Pesten

HOOFDSTUK 1 WAT IS PESTEN Pesten is iets heel anders dan plagen, plagen is bijvoorbeeld grapjes maken over anderen. Plagen is niet erg, ze kunnen elkaar aan. Pesten is wel erg. De pester is sterker dan het gepeste kind en meestal komt er dan een hele groep op je af. Het gebeurt elke keer weer, dus hij is elke keer het slachtoffer. Iemand buiten de groep sluiten is misschien wel de ergste manier van pesten. Een gepest kind dat gespuugd en geschopt
wordt durft vaak niet meer naar school of

uit school omdat de pesters zo kunnen
op duiken. Als hun ouders dan vragen hoe
ze aan die blauwe plek komen gaan ze liegen. Een andere manier van pesten is iemand
uit schelden, uitlachen, vervelende dingen
zeggen. Dan kan zo’n kind ook pijn hebben
maar dan hebben ze geen lichamelijke pijn
maar geestelijke pijn. Er zijn dus veel
verschillende soorten van pesten ik noem er
een paar op: Verbaal pesten: dat is schelden. Fysiek pesten: is dat ze iemand in elkaar slaan. Psychologisch pesten: dat iedereen een bepaald kind negeert. HOOFDSTUK 2 DE GEPESTE KINDEREN Als er anders uitziet dan de meeste kinderen
bijvoorbeeld als je een bril, beugel, rood haar, dik, of juist dun bent of je draagt andere
kleren dan de rest. Als je een van die dingen
hebt, heb je een grotere kans dat je gepest

wordt. Als je anders bent hoeft dat toch niet
meteen fout te zijn. Als je stil bent en niet
meedoet met de groep dan hebben de pesters
je sneller te pakken. Er zijn ook veel kinderen die gepest worden en die hebben niet die dingen die ik net genoemd heb. Dan zoekt de pester een slachtoffer uit en dan pesten ze diegene. Als het gepeste kind dan gaat huilen of weg rent dan heeft de pester zijn zin en hebben ze een nieuwe slachtoffer. De pesters vinden dan dat zo’n kind niet thuis hoort in de groep. Een kind dat gepest wordt heeft pijn. Dat kan aan de buitenkant zijn. Maar de ergste pijn zit binnen in je lichaam, je bent verdrietig. Elke keer ben je bang, daarom voelt een gepest kind zich ongelukkig en eenzaam. Als je wordt gepest denk je al gauw dat het jouw schuld is. Maar dat is echt niet zo. HOOFDSTUK 5 HOE STOP JE HET PESTEN Kinderen die worden gepest Als je zelf iets aan het pesten wilt doen dan is de beste oplossing van je afbijten. Dan merken ze dat je niet bang bent en is de lol er meestal meteen van af. Maar zo doen is meestal wel erg moeilijk als je zo erg gepest wordt. Je moet oefenen met een vriend/in of iemand anders. Maar die moet natuurlijk wel weten wat er aan de hand is. Praten is het belangrijkst, het is niet klikken
En als je het niet verteld weet niemand wat
er aan de hand is. En kan het ook nigt
ophouden. Je moet het vertellen aan iemand
die je aardig vindt. Het lucht meestal ook op
en ze kunnen er iets tegen doen. Je kunt het laten merken dat je het vervelend
vindt en er verdrietig van wordt dan houden ze
er misschien mee op. Als je niemand hebt waar aan je het kan
vertellen dan kan je het ook aan een knuffel
of huisdier vertellen of in een dagboek schrijven. Je kunt het ook naar kindertelefoon bellen. De telefoon nummer is 0800-0432 Je kan er elke dag van 2 tot 8 uur naar bellen. Het kost niks en je hoeft je naam niet te noemen. Als je het aan je meester of juf verteld kan die er misschien iets aan doen. Bijvoorbeeld een toneelstuk waar de rollen zijn om gedraaid, de echte pesters zijn de gepeste kinderen en de gepeste kinderen zijn de pesters. Als je op een sport gaat dan kan je daar proberen vrienden te krijgen en dan voel je al minder eenzaam of ga op een sport waarmee je je veiliger voelt bijvoorbeeld karate of judo. Kinderen die pesten Vaak begint pesten als een geintje dat aan sloeg. Dus ging je ermee verder. En ben je een echte pester geworden. Het is echt niet zo dat ze je alleen leuk vinden als je pest. Als je stopt kunnen ze je zelfs nog leuker vinden. Ze hebben al snel door dat je gestopt bent. Je moet iemand zoeken die kan helpen. Je kan ook iemand bij de kindertelefoon bellen. Als je bent gaan pesten omdat je verveelt moet je proberen bij een leuke club te gaan en vrienden te maken en dan verveel je minder snel. Meedoen aan het pesten omdat je bang bent om zelf gepest te worden dat is niet nodig. Aardig doen is beter en dan doen ze ook aardig tegen jou. Heel belangrijk is dat je ermee stopt want dan is het ook meteen opgehouden. Het is natuurlijk niet makkelijk om op te houden. Dus vrienden om je heen en juf of meester moeten je helpen. Is het gelukt dan is meestal veel gezelliger.
Toekijkers Toekijkers zijn kinderen die niet echt meedoen met het pesten maar er ook niks tegen doen maar dat kunnen ze best wel. Als je merkt dat er gepest wordt en je juf of meester niet. Dan gebeurt het soms een lange tijd stiekem. De sfeer kan dan echt vervelend worden. Het is geen klikken als je het vertelt aan je juf/meester. Als er wat aan gedaan wordt dan kan het een stuk gezelliger worden. Als je juf of meester het weet kan zij of hij in de klas erover vertellen. Vertel het liever niet in je eentje want met een vriend of vriendin gaat het veel makkelijker. HOOFDSTUK 3 DE PESTERS Vaak zijn de pesters hele gewone kinderen. Ze weten soms zelf geen eens waarom ze pesten.Het leek ze wel stoer. Pesters zijn heel bang dat ze niet er meer bijhoren. Daarom gaan ze de baas spelen. Dan durft te minste niemand bij hen te pesten. Sommige pesters hebben het heel moeilijk thuis, ze worden streng opgevoed of gepest door een broer en soms wel geslagen. Die kinderen zijn dan heel ongelukkig. En als ze een kans krijgen om zelf te pesten dan doen ze dat ook. Ze laten zien dat ze ook wel iemand aankunnen. Toch zijn ze niet altijd gemeen. Soms pesten ze op school maar op een club zijn ze aardig of anders om. Dan zijn ze op die ene plek gaan pesten om aandacht te krijgen. En daarna konden ze niet meer stoppen. De pesters willen meestal allang stoppen, maar ze weten niet hoe dat moet en de meelopers verwachten van hem dat hij door blijft pesten. Peters zijn bijna nooit alleen, ze zoeken altijd andere kinderen op om vervelende dingen te doen. De baas van het groepje zorgt er wel voor dat ze bij elkaar blijven. Want hij durft niet alleen te pesten. En zo’n groep kan steeds groter worden. Een pester heeft geen echte vrienden, kinderen willen liever niet omgaan met iemand die zonder reden iemand pest. Zo gauw ze durven proberen ze een echte vriend te krijgen. Daarom kunnen pesters zich ook eenzaam voelen. Ze willen wel stoppen maar ze weten niet hoe dat moet. HOOFDSTUK 4 DE MEELOPERS De meeste kinderen doen niet echt mee met pesten. Sommige kinderen kijken alleen toe en doen af en toe mee. Dit zijn de meelopers. Er zijn kinderen die niet weten dat er gepest wordt of ze willen dat niet weten. Meelopers zijn vaak bang dat zij ook gepest worden. Het kan ook zijn dat ze het stoer vinden en dat ze denken er populair van te worden. Meisjes doen vaak mee omdat ze geen vriendin willen verliezen. De meelopers maken het niks uit wat de gevolgen zijn van het pesten. De meelopers zorgen er voor dat het pesten blijft, de pesters voelen zich sterk door dat de meelopers ook mee pesten. Als de meelopers het gepeste kind helpen en tegen de pester zijn dan wordt het pesten snel minder. Het helpt als de meelopers het tegen de leerkracht vertellen. De ouders van de meelopers kunnen ook helpen. Ze kunnen met de juf of meester praten en ze kunnen hun kind aanraden met vrienden of vriendinnen er over te praten, zodat ze samen iets kunnen doen tegen het pesten. HOOFDSTUK 6 TIPS VOOR KINDEREN Tips voor de pesters
5 tips wat je wel moet doen • Doe iets leuks met je vrienden. • Laat een ander met rust. • Houd het gezellig samen. • Is er wat, praat het uit of zoek hulp. • Houd je aan de tips om met pesten te stoppen
5 tips wat je niet moet doen. • Let niet op een ander. • Scheld niet. • Blijf van een ander af en kom niet aan de spullen van een andere. • Lach een ander niet uit • Plaag niet steeds hetzelfde kind. Tips voor als je gepest wordt
5 tips voor als je gepest wordt • Maak de pester duidelijk dat je het verschrikkelijk vindt en dat je wilt dat hij of zij ermee ophoudt. • Stopt het niet dan vertel je het aan je ouders of aan de leerkracht. • Dit is geen klikken. • Maak duidelijk dat het moet stoppen. • Zorg dat je contact houdt met de persoon aan wie je het vertelt. Tips voor de zwijgende groep

5 tips om niet meer te zwijgen • Ga naar een vriend of vriendin. • Spreek af waar je de pester op aanspreekt. • Ga samen naar de pester. • Praat met de pester en maak duidelijk dat de pester moet stoppen. • Als de pester blijft pesten, zoek je hulp bij de leerkracht of je ouders. INLEIDING Ik wil een werkstuk over pesten maken omdat ik er meer over wil weten en omdat ik het erg vind dat er zo vaak gepest wordt. Sommige boeken van Carry Slee gaan ook over pesten en daar las ik wat de gevolgen van pesten kunnen zijn. Ik wil weten wat je tegen pesten kan doen. EIGEN MENING Ik vond het een moeilijk werkstuk om te maken. Op school was wel informatie, maar dat waren alleen verhalen van gepeste kinderen en pesters. Op internet was wel veel goede informatie. Ik heb er veel van geleerd en nu weet ik ook wat ik tegen pesten kan doen. Ik wist nog niet dat pesters ook in de problemen zaten, thuis bijvoorbeeld. Nu weet ik ook hoe erg het is voor een kind dat gepest wordt, maar het lijkt me best moeilijk om pesten te stoppen. Ik vond het leuk om dit werkstuk te maken. BRONNENLIJST Hier harder slaan M. Bisschop en D. Verreydt
Pesten of gepest worden R. Stones
Horen, zien en niet meer zwijgen M. Cox
Internet: www.sjn.nl/pesten
www.kennisnet.nl
www.taptoe.nl