Inhoud
Inleiding
Hoofdstuk 1 Wat is Triathlon?
Hoofdstuk 2 Ontstaan van Triathlon
Hoofdstuk 3 Wat heb je nodig?
Bronvermelding
Inleiding
Wij hebben voor het onderwerp “Triatlon” gekozen omdat we het allebei een interessante sport vinden. Niels beoefent deze sport en Ruud wilde er wel meer over te weten komen.
Wij willen jullie vertellen wat triathlon precies is, hoe een wedstrijd gaat en welke materialen je allemaal nodig hebt om een triathlon te kunnen doen. Wij hopen dat jullie ervan leren en veel plezier hebben met het lezen van dit werkstuk.
Wat is triathlon
Hoofdstuk 1
Triathlon is een ‘multisport’, dat houdt in dat het is een sport die bestaat uit meerdere onderdelen, namelijk zwemmen, fietsen en hardlopen. Net als bijvoorbeeld duathlon, cross-triathlon, biathlon en tienkamp. Zwemmen, fietsen en hardlopen zijn alle drie duursporten, daarom is triathlon een combinatie-duursport. Bij triathlon tellen de wissels tussen twee verschillende onderdelen ook mee dus het is heel belangrijk dat je snelle wissels kan maken. Soms zeggen echte triatleten ook wel dat de wissels het de vierde onderdeel is in een triathlon.
Voor de start van een triathlon is er altijd een briefing, dat is een korte uitleg over bijvoorbeeld om welke boei je moet zwemmen, hoeveel rondjes je moet fietsen of welke bordjes je moet volgen met fietsen en hardlopen.
De wedstrijd begint met zwemmen. Meestal wordt er gestart vanuit het water, maar soms ook vanaf het strand en dan moet je zo hard mogelijk het water in rennen om te kunnen gaan zwemmen. Bij de meeste wedstrijden wordt in open water gezwommen: een meer, een kanaal of soms zelf in zee. Soms zijn er ook wedstrijden waarbij er in een zwembad gezwommen wordt.
Na het zwemmen kom je in het parc fermé, dat is het wisselgebied. Daar liggen je helm, startnummerband, loopschoenen en je fiets hangt aan een hek met je fietsschoenen er aan. Als je het parc fermé binnen rent trek je je wetsuit uit, dat is een pak waarin je warm blijft tijdens het zwemmen, en die leg je in een bak, net als je zwembril en je badmuts. Dan doe je je startnummerband om, zet je je helm op pak je je fiets en ren je op blote voeten tot de balk, achter de balk mag je namelijk pas fietsen. Dan maak je een paar stevige trappen, vervolgens doe je je schoenen aan en dan kan je fietsen. Vlak voordat je na het fietsen weer bij het parc fermé bent doe je je schoenen weer uit, terwijl je schoenen aan de trappers blijven hangen. Dan vlak voor de balk stap je van je fiets af en ren je met je fiets aan de hand naar je spullen. Als je je fiets hebt opgehangen doe je je helm af, die leg je neer. Dan trek je je loopschoenen aan en dan kan je naar het loopparcours.
Ontstaan van Triathlon
Hoofdstuk 2
In 1977 op Hawaii ontstond er een discussie tussen drie mannen over welke sporters de beste conditie hadden: zwemmers, fietsers of lopers. Ze besloten om een wedstrijd te organiseren die alle langeafstand-wedstrijden van Honolulu (hoofdstad van Hawaii) combineerden: de Waikiki Roughwater Swim (3,8 km zwemmen), de Around Oahu Bike Race (185 km racefietsen) en de marathon van Honolulu (42,195 km hardlopen). Deze wedstrijd werd uiteindelijk de “Ironman van Hawaii” genoemd. Je mag bij deze wedstrijd niet stayeren (dat is dicht achter elkaar fietsen en achter iemand uit de wind blijven) want je moet alles helemaal op eigen kracht doen. Vroeger was deze wedstrijd het WK (wereldkampioenschap) maar nu komt het WK elk jaar op een andere plek. Toch beschouwen veel mensen de Ironman Hawaii als WK omdat het de zwaarste triathlon van de wereld is.
Sinds de Olympische Spelen van Sydney in 2000 is triathlon een Olympische sport. Bij de Olympische triathlon is er een kortere afstand: daar moet je 1500m zwemmen, 40km fietsen en 10km hardlopen. Tegenwoordig is er ook een ITU (Internationale Triathlon Unie) World Series, een circuit waar de beste triathleten van de wereld aan mee doen. Je mag daar wel stayeren, dat is heel spectaculair om te zien. Dit jaar is de finalewedstrijd van de World Series in Rotterdam.
Het olympisch record bij de mannen staat op naam van Alistair Brownlee, zijn tijd was 1:46:25. Bij de vrouwen is het record in handen van Nicola Spirig in 1:59:48
Wat heb je nodig?
Hoofdstuk 3
Om te beginnen heb je een zwembril nodig, dan kan je onder water kijken en het doet geen pijn aan je ogen in het water. Triatleten gebruiken een andere zwembril als gewone zwemmers: zwemmers gebruiken een klein brilletje waardoor je minder weerstand hebt. Bij triathlon gebruiken de meeste mensen een wat groter brilletje zodat je meer kan zien en vaak kan je ook naar de zijkant kijken.
Je hebt ook een badmuts nodig. Vaak krijg je er een van de organisatie, vaak staat er een nummer op of is hij de kleur van de categorie waar je meedoet. Veel mensen doen 2 badmutsen over elkaar als het heel koud water is zodat hun hoofd warm blijft.
Een wetsuit is een zwempak, je doet het over je trisuit aan. Het houdt je warm in koud water. Dat komt doordat er een klein laagje water tussen je lijf en het pak komt, dat water wordt door je lichaamstemperatuur warmer, daardoor blijf je zelf ook warm. En door een wetsuit blijf je een klein beetje drijven, daardoor lig je hoger op het water en kan je sneller zwemmen. Als je een wetsuit gebruikt kan je wel harder zwemmen maar heb je een wat langzamere wissel. Als je uit het water komt dan ren je naar het parc fermé, trek je eerst de rits op je rug los terwijl je rent, dan trek de bovenkant naar beneden en dan als je bij je fiets bent dan trek je de benen uit.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden