Algemeen Rachmaninov stamde af uit een oude aristocratische familie, die niet ongevoelig stond tegenover de muziek. Zijn grootvader en zijn vader, een leerling van John Field, waren muzikaal begaafd. Alhoewel men een militaire loopbaan voor hem voorzien had, volgde Rachmaninov lessen aan het conservatorium te Sint-Petersburg. Nadien studeerde hij verder aan het conservatorium te Moskou. Hij studeerde piano bij de strenge Sjerjev en compositie bij Anton Arensky. Vooral onder invloed van Tanjejev werd hij een vurig Tsjaikovski bewonderaar. Hij aarzelde lang tussen de pianistische en de compositorische loopbaan. Eigenlijk heeft hij dit alternatief nooit volledig kunnen oplossen; beide roepingen heeft hij weten te combineren, vooral als het ging over het vertolken van eigen werk.
Zijn werken In 1893 componeerde hij voor zijn eindexamen de opera Aljéko, ontleend aan ‘De zigeuners’ van Poesjkin. Hij gradueerde met de grote gouden medaille voor compositie. Uit diezelfde tijd dateert de eerste versie van wat later (in 1917) het Eerste pianoconcert in fis zou worden. In 1897 componeerde hij zijn Eerste symfonie; de eerste uitvoering werd een mislukking en verwerkte een ernstige depressie. In 1900 volgde bij deze hypochondrische enpsychastenische natuur een nieuwe depressie, die te Londen bij dokter Dahl door hypnose en suggestie werd behandeld en genezen. Dankzij deze therapie kon hij zijn Tweede Pianoconcerto, dat hij trouwens aan zijn dokter opdroeg, voltooien(1901).
Intussen kreeg zijn virtuozenloopbaan steeds meer uitbreiding, terwijl hij doorging met componeren en in 1905 twee opera’s voltooide: de gierige Ridder en Francesca da Rimini.
In 1906 vertrok hij naar Dresden. In dit centrum van intensieve muziekbeleving en beoefening beleefde hij zijn meest creatieve periode. Daar ontstonden onder andere Het Dodeneiland, geïnspireerd door het beroemde doek van Böcklin, de Tweede symfonie in e, de eerste Pianosonate in d, de onvoltooid gebleven opera Monna Vanna, op tekst van Maeterlinck, het Derde pianoconcerto, in d e.a.
Zijn reizen In 1909 maakte Rachmaninov zijn eerste concertreis door de Verenigde Staten van Amerika. Deze werd een zeer groot succes, zowel voor de pianist als voor de componist, terwijl hij tevens met succes te New York, Philadelphia, Chicago, dirigeerde.
Toen hij in Rusland terugkeerde, werd hem een officiële functie aangeboden als hoofd van de keizerlijke Russische muziekvereniging. Dit was een bij uitstek pedagogische taak, die erin bestond leiding te geven aan de verschillende conservatoria. Na de revolutie van 1917 verliet Rachmaninov Rusland. Eerst verbleef hij in Scandinavië, maar vanaf 1918 vestigde hij zich in Amerika. Zijn activiteit werd steeds meer die van de reizende virtuoos en minder en minder die van de scheppende kunstenaar, alhoewel men toch niet mag vergeten dat in die jaren van ballingschap enkele van zijn meest waardevolle werken ontstonden, onder andere Paganini-Rapsodie (1934) en de Derde symfonie (1936). Met de ouderdom werden de neurastheniesymptomen scherper. Daarbij kwam een steeds toenemende verzwakking, die tenslotte te wijten bleek aan een kankertumor, welke hem noodlottig werd.
De pianist Als pianist behoorde Rachmaninov onbetwistbaar tot één der allergrootsten van deze tijd. Zijn opnamen getuigen van een bijzonder grandioze opvatting van het pianospel. Voortdurend wordt men getroffen door de grootse opzet en de sterke geestelijke concentratie. De grondslag van zijn technische kunne dient men te zoeken in een uitermate strenge vorming (Sverjev), die overigens typerend was en nog is voor de wijze waarop in Rusland virtuozen worden opgeleid. Tot zijn dood bleef hij zich dagelijks aan een onwrikbare discipline van technische studies en toonladders onderwerpen. Ondanks zijn onbetwistbare romantische inslag toonde hij veel reserve, vooral in zijn eigen oeuvre. Zijn Bach- en Beethoven-interpretaties schijnen wel iets problematischer te zijn geweest.
De componist Om Rachmaninov als componist te beoordelen dient men met enkele historische en psychologische factoren rekening te houden. Het 19e eeuwse Rusland bewoog en ontwikkelde zich tussen twee culturele polen: Sint-Petersburg en Moskou, zoals dit onder andere in Tolstojs ‘Oorlog en Vrede’ duidelijk wordt geschilderd. Rachmaninov vertegenwoordigde de meer bij het Westen aansluitende Moskou-richting. Psychologisch beschouwd, was hij een typisch secondair-reagerende, weinig voor nieuwe indrukken openstaande natuur. Creatief is hij zelden of nooit boven een overigens zeer begaafd epigonisme uitgegroeid; hij is en blijft een Tsjaikovski-bewonderaar.
De boodschap van vernieuwing, gebracht door Moessorgski, was hem voorbij gegaan. De evolutie van Skrjabin, zijn tijdgenoot, bleef hem vreemd, om nog te zwijgen van de maar negen jaar jongere Stravinski.
Anekdotes en verhalen In zijn eigen woorden...
"In mijn eigen composities is er geen inspanning geweest om, of Romantisch of nationalistisch, of iets anders te wezen. Ik schrijf op papier de muziek die ik in mij hoor, zo natuurlijk als mogelijk... Wat ik probeer te doen, wanner ik mijn muziek neerschrijf, is het simpel houden en onmiddellijk noteren wat mijn hart mij voordraagt." "Muziek is er genoeg voor het leven; maar één leven is nooit genoeg voor muziek." "Wel, er is [Jozef] Hofman... en er is mij. " -wanneer men hem vroeg naar de belangrijkste pianist van de 20e eeuw.
“Mijn handen, mijn dierbare handen " zijn laatste woorden in het hospitaal.
Rachmaninov was een echte zeilfanaat. Op een dag nodigde hij Mr. Ibbs, zijn Europese agent en zijn vrouw uit voor een trip rond het lokale meer. Mr. Ibbs was erg enthousiast en vroeg de boot eens zelf te mogen besturen. Nog maar pas had Sergei zich neergezet, of de boot begon te spinnen en te kantelen. Zonder een woord te zeggen, sprong Rachmaninov naar het wiel, duwde Ibbs uit de weg, en kreeg de boot weer onder controle. Later toen ze richting thuis keerden vroeg Rachmaninov, "Zeg niets tegen Natalia [zijn vrouw]. Of ze laat mij nooit meer gaan zeilen. "
Rachmaninov buisde de eerste keer voor zijn rijexamen (in Amerika)omdat hij niet goed Engels kon, en ook omdat in Rusland de bestuurder van het voertuig rechts zit.
Rachmaninov was ooit eens uitgenodigd op een etentje met een beroemde pianist. Deze pianist speelde Grieg's Piano Concerto in A-minor Rachmaninov’s favoriete stuk. Hij luisterde aandachtig, zei geen woord, tot hij op het einde hij droog opmerkte:” De piano is niet juist gestemd.”
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden