Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Incest- Seksueel misbruik

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas aso | 6878 woorden
  • 17 juni 2003
  • 74 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
74 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
I. Argumentatie Seksuele zedenfeiten zoals misbruik en incest zijn nog steeds taboes. Slachtoffers durven er namelijk nog steeds niet allemaal voor uit te komen en omstanders sluiten hun ogen. Je ziet wel dat stilletjes aan de taboes worden gebroken door slachtoffers, daders, de Kerk en deskundigen. Maar nog steeds te weinig. Programma’s zoals o.a. Koppen, Telefacts en Jambers proberen deze taboes duidelijk te maken. Ik vond het interessant om de verschillende standpunten te bespreken, vooral de dadersstandpunten en die van de Kerk omdat deze namelijk de taboestandpunten zijn of zij er vaak niet voor kunnen uitkomen. Misbruik is op alle vlakken een maatschappelijk probleem dat waarschijnlijk ook in onze vriendenkringen voorkomt, maar dat we niet zien of niet doorhebben. Daarom leek het mij wel interessant hierin te verdiepen en wie weet, leer ik er nog wat van... De verhalen die ik las, hebben mij heel erg geraakt. De eerste uur kon ik geen woord uitbrengen omdat ik niet kon geloven dat sommige mensen helemaal alleen die last moeten dragen, die niet namelijk niet min is. Slachtoffers én daders zijn soms te bang om hulp te gaan zoeken bij de politie en weten vaak dat ze andere mogelijkheden hebben. II. Informatie over incext Wat is incest (1)? • een seksueel contact door een familielid of vertrouwenspersoon dat het kind heeft beschadigd • Een vertrouwenspersoon is iemand die jou of jouw familie langere tijd kende, of vanuit zijn/haar functie met jou/jullie gezin omging, bijvoorbeeld leraren, pastoor, dominee, dokter, therapeut, gezinsvoogd, buren, vrienden. Het gaat om iemand waarvan je mocht aannemen dat die betrouwbaar was. • aangezien de schade direct is ontstaan is het irrelevant of het misbruik slechts eenmalig plaatsvond of vaker • seksuele contacten konden o.a. bestaan uit verbale -, visuele -, of fysieke benaderingen • er hoeft geen sprake te zijn van genitale fysieke seksuele handelingen zoals "geslachtsgemeenschap" om toch van incest te kunnen spreken • er hoeft geen sprake te zijn van fysiek contact om toch seksueel misbruikt te zijn • incest kan al ontstaan door woorden, blikken, het getuige zijn van situaties of insinuaties
Wat is incest (2)? • incest is nooit oké • incest beschadigt altijd de grenzen van alle betrokkenen • incest beschadigt de grenzen, de integriteit, de identiteit, de ziel en het hele wezen van het kind • de schade die aan een kind wordt aangebracht is definitief en kan nooit meer worden weggenomen, maar als incestoverlevenden kun je de schade en de verwoestende gevolgen van het misbruik verwerken en een plek geven, waardoor nieuwe vrijheid ontstaat en je een gezond leven kunt voortzetten Wat is incest (3)? Onder incest verstaat men seksuele handelingen met bloedverwanten of pupillen. Het gaat hier dus om seksuele handelingen in een familieband of een gezagsrelatie. In dit geval is er geen aanklacht nodig om tot juridische stappen over te gaan. Wie? Naar schatting is het aantal incestslachtoffers hoger dan men in de eerste instantie zou verwachten. Uit onderzoek blijkt dat 15% van de vrouwen (dit is ongeveer één op de 6 à 7 vrouwen) vóór haar 16e levensjaar te maken heeft gehad met seksueel misbruik door verwanten. Hoe dit aantal bij mannen ligt is vooralsnog onbekend. Incest komt voor in de familie. Het gebeurd door een vader, moeder, broer, neef, tante, opa, achternicht etc. Incest kan echter ook in andere relaties bestaan, namelijk die van voogd en kind of leraar en kind. Je kunt nooit zeker weten of iemand een incestslachtoffer is. Vaak is het wel op te merken omdat het slachtoffer niet tot nauwelijks met de dader om wil gaan en omdat het slachtoffer vaak als de dood is om alleen met de dader te worden achtergelaten. De daders zijn mensen die door ouders/familie als vertrouwde personen worden gezien. Daardoor is het voor het slachtoffer des te moeilijker om voor het misbruik uit te komen, omdat het slachtoffer bang is om niet geloofd te worden. De reden? De reden waarom incest gebeurd is onduidelijk. Het is onduidelijk of het hier om macht gaat, of om de gezag-, of familieband. Waarschijnlijk een combinatie van beide. Waar? Waar het gebeurd is veelal thuis bij het slachtoffer of een familielid. Hoe voorkomen? Hoe incest te voorkomen is weet niemand. Het gebeurt vaak in het geniep om niet ten schande te raken voor de rest van de familie. Daarnaast is het moeilijk om er met andere familieleden over te praten. Aan de ene kant wil het slachtoffer de familie niet laten schrikken of een schuldgevoel aanpraten, aan de andere kant durft het slachtoffer er niet over te praten uit angst om niet gelooft te worden. Symptomen
De invloed die incest op iemand heeft, verschilt per persoon. Veelal zijn dit dezelfde symptomen als bij verkrachting. De consequenties van incest • depressie • suïcidale gedachtes en pogingen • eetstoornissen • obsessief- dwangmatig gedrag • verslavingen • seksverslaving en/of seksuele anorexia • dissociatieve ziektebeelden, zoals Dissociatieve Identiteitsstoornis • onmogelijkheid of grote moeite om gezonde relaties op te bouwen • grote moeite om mensen te leren vertrouwen

Ervaringen in herstel Zie getuigenissen Wat elke incestoverlevende weten moet: • Wij zijn niet verantwoordelijk voor het misbruik; de volwassene is altijd verantwoordelijk voor zijn/haar gedrag • Wij zijn niet verantwoordelijk voor het bewaren van dit geheim, de schaamte is niet van ons, wij hoeven dit niet voor onszelf te bewaren; wij zijn vrije zielen en het praten over wat ons is aangedaan, en de codes van zwijgen en geheimhouding te doorbreken, heelt onze ziel • Onze daders hadden ooit controle over ons, maar dat hebben zij nu niet meer! Wij zijn vrij en veilig en alleen wijzelf bepalen wat wij doen met ons leven, ons lichaam, onze geest en onze grenzen • seksueel misbruik komt te vaak voor en gebeurt ook bij mannen • seksueel misbruik van mannen gebeurt vaak ook door vrouwen • Het is niet zo dat mannen altijd dader zijn en vrouwen altijd slachtoffer; er zijn mensen • Die misbruikt worden door andere mensen, en dat is nooit, op geen enkele manier in orde! • wanneer jij het gevoel hebt dat een ander over je grenzen is gegaan en je je hierdoor misbruikt voelt dan ben je het waard serieus te worden genomen, te worden gehoord III. Dadersstandpunt: waarom ik? Oorzaken De vraag waar vele plegers van zedenfeiten mee zitten is: "waarom ik? Waarom moest mij dit overkomen? Waarom heb ik dit gedaan? Waarom juist ik? ”. Laten we eerlijk zijn: we weten niet hoe het komt dat de ene mens zedenfeiten pleegt en de andere niet. Nochtans is het terecht dat deze vraag gesteld wordt. Nemen we bijvoorbeeld Xavier. Hij werd in zijn jeugd misbruikt en pleegde als volwassene ongeveer net dezelfde feiten op zijn buurjongen. Het ligt voor de hand te denken dat het eigen misbruikverleden de oorzaak is: Xavier is pleger geworden, omdat hij zelf misbruikt werd! Nochtans kunnen alle slachtoffertherapeuten voorbeelden aanhalen van slachtoffers die nog veel ergere, gruwelijkere of veelvuldigere misbruikfeiten hebben meegemaakt dan Xavier en die geen dader geworden zijn. Hoe komt dat? Zo simpel is het dus niet. Alle dadertherapeuten kunnen voorbeelden geven van plegers die helemaal niet misbruikt, verwaarloosd, verwend of op een andere manier mishandeld zijn. Hoe komt dat dan? Meer en meer stellen we vast dat plegers misbruikverhalen uit hun eigen jeugd verzinnen of opblazen, omdat ze op die manier hopen een rechtvaardiging voor hun misbruikfeiten te hebben gevonden. Als er iets misgaat, begrijpen we vaak niet waar onze problemen vandaan komen. We leggen de oorzaak graag buiten onszelf. Het is makkelijk om iets of iemand te vinden op wie we de schuld kunnen afschuiven. We zien liever niet hoe we zelf onze problemen veroorzaken of mede instandhouden. Maar wat betekent dat juist? Wat gebeurt er als we de oorzaken en gevolgen van ons handelen niet meer zien? Dan krijgen we het gevoel dat de gebeurtenissen ons overkomen en dat we er zelf geen invloed meer op kunnen uitoefenen. Voorgeschiedenis Plegers van zedenfeiten kunnen de indruk hebben dat hen "iets overkomen is". Ze kunnen niet goed plaatsen vanwaar het komt. "Het is sterker dan mezelf", is een veel gehoorde uitspraak. Dit is echter een indruk. Een verkeerde indruk. Misbruik gebeurt bijna nooit zomaar. Er gaat een geschiedenis aan vooraf, een geschiedenis van kleine stapjes die iemand dichter en dichter bij het misbruik brengt. Er zijn twee grote mogelijkheden. Ofwel begint die voorgeschiedenis maar kort voor het misbruik vb. enkele dagen, enkele uren, uitzonderlijk soms enkele minuten ervoor. Er gebeurt iets waar je niet goed mee kunt omgaan, een probleemsituatie. Omdat je met de handen in het haar zit en niet goed hoe wat gedaan, zoek je naar andere oplossingen. Oplossingen die je van de problemen afleiden. Oplossingen die je op andere gedachten moeten brengen. Oplossingen die een kick geven en je weer goed doen voelen. Misbruik kan er één van zijn. Zo komt misbruik beetje bij beetje dichterbij. Eerst denk je er alleen maar aan, maar dan begin je ook stappen in die richting te ondernemen. Tenslotte is de probleemsituatie een risicosituatie geworden. Dat proces is individueel verschillend, maar de grote lijnen liggen wel vast. Hoe dat bij jou precies in elkaar zit, zul je in therapie achterhalen. Uiteraard zul je daarbij geholpen worden. Maar er is nog een tweede mogelijkheid. Er zijn ook plegers bij wie de voorgeschiedenis niet vanuit een probleemsituatie vertrekt, maar vanuit een aanslepende probleemstemming. Ze zijn vaak of bijna altijd met misbruikgedachten bezig. Ze hebben, zoals ze dat zelf uitdrukken, altijd zin, altijd goesting. Ook bij hen geeft die constante probleemstemming echter maar soms aanleiding tot concrete gedachten, concrete plannen en komen ze zo ook terecht in een risicosituatie. En dan zijn we op hetzelfde punt aangekomen als bij de eerste mogelijkheid. Belangrijk is dat er in beide mogelijkheden verschillende keuzemomenten bestaan om eruit te kunnen stappen en misbruik te voorkomen. Daar zit de verantwoordelijkheid. Het had ook altijd anders kunnen lopen, indien de pleger zijn verantwoordelijkheid genomen had. Waar liggen die keuzemomenten; wat had je anders kunnen doen; enzovoort … Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid en keuzevrijheid spelen op twee manieren een rol. Ten eerste bij het misbruik zelf: je bent verantwoordelijk voor de keuzes die je gemaakt hebt en die naar het misbruik geleid hebben! Maar ten tweede moet je er ook voor zorgen dat problemen en trauma's uit je jeugd niet doorwerken en nieuwe slachtoffers maken. Natuurlijk kun je die problemen niet allemaal alleen oplossen. Maar je kan er hulp voor zoeken. Dadertherapie is een vorm van gespecialiseerde hulp aan plegers van zedenfeiten. In therapie maken we een strikt onderscheid tussen persoon en daad. Wat iemand ook voor feiten mag gepleegd hebben, wat hij ook mag gedaan hebben, voor een therapeut is hij altijd meer dan alleen maar een persoon die misbruik pleegt. Iemand heeft altijd meer mogelijkheden in zich dan hij voor het plegen van misbruik gebruikt heeft. Daarom spreken we in therapie niet van pedofielen en verkrachters, maar van mensen die kinderen misbruikt of vrouwen verkracht hebben. Het gaat om feiten, daden, en niet om persoonseigenschappen. Dat betekent niet dat therapeuten goedgelovig zijn en altijd vertrouwen hebben dat het goede in de mens wel zal bovenkomen. Dat gebeurt niet zomaar vanzelf. Maar therapeuten vinden het wel de moeite ernaar op zoek te gaan. Welke positieve mogelijkheden gaan in je schuil? Waarom komen ze er niet uit of waarom gebruik je ze op de misbruikmomenten niet en anders wel? Hoe kunnen we die positieve mogelijkheden meer stimuleren? Maar het blijft altijd als een paal boven water staan dat eerst en vooral het misbruik moet stoppen!
Voorbeelden Adriaan is 35 jaar en exhibeert zich al zo lang hij zich kan herinneren voor minderjarige meisjes. Hij gaat daarvoor tot acht keer per dag aan de poorten van meisjesscholen staan. Hij is al vaak opgepakt en heeft verschillende nachten in de cel doorgebracht. Hij heeft reeds een inzichtelijke therapie gevolgd. Een therapie waarmee hij wilde begrijpen waarom hij zoiets deed. Want dat bleef hem bezighouden: waarom doe ik dat? Hij groef in zijn jeugd, hij groef almaar dieper en steeds nieuwe inzichten kwamen naar boven: hij zocht aandacht, hij voelde zich onzeker als man, hij wilde nog altijd het kleine jongetje zijn op moeders schoot, … Maar ondanks alle inzichten bleef het gedrag voortduren en Adriaan was elke morgen op post aan een schoolpoort. Richard is automonteur en heeft zijn stiefdochter verkracht. De wet betitelt het zo. Zelf vindt Richard niet dat hij haar verkracht heeft. Het was liefde en dat zij daarbij 13 jaar oud was, speelde verder geen rol voor hem. Richard was helemaal vergeten dat hij als 12-jarige jongen door zijn veel oudere zus misbruikt werd. Toen hij erover vertelde in therapie, werd hij zo kwaad, dat hij onmiddellijk naar zijn zus wilde vertrekken om haar de waarheid te vertellen, namelijk dat zij een pedofiel van hem gemaakt had! Richard is zelf verantwoordelijk voor het misbruik dat hij op zijn stiefdochter gepleegd heeft. In therapie zal er zeker aandacht zijn voor het misbruik dat zijn zus van hem maakte, maar het een rechtvaardigt het ander niet … Bron
Deze voorbeelden en stukjes uit de tekst erboven komen uit het Werkboek Daderhulp: therapie bij seksueel misbruik. Kris Vanhoeck en Els Van Daele, beide werkzaam bij I.T.E.R. schreven dit boek, omdat plegers met wat hulp kunnen inzien dat therapie kan helpen. Het boek bevat twintig lessen die elk over een onderwerp gaan dat direct bij daderhulp aansluit. Mijn bron: http://www.iter-daderhulp.org/ IV. Kerkstandpunt: de paus en het vaticaan BRUSSEL (KerkNet/PBS/OnlineNewsHour) – De paus overlegt deze week met de Amerikaanse kardinalen over het pedofilieschandaal in de Verenigde Staten. Waarnemers verwachten van de bijeenkomst niet meteen concrete resultaten verwachten omdat de richtlijnen alleen op de Verenigde Staten van toepassing zijn en later - tijdens een bijeenkomst in juni - door de Amerikaanse bisschoppen moeten uitgewerkt en toegepast worden. Toch is de bijeenkomst volgens insiders erg belangrijk omdat ze een duidelijke aanduiding is van het feit dat de katholieke Kerk seksueel misbruik niet langer zal tolereren. De bijeenkomst in Rome moet in eerste instantie het vertrouwen in de Amerikaanse katholieke Kerk herstellen. Verdieping Kerk wil vertrouwen herwinnen
Voor de Amerikaanse bisschoppen zijn de pedofilieschandalen een erg kwalijke zaak. Volgens de voorzitter van de Amerikaanse bisschoppen hebben ze de geloofwaardigheid van de katholieke Kerk aangetast. Vooral voor de bisschop van Boston, kardinaal Law, zijn de gebeurtenissen erg pijnlijk. In zijn bisdom werd een priester veroordeeld die zich schuldig zou hebben gemaakt aan meer dan 130 gevallen van seksueel misbruik. Het bisdom zou deze en andere klachten over misbruik al te makkelijk naast zich neergelegd hebben. Daarop eisten sommigen het ontslag van de bisschop. De Amerikaanse bisschoppen beklagen er zich over dat het misbruik in de Amerikaanse media sterk uitvergroot werd. Daardoor is de indruk gewekt dat seksueel misbruik een courante praktijk zou zijn onder priesters, terwijl onderzoek aantoonde dat minder dan één op duizend priesters zich hieraan schuldig maakt. Misbruik is ook geen privilege van de Kerk en komt ook elders in de samenleving voor. Ook de geopperde band tussen het celibaat en het seksueel misbruik werd ondertussen al meer dan voldoende weerlegd. Al gebeurde dat ook wel eens op een erg onhandige wijze. Zo legde woordvoerder Joaquin Navarro-Valls van het Vaticaan de band tussen homoseksualiteit en pedofiel misbruik, wat dan weer de woede opwekte van de Amerikaanse homobeweging. Grote verliezer is hoe dan ook de Amerikaanse katholieke Kerk. Die zag zich de voorbije jaren gedwongen tot de betaling van miljoenen dollars aan schadevergoeding. Volgens waarnemers zouden de kardinalen zich tijdens hun bijeenkomst in Rome dan ook buigen over een voorstel om priesters in de toekomst persoonlijk verantwoordelijk te stellen. Historisch overleg (mening professor) In het Amerikaanse programma News Hour had vorige week een debat plaats met Gustav Niebuhr (van het Centrum voor Godsdienststudie in Princeton), de katholieke priester en professor theologie Richard McBrien en Raymond Flynn, die geruime tijd ambassadeur van de VS bij de Heilige Stoel was. Niebuhr benadrukte er dat de bijeenkomst die deze week plaatsheeft uitzonderlijk is. Het enige precedent (beslissing van vroeger waar iemand zich kan op beroepen) onder het pontificaat (opperpriesterschap) van paus Johannes Paulus II was een topontmoeting van Britse en Argentijnse kerkleiders tijdens de Falklandoorlog. Volgens Niebuhr toont de bijeenkomst aan dat het Vaticaan, hoewel het geen echte democratie is, toch ook geen dictatuur is. Hij vindt dat het Vaticaan ernstig rekening heeft gehouden met de reacties van vele gewone Amerikaanse katholieken en hij wijst erop dat vooral wat er in juni tijdens de bijeenkomst van alle Amerikaanse bisschoppen zal gebeuren, erg belangrijk is. Dan moeten de richtlijnen, die deze week in Rome worden uitgewerkt, door de Amerikaanse bisschoppen naar de praktijk vertaald worden en in een beleid omgezet worden. Dat veronderstelt ook dat in de toekomst in alle Amerikaanse bisdommen op dezelfde manier zal worden omgegaan met geestelijken die zich aan misbruik hebben schuldig gemaakt. Volgens hem zijn de bisschoppen zich voldoende bewust van het feit dat er dringend moet opgetreden worden omdat ook hun eigen geloofwaardigheid op het spel staat. Professor McBrien is ervan overtuigd dat de bijeenkomst in Rome allereerst een aanduiding is van het feit dat het Vaticaan voortaan een nul-tolerantiebeleid zal hanteren, zodat zoiets nooit meer aan onschuldigen kan gebeuren. Ik zou dit niet echt een keerpunt noemen, maar het is in alle geval een positieve ontwikkeling. Hij wijst erop dat vrijwel alle Amerikaanse kardinalen, met uitzondering van kardinaal Mahoney, als uiterst conservatief bekend staan. Ook de kardinalen die ze in Rome zullen ontmoeten, staan volgens hem niet bekend als voorbeeld van vooruitstrevendheid. Toch heeft hij vertrouwen in de werking van de H. Geest en kijkt hij uit naar de mogelijke doorbraak langsheen de traditionele denklijnen. De gewezen Amerikaanse ambassadeur Flynn beklemtoont dat het seksueel misbruik geen exclusief Amerikaans probleem is en evenmin een nieuw fenomeen. Volgens hem valt het juist zo moeilijk aan te pakken omdat de bisschoppen in de praktijk een erg grote autonomie hebben. Hij vindt wel dat de kerkleiders voldoende rekening moeten houden met de basis. Ik denk dat ze zich ook moeten inleven in het standpunt van de leken in de Kerk. Als ze nu niet op een of andere manier op de crisis reageren dan dreigen ze alle geloofwaardigheid te verliezen. Flynn zei ook aan News Hour dat er volgens hem geen geloofscrisis is. Er is wel een vertrouwenscrisis en ik denk dat enkel de Heilige Vader een beleid kan opleggen dat onschuldige minderjarigen tegen misbruik kan beschermen. Ik denk dat dit een stap in de juiste richting zou zijn. De Kerk staat op een kruispunt en er zullen veel verhitte discussies en debatten te zien zijn in de katholieke Kerk en onder de leken. Volgens hem werden de Amerikaanse leken gemobiliseerd zoals dat nooit eerder gebeurde. Daarom moeten ze ook een plaatsje krijgen aan de tafel? Niettemin denkt professor McBrien dat de oplossing uiteindelijk van Rome zal moeten komen, omdat er een aantal systematische en structurele veranderingen moet doorgevoerd worden. Bron

www.kerknet.be V. Nationaal onderzoek naar sexverslaving Inleiding Wat heeft seksverslaving met zedendelicten te maken? Zedenmisdrijven zijn juridische begrippen, die verwijzen naar het doen van illegale activiteiten, terwijl seksverslaving een medische term is die betrekking heeft op de preoccupatie met een seksuele activiteit, het verlies van controle daar over, en het verder najagen daarvan ondanks haar negatieve consequenties. Seksverslaafden wiens seksuele gedrag juridische consequenties heeft zijn een categorie zedendelinquenten. Niet alle seksverslaafden worden zedendelinquenten. Eveneens zijn niet alle zedendelinquenten seksverslaafd. Ongeveer 55% van de zedendelinquenten die gevangen zitten kunnen gediagnosticeerd worden als seksverslaafd. De grootste groep bij deze zedendelinquenten zijn mensen die misbruik van kinderen maken. Van hen is 71% seksverslaafd. De meeste zedendelinquenten zijn vrienden of familie van hun slachtoffers. In veel gevallen kan de samenleving alleen beschermd worden wanneer gevaarlijke en gewelddadige mensen vastgehouden worden. Sommige zedendelinquenten kunnen niet terug in de maatschappij en moeten daarom gevangen blijven. Seksverslaving heeft een progressief karakter. Hoewel het gedrag van sommige seksverslaafden niet verder escaleert als zelfdestructief gedrag (vb. masturbatie, cruisen, pornografie, internet en 06-lijnen), is bij een deel van deze groep hun gedrag progressiever. Bij hen kan hun seksueel gedrag verder gaan in activiteiten als voyeurisme, exhibitionisme, stalking, telefonische intimidatie, verkrachting of misbruik van kinderen. Voor een aantal van hen geldt dat hun afhankelijkheid van seks kan leiden tot gevaarlijker gedrag, riskanter gedrag en misbruik. Het gebrek aan kennis over seksverslaving, het niet onderkennen wat deze ziekte inhoud alsmede het ontbreken van adequate hulpverlening aan seksverslaafden - met name in het beginstadium - kan leiden tot het falen van het tegengaan van progressie van de ziekte in de vorm van grensoverschrijdingen en misbruik. Jarenlang hebben deskundigen op het gebied van zedendelicten de niet-seksuele kanten van zedenmisdrijven benadrukt, terwijl de rol van seks op zichzelf werd geminimaliseerd. Daarbij wordt er met name gewezen op de rol van behoefte aan macht, sadistische bevrediging, controle, wraak en woede als oorzaken voor zulk gedrag. Recentelijk is in Amerikaanse onderzoeken duidelijk geworden welke rol patronen van seksueel verslavend gedrag en hun chemische desastreuze werking in de hersenen spelen bij de motieven om te komen tot zedenmisdrijven. De motivatie van seksverslaafde zedendelinquenten en niet-seksverslaafde - verschilt. De groep die niet seksverslaafd is, maakt bewust de keuze om iemand pijn te doen, te beschadigen, aan te vallen, gedreven door haat en woede. Seksverslaafde delinquenten daarentegen worden gedreven door een behoefte om anderen te gebruiken om zichzelf goed mee te voelen, te ontsnappen aan gevoelens van eenzaamheid, schaamte en gebrek aan eigenwaarde. Zij ontkennen daarbij de schade, pijn en consequenties die hun gedrag heeft op hun slachtoffers. Tijdens een interview bij het tv-programma 'Barend & Witteman' medio oktober verklaarde een deskundige op het gebied van zedenmisdrijven dat er ongeveer 900 keer per jaar iemand wordt gearresteerd voor het plegen van ontucht met minderjarigen. Tijdens een uitzending van "Oprah" over misbruik van kinderen in de zomer van '99 werd door een deskundige verteld dat een pedoseksueel zo'n 147 slachtoffers maakt voor hij wordt gearresteerd. Wanneer deze cijfers ook voor ons land gelden betekent dat dat er jaarlijks 132300 slachtoffers worden gemaakt. Het NPIBS wil uitvoerig onderzoek doen naar seksverslaving onder zedendelinquenten. Dit is van groot belang. Niet alleen betekent dat een gelegenheid om verdere progressie en terugval bij invrijheidstelling kan worden voorkomen. Een kans waarbij de stroom aan slachtoffers van zedendelinquenten teruggedrongen kan worden. Ook betekent het een eerste kans voor seksverslaafde delinquenten om een einde te maken aan een vaak jarenlange lijdensweg waarbij zij al lang alle controle hadden verloren. Ook hier geldt dat seksverslaving een ziekte is die voortkomt uit het opgroeien in disfunctionele gezinnen. Kinderen die dit lot toegedeeld hebben gekregen hebben hier geen keuze in kunnen maken. Met een onderzoek kan er een diagnose worden gesteld die seksverslaafden een alternatief kan bieden. Een eerste kans op een normaal leven waarbij ze kunnen genezen en vrij kunnen blijven van de obsessieve, dwangmatige en vooral zeer destructieve kanten van hun ziekte. Wanneer het onderzoek uitgevoerd wordt, kan er in korte tijd direct een advies worden uitgebracht aan de gedetineerde. Hij krijgt daarbij via o.a. literatuur uitleg over zijn ziekte en de alternatieven die hij kan kiezen om dit proces tot staan te brengen. Het feit dat er een alternatieve keuze voor deze mensen aangeboden wordt betekent op zich al een radicale en revolutionaire ommekeer die hoop biedt op het beëindigen van deze geweldsspiraal waar ook zij als daders in gevangen zitten. Sponsoring via zelfhulpgroepen kan de gedetineerde vervolgens helpen om een nieuwe weg in te slaan. Tevens betekenen deze nieuwe inzichten over de rol die seksverslaving speelt bij meer dan de helft van alle zedendelicten, dat het hoog tijd is dat therapeuten, hulpverleners en klinieken kennis over seksverslaving en behandelingsmethoden voor seksverslaafden opnemen in hun behandelprogramma's. Met deze nieuwe gecombineerde benadering van behandeling door professionals, kennisvergroting en steun via ons Bureau en de zelfhulpgroepen, kan er veel schade worden voorkomen en kunnen mensen een gezond leven terugkrijgen na jaren van ziekte en verval. Ook betekent deze aanpak op termijn de kans op een structurele daling in de gigantische kosten die justitie jaarlijks kwijt is aan zedendelinquenten. Het betekent een vermindering van de druk op wachtlijsten voor plaatsen in TBS-klinieken en een vermindering in langdurige behandelingen van zedendelinquenten. Ook hier betekent een alternatief met uitzicht op een gezond normaal leven voor seksverslaafden een onvoorstelbare verbetering in hun perspectieven voor hun toekomst. Een kans die - wat ons Bureau betreft - niet gemist mag worden. Mensen hebben niet alleen recht op een hulpaanbod waarbij ze de kans maken te herstellen, wij zijn het ook aan de samenleving en de vele slachtoffers van deze verslaafden verplicht. Bron Dit artikel bevat onder andere een bewerkte vertaling van het artikel "How is Sex Addiction Related to Sexual Offending?" op de homepage van de National Council on Sexual Addiction and Compulsivity. http://www.seksverslaving.nl/art5.html Nationaal onderzoek naar Seksverslaving Het nationaal onderzoek seksverslaving loopt vanaf juni 1999. Omdat wij sinds 2001 constant dezelfde uitslagen krijgen over de nu 2347 scores houden wij deze uitkomst zoals die in deze update wordt weergegeven als beeld aan wat representatief lijkt voor de scores zoals die bij enquêtes bij ons binnenkomen. In het onderzoek kunt u lezen hoeveel mensen die deelnamen aan het onderzoek seksverslaafd zijn, op welke wijze zij ook in andere verslavingen problemen hebben, en hoe het met hun algemene geestelijke ingesteldheid is gesteld. In deze update geven wij naast onze normale uitslagen meer inzicht over de relatie tussen seksverslaving en eetstoornissen, alcohol- en drugsgebruik en nu ook rookgedrag. Vrijwel alle scores zijn in verhoudingen gelijk zijn gebleven. We zien dat de hulpvragen stabiel blijven, evenzo als de scores rond misbruik. Lees hierover verderop meer. Aan dit onderzoek namen gemiddeld voor zo'n 17% vrouwen deel, dat is 398 vrouwen. In de enquête kijken we specifiek naar de mensen die zelfmoordpogingen hebben ondernomen uitgelicht. Bij 13%, dat is 305 mensen, werd aangegeven dat zij een of meerdere pogingen hebben gedaan. Hier volgt nu het overzicht van de resultaten tot met tot nu toe een deelnemersaantal van 2347. In Amerikaanse onderzoeken is een landelijk gemiddelde berekent wat uitgaat van een percentage van - 5% van de bevolking die verslaafd is. - 40% van de respondenten direct de diagnose seksverslaafd meekregen. - 4% groep van anorexia is een groep die ook seksverslaafd is maar dan de andere extreem van de verslaving opzoekt, namelijk extreme onthouding op een obsessieve dwangmatige manier. - 35% zijn twijfelgeval. - 21% van de ondervraagden zijn niet verslaafd. In de bovenste chart ziet u dat - 35% van de mensen in een twijfelgroep zaten. Deze mensen kunnen wel degelijk verslaafd zijn. - 79% van de respondenten het risico loopt verslaafd te zijn. misbruik
Uit het onderzoek is gebleken dat van de respondenten 9% van de deelnemers aangeven kinderen te misbruiken en/of kinderpornografie te benutten voor het uitleven van hun verslaving. Deze score past in de landelijk cijfers van misbruik onder volwassenen zoals die bijvoorbeeld ook door het NISSO zijn berekent. U kunt hier het verschil zien tussen de resultaten op het totaal en de scores van de laatste vier maanden; in de laatste ziet u dat de laatste vier maanden de misbruikscore op 8% ligt. Daarmee stabiliseert de score rond het totale gemiddelde.
Advies om hulp te zoeken Wij geven mensen die hoog scoren op de vragen op het voorblad, met bij symptomen en klachten als angst, depressie, slapeloosheid, suïcidaal gedrag, wanneer deze uitslagen hoog zijn een advies om via de huisarts specialistische hulp te zoeken. Dit advies krijgen mensen alleen wanneer zij nog geen hulp hebben gehad. - 35% van de respondenten, dat is 821 mensen, hebben wij de ondervraagde aangeraden contact op te nemen met de huisarts voor een gesprek of doorverwijzing naar een hulpverlener. Meestal was er sprake was van diverse ernstige problemen. Dit beeld van "lijden" werd versterkt doordat de mensen in de lijst met overtuigingen op alle overtuigingen hoog scoorden, wat ook zorgelijk is. In de laatste resultaten zien wij een toename van extra hulpadviezen. Deze groep bestaat alleen uit mensen die nog geen hulp hebben op dit moment. Het werkelijke aantal mensen, dus inclusief de mensen die al bij psycholoog of maatschappelijk werk lopen, ligt wederom ruim 10% hoger. Niet alleen blijkt uit de gegevens dat mensen die dit onderzoek invullen veel last hebben van niet-lichamelijke klachten die serieuze aandacht behoeven. Verder blijkt uit de diagnoses dat het aantal mensen wat wel seksverslaafd lijkt te zijn, veel vaker een extra advies krijgt voor het zoeken van hulp dan de mensen die niet seksverslaafd zijn. De meeste mensen die extra hulp lijken nodig te hebben zijn mensen die ook als seksverslaafd worden gediagnosticeerd. Ook dit gegeven loopt tot zorg. Seksverslaafden zijn mensen die in nood verkeren. Nog steeds zoeken zij tevergeefs naar hulp, zo blijkt uit hun verhalen als wij met hen in gesprek gaan. VI. De wetgeving Inleiding De drempel om aangifte te doen ligt vaak hoog. Behalve de schaamte is ook de angst een reden. Vaak weet iemand niet wat er gaat gebeuren, wat je te wachten staat als je aangifte doet. Een andere vraag is hoe en waar je aangifte kunt doen. Aangifte kun je bij de politie doen. Bij die afspraak kun je een goede vriend of vriendin meenemen als steun. Je verhaal blijft daar in de computer en is niet op te vragen door derden. Na jouw verklaring wordt gevraagd of je behoefte hebt aan slachtofferhulp, deze wordt dan voor je geregeld. Aan de hand van dit verhaal wordt de dader en eventuele getuigen gehoord. Maar wanneer is iets nu precies een zedenzaak? Dit zijn de ruimere richtlijnen en dus niet de wetsartikelen. Volgens de wetgeving zijn bepaalde seksuele handelingen strafbaar. Daarbij wordt naar de volgende aspecten gekeken: - Is er sprake geweest van dwang of geweld? - Er wordt naar de aard van het seksuele contact gekeken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ontuchtige handelingen en handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Dit kan gebeuren met het mannelijk geslachtsdeel, vinger of andere voorwerpen in de vagina, anus of mond. - Zowel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers worden in de wet beschermd tegen misbruik en zowel mannelijke als vrouwelijke daders worden in de wet vervolgd. - Er wordt ook gekeken naar de leeftijd van het slachtoffer. Seksuele handelingen met een kind beneden de 12 jaar zijn altijd strafbaar en de daders kunnen zonder aanklacht worden vervolgd. Seksuele contacten met een kind tussen de 12 en 16 jaar zijn altijd strafbaar maar de daders kunnen alleen vervolgd worden met een aanklacht. Wanneer er sprake is van een nauwe familie- of gezagsrelatie of lichamelijk letsel (of de dood) is er geen klacht nodig om de dader te vervolgen. - De aanklacht kan worden ingediend door het slachtoffer, zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger (een ouder of voogd) en door de Raad van de Kinderbescherming. Hoelang nadat iets is gebeurd kun je nog aangifte doen? Slachtoffers van seksueel geweld kunnen nog jaren na het gebeurde aangifte doen. De verjaringstermijn bij aanranding is 12 jaar, bij verkrachting 15 jaar. Als het seksueel geweld plaatsvond vóór het 18e jaar van het slachtoffer is er nog meer tijd om aangifte te doen. De verjaringstermijn begint te lopen vanaf het 18e jaar. Bijvoorbeeld: Als een kind van 15 dus aangerand is heeft hij of zij 3 jaar + 12 jaar, dus 15 jaar om aangifte te doen. Bij verkrachting van een 15 jarig kind is dit dus 3 jaar + 15 jaar, dus 18 jaar. Er is slechts één uitzondering op deze regel en dat is als de dader ook minderjarig was op het moment dat het gebeurde. Dan wordt de verjaringstermijn voor de helft ingekort. Voor aanranding is de verjaringstermijn dus 6 jaar en voor verkrachting 7 en een half jaar. Wat is nou eigenlijk het verschil tussen een melding en een aangifte? Als slachtoffer kun je steun zoeken bij verschillende hulpinstanties. Je kunt ook hulp zoeken bij de politie. Dit houdt niet in dat je verplicht bent aangifte te doen. Als je op het politiebureau je verhaal vertelt, houdt dit niet meteen in dat je ook aangifte doet. De politie kan je vaak vertellen welke hulpinstanties jou kunnen helpen en kunnen, indien nodig, hulp en bescherming bieden. Bij een melding van seksueel geweld wordt er door de politie geen proces-verbaal gemaakt. Er komt dus geen politieonderzoek en strafrechtelijke vervolging van de dader. Een melding kan ook door iemand anders dan het slachtoffer gedaan worden. Ook kan een melding anoniem gedaan worden. Het is ook niet verplicht om de naam en adres van het slachtoffer op te geven. Het is wel belangrijk dat er een melding van het seksueel geweld gedaan wordt. Deze informatie kan van belang zijn als er meer aangiften tegen de dader komen. Bij een aangifte stelt de politie aan de hand van de (getuigen-)verklaring een proces-verbaal op. Dit houdt in dat er een politieonderzoek komt naar wat er is gebeurd. De rechercheur zal hiervoor enkele vragen moeten stellen. Het antwoorden op deze vragen kan erg moeilijk zijn, maar de mensen die dit soort zaken behandelen hebben er veel ervaring mee en gaan zeer zorgvuldig te werk. Je hoeft overigens niet op iedere vraag in te gaan. Deze vragen gaan over de aard van het delict, de plaats, het tijdstip enz. Met deze gegevens kan de politie een onderzoek instellen. Ook zal de politie vertellen wat er daarna gaat gebeuren, of je verder geïnformeerd wilt worden over de voortgang van de zaak etc. Nadat de verklaring is opgesteld krijg je het verslag te lezen, hierbij kun je wijzigingen en aanvullingen geven voordat je de verklaring ondertekent. Waar kan ik terecht voor meer informatie over het strafproces en de wetgeving? Naast alle andere hulpinstanties kan er een dringende behoefte zijn aan juridische hulp. Een aanklacht, de eventuele consequenties van een rechtszitting, een schadevergoeding van de dader eisen etc. Bijna niemand weet hoe dit in zijn werk gaat en hoe je zoiets aan moet pakken. Voor deze informatie kun je terecht bij een Bureau Rechtshulp, een rechtswinkel of bij een gespecialiseerde advocaat
Bij verschillende instanties is een lijst te krijgen met advocaten die gespecialiseerd zijn in zedenzaken. Deze lijst is op te vragen bij Bureau voor Rechtshulp, TransAct, het Clara Wichmann Instituut en bij de Orde van Advocaten. Als het om seksueel geweld op de werkplek gaat, is er een juridische afdeling bij de vakbond. Deze is gespecialiseerd in zaken als seksuele intimidatie en seksueel geweld op de werkplek. Voor vakbondsleden zijn vaak geen kosten aan deze consulten verbonden. Wat zegt de wet nu eigenlijk over misbruik? Wetsartikelen verkrachting Artikel 136

1. Hij die, kennis dragende van een voornemen tot het plegen van een der in de artikelen 92-110 omschreven misdrijven, tot desertie in tijd van oorlog, tot militair verraad, tot moord, mensenroof of verkrachting of tot een der in Titel VII van dit Boek omschreven misdrijven voor zover daardoor levensgevaar wordt veroorzaakt, op een tijdstip waarop het plegen van deze misdrijven nog kan worden voorkomen, opzettelijk nalaat daarvan tijdig voldoende kennis te geven, hetzij aan de ambtenaren van de justitie of politie, hetzij aan de bedreigde, wordt, indien het misdrijf is gevolgd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. 2. Dezelfde straf is toepasselijk op hem die, kennis dragende van enig in het eerste lid vermeld reeds gepleegd misdrijf waardoor levensgevaar is ontstaan, op een tijdstip waarop de gevolgen nog kunnen worden afgewend, opzettelijk nalaat daarvan gelijke kennisgeving te doen. Artikel 242 Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt als schuldig aan verkrachting gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 243 Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 246 (J) Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt, als schuldig aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 247 (J) Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden of met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen pleegt of laatstgemelde tot het plegen of dulden van zodanige handelingen buiten echt met een derde verleidt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie. Artikel 248b Hij die ontucht pleegt met iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. Artikel 285
1. Bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. 2. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. Wetsartikelen aanranding Artikel 41
1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. 2. Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt. Artikel 246 Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt, als schuldig aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 285
3. Bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. Wetsartikelen incest Artikel 249 (J) 1. Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie. 2. Met dezelfde straf wordt gestraft: 1. De ambtenaar die ontucht pleegt met een persoon aan zijn gezag onderworpen of aan zijn waakzaamheid toevertrouwd of aanbevolen; 2. De bestuurder, arts, onderwijzer, beambte, opzichter of bediende in een gevangenis, rijksinrichting voor kinderbescherming, weeshuis, ziekenhuis, of instelling van weldadigheid, die ontucht pleegt met een persoon daarin opgenomen; 3. Degene die, werkzaam in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg, ontucht pleegt met iemand die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd. Artikel 250 (J) 1. Wordt gestraft: 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, hij die het plegen van ontucht door zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte met een derde opzettelijk teweegbrengt of bevordert; 2. Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie, hij die, buiten de gevallen genoemd onder 1, het plegen van ontucht door een minderjarige wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, met een derde opzettelijk teweegbrengt of bevordert. 2. Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf een gewoonte maakt, kunnen de gevangenisstraffen met een derde worden verhoogd. Inhoud I. ARGUMENTATIE

II. INFORMATIE OVER INCEST - Wat is incest (1)? - Wat is incest (2)? - Wat is incest (3)? - Wie? - De reden? - Waar? - Hoe voorkomen? - Symptomen - De consequenties van incest - Ervaringen in herstel - Wat elke incestoverlevende weten moet
III. DADERSSTANDPUNT: WAAROM IK? - Oorzaken - Voorgeschiedenis - Verantwoordelijkheid - Voorbeelden - Bron
IV. KERKSTANDPUNT: de paus en het vaticaan - Artikel - Verdieping - Kerk wil vertrouwen herwinnen - Historisch overleg - Bron
V. NATIONAAL ONDERZOEK NAAR SEKSVERSLAVING - Inleiding - Wat heeft seksverslaving met zedendelicten te maken? - Bron - Nationaal onderzoek naar Seksverslaving
VI. DE WETGEVING - Inleiding - Maar wanneer is iets nu precies een zedenzaak? - Hoelang nadat iets is gebeurd kun je nog aangifte doen? - Wat is nou eigenlijk het verschil tussen een melding en een aangifte? - Waar kan ik terecht voor meer informatie over het strafproces en de wetgeving? - Wat zegt de wet nu eigenlijk over misbruik? - Wetsartikelen verkrachting - Wetsartikelen aanranding - Wetsartikelen incest

REACTIES

S.

S.

kun je meer van verslagen van boeken zetten op de start profiel

13 jaar geleden

S.

S.

Hallo schrijver van dit artikel, Incest en seksueel misbruik. Voor het schrijven van mijn boek waarin ik mijn ervaringsverhaal als vrouw die de incestervaring heeft aan het beschrijven ben, ging ik googlen op het verschil tussen incest en seksueel misbuik. Ik kom bij jou artikel terecht. Een heel herkenbaar verhaal. Vraag me af waar jij de infomatie van incest uit dit artikel vandaan hebt? Of ben jij de auteur? Zou er me er graag doorlaten inspireren tijdens het schrijven. Ik kan dit niet zo maar doen denk ik, dus wil dit langs deze weg delen en vraag om een reactie?

Groet,
Sandra van Ingen

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.