Inhoudsopgave:
Inleiding
In hoeverre heeft de thuissituatie invloed op een kind, om van een kind een pester of gepeste te maken?
Hoe reageert de thuissituatie op een kind dat gepest wordt of zelf pest, en hoe zou de thuissituatie het best kunnen reageren?
Hoe kan men de schoolklas zo aanpassen dat pesten verminderd wordt?
Hoe zou een leerkracht moeten reageren op pestgedrag en wat kan hij/zij eraan doen dat het pestgedrag vermindert?
Wie en wanneer schakel je in deze hulp in als pestgedrag geconstateerd wordt?
Hoe maak je als leerkracht onderscheid tussen pesten en niet- pesten?
Welke invloed heeft pestgedrag voor zowel de pester als de gepeste?
Heeft deze invloed ook gevolgen voor de ontwikkeling van het kind?
Is de pester zich bewust van zijn/haar gedrag en de gevolgen hiervan?
Wat kan een leerling doen (een willekeurige leerling uit de klas) om pestgedrag te verminderen?
Heeft het zelfbeeld van een kind te maken met het pestgedrag hiervan?
Bronnenlijst per vraag
Inleiding
Op stagescholen is het thema “pesten” niet een weinig voorkomend fenomeen, in tegenstelling juist. In iedere klas wordt wel eens gepest of getreiterd. Toch is opvallend dat er alleen maar wat aan het fenomeen “pesten” gedaan wordt als het gesignaleerd is. Het zou beter zijn als het thema behandeld zou worden als preventie en niet als oplossing van het pesten. Vaak wordt gezegd dat het verschil tussen pesten en plagen niet echt goed te zien valt, vandaar onderstaand even een schema opgesteld van wat pesten en plagen nu direct inhoudt:
Pesten
Plagen
Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een of meer individuen op een persoon, die niet in staat is zichzelf te verdedigen. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld. Pesten heeft negatieven gevolgen voor het slachtoffer. Deze mag niet voor zichzelf opkomen, noch zich verweren. Doet hij dit wel, kan dit voor de pester(s) reden zijn hem nog harder aan te pakken. Bij plagen is er sprake van incidenten. Een persoon zegt iets, de ander zegt iets terug en meestal is het dan afgelopen. Vaak is het een kwestie van elkaar voor de gek houden. De machtsverhouding is gelijk. Vaak hebben de plager(s) en geplaagde(n) een gelijke of bijna gelijke macht. Bij plagen loopt het slachtoffer geen psychische en/of fysieke schade op en is in staat zichzelf te verweren.
Bron: Drs. Bob van der Meer
www.pesten.net
In hoeverre heeft de thuissituatie invloed op een kind, om van een kind een pester of gepeste te maken?
*Uitwerking: De thuissituatie heeft wel degelijk invloed op het kind, om van een kind een pester of gepeste te maken. Hier een aantal situaties en mogelijke gevolgen.
De opvoeding kan een kind beperken in zijn mogelijkheden tot omgang met andere kinderen doordat hij in de thuissituatie niet te maken krijgt met andere kinderen, enig kind is of dat hij tien hoog op een flat woont en weinig kinderen in zijn omgeving kent.
Of ouders kunnen een kind juist maken tot iemand die op school gaat pesten vanwege onderdrukking of verwaarlozing thuis, gebrek aan liefde, erkenning, herkenning en verzorging.
Zwakke kinderen van thuis uit zijn vaak een gemakkelijk slachtoffer om ten prooi te vallen aan pesters, er is thuis vaak geen steun voor, mogelijk door verstandelijk zwakkere ouders of gefixeerd op andere zaken dan de kinderen, kortom: gepeste kinderen en kinderen die pesters zijn, zijn altijd de zwakke kinderen.
Sociaal zwak, cognitief zwak of zwak ondersteund in zijn of haar ontwikkeling.
Een problematische thuissituatie van de pester.
Als een kind een slechte verhouding heeft met z'n ouders en deze te weinig interesse en aandacht aan het kind geven, is de kans groot dat het een pester wordt. Als agressief gedrag van het kind niet aan banden gelegd wordt, is de kans dat het kind uitgroeit tot een pester nog groter. Een kind dat thuis te weinig aandacht krijgt, gaat die aandacht op een gewelddadige manier op school alsnog proberen te krijgen.
Een voortdurend gevoelde anonimiteit.
De pester voelt zich verloren binnen het gezin of door de grote van het gezin en probeert op school van zichzelf een bepaald belangrijk persoon te maken door een klasgenoot naar beneden te drukken. Door de anonimiteit in de klas of op de hele school is er dan ook nog eens een gebrek aan sociale controle, met andere woorden: hun klasgenoten zullen niet ingrijpen.
Bij voortduring in een niet-passende rol worden gedrukt.
Het kan hier bijvoorbeeld gaan om het bij voortduring in een typisch mannelijke of vrouwelijke rol worden gedrukt: kinderen moeten zich gaan gedragen op een manier die niet past bij wie ze zijn. Ze moeten bepaalde dingen die ze graag willen doen onderdrukken, en/of bepaalde dingen die ze juist niet willen doen, toch doen.
Verschil in interesses met andere leerlingen door ander besef van levenswaarden.
Wanneer de leerling in de thuissituatie geconfronteerd wordt met een zieke moeder of geestelijk gehandicapt broertje of zusje, krijgt het kind andere ideeën over dingen, die de meeste kinderen niet direct kunnen begrijpen.
Hoe reageert de thuissituatie op een kind dat gepest wordt of zelf pest, en hoe zou de thuissituatie het best kunnen reageren?
*Uitwerking: Een voorbeeld van een reactie van de thuissituatie en hoe je het beste zou kunnen reageren.
*Het kind werd al vanaf groep 1 gepest, maar pas in groep 7 kwamen haar ouders erachter. De ouders zijn naar de schoolarts gegaan, maar die kon hen niet helpen. Toen het kind in groep 8 op kamp ging heeft haar vader naar school opgebeld om te vragen of ze de veiligheid van zijn kind konden garanderen. Dat konden ze niet. Vanaf die dag is ze niet meer naar school gegaan.
Hoe zou je het beste kunnen reageren?
Ouders dienen zoveel mogelijk deel uit te maken van het plan om pesten op school aan te pakken. Dit geldt voor zowel de ouders van de pester als de gepeste.
De ouders van de pester moeten zorgen dat het inlevingsvermogen van hun kind wordt vergroot. De ouders van de gepeste moeten de weerbaarheid van het kind vergroten.
1. Als u vermoedt dat uw kind wordt gepest, probeer het dan aan de praat te krijgen over wat er op school of daarbuiten gebeurt: laat het vertellen wie wat doet, wanneer en waar.
2. Neem het verhaal van uw kind serieus, geef het aandacht en steun. Wees voorzichtig met adviezen als ‘flink zijn’ of ‘negeer die pestkoppen’.
3. Laat uw kind merken dat het geen schuld heeft aan het pesten.
4. Spreek af dat uw kind het u direct vertelt als er weer iets gebeurt.
5. Bespreek met uw kind hoe het pesten aangepakt kan worden. Voor het opnieuw opbouwen van zelfvertrouwen is het heel belangrijk dat uw kind weet wat er waarom gebeurt, en hoe het daar invloed op heeft.
6. Vertel over het pestgedrag aan de leerkracht, trainer of mentor. Zoek samen naar oorzaken en oplossingen. Laat het contact met de ouders van de pester over aan de school of (sport)club.
7. Help uw kind zijn nare ervaringen en gevoelens te uiten. Als het er moeilijk over kan praten, kunt u - bijvoorbeeld - tekenen, schrijven of poppenkastspel gebruiken. Laat uw kind kiezen.
8. Stimuleer uw kind dingen te doen die het goed kan, thuis of op een club. Geef complimenten voor dingen die goed gaan. Dit geeft zelfvertrouwen.
9. Zoek meer informatie over pesten in boekhandel, bibliotheek of op internet. Er zijn ook goede boeken voor kinderen over pesten.
Hoe kan men de schoolklas zo aanpassen dat pesten verminderd wordt?
*Uitwerking: Er zijn verschillende mogelijkheden om een klas zo aan te passen (in te richten) dat het pesten mogelijk vermindert.
Bekende aanpassingen zijn:
-Regels, die de leerlingen met de leerkracht hebben gemaakt, ophangen in de klas. De regels ondersteunen met pictogrammen! Eventueel hun handtekeningen eronder, waardoor er een echte belofte wordt gedaan.
-Boeken aanbieden in de eventuele leeshoek. Boeken met het thema / onderwerp pesten zou je meer naar voren kunnen laten komen. Laat ze eventueel er een boekbespreking over maken.
Je kunt er ook voor kiezen om boeken over pesten voor te lezen.
-Uiteraard is praten over pesten een heel belangrijk item. Maak en houdt het bespreekbaar! Doen!
-Daarnaast kan een gezellige sfeer, met gezellige kleuren (een huissfeer) ook de algemene sfeer beïnvloeden.
-Sociale vaardigheden en drama zijn belangrijke onderdelen.
Hoe zou een leerkracht moeten reageren op pestgedrag en wat kan hij/zij eraan doen dat het pestgedrag vermindert?
*Uitwerking: Er zijn ook verschillende pestprotocollen, trainingen en lespakketten in de omloop die zijn ontworpen voor het primair onderwijs om pesten te verminderen.
Het is belangrijk dat je over het aanbod op de hoogte bent. Op de taptoe-site staat bijvoorbeeld van alles over pesten. Dit is een goede site voor leerlingen van de midden- bovenbouw.
Daarnaast zijn er trainingen voor leerkrachten om pesten sneller te signaleren. Ook de ‘vijf-sporen-aanpak’ komt vaak naar voren.
Verschillende trainingen, maar ook lespakketten zijn te verkrijgen via onder andere de GGD RIAGG en Leefstijl.
Op het internet kun je zelfs verschillende lespakketten vergelijken met elkaar omdat ze natuurlijk niet allemaal dezelfde opbouw en insteek hebben.
Wie en wanneer schakel je in deze hulp in als pestgedrag geconstateerd wordt?
*Uitwerking: Scholen hebben dus verschillende pestprotocollen. Hierin worden verschillende alternatieven geboden als men pestgedrag constateert.
Ter verduidelijking zijn hier twee scholen beschreven die ieder een eigen aanpak hebben als het gaat om hulp tijdens pesten.
School 1
Bij herhaalde ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest/ruzie maakt. De ouders worden op de hoogte gebracht van de ruzie/pestgedrag. Leerkracht en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.
Wanneer het probleem volgens één of meerdere betrokken partijen niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van een derde (niet direct betrokken) persoon nodig. Dit kan de bouwcoördinator, intern begeleider of directeur zijn. Die persoon onderzoekt dan het probleem en raadpleegt evt. deskundigen. Als dit niet tot de gewenste oplossing leidt, kan het bevoegde gezag of vertrouwenspersoon ingeschakeld worden.
Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of deskundige hulp van de GGZ.
School 2
Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest/ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking.
Ook wordt de naam van de ruziemaken/ pester in de “Dit-kan-niet” map genoteerd. Bij iedere melding in de map omschrijft de leerkracht ‘de toedracht’. Bij de derde melding in de map worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie-pestgedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.
FASE 1:
* Een of meerdere pauzes binnen blijven
* Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn
* Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem
* Door gesprek: bewustwording voor wat hij met het gepeste kind uithaalt
* Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van
deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.
FASE 2:
* Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan
het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in de ‘Dit-kan-niet’ map en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
FASE 3:
* Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk.
Fase 4:
* Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. Ook het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden.
Fase 5:
* In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
Hoe maak je als leerkracht onderscheid tussen pesten en niet- pesten?
*Uitwerking: Tussen pesten en plagen.
Iedereen heeft wel eens een geintje uitgehaald, bijvoorbeeld met 1 april. Pesten is anders, de pester is sterker en het slachtoffer is zwak. Dat klinkt erg, slachtoffer. Maar zo erg is het ook echt, vraag maar aan kinderen die wel eens gepest zijn. Iemand buiten de groep sluiten komt ook veel voor, nooit mogen meedoen met andere kinderen, dat is misschien nog wel de ergste vorm van pesten.
In het woordenboek wordt pesten omschreven als treiteren en iemand het leven zuur maken. Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en / of lichamelijke mishandeling door één of meerdere individuen op een persoon die niet in staat is zichzelf te verdedigen. De macht is ongelijk verdeeld.
Hier volgen een aantal voorbeelden van pesten. Een kind dat wordt gepest, kan van alles meemaken. Misschien wordt hij of zij wel geslagen en geschopt. Maar ook duwen, aan haren trekken en spugen komt veel voor. Zo’n kind durft vaak niet meer naar huis te gaan, is bang dat er achter elk muurtje een pestkop staat. En wat moet hij/zij thuis zeggen over die blauwe plekken? Waar komen die vandaan? Vaak verzint hij of zij maar een verhaaltje, gevallen bij de gym of zo. Een andere manier van pesten is een kind uitschelden en uitlachen. De gemene dingen die gezegd worden, doen zo’n kind veel pijn. Dat is geen lichamelijke pijn, zoals bij slaan, maar geestelijke pijn, in je buik en in je hoofd. Soms maken de pestkoppen ook steeds spullen van een ander kind kapot. Zijn jas, tas of andere spullen. Of ze dwingen een kind om dingen te doen, zoals snoep meenemen of geld stelen.
Pesten komt veel voor. Er is onderzocht dat één op de zes kinderen op de basisschool wel eens wordt gepest. Als er 24 kinderen in de klas zitten, zou je kunnen zeggen dat er ongeveer 4 worden gepest. Misschien zijn het er wat meer of wat minder. Zo zie je dus dat er in Nederland duizenden kinderen gepest worden. Van al die gepeste kinderen praat meer dan de helft er niet over met anderen. Ze durven niet, schamen zich of denken dat er toch niets aan gedaan kan worden. Ze gaan de schuld bij zichzelf zoeken. Denken dat er echt iets mis is met zichzelf, dat de pesters gelijk hebben. ‘Ja ik heb een dikke grote neus, ik ben mislukt. Ik kan niets.’ Daarom is het zo belangrijk dat er veel over gepraat wordt en dat er iets aan gedaan wordt.
In het onderstaande schema worden de verschillen duidelijk gemaakt tussen PESTEN en PLAGEN:
Plagen Pesten
Gebeurt onbezonnen of spontaan. Gebeurt met opzet: de pestkop weet vooraf wie hij of zij zal pesten, op welke manier en wanneer.
Heeft geen kwade bijbedoelingen. Wil iemand bewust kwetsen of kleineren.
Duurt niet lang, gebeurt niet vaak en is onregelmatig. Kan lang blijven duren, gebeurt meer dan eens, is systematisch. Houdt niet vanzelf op na een poosje.
Speelt zich af tussen "gelijken". De strijd is ongelijk: de pestkop heeft altijd de bovenhand. De pestkop voelt zich net zo machtig als het slachtoffer zich machteloos voelt.
Is meestal te verdragen of zelfs plezierig, maar het kan ook kwetsend of agressief zijn. De pestkop heeft geen positieve bedoelingen, wil pijn doen, vernielen of kwetsen.
Meestal één tegen één. Meestal een groep (pestkop, meelopers en supporters) tegenover één geïsoleerd slachtoffer.
De rollen liggen niet vast: nu eens plaagt de ene, dan de andere. Heeft een vaste structuur. De pestkoppen zijn meestal dezelfde, de slachtoffers ook. Als de slachtoffers wegvallen, kan de pestkop wel op zoek gaan naar een ander slachtoffer.
De pijn, lichamelijk of geestelijk, is draaglijk en van korte duur. Soms wordt ze als prettig ervaren (plagen is kusjes vragen!). Als er niet op tijd wordt ingegrepen, kunnen de lichamelijk en geestelijke gevolgen ingrijpend zijn en lang nawerken.
De relaties worden na het plagen meteen hervat. Het is niet makkelijk om na het pesten een evenwichtige relatie te vinden; het herstel gaat moeilijk en traag.
Het geplaagde kind blijft een volwaardig lid van de groep. Het gepeste kind is geïsoleerd, voelt zich eenzaam en voelt dat het niet meer bij de groep hoort.
De groep lijdt niet onder plagerijen of vindt erna meteen haar draai terug. De groep lijdt onder een dreigend, onveilig gevoel. Iedereen is angstig, de kinderen vertrouwen elkaar niet meer, ze zijn niet erg open of spontaan er zijn weinig echte vriendjes in de groep
Welke invloed heeft pestgedrag voor zowel de pester als de gepeste? Heeft deze invloed ook gevolgen voor de ontwikkeling van het kind?
*Uitwerking: De invloed van pesten.
~ de invloed op de gepeste:
Het volgende stukje tekst is geschreven door een leerling en geeft heel goed weer hoe de gepeste zich voelt:
Hoe voelt het als je gepest wordt?
Een kind dat gepest wordt heeft pijn. Dat kan aan de buitenkant zijn, bijvoorbeeld een blauwe plek van het duwen of een schram van het vallen. Maar de ergste pijn zie je niet, die zit binnen in je lichaam. Je bent verdrietig en hebt vaak buikpijn. Elke keer ben je weer bang en dat voelt als een soort knoop in je buik. Daarom voelt een kind dat gepest wordt zich heel ongelukkig en eenzaam. Het lijkt wel of het pesten steeds erger wordt en je weet niet wat je er aan kunt doen. Er niet bij horen is al heel erg. En dat is niet voor eventjes, maar voor heel lang. Als je wordt gepest denk je al snel dat het je eigen schuld is. Maar jij mag gewoon zijn wie je bent: met bril, dik of dun, slim of wat minder slim, met pukkels of zonder pukkels of beugel. Niemand heeft het recht je daarom te pesten. En het is NOOIT jouw schuld. Onthoud dat altijd!
Een kind dat veelvuldig gepest wordt, kan zich niet voldoende ontwikkelen. Als men namelijk kijkt naar de afbeelding hiernaast wordt duidelijk waarom.
In het midden staan de 3 pilaren waar de ontwikkeling van een kind op rust:
~ zelfvertrouwen hebben
~ emotioneel vrij zijn
~ nieuwsgierig zijn
Een kind dat gepest wordt, houdt zich in al deze gebieden in, omdat het bang is dat wat hij/zij ook doet weer aanleiding geeft tot meer pestgedrag. Ik kan het dus vaststellen als een feit dat een gepest kind zich onvoldoende kan ontwikkelen.
~ De invloed op de pester
Het zelfde kind, schreef ook het volgende stuk over de pester:
Wat voelt een pestkop?
Het lijkt wel vet: de sterkste en stoerste te zijn. Maar andere kinderen willen niet langer omgaan met iemand die gemeen is en ruzie maakt. Het lijkt wel of een pester veel vrienden heeft, maar dat is niet zo. Zo snel ze durven, vluchten ze weg en proberen ze een echte vriend of vriendin te vinden, niet eentje die steeds maar weer de baas speelt. Daarom kunnen pestkoppen zich ook heel alleen voelen. Ze weten wel dat ze niet goed bezig zijn, maar ze weten niet hoe ze het moeten stoppen; ze zijn dan bang om er zelf niet meer bij te horen.
Ik vind dit heel aangrijpend, vooral omdat ze op het laatste aangeeft dat een gedeelte van de pesters wel graag zou willen stoppen, maar niet weet hoe. De angst bestaat namelijk dat ze zelf van dader in slachtoffer veranderen. Ze zijn dus als het ware bang om hun machtspositie kwijt te raken.
Als we dan weer naar de afbeelding van de vorige pagina kijken, kan een pester zich van de ene kant beter ontwikkelen, omdat deze zich niet zo veel van de mening van andere aan hoeft te trekken, omdat de andere kinderen hem toch niks durven te doen. Toch ben ik naar aanleiding van het bovenstaande fragment van mening dat een pester beslist niet minder problemen heeft dan een gepeste. Hij/zij moet namelijk ook een bepaald imago hoog zien te houden en kan zich niet geheel vrij en emotioneel uiten, omdat dit negatief hem/haar zou kunnen belichten. Ik ben van mening dat een pester tegen evenveel emotionele problemen aanloopt als een gepeste en dat dit de ontwikkeling van een kind behoorlijk kan stagneren.
Is de pester zich bewust van zijn/haar gedrag en de gevolgen hiervan?
*Uitwerking: Of een pester zich bewust is van zijn/haar gedrag en de gevolgen hiervan is niet makkelijk met ja of nee te beantwoorden.
Iedere pester ervaart zijn pestgedrag anders. Sommige kinderen kunnen zich niet bewust zijn van hun pestgedrag. In deze gevallen vinden de kinderen hun eigen gedrag ‘normaal’. Wanneer kinderen zo zijn opgevoed, zonder te weten dat pesten verkeerd is, zullen ze zich niet bewust zijn van hun pestgedrag en de gevolgen voor andere kinderen.
Verder zijn er kinderen die zich enigszins bewust zijn van hun pestgedrag. Ze weten dat het gedrag niet helemaal door de beugel kan, maar zijn zich niet echt bewust van de gevolgen van hun gedrag. Ze kunnen zich vaak moeilijk inleven in ’n ander en beseffen niet hoeveel ze met hun pestgedrag aanrichten.
Als laatste zijn er kinderen die zich bewust zijn van hun gedrag. Zij weten precies wat ze doen en wat de gevolgen zijn voor het slachtoffer. Vaak staan zij hier niet bij stil. Zij krijgen een goed gevoel door hun eigen gedrag, ze voelen zich sterker, kunnen wraak nemen op gebeurtenissen die henzelf zijn overkomen, of pesten om een andere reden.
Kinderen kunnen zich dus wel of niet bewust zijn van hun gedrag. Het is de taak van de ouders, de school, de leerkracht om kinderen zich bewust te maken van hun gedrag en de gevolgen die daaruit voortvloeien.
Wat kan een leerling doen (een willekeurige leerling uit de klas) om pestgedrag te verminderen?
*Uitwerking: Een kind dat gepest wordt is erg kwetsbaar. Het is dan ook belangrijk dat als hij/zij laat merken dat ze worden gepest dat het door medeleerlingen kan worden opgemerkt.
Als er iemand gepest wordt in de klas hoe kunnen leerlingen zelf dan handelen:
- Neem de hem/haar op in je groepje
- Probeer met de pestkop te praten
- Praat er met de leraar, ouders of iemand anders over die je vertrouwt.
- Kijk of er iets is dat het slachtoffer heel goed kan en het vertel het aan hem/haar, zodat hij/zij meer zelfvertrouwen krijgt
- Laat merken dat je wel te vertrouwen bent
- Laat merken dat hij/zij erbij hoort
- Toon belangstelling
- Lach niet om vervelende grappen of opmerkingen
- Loop of fiets samen naar en van school
Als je gepest wordt is het belangrijk om dit kenbaar te maken.
Wat kan een leerling doen als hij/zij gepest wordt:
- Als je gepest wordt, denk dan nooit dat het aan jou ligt.
- Je hebt het recht volwassen te worden in een wereld waar iedereen je respecteert zoals je bent.
- Pesten is niet zomaar iets dat uit zichzelf verdwijnt. Dus als je gepest wordt speel dan geen verstoppertje en denk dat het wel vanzelf zal overgaan.
- Maak het bespreekbaar bij een persoon die je vertrouwt. Denk aan je ouders, leerkracht een vriend of vriendinnetje, iemand waar jij vertrouwen in hebt.
- Neem contact op met de kindertelefoon.
En als je het gaat bespreken denk dan aan:
- Wat je wilt vertellen, maak een lijstje
- Hoe je het wilt bespreken, je kunt ook een brief schrijven.
- Zeg dat het belangrijk is
- Zoek een rustige ruimte op, waar niet gestoord wordt.
- Vertel feiten, maar ook wat je voelt en denkt.
- Geef ook aan wat je van de persoon verwacht (wil je dat hij/zij iets doet).
Heeft het zelfbeeld van een kind te maken met het pestgedrag hiervan?
*Uitwerking: Het zelfbeeld heeft alles te maken met het kind dat pester is (en ook met het gepeste kind!).
Kinderen pesten namelijk niet zomaar. Vaak hebben ze zelf een probleem waardoor ze zich rot voelen. Ze zoeken dan een slachtoffer om zich op af te reageren.
Pestproblemen komen vaak naar voren in zo’n ongunstige omstandigheden. Denk hierbij aan:
-een onprettige sfeer,
-rivaliteit,
-agressie, spanning,
-jaloezie.
Het zijn vaak leerlingen die hun boosheid, woede moeten afreageren en niets anders weten te bedenken dan pesten. Het pestgedrag kan ook voortkomen uit onzekerheid. Een pestkop wil vaak eigen onmacht en zwakheid verbloemen. Veel pestkoppen hebben een negatief zelfbeeld dat zij overschreeuwen met bravoure tegenover een leerling die zij als ‘zwakker’ beschouwen. Op die manier proberen de pestkoppen voor zichzelf een hogere plaats in de groep te verwerven. Het kan ook zijn dat ze andere kinderen pesten om te voorkomen dat ze zelf gepest worden.
Bronnenlijst:
In hoeverre heeft de thuissituatie invloed op een kind, om van een kind een pester of gepeste te maken?
*www.tegenpesten.nl
*www.hellighart.nl
*www.animalfreedom.org
Hoe reageert de thuissituatie op een kind dat gepest wordt of zelf pest, en hoe zou de thuissituatie het best kunnen reageren?
*www.stichtingpandora.nl
*www.sociaalemotioneel.nl
*www.psychowijzer.nl
Hoe kan men de schoolklas zo aanpassen dat pesten verminderd wordt?
*www.pestweb.nl
*www.mediatheek~thinkquest.nl
*www.kerknet.be
Hoe zou een leerkracht moeten reageren op pestgedrag en wat kan hij/zij eraan doen dat het pestgedrag vermindert?
*www.taptoe.nl
*www.tegenpesten.nl
*www.hulpbijpesten.web-log.nl
*www.veiligheidswijzers.nl
*www.pestweb.nl
*pesten.startkabel.nl
Wie en wanneer schakel je in deze hulp in als pestgedrag geconstateerd wordt?
* De orthocommunicatiereader "Van pesten naar een wijgevoel”
* http://www.hetmozaiek-lelystad.nl
* http://www.obs-dekameleon.nl/pepro.html
Hoe maak je als leerkracht onderscheid tussen pesten en niet- pesten?
*www.pesten.net
*Boekje 'Pesten'
Welke invloed heeft pestgedrag voor zowel de pester als de gepeste? Heeft deze invloed ook gevolgen voor de ontwikkeling van het kind?
*http://spreekbeurt.freddoweb.nl/pesten/pesten.htm
*http://spreekbeurt.freddoweb.nl/pesten/pesten.htm
Is de pester zich bewust van zijn/haar gedrag en de gevolgen hiervan?
Wat kan een leerling doen (een willekeurige leerling uit de klas) om pestgedrag te verminderen?
*Forums waar gepeste leerlingen hun verhaal kwijt kunnen.
Heeft het zelfbeeld van een kind te maken met het pestgedrag hiervan?
*http://www.stoppesten.nl/Paginas/Pester.htm
*http://members.fortunecity.com/leeuwtje19/pesten.htm
*http://www.hsmarnix.nl/studenten/presentaties/POWERPOINT%20PESTEN!.ppt
*http://www.stichtingstophetpesten.com/pesten.html
REACTIES
1 seconde geleden