Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Culturen (Fries, Spaans, Joods, Indonesisch)

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vwo | 1672 woorden
  • 26 augustus 2008
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
DE FRIESE CULTUUR

De Friese cultuur is een subcultuur van de Nederlandse cultuur.

POLSSTOKSPRINGEN

Polsstokspringen is een belangrijk kenmerk, het is al heel oud. Een ander woord voor polsstokspringen is “fierljeppen”. In Friesland zijn veel weilanden dus je hebt genoeg gelegenheid om polsstok te springen.

FRIESE GERECHTEN

De Friezen hebben veel typisch Friese gerechten. Een voorbeeld daar van is de Friese kruidkoek. Drachten en Dokkum hadden vroeger hun eigen kruidkoeken, die bekend en beroemd waren. Maar overal in Friesland wisten de bakkers er voor te zorgen dat hun kruidkoek de voornaamste traktatie bleef die niet zo makkelijk verdrongen werd door andere lekkernijen.

ELFSTEDENTOCHT

Door de Elfstedentocht is Friesland bekend. De Elfstedentocht is een tocht in Nederland langs elf Friese steden, te weten Leeuwarden, Sneek, IJlst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker, Dokkum en de finish is weer in Leeuwarden. De tocht is ongeveer 200 km lang en er wordt tegenwoordig door de winnaar zo'n 7 uur over gedaan.


HEERENVEEN

Heerenveen is een belangrijke stad in Friesland vanwege het schaatsen en voetbal. Er is een groot schaatsstadion en de voetbalclub SV Heerenveen vestigt zich daar.

De watertoren van Sneek/ Het teken van Friesland De Friese vlag (afbeeldingen ontbreken)

DE SPAANSE CULTUUR

SIËSTA

De Spaanse cultuur heeft de siësta dat is een middagslaapje om het warmste moment van de dag te vermijden.

STIERENVECHTEN

De Spaanse cultuur staat ook bekend om zijn stierengevechten. Stierenvechten is een ritueel waarin mannen (soms ook vrouwen) het opnemen tegen een dier dat wordt gefokt om te worden gedood. Bij deze traditie voelt de toeschouwer de angst van de stierenvechter. Vele vinden stierengevechten niet goed vanwege hun wreedheid, maar in Spanje is het geliefd. Zij vinden het een soort belediging als je zegt dat het moet stoppen.
Op de ranch wordt de vechtstier gefokt op agressiviteit en moed. Liefhebbers van stierengevechten voeren altijd als argument aan dat de jonge stier een goed leven leidt, terwijl hij wordt voorbereid op zijn vijftien minuten in de arena. Stieren mogen pas vechten al ze vier jaar oud zijn. De corrida (stierengevecht) bestaat uit drie fasen. In de eerste, wordt de matador (stierenvechter) bijgestaan door peones (helpers) en picadores (ruiters met lansen). In de 2e fase steken opfokkers tegen de stieren pijlen in de rug van de stier. In de 3e valt de matador enige malen uit naar de stier met een muleta (cape). Het uiteindelijke doden, met een zwaard, heet estocada.


DE FLAMENCODANS

De Flamencodans is ook een kenmerk van de Spaanse cultuur. Het is moeilijk te omschrijven wat de flamenco is. Zeker is dat het een verzamelnaam is voor de muziek, zang en dans zoals die in de afgelopen eeuwen ontstaan is in het Zuid-Spaanse Andalusië. Over de flamenco wordt vaak gezegd dat zij temperamentvol is, expressief en krachtig. Maar ook dat het veel meer is dan een muzikale stroming, en daarom een levensstijl. Flamencodanseressen

DE GODSDIENST

Spanje heeft het Katholieke geloof. 90 procent van de bevolking is katholiek. De Rooms-Katholieke Kerk is de grootste christelijke Kerk ter wereld. Het woord Rooms duidt op Rome, omdat de bisschop van Rome het hoofd is van de Rooms-Katholieke Kerk.

DE JOODSE CULTUUR


LEEFGEBIED

Joden wonen over de hele wereld, maar de meeste wonen en leven in Israël.
Tot dit volk behoren alle mensen die het Joodse geloof hebben. Ze zien de staat Israël als een Joods thuisland. Tot dit volk behoren ook alle niet-gelovige en de mensen die Israël niet steunen, maar die zich wel bewust zijn van hun joodse afkomst. Volgens de joodse wet is iedereen Jood wiens moeder Joods is, of ze godsdienstig is of niet. Sommige mensen beschouwen zich Jood als alleen hun vader Jood is. Joden die de Joodse godsdienst actief belijden, worden religieuze of vrome Joden genoemd. Joden die dat niet doen, worden seculiere Joden genoemd. Iedereen die in de God van de Joden gelooft en de Joodse gebruiken en wetten opvolgt, kan Jood worden.

DE DAVIDSSTER

Een kenmerk van de Joden is de Davidsster. De Davidster is het bekendste symbool van het jodendom. Het is gebruikt in de vlag van de staat Israël. Joden spreken niet van de Davidster maar van het Schild van David, Magen David in het Hebreeuws. De eerste vondst van de Davidsster kwam uit de 7e eeuw voor Christus.

In de 19e eeuw ontstond, onder invloed van het Zionisme, de behoefte aan een herkenbaar Joods nationaal symbool. Men koos hiervoor de Davidster. Tijdens de Nazi-tijd bedacht Hitler als stigmatisering de Davidster, aangebracht op gele stof, met hierin gedrukt het woord Jood.

HET GELOOF

Het geloof van de Joden is het Jodendom. De Joden hebben van vrijdagavond na zonsondergang tot zaterdagavond zonsondergang de Sabbat. Dat is hun rustdag zoals de Christenen de zondag. Zij gaan dan naar de Synagoge. De synagoge vervult een belangrijke rol in het leven van de joden. Het is hun gemeenschappelijke gebeds- en leerhuis. Zij vieren er hun feesten en houden er hun erediensten. De bijbel en andere joodse geschriften worden er bestudeerd. Ook in ons land zijn tientallen synagogen. De synagoge is als volgt in gericht. Vooraan staat de Heilige Ark, dat is een kast of nis in de muur aan de oostkant van de synagoge omdat daar Jeruzalem ligt. Voor de Ark hangt een rijk versierd gordijn. In de Ark worden de perkamenten Thorarollen bewaard. Op de perkamenten staan de eerste vijf boeken van de Bijbel geschreven.
De dienst in de synagoge wordt door de chazan of voorzanger geleid. De rabbijn, een rechtsgeleerde, houdt vaak een toespraak voor de gelovigen. Hij is geen priester maar een geestelijk leider van de joodse gemeenschap en een deskundige op het gebied van de joodse wetgeving. Bij het betreden van de synagoge dragen de mannen en de jongens een hoofddeksel. Dat is meestal een hoed of een keppeltje. Ze dragen een hoofddeksel uit eerbied voor God. Niemand mag de synagoge blootshoofds betreden. De streng gelovige joden hebben altijd hun hoofd bedekt.

BELANGRIJKE GEBEURTENIS

Jongetjes worden als ze acht dagen oud zijn besneden. Dat is een teken van het verbond met God. De besnijdenis of berit mila gebeurt door een besnijder die mohel word genoemd, in aanwezigheid van tien mannen.
Op 13-jarige leeftijd wordt de joodse jongen als volwassen beschouwd. Hij wordt dan Bar-Mitswa (zoon van het gebod), en dat betekent dat hij dan alle verplichtingen van de joodse wet moet naleven. Er wordt dan ook van hem verwacht zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn daden. Meisjes worden als ze twaalf zijn als volwassen beschouwd.
Een Jood die wil trouwen, wordt op sabbat voor de trouwdag opgeroepen om in de synagoge voor te lezen uit de Bijbel. Tijdens de huwelijksinzegening staan de bruid en bruidegom onder een hemel. Ze drinken beiden uit dezelfde beker wijn. Alleen de bruid ontvangt een ring. De plechtigheid wordt besloten door het stuktrappen van een glas. Dit doet Joodse mensen herinneren aan de verwoesting van de tempel in Jeruzalem.
Ook een begrafenis verloopt anders dan bij ons. Nadat het dode lichaam is gewassen wordt het in een wit kleed gewikkeld. Onder het hoofd legt men meestal een zakje met zand uit het Heilige land. De dode wordt zo snel mogelijk begraven. Een mannelijk familielid, meestal de oudste zoon, zegt het gebed der overledenen, het kaddisj-gebed op. De Joden geloven in de onsterfelijkheid van de ziel en in de opstanding van de doden.


DE INDONESISCHE CULTUUR

WAJANGPOPPEN

wAJANng is een leenwoord in het Nederlands uit het Javaans. In het Javaans betekent wayang letterlijk "schaduw" of "schim". De afgeleide betekenis van dit woord is een bepaalde vorm van poppenspel, waarin gebruik wordt gemaakt van schaduw- of lichteffecten. Hoewel wajang meestal refereert aan het schimmenspel met behulp van leren poppen (wayang kulit), wordt het woord daarnaast ook gebruikt voor opvoeringen met driedimensionale poppen (wayang golèk), met platte houten poppen (wayang gedhog) en zelfs voor een toneelstuk van levende acteurs (wayang wong) wajang genoemd. Voorwaarde bij dit laatste is wel dat het stuk gebaseerd moet zijn op de Indiase heldendichten Ramayana en Mahabharata. Het Javaanse schimmenspel is al heel oud. Het oudste bewijs van het wajangspel staat op een Midden-Javaanse inscriptie die dateert van het jaar 840, daarin wordt het woord ringgit genoemd, wat een synoniem is van het woord wayang. Het woord wayang zelf werd voor het eerst genoemd in een inscriptie uit 907.

TAAL

Het Bahasa Indonesia is de officiële taal van de Republiek Indonesië. De taal wordt echter door de meeste Indonesische volkeren als tweede taal gebruikt naast het lokale dialect. Slechts 7 procent van de inwoners van Indonesië gebruikt het Bahasa Indonesia als moedertaal. De taal is gebaseerd op het Maleis. Het Bahasa Indonesia is grotendeels hetzelfde als het Maleis dat in Maleisië wordt gesproken. Het Bahasa Indonesia werd de officiële taal van Indonesië toen de onafhankelijkheid werd bereikt in 1945. Op 28 oktober 1929 werd de taal echter al voorgedragen als officiële taal. In Indonesië bestaan er meer dan 300 lokale taalvormen, zo heb je op Java ook het Javaans en het Jakartaans.

GODSDIENST

In Indonesië leven ongeveer 300 verschillende etnische groepen. Dat betekent dat er heel erg veel verschillende mensen zijn met andere gewoontes. In Indonesië zijn, met uitzondering van het Jodendom, alle wereldgodsdiensten. 87% van de bevolking is Islamitisch. Er wonen ook Hindoes (2,5%), Boeddhisten (1,5%) en Christenen (9%). Vanaf de 5e eeuw voor Christus kwamen nieuwe ideeën naar het eilandrijk. Eerst het Hindoeïsme en het Boeddhisme en later de Islam en het Christendom. Deze hebben de oude godsdiensten nooit helemaal verdrongen. Veel nieuwe ideeën zijn opgenomen in de bestaande geloofssystemen.

BARIS (DANS)

De Baris is een krijgersdans. Het woord Baris betekend: lijn of rij, waarmee de rij van krijgers die voor hun koning strijden word bedoeld. De Baris mocht vroeger bij geen enkel ritueel feest ontbreken. Nu wordt hij alleen nog bij lijkverbrandingen gedanst. Uit deze dans waarbij 10 of 12 sperende bewapende dansers, een krijgers dans opvoerden, ontstond later de Baris pendet, een dramatische voorstelling, waarbij vooral de rol van de solodanser opvalt. Een goede Baris danser moet zich aan een zware training houden. Hij moet elk lichaamsdeel beheersen en zijn gezicht moet in plotselinge afwisseling elke emotie zoals: bewondering, angst en wreedheid kunnen uitdrukken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.