Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Seksuele criminaliteit

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 2626 woorden
  • 17 januari 2002
  • 64 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
64 keer beoordeeld

Seksuele criminaliteit Bij wie staan de gruwelijke feiten uit het dossier van Marc Dutroux, de Belgische kinderverkrachter en moordenaar niet diep in het geheugen gegrift. Deze verschrikkelijke man heeft samen met zijn vrouw Michèle vele gruwelijke misdaden begaan. Hier volgt een greep uit de strafbare feiten: - 24-6-1995: Dutroux ontvoert de Belgische meisjes Julie en Melissa, hij sluit hen op in de kelder van zijn huis om ze daar seksueel te misbruiken en later te vermoorden. - 22-8-1995: An en Eefje, afkomstig uit het Belgische Hasselt ondergaan hetzelfde lot als Julie en Melissa - 28-5-1996: Dutroux ontvoert ook het meisje Sabine en sluit haar op in zijn kelder om haar daar seksueel te misbruiken. - Augustus 1996: Laetitia volgt dezelfde tragische weg als Sabine. Deze twee meisjes worden echter gevonden in het huis van Marc Dutroux en vormen de aanleiding tot zijn definitieve arrestatie, na al enkele eerdere arrestaties. Alle meisjes die Marc Dutroux ontvoerde waren rond de 10 jaar oud. Dit voorbeeld is waarschijnlijk tot nu toe het meest bekende en gruwelijkste voorbeeld van seksuele criminaliteit. Dutroux heeft zich schuldig gemaakt aan ontvoering, seksueel misbruik en moord. In dit geval is het erg duidelijk dat er sprake is van een delict. Het ontvoeren van kinderen en deze gevangen zetten om seksueel te misbruiken is natuurlijk strafbaar. Soms is de grens tussen seksuele criminaliteit en vrijwillige seks echter moeilijk te trekken. In de volgende paragrafen zullen we hierover enkele zaken toelichten en proberen uit te leggen waar deze grens precies ligt. Seksuele gedragingen zijn strafbaar wanneer er wordt gehandeld tegen de wil van de betrokkene (slachtoffer in dat geval). Dit is in het bijzonder het geval met minderjarigen. Personen onder de achttien jaar worden beschouwd als onbekwaam om met voldoende inzicht in de gevolgen over hun eigen lichaam te beschikken. Dit is ook het geval met mensen die dit vanwege een lichamelijke of geestelijke handicap niet kunnen. Als een volwassene seks heeft met een minderjarige is de volwassene strafbaar. In dit geval kan de minderjarige of een van zijn of haar ouders aangifte doen van seksueel geweld. Indien er geen sprake is van een minderjarige of een gehandicapt persoon is er slechts sprake van seksuele criminaliteit ofwel seksueel geweld indien er wordt gehandeld tegen de wil van het slachtoffer. Hierbij kan je dus denken aan verkrachting, gedwongen prostitutie of onzedelijke handelingen. In verreweg de meeste gevallen van seksueel geweld zijn kinderen het slachtoffer omdat zij een zeer makkelijke prooi vormen. Er zijn twee vormen van seksueel geweld. De niet-commerciële vorm is de vorm die het meest voorkomt. Hierbij kun je denken aan verkrachting, incest en misbruik op school of bij andere instellingen. De andere vorm die ook zeker niet mag worden onderschat is de commerciële vorm van seksueel geweld. Hierbij kan je denken aan kinderporno en –prostitutie. Met het Internet is er een hele nieuwe bron voor de plegers van commercieel seksueel geweld bijgekomen. Tot enkele jaren geleden waren er vele sites met daarop, uiteraard tegen betaling, kinderporno. Sommige kinderen, afgebeeld op een foto of gefilmd, waren zelfs slechts 4 jaar oud. Sinds omstreeks 1996 is er een grote jacht ingezet op de uitbuiters van dit soort sites en zijn deze sites drastisch in aantal gedaald. Alle Nederlandse sekssites op internet mogen nu alleen plaatjes of filmpjes bevatten, met daarop mensen van 16 jaar of ouder. Voor Amerikaanse sites is deze leeftijd 18 jaar
De omvang van seksueel geweld wordt vaak onderschat. De cijfers zijn dan ook schrikbarend. Hier volgen enkele statistische gegevens met betrekking tot seksueel geweld

Vorm % Vrouwen1988 % Vrouwen1998 % Mannen1998 - Uitsluitend non-contactvormen:(geslachtsdelen tonen, naar foto’s moeten kijken, naakt moeten poseren, over seksmoeten praten, kijken naar masturbatie,toekijken aanranding derde) 9,1 6,1 2,7 - Matig ernstige contactvormen:(betast worden onder of boven kledij,aanwrijven geslachtsdelen) 15,8 18,6 12,6 - Matig ernstige contactvormen:(begluurd worden, uitgekleed worden, zichmoeten uitkleden, geslachtsdelen moetenbetasten, iemand moeten masturberen, zelfmoeten masturberen) 4,5 6,6 4,9 - Zeer ernstige contactvormen:(poging tot coïtus, coïtus zonder penetratie,coïtus met penetratie, oraal moeten bevredigen,"iets ergs", pijn gedaan worden) 7,2 12,5 4,7
Subtotaal 36,6 43,8 24,9 - Geen seksueel geweld 63,4 56,2 75,1
Totaal 100% 100% 100% Uit deze cijfers komt duidelijk naar voor dat met betrekking tot de ernst van seksueel geweld er een verschuiving is naar ernstiger geweld. Ook is te zien dat vrouwen vaker het slachtoffer zijn van seksueel geweld dan mannen. Ongeveer 1 op de 2 vrouwen is wel eens slachtoffer geweest van seksueel geweld, terwijl dit bij de mannen slechts 1 op de vier is. Duurtijd Vrouwen 1988 Vrouwen 1998 Mannen 1998
1 jaar (of minder) 75,8 70,3 71
2-8 jaar 16 22,3 26,2
9 jaar (en meer) 8,2 7,4 2,8
Totaal 100% 100% 100% Gesteld kan worden dat bij 7 op 10 personen het seksueel geweld eerder van korte duur [een jaar of minder] is. Bij 3 op 10 personen betreft het een duurtijd van 2 jaar of langer. Extreem lange duurtijden zijn eerder uitzonderlijk en komen vaker voor bij vrouwelijke dan bij mannelijke slachtoffers. Het patroon is zeer verschillend van dat bij fysiek geweld, waar in ruim de helft van de gevallen de duurtijd van twee jaar wordt overschreden en extreem lange duren, zowel bij vrouwen als mannen, geen uitzondering vormen. Aard van de relatie Vrouwen 1988 Vrouwen 1998 Mannen 1998
Partner 17,3 20,9 7,7
Ouders 3,1 8,1 4,6
Broers/zussen 3,5 1,7 1,8
Kinderen (onbekend) 0 0,3
Andere familieleden 11,5 11,1 2,1
Werk/school/leger (onbekend) 5,9 9
Gezagsfiguur/hulpverlener 2,6 1,7 8
Andere bekenden 26,7 24 38,4
Onbekenden 33,2 26,6 28,1
Totaal 100% 100% 100% Voor vrouwen kan het seksueel geweld in alle categorieën opduiken: zowel binnen als buiten het gezin, in de ruimere familie en in functionele relaties, gepleegd door zowel bekenden als onbekenden. Niettemin blijkt de partner in één op vijf gevallen aansprakelijk te zijn voor het seksueel geweld op vrouwen. Wanneer de relatie dader/slachtoffer gekoppelt wordt aan de ernst van het seksueel geweld behoort ook hier de partner tot de categorie van de gevaarlijkste geweldplegers. Onbekende daders plegen relatief minder van het matig en ernstig geweld op vrouwen, "andere bekenden" relatief vaker. Bij mannen wordt de categorie "andere bekenden" hoofdzakelijk aangeduid als plegers van seksueel geweld. Daarnaast komen er bij mannen ongeveer evenveel onbekende seksueel geweldplegers voor als bij vrouwen. Naast de statistieken over de slachtoffers zijn er ook veel statistieken met betrekking tot de plegers van seksueel geweld. We zullen hieronder enkele feiten opsommen. · 80 % van de daders kent het slachtoffer · de dader heeft een gemiddelde leeftijd van 35 jaar · 95 tot 98 % van de tot nu toe gekende daders zijn mannen · geen onderscheid op basis van socio-economische klasse · geen onderscheid tussen stad- en plattelandbewoners · levensbeschouwing of godsdienst is van weinig invloed · de dader begint vroeg aan zijn carrière (15,16 jaar) en maakt gemiddeld 7,5 slachtoffers · de meeste daders zijn zelf slachtoffer of getuige geweest van seksueel geweld · alcohol speelt vaak een voorname rol · 53 % ontwikkelt voor de leeftijd van 15 jaar een deviante seksuele interesse. · Binnen de vier categorieën van seksuele plegers naar kinderen toe (incestueus en niet-incestueus t.o.v. respectievelijk meisjes en jongens) zijn het vooral de pedofielen gericht op jonge jongens die het hoogste aantal misdrijven begaan. · 67,2 % richt zich op vrouwen, 11,9 % op mannen. 20 % zijn op beide geslachten gericht. · Ongeveer de helft van de daders (49 %) opteert voor slachtoffers in één leeftijdsgroep. Bij de overigen gaat het om verschillende leeftijdsgroepen. · 59 % maakt gebruik van gewelddadig gedrag, 14,9 % doet dit niet; 26 % maakt soms gebruik van geweld. Als we de feiten en cijfers zo op een rijtje zien lijkt het alsof de seksuele criminaliteit amper bestreden wordt. Dit is echter niet het geval. We zullen hieronder de verschillende aspecten van de wetgeving tegen seksueel geweld bekijken en ze stuk voor stuk toelichten. Seks met minderjarigen Seks met minderjarigen of wilsonbekwamen is in Nederland een klachtdelict. Dat wil zeggen dat het misdrijf wel strafbaar is, maar dat vervolging door het Openbaar Ministerie pas kan plaatsvinden als er een klacht is ingediend. Zo'n klacht kan worden ingediend door de minderjarige zelf, zijn of haar ouders of wettelijke vertegenwoordigers en de Raad voor de Kinderbescherming. Als een ouder, stief- of pleegouder, voogd, onderwijzer of werkgever de ontucht pleegt, kan de officier van justitie ook zónder klacht tot vervolging overgaan.
Sekstoerisme Inwoners van Nederland die in het buitenland een zedendelict plegen, kunnen in Nederland worden vervolgd. Eind 1996 is een Nederlander veroordeeld wegens seksueel misbruik van kinderen op de Filippijnen. In zo'n geval moet er sprake zijn van 'dubbele strafbaarstelling': het misdrijf moet zowel in Nederland als in het betreffende land strafbaar zijn. Bestrijding van seksueel misbruik bij minderjarigen De aandacht voor seksueel misbruik van en geweld tegen kinderen is sinds de jaren tachtig toegenomen. De toegenomen aandacht voor seksueel misbruik van kinderen is mede te danken aan de niet-aflatende inspanningen van non-gouvernementele organisaties en de vrouwenbeweging, maar ook aan een aantal publicaties waarin de aard en de omvang van de problematiek aan het licht worden gebracht. Enkele geruchtmakende zaken in binnen- en buitenland hebben de afgelopen jaren deze aandacht verder vergroot. Er bestaan inmiddels vele lopende en voorgenomen initiatieven. Het is nu het belang om deze initiatieven aan elkaar te koppelen om zo tot een goed lopend beleid te komen. Zedenzorg bij politie en Openbaar Ministerie Alle politiekorpsen moeten voldoen aan verscherpte kwaliteitseisen op het gebied van zedenzorg. De inrichting van een bovenregionale gezamenlijke voorziening ter ondersteuning van de politiekorpsen en de parketten bij de aanpak van kinderporno is dan gerealiseerd. Elk korps dient verder te beschikken over gespecialiseerde zedenrechercheurs. Dit specialisme dient 24 uur per dag beschikbaar te zijn. Bij de behandeling van ernstige zedenaangiften gaat een aantal nieuwe zorgvuldigheidseisen gelden. Zo moet een slachtoffer altijd kunnen kiezen tussen mannelijke of vrouwelijke politie-ambtenaar, wordt de aangifte altijd opgenomen op geluidsband en wordt de aangifte altijd door twee agenten behandeld. De korpsen moeten ook regionaal beleid gaan ontwikkelen. Voorts zullen de opleidingen worden verbeterd en zullen er een aantal wenselijke deskundigheidsniveaus voor politie en Openbaar Ministerie op het terrein van zeden worden vastgesteld. Bij het Openbaar Ministerie is op elk parket een officier aangesteld die als aanspreekpunt voor zedenzaken zal functioneren. Bij de behandeling van moeilijk controleerbare aangiften zal de officier van justitie gebruik maken van een gespecialiseerde groep gedragsdeskundigen. Het gaat daarbij om aangiften gebaseerd op (in therapie) hervonden herinneringen of herinneringen van voor het derde levensjaar en aangiften van ritueel misbruik. De coördinatie van deze deskundigengroep vindt plaats door de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI). De CRI werkt verder aan de landelijke invoering van het VICLAS-systeem. Dit is een databank waarin alle moord- en zedenzaken worden geregistreerd. Met behulp van dit systeem kunnen landelijk en internationaal verbanden worden gelegd tussen individuele moord- en zedenzaken. Aanpassingen Zedelijkheidswetgeving Het artikel in het wetboek van strafrecht dat kinderporno strafbaar stelt, art 240b Sr, is geëvalueerd door het Verwey Jonker Instituut. Mede naar aanleiding van deze evaluatie komt de minister met een aantal wetswijzingen: · De minister wil de leeftijdsgrens voor het optreden in pornografische films en dergelijke verhogen naar 18 jaar. Daarmee wordt ten aanzien van pornografie dezelfde minimumleeftijd gehanteerd als in de prostitutiesector. Dit komt de bescherming van minderjarigen ten goede. · De Hoge raad bepaalde vorig jaar dat het enkelvoudige bezit van kinderporno strafbaar is. Het kinderporno-artikel zal worden aangepast zodat deze strafbaarheid ook expliciet blijkt uit de wet. · Het zogenoemde klachtvereiste - dat is het vereiste dat seks met minderjarigen tussen de twaalf en zestien jaar slechts wordt vervolgd als er een officiële klacht ligt van het slachtoffer - wordt afgeschaft. Dit vereiste blijkt in de praktijk niet goed te functioneren. Zo bemoeilijkt het de aanpak van kinderprostitutie en kindersekstoerisme. Ervoor in de plaats komt de verplichting voor het Openbaar Ministerie om het slachtoffer te horen voor dat vervolging wordt ingesteld. · De minister van Justitie overweegt virtuele kinderporno, dat is kinderpornografisch materiaal waarbij niet aanwijsbaar een echt kind is betrokken, eveneens strafbaar te stellen. Het blijkt met moderne technieken mogelijk levensechte virtuele afbeeldingen te maken. Hoewel de strekking van het kinderporno-artikel is, feitelijk seksueel misbruik te bestrijden kan het in omloop brengen van dergelijk materiaal (psychische) schade veroorzaken bij de afgebeelde persoon. Met de strafbaarstelling van dergelijk materiaal zou het bovendien beter mogelijk worden kinderporno op Internet te bestrijden. Dit omdat dan niet meer bewezen hoeft te worden dat het aangetroffen materiaal echte kinderen afbeeldt. Ook in internationaal verband lijkt consensus te ontstaan voor een dergelijke strafbaarstelling. De minister wil de internationale ontwikkelingen voorlopig afwachten voor met wetswijzigingen op dit terrein te komen. Als we de wetgeving tegen seksueel geweld ofwel seksuele criminaliteit zo eens belichten, zien we dat er in Nederland hard gewerkt wordt aan het bestrijden van deze vorm van criminaliteit en het bestraffen van de daders ervan. Toch zouden er op enkele punten nog wat verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Op de volgende bladzijde zal ik enkele dingen die volgens mij verbeterd kunnen worden aan de wetgeving ten opzichte van seksueel geweld weergeven en nader toelichten. De huidige wetten ten aanzien van seksuele criminaliteit voldoen in zoverre dat deze vorm van criminaliteit altijd wordt bestraft. De normen hiervan liggen echter zover uiteen dat ik vind dat hier nog enige aanpassing mogelijk zou zijn. Zo is er een gevangenisstraf van drie maanden wanneer de openbare eerbaarheid wordt geschonden. Hiermee worden mijns inziens de zogenaamde “potloodventers” bedoeld. Deze straf vind ik op zich redelijk, aangezien de overtreders van deze wet, niet fysiek met hun slachtoffers in aanraking komen. De straf die hiervoor geldt is echter even zwaar als de straf voor iemand die kinderporno verspreidt. Dit vind ik onjuist. Kinderporno zie ik als een zwaarder vergrijp dan het schenden van de openbare eerbaarheid, omdat met dit eerste kinderen worden misbruikt. Zij worden namelijk gedwongen, soms tegen betaling, soms niet, om naakt te poseren. Ik vind dit schandelijker dan een potloodventer die zijn slachtoffers niet dwingt om dingen te doen. Daarom vind ik het niet consequent van de Nederlandse wet dat voor het verspreiden van kinderporno ook slechts een gevangenisstraf van maximaal drie maanden kan worden opgelegd. Ik vind dat deze straf hoger uit moet vallen en eerder rond een periode van een jaar gevangenisstraf zou moeten liggen. Een ander voorbeeld van een onvolkomenheid in de Nederlandse wet is het verschil tussen het plegen van ontucht met zijn minderjarig kind of afhankelijk persoon enerzijds en het verkrachten van een persoon met wie een soort gelijkwaardige relatie bestaat anderzijds. Voor het eerste, ontucht plegen met een eigen kind of het plegen van ontucht door bijvoorbeeld een onderwijzer of een dokter met respectievelijk een leerling of een patiënt, geldt een maximale gevangenisstraf van zes jaar. De andere vorm van seksueel geweld, waarbij iemand een willekeurig persoon dwingt tot seksuele handelingen, levert een maximale gevangenisstraf op van twaalf jaar. Dit is dus een duidelijk verschil. Ook dit verschil vind ik een fout in de Nederlandse wet. Voor deze twee handelingen, die naar mijn mening ongeveer gelijkwaardig zijn, geldt dus een heel andere straf. Volgens mij moeten twee van dit soort verkeerde handelingen allebei met dezelfde strafmaat worden bestraft. Daarom vind ik dat de straf voor het dwingen van een persoon tot seksuele handelingen moeten worden verhoogd naar twaalf jaar in plaats van zes jaar. Naast deze onvolkomenheden in de wet vind ik dat er ook eens moet worden gekeken naar het beleid ten opzichte van preventie van seksueel geweld. Er heerst nu echter nog een soort van taboe in Nederland over dit onderwerp. Ik vind dat dit taboe met onmiddellijke ingang moet worden doorbroken. Het lijkt mij dat dit het beste kan door een landelijke campagne van de overheid door middel van tv- en radiospotjes waarin de nadruk wordt gelegd op het handelen van slachtoffers en eventuele getuigen van seksueel geweld. Deze campagne is ook met succes gevoerd tegen het zinloze geweld. Door dit soort campagnes raakt de bevolking doordrongen van het feit dat ze zelf wat tegen seksueel geweld kunnen doen. Getuigen kunnen bijvoorbeeld proberen in te grijpen of het alarmnummer te bellen en slachtoffers zouden kunnen proberen om zo hard mogelijk te schreeuwen om de aandacht te trekken van omstanders en de dader af te schrikken. Dit zal niet in honderd procent van de gevallen werken, maar het zal toch voor een groot deel het aantal slachtoffers van seksueel geweld kunnen laten dalen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.