Inleiding De eerste toepassingen van het woord ‘barok’ vindt men in het Parijs van 1740. De Franse filosoof No’l Antoine Pluche maakte onderscheid tussen twee soorten muziek. De ene noemde hij ‘la musique Barroque’, barokmuziek, en de andere ‘la musique chantante’ (melodieuze muziek). Met barok bedoelde Pluche de krachtige, snelle instrumentale muziek in die tijd, met musique chantante de muziek die de menselijke stem nabootste en zich niet gekunsteld was. Het kwam er op neer dat je in Parijs zowel de virtuoze, briljante muziek van Vivaldi als de intense, rusteloze muziek van Rameau kon horen. Bach en Händel schreven hun belangrijkste werken in deze tijd van typische contrasten. Het Venetië van die tijd was geen politieke grootmacht meer en stevende af op een economische recessie. Dit nam niet weg dat er nog heel wat gaande was op muzikaal gebied.
Biografie van Antonio Lucio Vivaldi (1678-1741) Antonio Lucio Vivaldi is op 4 maart 1678 te Venetië geboren. Z’n moeder, Camilla, was de dochter van een kleermaker en trouwde in 1677 met Gianbaltista Vivaldi. Antonio had drie broers en drie zussen. Antonio kreeg van zijn vader vioolles, die was namelijk een uitmuntend violist. Als beroep was z’n vader kapper. Vivaldi’s bijnaam was al vlug “Rossi” vanwege z’n rosse haar, wat toen opmerkelijk was. Vivaldi kreeg een opleiding voor priester en werd dan ook uiteindelijk in 1703 priester. Niets wees erop dat hij van muziek z’n beroep zou maken, maar na een jaar was hij gedwongen om z’n ambt stop te zetten, door z’n zwakke gezondheid, hij had een chronische ziekte. Sommigen denken dat hij komedie speelde om zich volledig op z’n muzikale carrière te kunnen concentreren. Er wordt veel verteld dat hij z’n mis geregeld onderbrak om een melodie vlug te gaan opschrijven. Nu kon hij zich dus volledig op z’n muzikale loopbaan richten. Hij begon dan als vioolleraar; veel van z’n werken hebben ook een pedagogische waarde hierdoor want hij schreef werken voor z’n leerlingen en het orkest van de school;dirigent en componist aan de school Dell’ Ospedale Della Pièta. Het was 1 van de 4 scholen voor verweesde en behoeftige meisjes in Venetië. Waarschijnlijk als hij geen priester was geweest, zou hij deze functie niet gekregen hebben, omdat er enkel alleenstaande jonge meisjes in de school waren. Hij werd er directeur van en het ontwikkelde onder zijn leiding tot op een bijzondere hoogte. In 1714 werd hij ook directeur van de San-Angelo schouwburg van Venetië. Het was natuurlijk een veeleisende functie: Vivaldi tekende contracten, loste scabreuze situaties op, organiseerde repetities en tournees en zette z’n eigen opera’s in scène. Z’n opera’s werden 2 keer zoveel uitgevoerd als die van andere componisten uit z’n tijd. Van 1718 tot 1720 verbleef Vivaldi in Mantua aan het hof van de landgraaf van Hesse-Darmstadt, waar hij kapelmeester was. Daarna keerde hij weer terug naar Venetië. Hij was nog steeds verbonden aan het dell’ Ospedale della pièta. Hij moest twee concerto’s per maand schrijven als hij op reis was en werd daarvoor dan betaald. In 1723 vertrok hij naar Rome, waar hij in 1,5 jaar tijd 3 opera’s creëerde. Bovendien speelde hij voor de Paus. Z’n roem werd internationaal: Vivaldi vertolkte werken voor de ambassadeur van Frankrijk, schreef een cantateter aangelegenheid voor het huwelijk van Lodewijk XV en droeg het vioolconcert, La Contia, op aan Karel VI. De daaropvolgende jaren reisde Vivaldi veel. Na een laatste rondreis door de Nederlanden, waar hij in 1738 het honderdjarig bestaan van de Amsterdamse schouwburg meevierde, gaf hij een ultieme representatie van z’n opera’s. In 1740 nam hij afscheid van het dell’ Ospedale della pièta en verliet hij Venetië. Niemand wist waar hij naar toeging. Pas 1 jaar later overleed hij in Wenen; alleen; arm en reeds vergeten. Hij werd begraven zonder muziek.
Vivaldi’s werken Van de vele werken die Vivaldi heeft gecomponeerd, zijn er zo’n 550 bewaard gebleven. 235 concerto’s voor strijkers met als bekendste natuurlijk Le quattro stagioni, de vier jaargetijden, 50 concerto’s voor fagot, 20 voor hobo, 27 voor cello, 49 opera’s, 90 solo- en triosonates, vele cantale’s, motieten en oratoria’s.
Z’n belangrijkste werken
1712 La Stravaganza - Instrumentale muziek
1712 Estro Armonico - Instrumentale muziek
1712 12 concerto’s - Instrumentale muziek
1716 Juditha Triomphans Oratorium
1719 Armida - Opera
1720 Tito Manlio - Opera
1724 Le quattro staggioni - Instrumentale muziek
1727 La Cetra - Instrumentale muziek
1727 Orlando Furioso - Opera
1727 Te Deum - Religieuze muziek
1732 Laudate - Religieuze muziek
1734 L’Olimpiade - Opera
1735 Tamerlano - Opera
1738 Dixit Dominus - Religieuze muziek
Vocale werken van Vivaldi Vivaldi is vooral gekend als componist van orkestmuziek, maar zijn opera’s, cantates, motetten en oratoria mogen zeker niet vergeten worden. In de Venetiaanse theaters werden twee keer zoveel opera’s van Vivaldi uitgevoerd als van andere componisten uit die tijd.
Vivaldi’s concerten Bij de werken van Vivaldi vinden we een duidelijke muzikale vorm met levendige melodieën en ritmische verve. Twee derde van de concerto’s van Vivaldi zijn voor solo-instrument met orkest. De meeste zijn geschreven voor viool, maar een aanzienlijk aantal ook voor cello, fluit en fagot. Vivaldi’s gebruikelijke orkest bestond uit 25 snaarinstrumenten met klavecimbel of orgel als continuo, maar in veel van zijn concerto’s maakte hij gebruik van fluiten, hobo’s, fagotten of hoorns, welke zowel als solo-instrumenten als in ensemblevorm gebruikt werden. Vivaldi wist originele combinaties van strijkinstrumenten te maken, waardoor gevarieerde kleurschakeringen ontstonden. De ‘Vier jaargetijden’ zijn hier een voorbeeld van. De meeste concerto’s zijn als volgt in drie delen opgebouwd: een Allegro, vervolgens een langzaam deel in een aanverwante toonsoort, en als slot weer een allegro welke wat korter en levendiger is dan de eerste. Alhoewel sommige delen in fugatische stijl zijn is de structuur meer homofoon dan contrapuntisch. Vivaldi onderscheidde zich niet van zijn voorgangers door virtuositeit of door originele arrangementen, maar meer door een spontane en duidelijke uitwerking van zijn muzikale ideeën. Hij wist de solo partijen op unieke wijze tegen het orkest aan te zetten. De solo’s hadden meer karakter en het drama van de zangpartijen van een opera. In Vivaldi’s stijl waren de veranderingen die plaats vonden in de 18de eeuwse muziek duidelijk hoorbaar. Zijn ‘synfonia’s’ hadden al duidelijk kenmerken van wat later in de klassieke periode de symfonie zou gaan heten. In zijn programmamuziek, bijvoorbeeld de ‘vier jaargetijden’ vond hij een delicaat evenwicht tussen halfserieuze en halfspeelse houding.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
Hoi,
ik zit op 5 havo en moet voor muziek eenwerkstuk maken. Ik ga het ook hebben over Vivaldi.
Nu heb ik eigenlijk de partituur nodig van de vier jaargetijden.
Mijn vraag aan jou is nu of jij toevallig die partituur ook hebt moetne gebruiken en of jij die partituur hebt.
Heb je ze niet, zou jij dan weten waar je die moet zoeken?
Alvast bedankt,
Chretien van der Linden.
Limburg.
20 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
Hoi!
Wat was ik blij toen ik je werkstuk las! Want vandaag ben ik erachter gekomen dat ik morgen een presentatie heb over Vivaldi. Anders had ik het echt nooit klaargekregen. Hartstikke bedankt!
Groetjes, Christel
19 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
mooi gedaan
6 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
ik heb ook een werkstuk er over gedaan
6 jaar geleden
Antwoorden