Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Over de vos Reinaert door Onbekend

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
Boekcover Over de vos Reinaert
Shadow
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 838 woorden
  • 6 april 2006
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
66 keer beoordeeld

Boekcover Over de vos Reinaert
Shadow

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde tekstgedeelten zijn te vinden in enkele handschriftfragmenten ui de 13e eeuw. De volledige versie van het verhaal is aan ons overgeleverd in twee handschriften van rond 1400.

Dierenverhalen…

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde te…

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde tekstgedeelten zijn te vinden in enkele handschriftfragmenten ui de 13e eeuw. De volledige versie van het verhaal is aan ons overgeleverd in twee handschriften van rond 1400.

Dierenverhalen en sprookjes met dieren in de hoofdrol waren al vroeg in de Middeleeuwen erg geliefd. De oudste op schrift gestelde dierenverhalen zijn in het Latijn geschreven, maar uit de twaalfde eeuw zijn ook een aantal Franse dierendichten bekend die later werden verzameld in de Roman de Renart. De inhoudt van deze Franse verhalen, Li Plaid, is in grote lijnen gelijk aan de eerste helft van onze Reinaert. Het tweede deel wijkt echter af van het Franse voorbeeld. De Middelnederlandse voortzetting heeft een - psychologisch beschouwd - sterkere voortzetting.

Over de vos Reinaert door  Onbekend
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 Hofdag in het dierenrijk (vers 1 tot 496) Uitwerkingen vragen en opdrachten
Onderdeel A
1. In de Middeleeuwen werden verhalen meestal voorgedragen in plaats van dat ze gelezen werden. Omdat de luisteraars het boek toch niet in handen zouden krijgen, was het een goed middeleeuws gebruik om de gegevens die tegenwoordig op de omslag of in een voorwoord geplaatst zouden worden, aan het begin van het verhaal op te nemen (proloog: inleiding op het eigenlijke verhaal). dier klacht(en) Isengrijn Reinaert had zijn vrouw verkracht en zijn kinderen mishandeld en had sindsdien de spot met hem gedreven. Courtois Reinaert had hem een worst ontstolen. Pancer Reinaert wilde Cuwaert onthoofden, wat hem bijna gelukt was. Cantecleer Reinaert heeft naast zijn dochter Coppe nog 10 andere kinderen van hem vermoord. 2. 3. Reinaert vertelde Cantecleer dat hij zich als kluizenaar uit de wereld teruggetrokken had en liet als bewijs zijn pelgrimsuitrusting zien. Als kluizenaar had Reinaert het gebruik van vlees afgezworen, zodat Cantecleer en zijn kinderen voortaan in vrede konden gaan en staan waar ze wilden. Toen Reinaert vertrok, zogenaamd om zijn gebeden te gaan zeggen, hoorde Cantecleer hem inderdaad het credo murmelen. Cantecleer geloofde nu werkelijk dat Reinaert veranderd was en liet zijn angst varen. Onderdeel B
4. In het verhaal wordt bij ieder nieuwe naam verteld welk dier erbij hoort (bijvoorbeeld Cuwaert de haas). Dit is echter niet het geval bij Koning Nobel (de leeuw) en Isengrijn (de wolf). Hieruit blijkt dat deze ‘personen’ al bekend waren uit vorige Reinaert-verhalen en tot de hoofdpersonen behoren. 5. “ Toen ik de letters begon te lezen, dacht ik dat er geschreven stond … ” Door het gebruik van het woord ‘dacht’ wordt duidelijk gemaakt dat Cantecleer niet zeker wist wat er geschreven stond. Wanneer de nadruk op het woord ‘dacht’ wordt gelegd, kan Cantecleer ook nog associëren dat, wanneer hij het fout heeft gelezen, de fout niet bij hem ligt maar bij Koning Nobel. De oorkonde kwam immers van Koning Nobel. Onderdeel C
Hoofdstuk 2 Willem die Madocke maakte. Literaire productie in de Middeleeuwen Uitwerkingen vragen en opdrachten
Onderdeel A
8. Papier en inkt waren in die tijd erg kostbaar en daarom konden schrijvers dat vaak niet betalen. Ze waren financieel afhankelijk van rijke edellieden of patriciërs die hen opdracht gaven een boek te schrijven. De opdrachtgevers werden ook wel mecenas genoemd en hun sponsoring mecenaat. Door het mecenaat konden dus toch nog boeken geschreven worden. 9. Een middeleeuwse dichter maakte zijn naam niet altijd bekend. Als de dichter dat wel deed, gebeurde dat meestal ergens in de loop van de proloog. Omdat Willem zijn eigen naam als het allereerste woord gebruikt, zou dat kunnen betekenen dat hij zich bewust was van zijn kwaliteiten en waarde als kunstenaar, en dat hij zich niet veel van de heersende literaire regels aantrok. 10. Er werden meestal slechts enkele exemplaren van handschriften gemaakt. Het kwam ook voor dat boeken gerecycled werden: boekbinders sneden het beschreven perkament in repen om de banden van nieuwe boeken te verstevigen. Onderdeel B
11. - Willem vermeldt zijn vroegere werk, namelijk Madoc. - Willem vermeldt hoeveel moeite het hem kostte om dit verhaal te schrijven (het kostte hem zijn nachtrust). - Door het te hebben over mopperaars, boerenkinkels en dwazen (die vergeleken worden met raven) zorgt Willem ervoor dat het verhaal op waarde wordt geschat. - De beginletters van de passage die volgt op de vermelding van de opdrachtgever (vers 32-36) vormen samen de naam AlEIDE. Dit is ofwel als grap ofwel een verwijzing naar Aleide van Avesnes, die zijn mecenas was. - Willem vertelt over Aernouts poging het verhaal in het Nederlands te vertalen. - Het woord ‘eren’ in vers 35 kan ook op een andere manier geïnterpreteerd worden. In het Vlaams wordt namelijk aan het begin van een woord de ‘h’ niet uitgesproken. Het kan dus zo zijn geweest dat er ‘heren’ in plaats van ‘eren’ bedoeld werd en dan zou het verhaal bedoeld zijn voor hen ‘die graag heren vertroetelen’, oftewel hoeren. 12. Ja, want als je iets vertaald of bewerkt blijft de algemene verhaallijn hetzelfde. De ‘herschrijvers’ verzinnen zelf bijna niets nieuws, ze geven alleen hun eigen draai aan het verhaal. Onderdeel C
13. Net als bij Reinaert de Vos is ook bij Beatrijs in de proloog vermeld hoeveel moeite het de dichter heeft gekost dit te bedenken. Mensen hadden de dichter namelijk aangeraden niet te dichten en zijn geest niet meer te pijnigen. Toch heeft hij dit gedicht (als eerbetoon aan Maria) geschreven. (Willem schreef Reinaert de Vos omdat hij het zonde vond dat dit mooie verhaal nog niet in het Nederlands was vertaald.) Omdat het verhaal geloofwaardig moet zijn en op waarheid geschat moet worden, wordt de bron genoemd: broeder Ghijsbrecht, die als vroom man – iemand die zich uit de wereld heeft teruggetrokken – en als oud man en bovendien geleerd (hij beschikte over boeken, dat gaf aanzien) zeker de waarheid zal zeggen. (Willem probeert ervoor te zorgen dat Reinaert de Vos op waarde wordt geschat door het te hebben over boerenkinkels, dwazen en mopperaars.) Bron: Beatrijs, tekst en vertaling
H. Adema
Uitgeverij Taal & Teken, Leeuwarden
Zesde druk 2002

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Over de vos Reinaert door Onbekend"