Robinson door Doeschka Meijsing

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
Boekcover Robinson
Shadow
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 4839 woorden
  • 18 juni 2001
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
50 keer beoordeeld

Boekcover Robinson
Shadow

Het boek Robinson gaat over een zeventienjarige scholiere. De verhuizing van haar moeder, een kapiteinsvrouw, doet Robinson op een nieuwe school belanden. Tussen de personen om Robinson heen: haar grillige vriend Daniël, neef van de rector, haar alomtegenwoordige moeder, haar zorgeloze vader, de rector en een lerares van wie voor Robinson een grote fascinatie uit…

Het boek Robinson gaat over een zeventienjarige scholiere. De verhuizing van haar moeder, een kapiteinsvrouw, doet Robinson op een nieuwe school belanden. Tussen de personen om Rob…

Het boek Robinson gaat over een zeventienjarige scholiere. De verhuizing van haar moeder, een kapiteinsvrouw, doet Robinson op een nieuwe school belanden. Tussen de personen om Robinson heen: haar grillige vriend Daniël, neef van de rector, haar alomtegenwoordige moeder, haar zorgeloze vader, de rector en een lerares van wie voor Robinson een grote fascinatie uitgaat, ontwikkelt zich een intrige waar Robinson part noch deel aan heeft. Aan het eind van het boek blijkt Robinson geïsoleerd te staan. De neerslag van dit proces van isolering: het groeiend verdriet en de uitkristallisering daarvan in het gevoel van absolute eenzaamheid, vormt het hoofdbestanddeel van dit boek.

Robinson door Doeschka Meijsing
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding: Dit is mijn literatuuronderzoek van de twee boeken Bint en Robinson ik zal nu beschrijven hoe ik het gemaakt heb. Als eerste heb ik de twee boeken gelezen toen ik heb ik de recensies geanalyseerd. Daarna heb ik een vraagstelling bedacht. Ik heb twee samenvattingen gemaakt en daarna de vraagstelling beantwoord. Daarna heb ik het gemeenschappelijke onderwerp beschreven en citaten uit de boeken gehaald als bewijs voor het antwoord van de vraagstelling. Ik heb daar het primair antwoord van gemaakt en daarna heb ik citaten uit de recensies gehaald. Toen heb ik het secundaire antwoord samengesteld en daarna mijn eindantwoord. Daarna heb ik het besluit geschreven en de bibliografie. Daarna heb ik alles verbeterd en voor een mooie lay-out gezorgd. En ten slotte heb ik de inhoudsopgave en deze inleiding geschreven. Ik heb hier vele uren aan gewerkt op verschillende dagen en verschillende plekken en ik hoop dat ik nu voldaan heb aan de eisen die er voor gesteld zijn. Analyse van de recensies: Recensie 1: Bint Ronald Soetaert, “ De school in de literatuur” In: De Morgen 05-09-1980

Alinea 1: Onderwerp: De rector Bint
Hoofdgedachte: Directeur Bint speelt in het verhaal de rol van een schoolhoofd en zoals dat ook vaak in scholen gebeurt: hij is overal aanwezig, zelfs in zijn afwezigheid dreigend. Alinea 2: Onderwerp: Klas “de Hel”. Hoofdgedachte: “De Hel” heet de klas waar deze gedrochten in verenigd zijn, de trots van de school. Alinea 3: Onderwerp: Schoolsysteem
Hoofdgedachte: Er blijft een afstand tussen leraar en leerling: een andere ervaringswereld, andere rechten en plichten. Bint breidt deze stelling uit door zijn eis elke vriendschapsband te verbreken. Kinderen stellen geen vragen, elk woord in de klas moet een bevel zijn. Alinea 4: Onderwerp: Bordewijks schrijfstijl
Hoofdgedachte: Bordewijk roept een wereld op, vertelt zonder zedenlesje. Dat kan lezers problemen geven: was hij voor of tegen het systeem van Bint? Recensie 2: Bint Menno ter Braak, “ Oorspronkelijke denkkracht” In: Het Vaderland 27-01-1935
Alinea 1: Onderwerp: F. Bordewijk
Hoofdgedachte: Bint en zijn staf, de leraar De Bree en zijn ‘Hel’-klasse, zij leven dankzij de zakelijkheid en beknoptheid, waarmee zij zijn geportretteerd; en dit was alleen mogelijk, omdat Bordewijk een zeer goed psycholoog is, die in een enkel detail precies weet uit te drukken, wat minder schrijvers met een omhaal van woorden… niet uitdrukken. Alinea 2: Onderwerp: Bordewijks beknoptheid
Hoofdgedachte: Iemand die zo de beknoptheid weet uit te buiten, heft recht op beknoptheid. Recensie 3: Robinson Fernand Auwera, “Robinson is een eiland” In: De Nieuwe Gazet 26-06-1976

Alinea 1: Onderwerp: Beschrijving hoofdpersoon Robinson. Hoofdgedachte: Maar eigenlijk is die toch niet zo vreemd, want zij is een op zichzelf teruggworpen meisje, zij left zo gesoleerd als haar avontuurlijke naamgenoot, Zij is haar eiland. Alinea 2: Onderwerp: Beschrijving personen. Hoofdgedachte: Haar vader is meestal van huis, haar moeder is een het allemaal goedbedoelende vrouw met wie ze geen echt contact heft, een vrouw voor wie ze voortdurend op haar hoede moet zijn. Alinea 3: Onderwerp: Beschrijving verhaal plus mening. Hoofdgedachte: Het is een mooi boek geworden, een intelligent gecomponeerde roman, waarin alle gebeurtenissen hun betekenis hebben, met grote eenvoud en fijngevoeligheid geschreven. En niemand kan beweren dat het thema hem vreemd of gezocht lijkt. Gemeenschappelijk onderwerp: Het gemeenschappelijk onderwerp is duidelijk school met een nieuwe leraar die een hoop veranderd aan de huidige situatie. Dit onderwerp is in beide verhalen van toepassing want in Bint gaat het over een school waar een nieuwe leraar komt: De Bree, hij zorgt ervoor dat alle klassen veranderen in Havo 4 hij geeft ze andere namen en krijgt uiteindelijk toch een vrij sterke en emotionele band met De Hel. In Robinson gaat het over een meisje die Robinson heet en het verhaal heeft veel met school te maken omdat ze daar de andere hoofdpersonen ontmoet en er ook mee omgaat op school. En in dit verhaal komt er ook een nieuwe leraar namelijk Johanna Freida die voor een totaal andere levensloop van Robinson zorgt. Vraagstelling: Hoe is de relatie tussen de leraar en de leerlingen? De relatie tussen de leraar dat is dus de Bree en zijn leerlingen dat is dus de klas “de Hel” is. In het begin is de relatie tussen de nieuwe invallende leraar heel slecht omdat de klas de Bree wil wegpesten net als hun vorige leraar. Maar de Bree laat zich niet gemakkelijk van zijn stuk brengen en is extreem streng en onderdrukt de klas door middel van straffen zoals nablijven en extra huiswerk. Mede door al deze oorzaken krijgt de klas en ook de schooldirecteur respect voor hem en dat wil de Bree graag omdat hij zijn systeem toepast. Hij dwingt het respect gewoon af. Omdat de klas respect voor de Bree heeft gekregen, krijgen ze een sterkere en positieve band met elkaar. Er wordt ook nog een schoolreis georganiseerd en de Bree kan eerst niet mee omdat hij geen klas heeft maar omdat de leraar Remigius ziek is kan hij toch nog de helft van de hel meenemen en dat vindt hij prachtig. De leerlingen zijn ook blij dat de Bree mee ging en niet Remigius. Samenvatting eerste boek Bint: Als er op een school een leraar is weggepest, wordt er een tijdelijke vervanger aangesteld. Dit is De Bree. Als hij door de rector/directeur van deze school, Bint, naar klas 4D wordt gebracht wordt hem uitgelegd dat dat de ergste klas van allemaal is en dat Bint extreme tucht eist. De Bree komt binnen en begint zijn psychologische oorlogsvoering met het zeggen dat er oorlog heerst tussen de klas, die hij vanaf dat moment 'de hel' noemt, en De Bree. Eerst probeert de klas hem nog in de maling te nemen door allemaal op andere plaatsen te gaan zitten, maar De Bree heeft ze al meteen door, dus dat lukt hen helaas niet. Hoewel hij veel mensen moet laten nakomen, krijgt hij ze wel onder de duim. Zijn andere klassen, de grauwe, de bruine en de bloemen zijn allemaal niet zo interessant als de hel. Er is een rapportvergadering en alleen het eerste cijfer telt voor Bint. Er wordt een cijfer gegeven voor de algemene indruk. In één van De Bree's klassen, de grauwe klas, zit een jongen, Van Beek, die zichzelf dreigt te doden als hij een onvoldoende op zijn rapport komt te staan. Bint maakt hen allen duidelijk dat het hem allemaal niets kan schelen. Ook het geval Fléau wordt besproken. Bint wil hem van school hebben, omdat hij al te lang onrust stookt. Tijdens de kerstvakantie pleegt Van Beek inderdaad zelfmoord, waarna Fléau, uit de bloemenklas, een oproer organiseert. Bint heeft echter van tevoren een strategie en laat de hel, die zich bij de school aansluit, het uitvechten met de andere leerlingen. Daarna gaan de lessen door alsof er helemaal niks is gebeurd en of de oproer helemaal niet gebeurd is. Bint is zelfs trots op 'de mannen'. Na onderzoek blijkt dat de conciërge een namenlijst aan Fléau heeft doorgegeven, zodat hij tijdens de vakantie leerlingen kon bezoeken en opstoken. De conciërge wordt hierna ontslagen en Fléau keert hierna niet meer terug naar school. De tijd breekt aan dat er uitstapjes gemaakt worden. Met zulke uitstapjes wordt de hel altijd in tweeën gesplitst. Remigius krijgt de ene helft en Nox de andere helft. Er is geen klas meer over voor De Bree. Gelukkig voor hem krijgt Remigius twee dagen voor de uitstapjes een kind en krijgt De Bree de ene helft van de hel. De bree vindt dit heel prachtig om te doen, maar laat zijn blijdschap niet aan de anderen zien. Op een gegeven moment moeten ze een kortere weg nemen, omdat één van de leerlingen een langere weg toch niet aankan. Twee leerlingen nemen stiekem toch de langere weg. Een tijd later komt de conciërge bij De Bree bedelen om geld, maar De Bree stuurt hem weg. Aangezien hij slechts een jaar wil blijven is de tijd van afscheid gekomen. De Bree gaat de school verlaten, maar Bint vraagt hem of hij nog niet langer wil blijven. De Bree wijst dit eerst af, maar thuis schrijft hij Bint een briefje waarin hij zegt dat hij de baan toch accepteert. Op de eerste dag van het nieuwe schooljaar hoort De Bree dat Bint zijn ontslag heeft genomen. De Bree hoort van de plaatsvervangende directeur dat het ging om de dood van Van Beek. Als De Bree probeert Bint te bezoeken, wordt hem verteld dat Bint niet te spreken is en De Bree vertrekt. De Bree gaat dat jaar vervolgens verder met 5c, de hel. De klas is nog niks veranderd. Citaten als bewijs uit de bundel: Blokken Knorrende Beesten Bint
1. Het proberen van wegpesten en de reactie van de Bree: Blz. 73 en 74: Dat jullie door elkaar zit en verkeerde namen opgeeft beschouw ik niet als een kinderachtigheid. Net zo min als wat jullie daarnet hebt uitgehaald met deze tafel. Hij legde zijn armen erop, en wipte even op zijn stoel vooruit, volkomen thuis. De klas wachtte stil af. Jullie bent te groot voor iets kinderachtigs. Daarom, ik beschouw dit als vijandschap, twee stellige blijken van vijandschap. Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door… 2. De hel heeft respect gekregen en laat dat merken: Blz. 81 en 82: Ze waren ongeveer op tijd. Hij liet het zo. Hij wenkte de laatste, en sloot de deur. Ze zetten zich op hun plaats. De Bree ging het na op de plattegrond. Ze zaten goed. De zeven zaten over de gehele klas verspreid. 3. De Bree wil de hel graag onder zijn hoede hebben: Blz. 114: De Bree wenste ook die anderen te hebben. De hele hel was hem niet te machtig. En dan op school de bende weer onder de voet. Dat zou groots geweest zijn. 4. De inbreng van de Bree op de hel: Blz. 128: De hel werd echter bij de Bree een paradijs. Het was er meest heel rustig. Hij schoot redelijk op. Hij was het eerste moment bang voor te familaire toon, na zijn concessie aan het gezag op de reis. Vrees was onnodig. De tocht was vergeten. De hel leered nu verder, langzaam en redelijk. Zij waren daar stug, gesloten, betrouwbaar, als hij de tucht handhaafde. 5. De terugkomst na de vakantie: Blz. 143: Na de nare uren wilde De Bree hier even komen tot rusten, tot kijken, tot denken. Hij zag meer dan hij eerst had gezien. Hun verandering was fenomenaal. Zij waren nu de ondankbare leeftijd te boven, zij waren vermenselijkt. Had hij hen misschien in de aanvang te fantastisch gezien? Waren zij noot zulke monsters geweest? Vraagstelling: Hoe is de relatie tussen leraar en leerlingen? In Robinson is de leraar (lerares) in dit geval Johanna Freida en de leerlingen Robinson en Daniel. De nieuwe lerares Johanna Freida boeit Robinson en Daniel omdat ze het tegen de rector opneemt. Daniel is de neef van de rector en de rector wil niet dat hij met Robinson om gaat. Daniel bewondert Johanna en wordt zelfs verliefd op haar en daarom hebben die twee een goede band met elkaar. Robinson heeft een rare relatie met Johanna omdat Johanna een relatie krijgt met Robinsons vader maar toch blijft ze daar vrij koel onder en blijft ze Johanna wel aardig vinden. Maar Daniel flipt op een gegeven moment uit tegen Johanna en krijgt een klap dus hun band eindigt minder goed.
Samenvatting tweede boek Robinson: Tijdens een snikhete zomer verhuizen Robinson en haar moeder van de hoofdstad naar een provinciestad. Robinsons vader is kapitein-ter-zee. De nieuwe school valt Robinson mee, al is ze op haar hoede voor de rector. Met de neef van de rector, Daniël Bierwolf, trekt Robinson veel op. Daniël is ook nieuw op school, van de vorige is hij weggestuurd. Zijn oom moet hem in de gaten houden. Daniël is een buitenbeentje. Hij praat veel met Robinson over het kwaad en de duivel. Robinson wil liever over schuld praten. Zij voelt zich schuldig, maar weet niet waarom. Op een middag moet ze bij de rector komen, die door haar moeder was gebeld omdat ze ongerust was over de vriend die Robinson scheen te hebben. De rector waarschuwt Robinson dat hij geen gedonder wil met Daniël. Huilend zwerft Robinson door de stad, maar in plaats van haar moeder te haten, richt ze haar boosheid tegen zichzelf. 's Avonds schrijft ze in gedachten een brief aan haar vader. Toen Robinson bij de rector moest komen, zag ze de nieuwe lerares Duits, die tegen de rector schreeuwde en de deur hard dichtsloeg. Deze lerares, Johanna Freida, boeiRobinson. Ze ontdekt dat Johanna Freida onrust zaait op school door haar alternatieve pedagogische methode. Ook Daniël bewondert haar. Tijdens een opvoering vlak voor Kerstmis, die door Johanna geregisseerd wordt, zingt Daniël met valse stem een lied, waarvaan de tekst zijn oom openlijk uitdaagt. Als Daniël na de pauze als vrouw verkleed nog een lied zingt, last de rector de voorstelling af. De volgende ochtend komt Daniël Robinson ophalen om samen met haar zijn verontschuldigingen aan Johanna Freida aan te bieden. Robinson is opgewonden. Een paar dagen later komt Robinsons vader thuis. Het huwelijk van Robinsons ouders is doodgebloed, ze blijven alleen bij elkaar uit misplaatst fatsoen. Op een dag gaan Robinson, haar vader en Daniël schaatsen. Ze komen Johanna Freida tegen. Na een schaatswedstrijd, waarbij Daniël vlak voor de eindstreep valt en tot voor de voeten van Johanna glijdt, gaan ze wat drinken. In het café probeert Robinsons vader indruk te maken op de lerares Duits. Na de vakantie vindt Robinsons moeder een bont ijsmutsje in de broekzak van haar man. Robinson doet alsof het van haar is, maar het is van Johanna. Robinson probeert de betekenis ervan te verdringen. Ze gaat op in de natuurkundeles over water en ijskristallen. Daniël komt steeds vaker bij Robinson huiswerk maken. Hij is stiller geworden na de vakantie en heeft veel last van migraine. Op een middag gaat hij met Robinson naar bed. Daarna vertelt hij snikkend dat Robinsons vader en Johanna Freida een verhouding hebben. Een heel lang volgt Robinson Johanna, dan gaat ze naar haar toe om het mutsje terug te brengen. Johanna bevestigt de verhouding, en om Robinsons hart stapelen zich ijskristallen. Het gaat steeds slechter op school met Robinson. Ze kan Daniëls onophoudelijke geklets, nu over heksen, steeds minder verdragen. Ze voelt zich steeds meer buitengesloten. Haar moeder is actief in het oudercomité. Tijdens de paasvakantie komt Robinsons vader weer thuis. Hij nodigt Robinson en Daniël uit voor een zeiltocht over het IJsselmeer. Johanna Freida is er ook. Het uitstapje wordt een mislukking als Daniël tegen Johanna gilt dat ze ontslagen is en best weet waarom. De zomervakantie brengt Robinson door in de bieb. Ze heeft twee herexamens. Daniël is blijven zitten en gaat van school af. Vlak voor hij op vakantie gaat, vertelt hij Robinson dat hij de verhouding tussen haar vader en Johanna aan haar moeder verteld heeft en dat zij de rector op de hoogte gebracht heeft, met als gevolg dat Johanna's voorlopige aanstelling niet verlengd wordt. Robinson ziet een verhuiswagen voor de deur van Johanna staan. Ze wil niet meer verder. Voortaan zal alles anders zijn dan vroeger. De herexamens zal ze niet halen. Toch gaat ze die hete zomer braaf elke dag naar de bieb, waar ze staart naar een vierkantje zonlicht op een oud muurtje. Aan het eind van een middag barst er kopermuziek los op het plein. Robinson heeft het gevoel dat de vrolijke muziek wegloopt van haar, een richting uit die zij ook zo graag gegaan was. Citaten als bewijs uit het tweede boek Robinson: 1. Johanna bij de rector: Blz. 31: U provoceert me, u maakt een anarchist van me,’ zei ze met een heldere stem en zonder daar nog enig commentaar op af te wachten sloeg ze de deur dicht en verdween door de glazen deuren naar de hal. Dijkhuizen hield haar handen doodstil boven het toetsenbord en keek angstig naar de deur van de rectorskamer. Daniel en Robinson hielden hun adem in. Het was Daniel die de stilte verbrak, al deed hij dat fluisterend. ‘Duits,’ siste hij in haar oor, ‘ze geeft Duits hier op school, ze is dit jaar voor het eerst.’ 2. De bewondering voor Johanna van Daniel en Robinson: Blz.38 en 39: ‘Ze is een brein,’ stelde Daniel vast en zijn hoge stem trilde van opwinding, ‘ieder ander die mijn oom dwars zou willen zitten zou allerlei stommiteiten uithalen, maar zij…. Wat zou hij er in ’s hemelsnaam op tegen kunnen hebben dat er zo nu en dan wat leerlingen door de gang lopen?’ Vooral toen Robinson hem opmerkzaam had gemaakt op het feit dat zijn oom verstrooider leek en zelfs nooit gemerkt had dat hij hem die bewuste donderdag gesmeerd was, kende zijn enthousiasme geen grenzen. Hij sleepte haar mee in zijn geestdrift. Zo begon de lange achtervolging van de lerares Duits. 3. De relatie van Johanna met de vader van Robinson: Blz. 83: Dan fietste ze achter haar aan naar het centrum van de stad, waar Johanna Freida woonde. Een keer slechts, op dondermiddag, zag ze haar vadere en Johanna Freida samen. Haar vader stuurde met zijn ene hand de fiets van de Duitse lerares en aan zijn andere arm ging zij zelf, spottend naar hem opkijkend, lachend om wat hij zei, met genoeg intimiteit om waarde te hechten aan Daniels woorden. 4. Daniel en Johanna hoe het mis ging: Blz. 98: Geen ander geluid dan het klappen van de wind en de zeilen en het buiswater tegen de boeg.Maar juist toen Johanna Freidaiets wilde aanwijzenop de kaart, gooide Daniel het hoofd in de nek en zei hij met overslaande stem: ‘je bent ontslagen en je weet best waarom.’ Haar vader haalde diep adem om iets te zeggen. Maar Johanna Freida was sneller. Er vloog een onnoembaar lachje over haar gezicht en haar hand zwaaide een seconde in de lucht voordat hij Daniel vlak in het gezicht raakte, doeltreffend. Daniel deed een stap achteruit en bracht zijn hand naar zijn wang. 5. Robinsons verdriet: Blz. 108: Pas in de buurt van het huis van haar moeder terwijl ze langs de tuinen met hun indringende rozengeur liep, kwam alles op Robinson af: de twee herexamens, de lange hete zomer met twee herexamens, het vertrek van Daniel, het vertrek van Johanna Freida. Het was de eenentwintigste juni, de langste dag van het jaar. Ze kreunde. Het liefst zou ze hier, voor enkele rozenstruiken op haar knieën zakken en niet meer verdergaan. Primair antwoord van beide deelantwoorden: De relatie tussen de leraar en de leerlingen is in beide gevallen goed maar ook in beide gevallen slecht. Want in Bint is de relatie eerst slecht en daarna goed maar in Robinson is het juist andersom. In Robinson is de band veel emotioneler en veel meer prive want voor de leerlingen in dit verhaal heeft het een grote inbreng in hun leven en bij Bint niet want daar gaat het alleen over de periode van school en dus niet prive. Bij Bint is de relatie ook niet zo close als in Robinson omdat de leerlingen uit de hel ook geen mening geven dus je weet niet echt precies hoe zij denken over de Bree en dat weet je in Robinson dus wel. Want je leest dat Robinson en Daniel over Johanna praten maar ook weet je wat Johanna doet en denkt. Bij Bint is het dus allemaal wat minder persoonlijk geschreven. Mijn algemene antwoord is dat de relatie tussen leraar en leerlingen matig is in deze verhalen. Ik vind deze relatie in iedergeval beter als mijn relatie met leraren want ik nog nooit zo een persoonlijke en emotionele band met een leraar gehad. Dus de leraren in beide verhalen willen een betere band krijgen met leerlingen zoals dat in het echt bijna nooit gebeurd dus mhet is eigenlijk nogal merkwaardig dat het in beide verhalen voorkomt deze misschien wel bizarre situatie Citaten uit recensie 1 Bint: Citaat uit: De school in de literatuur: We zien de school echter door de ogen van de nieuwe leraar de Bree, die al vlug het schoolleven door de bril van Bint bekijkt. Maar het is levens dewereld van Bordewijk, vertekend en bevolkt met zijn monsters. Citaat uit: De school in de literatuur: Een leraar mag zich niet inleven in het kind, mag niet ”dalen” maar het kind moet zich inleven in de leraar, het moet “klimmen”. Ook tussen leraar en leerling zijn er relatieproblemen. Citaten uit recensie 2 Bint: Citaat uit: Oorspronkelijke denkkracht: Bordewijk heft de onmiskenbare humor die hem in staat stelt de reprsentatieve eigenschappen der gnomen met een enkel beeld naar voren te halen uit de ‘realiteit’; zelfs zijn fantastische namen, die de zonderlingste associaties doen geboren worden, werken daartoe mee ( Whimpysinger, Kiekertak, Taas Daamde, Klotterbooke, Bolmikolke, Schattenkeinder, leerlingen uit ‘de hel’). Citaat uit: Oorspronkelijke denkkracht: Maar tevens heft Bordewijk met deze korte roman Bint de onnozelheid en overbodigheid van de nog steeds geëerde lange huiskamerromans nog eens aan de kaak gesteld. Citaten uit recensie 3 Robinson: Citaat uit: Robinson is een eiland: Robinson is aardig voor iedereen, ze zet geen poot verkeerd, ze is begrijpend en behoedzaam, maar toch ontwikkelen de omstandigheden en de verhoudingen zich, rustig en haast vanzelfsprekend, zodat ze aan het eind van het boek meer dan ooit een eiland is geworden. Citaat uit: Robinson is een eiland: Ze leert Daniel kennen , een buitenbeentje uit haar klas, met wie ze een wat ongemakkelijke, maar vast niet oppervlakkige vrienschap sluit, en haar lerares Duits die Johanna Freida heet. Een naam voor een zeilschip eigenlijk, zegt ze. Een naam die ook herinnert aan Vrijdag. In elk geval is er dus een mogelijkheid om uit het isolement te komen
Citaten uit recensie 4 Bint: Citaat uit: De groteske wereld van Bordewijks Bint
De Bree werkte voor zijn komst naar de school van Bint aan een dissertatie over Anna Maria van Schuurman. Wanneer hij de eerste stormen van De Hel heft weten te keren, herleest hij de inleiding van zijn proefschrift. Citaat uit: De groteske wereld van Bordewijks Bint: Het schooljaar is afgelopen en De Bree heeft net tegen Bint gezegd dat hij niet langer blijft. Thuisgekomen herleest hij de inleiding van zijn proefschrift. Er staat: ‘Als een ander las hij de inleiding over Anna Maria van Schuurman en de labadisten.’ Vlak daarna, op de volgende bladzijde reeds, besluit hij alsnog om Bint te schrijven dat hij diens leerling wil blijven. Citaten uit recensie 5 Robinson: Citaat uit: wat een boek, hoe schitterend:”Robinson” van Doeschka Meijsing: een intrigerend mysterie: “Robinson”! De naam alleen al en haar vader is kapitein-der-zee, terwijl de geheimzinnige Duitse lerares waar Robinson omheen danst als een mot om de lamp, naar de naam Johanna Freida luistert.”(…) een naam voor een schip, zoals Robinson direct bedacht. De Johanna Freida koos vanoctend vroeg het ruime sop en alle thuisblijvers haaden het nakijken.” Citaat uit: wat een boek, hoe schitterend:”Robinson” van Doeschka Meijsing: een intrigerend mysterie: Een schitterend boek dus, tot pagina 52, want dan komt ineens de klad erin. Het mysterie vervaagt en lost op. Robinsons directe tegenspeler, haar klasgenoot Daniel, blijkt een zeur, en het verhaal begint naar een kinderboek te ruiken. Citaten uit recensie 6 Robinson: Citaat uit: De verwarring van de jonge Robinson: Aanvankelijk wordt ze geboeid door haar klasgenoot Daniel, een vrijgevochten jongen met veel praatjes. Toch vertrouwt ze hem metteen al niet. Daar zijn z’n ogen te licht voor. Het wantrouwen groeit als hij een neefje van de rector blijkt te zijn, en helemaal als haar moeder hem een aardig jongetje met manieren vindt. Steeds duidelijker wordt dat hij niet alleen macht probeert uit te oefenen, maar dat hij mensen gewetensloos tegen elkaar uitspeelt. Vol haat en jaloezie zit hij, zonder dat hij er weet van heeft. Hij is slecht en dom tegelijk. Citaat uit: De verwarring van de jonge Robinson: De andere persoon die zich in het leven goed opstelt is de ongetemde lerares Duits, Johanna Freida, door Robinson onmiddellijk met een schip vergeleken: de Johanna Freida. Een lange vrouw met donkerbruine ogen. Zoals haar vader thuis de bekrompen moeder tegenspel biedt, zo lapt deze Johanna Freida op school alle orderegels van de rector aan haar laars. Zij wordt een symbool van vrijheid en leuke dingen. Robinson bewondert haar. Secundaire antwoord: Ik heb nu de citaten uit de recensies gehaald en de beste vond ik: Een leraar mag ik zich niet inleven in het kind, mag niet dalen maar het kind moet zich inleven in de leraar, het moet klimmen. Ook tussen leraar en leerling zijn er relatieproblemen. Omdat dat precies beschrijft wat er in beide verhalen juist wel gebeurd en dat vind ik er nou het mooie van want de schrijver schreef dit boek dus op een andere stijl. Bij het boek Robinson zijn verschillende meningen onder de recensenten dit verklaart dat ik waarschijnlijk ook van andere mening ben over het antwoord van mijn vraagstelling dan bijvoorbeeld een recensent. Toch wordt er veel geschreven over de relatie tussen Johanna Freida en Robinson omdat hun wel een rare maar toch wel matige relatie hebben gedurende het hele verhaal. Zoals de ene recensent ook al schreef Robinson bewondert Johanna maar dat is niet echt wederzijds want anders zou je het niet met de vader van Robinson doen neem ik aan. Eindantwoord: Ik zal nu mijn eindantwoord geven op de vraagstelling: Hoe is de relatie tussen leerlingen en leraren?. Ik zal eerst kort van beide boeken het antwoord vermelden en daarna samenvoegen tot het eindantwoord met de meningen van de recensenten inbegrepen. Bint de relatie tussen De Bree en zijn klas de Hel is een mooie relatie omdat het van een bitter slecht begin tot een heel goed eind is gekomen. En het knappe is dat erin een kort verhaal zoveel veranderd. Ik vind dat De Bree nog wel een betere band had kunnen krijgen met zijn klas als hij iets vriendelijker werd na verloop van tijd. Dan had hij misschien wel moeilijkheden gekregen met Bint maar dat was juist leuk geweest. Robinson de emotionele drama van een zeventienjarig meisje die veel moeilijkheden heft en daarom vrienden wordt met Daniel. Ze zoekt een verlosser een voorbeeld die ze zelf nooit heft gehad van haar ouders. Dat voorbeeld ziet ze in Johanna Freida en ze krijgt een goede en ook mooie band met haar. Samen met Daniel doen ze vele dingen en gebeuren er nare dingen maar ondanks alles vind Robinson het toch jammer als Johanna en Daniel beide vertrekken. Ze baalt hier zo van dat ze eigenlijk niet meer verder wil en voor de rozenstruik op haar knieën wil vallen en niet meer verder zou willen gaan. Samengevoegd vind ik dat de relatie goed is tussen leraar en leerling omdat het in beide verhalen goede banden ontstaan naar verloop van tijd. Maar de relaties zijn toch verschillend maar dat is logisch omdat je twee verschillende schrijvers hebt maar in beide gevallen is de relatie toch iets persoonlijker en emotioneler dan een normale relatie tussen leraar een leerling. De recensenten hebben er een andere mening over soms maar dat is vooral bij het boek Robinson dus dat maakt over het algehele antwoord niet veel uit. De relaties zijn toch wel moeilijk te verwoorden omdat het van moment tot moment veranderd. Maar ik wil toch zeggen dat de relaties emotioneel goed zijn, op school ook goed en over het algeheel matig tot goed. Alleen veranderd de relatie tussen Johanna en Robinson van goed tot matig en tussen De Bree en de Hel van slecht tot goed dat is een groot verschil. Na alles samen te brengen zal ik nu een eindantwoord geven. De relatie tussen leraar en leerling is raar beschreven omdat gewoonlijk de schrijvers op een andere manier deze relatie beschrijven. Want de relatie zijn in beide boeken wel goed maar gaan verder in het priveleven door dan verwacht zou worden door veel recensenten. Dat is nou het bijzondere en originele van deze twee boeken. Toch lijken de boeken wel op elkaar maar er zitten toch nog een heleboel verschillen. Maar dat is natuurlijk logisch als je twee verschillende schrijvers hebt. Maar mijn eindconclusie: is dat de relatie tussen de leerling en de leraar is in Bint: goed, hard en streng.En bij Robinson is de relatie: goed, emotioneel, gaat dieper dan het schoolleven alleen. Ik vond Bint een beter boek omdat het mij meer aansprak dan Robinson omdat ik wel van de schrijfstijl van Ferdinand Bordewijk houd met zijn humoristische schrijfstijl en grappige namen.
Besluit: Ik in dit literatuuronderzoek veel tijd en werk gestoken en heb het zelfs bijna geheel moeten veranderen maar daarom ben ik blij dat ik nu aan alle punten voldoe naar mijn eigen inzicht dan. Het was opzich wel leuk om te doen maar het is wel zwaar. Het leuke is om twee complete verschillende boeken met elkaar te vergelijken en erachter komen dat er best veel gelijkkenissen en overeenkomsten zijn. Ik hoop dat ik een voldoende krijg anders vind ik dat wel raar want als je zoveel energie in iets stopt mag je toch wel verwachten dat het in orde is. Veel plezier met nakijken.

REACTIES

B.

B.

goed zo jongen

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Robinson door Doeschka Meijsing"