Seksualiteit

Inhoud:

Inleiding
Hoofdstuk 1 – Verliefd
Hoofdstuk 2 – Voorbehoedsmiddelen
Hoofdstuk 3 – Genotsmiddelen
Conclusie

Inleiding:

Voor informatie over deze onderwerpen, ben ik eerst op het internet gaan zoeken. Het was best wel moeilijk om dit te vinden. Er is over sommige onderwerpen heel weinig te vinden. Over andere onderwerpen is weer heel veel te vinden. Vaak is het ook wel ingewikkeld geschreven. Ik heb mijn best gedaan om het zo kort mogelijk te houden. Dit was niet altijd makkelijk want het zijn best veel en uitgebreide onderwerpen. Hierdoor krijg je ook veel informatie.

Hoofdstuk 1: verliefd.

Wat is verliefd zijn?

Liefde is een gevoel diep en het is heel fijn van binnen waar precies is moeilijk te zeggen. Verliefd zijn wil zeggen dat je vlinders in je buik kunt krijgen. Het lijkt wel of je heel graag altijd bij die persoon zou willen zijn. Eigenlijk wil je het liefst de hele dag bij die persoon in de buurt zijn. Die persoon betekent dan meer voor je dan een gewone vriend/vriendin. Het symbool van de liefde is: een rood hart. Soms is er door zo’n hart een pijl getekend dat is de pijl van cupido

Wanneer heb je verkering?
Verliefd zijn is leuk en heel erg spannend maar de stap zetten om het hem of haar te vertellen is een van de engste dingen om te doen! Het advies is om hem/haar een keertje mee uit te vragen (naar de bioscoop) of bij je thuis uit te nodigen. Als hij of zij daarop ja zegt, dan ben je al een stapje verder! Probeer dit het liefste samen te doen, en niet met een te grote groep. Na afloop kan je vragen of hij of zij verkering met je wilt. Het hebben van verkering is een typisch West-Europees verschijnsel en komt in veel delen van de wereld niet voor. Binnen de islam is het verboden. Niet iedereen verbindt eenzelfde betekenis aan verkering. Verkering is te verdelen in twee categorieën: kinderverkering en serieuze verkering. Het eerste geval komt regelmatig voor op schoolpleinen van lagere en middelbare scholen. Kinderen nemen 'verkering' waarmee zij tijdelijk met elkaar gaan. Dit soort relaties is meestal binnen een paar dagen of weken alweer uit.
Bij jongvolwassenen is verkering echter een meer serieuze relatievorm, als testfase voorafgaand aan samenwonen of een huwelijk. Het woord verkering vinden volwassenen een kindervorm, volwassenen spreken liever over een relatie, een liefdesrelatie of een vriend(in) hebben.

Wanneer is een jongen vruchtbaar?
In de man worden vanaf de puberteit in de zaadballen dagelijks vele miljoenen zaadcellen gemaakt. Deze worden in de bijbal opgeslagen voor enkele weken om te rijpen. Daarna worden ze door de zaadleiders naar boven getransporteerd naar de zaadblaas. Daar worden ze opgeslagen totdat er bij een zaadlozing van sperma behoefte aan is. Het transport van de bijbal naar de zaadblaas vindt 24 uur per dag plaats, en dus niet alleen maar gedurende een zaadlozing. Slechts een gedeelte van de zaadcellen komen tot een complete rijping en worden naar de zaadblaas getransporteerd. De rest wordt afgebroken en door het weefsel opgenomen. Zaadcellen kunnen maar enkele weken worden opgeslagen. Wordt er in die tijd geen seksuele activiteit ondernomen die tot een zaadlozing leidt, dan volgt er een zaadlozing zonder seksuele activiteit gedurende de nacht. Onder pubers is dit bekend als de natte droom. Zaadcel + eicel

Wanneer is een meisje vruchtbaar?
De eicellen bij de vrouw zijn al klaar voordat je geboren wordt. Vanaf de puberteit wordt er éénmaal per menstruatiecyclus één eicel klaargemaakt voor een mogelijke bevruchting. Hierbij spelen hormonen een rol. Zij zorgen ervoor dat als de eicel rijp is, ook de baarmoeder klaar is om de cel te ontvangen. Mocht er geen bevruchting volgen, dan wordt alles wat als voorbereiding is opgebouwd weer afgebroken. Dit is de menstruatie. De vruchtbaarheid van de vrouw hangt samen met deze hele cyclus van gemiddeld 25 tot 35 dagen. Alleen wanneer de eicel bijna klaar is, is de vrouw vruchtbaar. In principe is een meisjes al vanaf haar eerste menstruatie vruchtbaar. Zij kan dus in verwachting raken als ze zonder voorbehoedsmiddel vrijt. Dit kan zelfs al gebeuren vóór de eerste menstruatie, als een eerste eicel is gerijpt maar er nog geen bloeding is geweest. Vrij je net na deze eisprong dan kan het raak zijn. Gebruik bij seks dus altijd een condoom, ook als je nog nooit ongesteld bent geweest. En ook om soa’s te voorkomen

Wat is menstruatie (meisjes)?

Menstrueren wil zeggen dat er een paar dagen bloed uit je vagina komt, dat van de baarmoederwand afkomstig is.
Je vangt het bloed op met maandverband, of een tampon.
Meisjes hebben hun eerste menstruatie meestal tussen hun tiende en vijftiende. De tijd tussen de eerste dag van een menstruatie en de eerste dag van de volgende menstruatie is gemiddeld 28 dagen. Sommigen worden het om de 22 dagen, anderen om de 32. Mensen die het korter dan 3 weken of langer dan 6 weken niet worden, worden als abnormaal beschouwd. Maar let op: in het begin zijn onregelmatige menstruaties volkomen normaal. Normaal duurt de menstruatie 3 tot 7 dagen. De meeste meiden zijn ongeveer 5 dagen ongesteld.
Het eerste teken van zwangerschap is het uitblijven van de menstruatie. Slechts heel af en toe komt het voor dat iemand zwanger is en toch nog gewoon menstrueert. Elke maand maakt de baarmoeder zich klaar om een bevrucht eitje te ontvangen. De wand wordt dan dikker en met bloed doordrenkt. Maar als je geen sex hebt gehad of bij het vrijen een voorbehoedsmiddel hebt gebruikt, komt er geen bevrucht eitje. De baarmoederwand stoot dan haar bekleding af. Deze bekleding komt naar buiten als een rode, bloederige massa: je bent ongesteld. Als je het bloed goed bekijkt, bijvoorbeeld op het wit van de douchebak, zie je dat het niet gewoon om bloed gaat, maar om stukjes weefsel die door het bloed rood zijn gekleurd.

Wat is een zaadlozing (jongen)?
Je spreekt van een zaadlozing als er tijdens het orgasme een witgelige vloeistof uit de penis komt. Dit gebeurt voor het eerst tijdens de puberteit als de spermafabriek op gang is gekomen. Zaadcellen komen dan met vloeistof uit de prostaat en de zaadblaasjes naar buiten. Meestal gebeurt dit in drie tot tien golfjes en duurt het slechts enkele seconden.
De eerste zaadlozing vindt meestal plaats tussen je elfde en zestiende jaar. Je spreekt van een natte droom als een jongen in zijn slaap een zaadlozing heeft.
Een nachtelijke zaadlozing is een puur biologisch gebeuren.
De jongen kan over seks hebben gedroomd, maar dat hoeft niet.
Je hebt iets meer kans op een natte droom als je overdag erg opgewonden bent geweest zonder tot orgasme te komen. De inhoud van de droom is dan meestal erotisch. Ongeveer 20% van de jongens heeft de eerste zaadlozing tijdens de slaap. Als je niet weet dat dit kan gebeuren, kun je aardig schrikken van deze onverwachte nattigheid en denken dat je in bed hebt geplast.

Wat houdt homoseksualiteit in?

Homo:
Je bent homoseksueel als je valt op personen van hetzelfde geslacht. Als jongen val je dan op jongens, en als meid op meiden. Niemand kiest ervoor op jongens of op meiden te vallen. Je seksuele voorkeur is iets dat je vanzelf over jezelf ontdekt. Het is niet altijd makkelijk om achter je seksuele voorkeur te komen. Je fantasieën of een eenmalige ervaring zeggen niet alles. Je kunt als meisje fantaseren over seks met je vriendin, maar later toch heteroseksueel blijken te zijn. Je kunt als jongen met meisjes vrijen, maar later ontdekken dat je alleen op jongens echt verliefd wordt.

Lesbienne:
Een lesbienne is een homoseksuele vrouw. Zij heeft gevoelens voor personen van hetzelfde geslacht. Andere namen zijn ook wel lesbi, lesbo, pot of lesbisch
De term is afgeleid van het Griekse eiland Lesbos waar Sappho geleefd heeft. Zie ook homo.

Travestiet:
iemand die er van houdt om zich te verkleden als iemand van het andere geslacht wordt een travestiet genoemd. Travestie komt zowel bij mannen als vrouwen voor

Hoofdstuk 2: veilig vrijen?

Voorbehoedsmiddelen:

Er zijn meerdere voorbehoedsmiddelen met meerdere doeleinden.
Er zijn voorbehoedsmiddelen tegen soa’s maar ook dat je niet zwanger raakt.
Het condoom is het meest bekende voorbehoedsmiddel tegen soa’s en zwangerschap.
Tegen zwangerschap zijn er verschillende middelen zoals:
-De pil
-Mannencondoom
-Vrouwencondoom
-Spiraaltje
-Pessarium

1. Condoom:
Een condoom is een hoesje van rubber dat om de penis past. Het condoom vangt het sperma op. Condooms zijn in verschillende soorten en maten verkrijgbaar. Moderne condooms zijn zo dun dat je ze nauwelijks voelt. Het beschermt tegen zwangerschap en geslachtsziekten. Als je met iemand vrijt die een geslachtsziekte heeft en je gebruikt geen condoom dan heb je kans dat je besmet raakt. Een condoom is een anticonceptiemiddel in de vorm van een hoesje, meestal gemaakt van latex, dat wordt gebruikt om de penis van de man gedurende de geslachtsgemeenschap te omhullen met als doel:
• het sperma op te vangen om de kans op zwangerschap te verkleinen en

• als bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA).

Een condoom doe je al om voordat er echt sprake is van geslachtsgemeenschap. Dus ook bij het tegen elkaar aanwrijven van geslachtsdelen. Om de buitenkant zit glijmiddel want, anders scheurt hij. Als je allergisch bent voor latex of er niet van houdt, kun je kunststof condooms gebruiken. Gebruik altijd een goedgekeurd condoom, zoals van Durex, Concep of Hot Rubber. Goede condooms zijn te herkennen aan het CE logo op de verpakking.

2. Vrouwencondoom:
Dit is een condoom dat niet om de penis gaat, maar in de vagina schuift. Het is een kleurloos, doorzichtig zakje van 17 cm lang, met aan beide kanten een ring. Sinds 1920 is het vrouwencondoom ontwikkeld. Dit is groter dan het mannencondoom en heeft een versterkte ringvormige opening. Het is ontworpen om voor de gemeenschap in de vagina te worden gebracht. Een vrouwencondoom is dus niet bruikbaar bij anale seks. Het zakje wordt vóór het vrijen in de vagina ingebracht en vangt het zaad op. Net als bij het mannencondoom hangt de betrouwbaarheid sterk af van het juiste gebruik.

Wat is aids?
Aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, ofwel Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Dit betekent dat het afweersysteem van de mens niet meer goed functioneert. Het afweersysteem houdt normaal gesproken infecties tegen. Bij een infectie met een virus maakt je lichaam antistoffen aan, die de indringer om zeep helpen. Maar het aids-virus is zo hardnekkig dat het lichaam daar niet in slaagt. Het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allerlei infecties en bepaalde vormen van kanker, waartegen het anders wèl bestand zou zijn.
Gevolg: infecties. Als iemand daar heel veel last van krijgt, dan krijgt hij de diagnose aids.
De woorden betekenen:
A Acquired: Tijdens het leven opgelopen, dus niet geërfd.
I Immune: Immuniteit - afweer(systeem), het natuurlijke systeem in ons lichaam dat ons beschermt tegen ziekten veroorzaakt door bijvoorbeeld bacteriën, virussen en schimmels.
D Deficiency: Tekort, gebrek, verminderde functie.
S Syndrome: Syndroom, ziektebeeld, de gezamenlijke verschijnselen van een bepaalde ziekte.

Aids is een ernstige ziekte die niet te genezen is. Overal ter wereld worden mannen, vrouwen en kinderen geïnfecteerd met HIV, ook wel het aids-virus genoemd. HIV is een afkorting van de Engelse aanduiding van het virus: 'Human Immunodeficiency Virus'.
Aids is tot op heden niet te genezen, maar er zijn tegenwoordig behandelingen met HIV remmers mogelijk. . De huidige medicijnen kunnen de effecten van hiv langdurig onderdrukken. De medicijnen werken het beste als er op tijd mee begonnen wordt.

Overdracht van HIV kan wel voorkomen worden. HIV is een seksueel overdraagbare aandoening en kan ook via bloed worden overgedragen. Om aids te voorkomen moet je veilig vrijen (met condoom). Ook moet je opletten dat je geen bloed van iemand anders aanraakt.

Seropositief:
Een Aids-test kan aantonen of iemand antistoffen tegen het HIV in het bloed heeft. Deze persoon is dan HIV- geïnfecteerd, ook wel seropositief genoemd. Voor velen is het woord "seropositief" verwarrend. Het begrip positief doet immers denken aan een gunstige uitslag, terwijl seropositief juist betekent dat men besmet is met het virus.

Wat zijn soa’s?
Soa’s zijn seksueel overdraagbare aandoeningen. Per jaar lopen in Nederland naar schatting ruim 100.000 mensen een soa op. Sommige soa’s hebben ernstige gevolgen, als ze niet op tijd worden behandeld. Gelukkig zijn de meeste soa’s gemakkelijk te genezen. Soa’s zijn besmettelijk. Je kunt een soa hebben zonder dat je er iets van merkt. Ook dan kun je een soa (ongemerkt) doorgeven.
Voorbeelden van soa’s zijn: hiv (het virus dat aids veroorzaakt), chlamydia, genitale wratten, herpes genitalis, gonorroe, hepatitis B, syfilis, enz.
Een seksueel overdraagbare aandoening (soa), is een ziekte die vooral wordt overgedragen door seksueel contact. De ziekteverwekker van een soa kan zich bijvoorbeeld bevinden in het slijm van de vagina, of in het sperma, achter de voorhuid of achter in de mond. Wanneer contact wordt gemaakt met een partner kan de ziekteverwekker worden overgedragen. Daarvoor is soms een wondje nodig bij de ontvanger, maar dat is lang niet altijd het geval.
Veel soa's zijn ook wel op andere wijze overdraagbaar, bijvoorbeeld door druggebruik via spuiten(via de naald), intiem maar niet seksueel contact, of door bloedtransfusies.
Mensen met wisselende seksuele contacten, die zonder condoom vrijen, lopen het grootste risico op een soa. Dit zijn met name jongeren.
Hoe herken je soa?
Soa’s kunnen een branderig gevoel bij het plassen geven. Of je krijgt zweertjes, wratjes of blaasjes rond of in de anus of mond. Het vervelende van soa’s is dat je heel vaak niets merkt. Het kan jaren duren voordat de eerste verschijnselen optreden. Bij chlamydia is dat bijvoorbeeld heel vervelend, met name voor vrouwen. Als ze niet weten dat ze het hebben en het ook niet laten behandelen, kunnen ze er op de lange termijn onvruchtbaar van worden. Het is dus belangrijk dat je je ook laat testen als je geen klachten hebt
Wat kan je tegen een soa doen als je er een hebt?

Chlamydia
Als je eenmaal chlamydia hebt dan kun je het beste een antibiotica kuur van zeven dagen nemen, waardoor de bacterie verdwijnt.

Syfilis chlamydia
In het eerste en tweede stadium garandeert behandeling met penicilline een zekere genezing. In het derde stadium is volledige genezing niet meer mogelijk, omdat er dan al ernstige schade in het lichaam is aangebracht. Wel kan dan nog verergering van de ziekte worden tegengegaan.

Hoofdstuk 3: genotsmiddelen.

Wat is een genotsmiddel en wat is het effect daar van?
Genotsmiddelen zijn middelen die je niet echt nodig hebt, maar die je gebruikt omdat je ervan geniet. Enkele voorbeelden zijn sigaretten, alcohol, drugs, chocola en koffie. Genotmiddelen zorgen er uiteindelijk voor dat je eraan verslaafd raakt. Je lichaam kan er zowel lichamelijk als geestelijk niet meer zonder. Je gaat je onprettig voelen als je het niet meer gebruikt. Ook kan je je ziek voelen. Sommige genotsmiddelen zijn niet zo erg. Maar andere genotsmiddelen zoals tabak en alcohol zijn niet goed voor je lichaam. Je conditie gaat achteruit, je wordt dikker, je krijgt eerder rimpels en je kan bovendien eerder ziek worden. Verslavingen zoals gokkasten kunnen je een stuk armer maken. Daardoor ga je steeds meer lenen. Uiteindelijk heb je geen genoeg geld voor jezelf meer over. Als je verslaafd bent aan een genotsmiddel sluit je je ook eerder af van de buitenwereld. Als je genotsmiddelen gebruikt heb je ook te maken met een hoeveelheid stof die je in je lichaam krijgt. Bij bepaalde genotsmiddelen heb je steeds meer van die stof nodig om hetzelfde effect als de eerste keer van gebruik weer te krijgen.

Wat betekent lichamelijke en geestelijke verslaving.
Zowel lichamelijk als geestelijk kun je verslaafd raken. Als je lichamelijk verslaafd bent kan je lichaam niet meer zonder een bepaalde stof, bijvoorbeeld nicotine bij het roken van tabak en cafeïne bij het drinken van koffie en cola. Als je geestelijk verslaafd bent aan een genotsmiddel heb je het genotsmiddel nodig om in een emotie te komen. Bijvoorbeeld als je heel erg verdrietig bent kun je daar door een genotsmiddel bovenop komen, maar het kan er ook erger van worden.

Hoe kom je van een verslaving af en wie kan je daarmee helpen?

Er zijn verschillende vormen van hulp voor iemand met een verslaving.
Belangrijk is dat de verslaafde zelf bereid is hulp te accepteren en het beste is dat hij of zij zelf contact zoekt met een hulpverlener. Als men een tijd lang veel gebruikt heeft en men besluit in één keer te stoppen is de kans op lichamelijke ontwenningsverschijnselen groot. Het plotseling stoppen met je verslaving is niet zonder risico, daarom is het aan te raden onder begeleiding van een arts te stoppen met je verslaving.
De volgende mogelijkheden voor hulp zijn in Nederland aanwezig:
• De huisarts: de huisarts kan een belangrijke rol spelen bij het bemiddelen voor deskundige hulp; hij kan uitleg geven over de gevolgen van verslaving en hij kan toezicht houden op mogelijke ontwenningsverschijnselen die het stoppen met zich meebrengt. Een huisarts kan medicatie voorschrijven die bij een ontwenning behulpzaam kan zijn.
• Hulpverleners: het is niet noodzakelijk eerst naar de huisarts te gaan. Er zijn ook speciale hulpverleners voor mensen met een verslavingsprobleem. Deze werken op een regionale instelling voor verslavingszorg die in alle grotere plaatsen in Nederland zijn gevestigd. Telefonisch kan een afspraak worden gemaakt voor een eerste gesprek (een intakegesprek). Daarna wordt met de persoon besproken wat hij/zij het liefste wil en wat de verschillende mogelijkheden zijn. Er is een uitgebreid aanbod aan klinische mogelijkheden en goede medische begeleiding.
Het is niet noodzakelijk dat iemand die hulp zoekt bij een instelling voor verslavingszorg al direct helemaal stopt met zijn verslaving. De hulp is ook bedoeld om mensen te helpen een goede keuze te (kunnen) maken.
• Er zijn ook gespreksgroepen van mensen die zelf een verslavingsprobleem hebben gehad (zelfhulpgroepen). De AA (Anonieme Alcoholisten) is hier het meest bekende voorbeeld van. Aan de wekelijkse bijeenkomsten kan iedereen deelnemen die serieus wil proberen zijn alcoholprobleem de baas te worden.
• Op internet is het mogelijk om de eerste informatie te vinden over je verslaving. Hier kun je ook overal terug vinden welke instanties jouw kunnen helpen bij je verslaving.
• Als je een erge verslaving hebt met 1 van de zovele genotsmiddelen moet je afkicken. Dit gebeurt in een aantal afkickcentra in Nederland. Er worden wekelijks mensen in opgenomen.

Ik en genotsmiddelen.
Ik gebruik op dit moment geen genotsmiddelen. En ik denk dat ik die ook niet ga gebruiken. Als iemand aan het roken is moet ik al hoesten van de lucht, dus ik denk niet dat ik zelf zal gaan roken. Drank lust ik nu niet, maar misschien later wel. Gokken vind ik stom, want het is zonde van je geld. En drugs kost veel geld en het is illegaal.

Alcohol:

Wat is de werking van alcohol?

Alcohol zorgt er voor dat je je vrijer voelt en gedraagt. Als je niet te veel neemt stimuleert dit je. Als je wel veel neemt werkt dit juist andersom. Als je iedere dag alcohol drinkt is het geestelijk en lichamelijk verslavend. Je hebt ook steeds meer nodig om het zelfde effect te krijgen. Als je meer als vier glazen per dag drinkt ben je verslaafd.

Wat gebeurt er als iemand te veel alcohol op heeft?
Je wordt eerst een beetje vrolijk en je gaat meer praten. Als je meer drinkt krijg je steeds minder controle over wat je zegt en wat je doet. Je wordt dan dronken. Als je echt veel te veel op hebt kun je zelfs bewusteloos raken.

Wat wordt er beschadigd in je lichaam, als je teveel alcohol drinkt?
Als je echt alcoholverslaafd bent kun je heel veel lichamelijke klachten krijgen.
• Je lever kan afsterven. Als je lever niet meer goed werkt komen er giftige stoffen in je bloed.
• Je kunt storingen in je hersenen krijgen, zodat je vergeetachtig wordt en je niet meer kan concentreren.
• Meestal krijg je als eerste last van je maag. De beschermwand van de maag wordt aangetast. Je kunt bloedingen krijgen.
• Het kan zijn dat je spierpijn krijgt omdat je bloedvaten wijder worden, stroomt je bloed niet meer goed. Je hartspier kan hier ook schade door oplopen.
• Je alvleesklier kan ook beschadigen. Als deze niet meer goed werkt kan je dood gaan.

Roken:

Waarom is roken schadelijk?
In rook zitten allerlei giftige stoffen. Als je rookt, komt die rook in je lichaam, dus ook al die giftige stoffen. Als je begint met roken gaat het lichaam zich meteen aan de nicotine aanpassen. Daardoor heb je steeds meer nicotine nodig om het effect nog te voelen en wordt je al snel verslaafd. Je gaat je onrustig voelen, raakt geïrriteerd, kan je niet meer concentreren, krijgt hoofdpijn en slaapt slecht. Ga je roken, dan verdwijnen deze klachten weer. De rustgevende en kalmerende werking die sommigen na het roken hebben, is eigenlijk niets anders dan het verdwijnen van onrustgevoelens en klachten die door het roken zijn ontstaan. Je lichaam wilt eigenlijk steeds nicotine en je rookt de hele dag door. Dat je afhankelijk bent geworden van nicotine, merk je pas als je wilt stoppen. Met roken beschadig je niet alleen jezelf. Ook je directe omgeving rookt mee. Meerokers hebben 20% meer kans op longkanker

Wat wordt er beschadigd en hoe?

Van roken kun je heel erg ziek worden.
• Je conditie wordt heel erg slecht, je gaat hoesten en je kan het benauwd krijgen. Je longinhoud wordt steeds minder
• Het is slecht voor je hart en bloedvaten. Je loopt kans op een hartinfarct.
• Je hebt heel veel kans op longkanker, en heel veel andere soorten van kanker.
• Ook kan roken er voor zorgen dat je onvruchtbaar wordt.

Nicotine:
Als een roker de sigarettenrook inhaleert komt de rook in zijn of haar longen. De nicotine in de rook komt via de longen in het bloed. Het hart gaat sterker pompen en sneller slaan. Het hart moet harder werken dan nodig is.

Koolmonoxide:
Koolmonoxide is een giftig gas dat ook in de uitlaatgassen van een auto zit. Bloed bevat meestal een heleboel zuurstof. In het bloed van rokers wordt een deel van die zuurstof vervangen door het giftige koolmonoxide. Dit maakt dat het bloed minder gezond is en kan er toe leiden dat de aderen, die het bloed door ons lichaam vervoeren, verstopt raken.

Teer:
Teer is het kleverige zwarte spul dat gebruikt wordt voor wegen en dat je soms op het strand ziet. Je kunt de teer in sigarettenrook niet zien,maar als je de rook inademt blijven kleine zwarte deeltjes teer achter in de longen. Dit veroorzaakt grote schade aan de longen. Hoe meer iemand rookt,hoe meer teer er in zijn longen terechtkomt

Hoe kan je aan iemand zien dat hij /zij rookt?

Als mensen roken kun je dat al snel aan ze merken. Ze kunnen bijvoorbeeld naar rook stinken en nicotinevlekken op hun vingers hebben. Ook krijg je dan gele tanden dat komt door de teer. Teer zorgt er ook voor dat je kleren en je adem gaan stinken naar rook. De meeste rokers hebben een grauwe huidskleur. Rokers gaan er trouwens ook sneller oud zien dan niet-rokers. Dat komt omdat je door roken sneller rimpels krijgt, dat verklaart waarom rokers er meestal niet zo fris uitzien.
Als een roker een poosje geen sigaretten heeft, kan hij rusteloos worden of een slecht humeur krijgen. Een roker die het gevoel heeft dat hij of zij opvliegend wordt of zich niet meer kan ontspannen heeft maar een verlangen: een sigaret

Conclusie:

Het maken van dit tijdschrift vond ik best wel moeilijk. Het koste veel tijd en het was veel werk om alles te vinden en uit te werken.
Wel vond ik het heel leerzaam. Je leert gelijk dingen over soa’s en verslavingen. Ik heb er in ieder geval veel van geleerd en denk goed na bij wat ik doe. Ik hoop dat ik nooit verslaafd raak, of zo’n enge ziekte krijg.