Minchen, voor Totó.”

Minchen is van der Heijdens vrouw, Totó was hun in 2010 bij een ongeluk om het leven gekomen zoon. Hierover schreef van der Heijden “Tonio - Een requiemroman”.

Trivia

De expositie van Flix in een galerie aan de Keizersgracht heet Doodverf. Dit is ook de titel van een boek dat Van der Heijden maakte, waarin hij de dood van Thjum (zie “Onder het plaveisel het moeras”) als een zelfstandig verhaal beschrijft.

Het boek is ook verfilmd. Interessant is onder andere dit filmpje (http://www.youtube.com/watch?v=N9S5csE2r3k) waarin de (echte) Amsterdamse krakersbeweging de filmopnamen verstoort omdat de film de werkelijkheid niet weer zou geven.

Halverwege het boek (p. 367 - 369) verteld Albert dat hij een stuk wil gaan schrijven in de periode dat hij in de gevangenis zit. Het stuk zal gaan over filmregisseur Roman Polanski en moordenaar Charles Manson, die onder andere Polanski’s vrouw Sharon Tate heeft laten vermoorden. Dit is de centrale verhaallijn in een boek van Van der Heijden zelf, namelijk “De Movo Tapes”.

Titelverklaring

De titel “Advocaat van de hanen” verwijst naar advocaat Ernst Quispel die een groep krakers verdedigt tegen de staat die hen uit het gekraakte gebouw (het HvB II) wil hebben om het weer in gebruik te kunnen nemen. Vanwege hun hanenkammen noemt Quispel de krakers ook wel ‘de hanen’.

Structuur & perspectief

Het boek “Advocaat van de Hanen” wordt verteld vanuit het perspectief van Ernst Quispel, de hoofdpersoon van het verhaal. Het lijkt hoofdzakelijk chronologisch te verlopen, met uitzondering van een aantal hoofdstukken in het eerste deel van het boek, die een afwisseling tussen een aantal data in april en mei ’85 vormen.

Decor

Het verhaal als geheel beslaat zeer waarschijnlijk de jaren 1985 en 1986, afgewisseld met een groot aantal flashbacks naar gebeurtenissen in de periode ’77 tot en met ’85.

De locaties in de tegenwoordige tijd van het verhaal zijn Amsterdam, Griekenland en Schiermonnikoog. In de flashbacks zijn vooral Amsterdam en Italië erg belangrijk.

Stijl

In zekere zin zou je kunnen zeggen dat de schrijfstijl van Van der Heijden naturalistisch is. Zijn hoofdpersonage, Albert, is een zwakke persoonlijkheid, in het boek wordt tot in het eindeloze ingegaan op drank- en drugsgebruik (wat je taboedoorbrekend zou kunnen noemen), het verhaal concentreert zich op ‘de kleine of gewone man’, hier Albert die uit een arbeidersmilieu komt. Zeker in de passages over Alberts jeugd (voornamelijk in eerdere boeken in de serie) zie je ook veel aandacht voor de sociale omgeving, het ‘kil’ en ontnuchterend beschrijven van personages en veel verwijzingen naar determinisme en erfelijkheid (omdat vader en grootvader alcoholisten waren kan Albert ook niets anders worden dan alcoholist).
Verder geldt naar mijn idee wat ik bij de verslagen van eerdere boeken al aanhaalde: dat de stijl van Van der Heijden moeilijk te omschrijven is. Eigenlijk schetst hij de gebeurtenissen en personages op een onscherpe manier. Een aantal personages blijven zo wat vaag, terwijl anderen, waar hij vaker op terugkomt, steeds wat duidelijker worden. Zoals ook op de omslag van “De gevarendriehoek” te lezen is: “de verschillende scènes zijn sterk beeldend geschreven, vaak bij het impressionistische af.”

Beoordeling

Ik vond “Advocaat van de hanen” één van de leukere boeken van de “De Tandeloze Tijd” serie. Er gebeurt relatief veel in (meer dan in andere delen van de serie), een groot aantal losse eindjes uit eerdere delen komen bij elkaar en het bevat een aantal zeer onverwachte gebeurtenissen en plotwendingen. Ook was het erg interessant om het verhaal van de Tandeloze Tijd na vier delen en twee intermezzo’s eens vanuit een ander perspectief te zien dan Albert Egberts.
Wat ik minder vond was dat de karakters van Albert en Ernst wel veel overeenkomsten toonden. Aan de ene kant was het interessant om te merken hoe je dat in eerste instantie helemaal niet doorhebt, maar aan de andere kant zie je bij beide die moedeloosheid, de verslaving, het egoïsme, de zwakheid, het haast misbruik maken van anderen en het de anderen de schuld geven van dit alles. Albert gaf de dood van Thjum de schuld voor het weer gaan gebruiken van drugs, Quispel geeft op verschillende momenten Zwanet de schuld van dingen, het hem niet overtuigen dat ze in de Sneeuwnacht echt verkracht was, was bijvoorbeeld één van die dingen.
Sterk aan dit boek was hoe het op de ‘actualiteit’ inhaakt. Het is voor het eerst gepubliceerd in 1990, en verwijst naar de krakersrellen die echt in Nederland in de jaren ’80 hebben plaatsgevonden, en met extra hevigheid oplaaiden omdat een kraker in de cel omkwam. Naar mijn idee bewijst dit Van der Heijdens schrijftalent: actualiteit op zo’n geloofwaardige manier in een verhaal weten te verwerken en dan zorgen dat het ook nog mooi in een grotere serie past.

Recensies

"In one book Van der Heijden has combined a chronicle, a thriller and a timeless novel." http://www.letterenfonds....-de-hanen
"Het boek geeft bovendien een prachtig beeld van Amsterdam in de jaren 1985-86, toen de confrontatie tussen krakers (de \'hanekammen\' waarnaar de titel verwijst) en politie op een hoogtepunt was. Het pleit voor Van der Heijdens gevoel voor compositie dat zijn cyclus in dit laatste deel weer terugkomt bij het krakersgeweld dat ook in de op 30 april 1980 gesitueerde proloog (De slag om de Blauwbrug) een belangrijke rol speelt." http://nrcboeken.vorige.n...th-van-der
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.879 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Advocaat van de hanen door A.F.Th. van der Heijden"

Ook geschreven door Nienke