Wat is het probleem?
We hebben dit onderwerp gekozen omdat dit ons het meest aansprak en omdat niemand het nog had gekozen. Het leek ons ook wel een interessant onderwerp omdat het een onderwerp was waar we nog niet zoveel vanaf wisten terwijl je er toch veel over hoort. Dit probleem is een politiek probleem omdat het een zaak is die door de staat opgelost moet worden. Je zou kunnen denken dat het een persoonlijk probleem is omdat de asielzoekers er persoonlijk bij betrokken zijn, maar het is niet iets dat zij zelf op moeten lossen. Het is iets dat door de staat van het land waar ze asiel aanvragen voor hen opgelost moet worden. Veel mensen denken dat er in Nederland te veel vluchtelingen toegelaten worden, dat er naast echte vluchtelingen ook veel economische vluchtelingen toegelaten worden. Het asielbeleid is er nu op gericht om alleen nog maar politieke vluchtelingen in Nederland toe te laten. Alleen politieke vluchtelingen en vluchtelingen die om humanitaire redenen niet terug gestuurd kunnen worden (omdat datgene wat ze in hun eigen land hebben meegemaakt zo traumatisch is dat ze niet terug kunnen) krijgen een verblijfsstatus. Hoe is het probleem ontstaan? Van oudsher heeft Nederland migranten ontvangen. Zo vonden verschillende bevolkingsgroepen die vanwege hun geloof werden vervolgd (zoals hugenoten uit Frankrijk en joden uit Spanje, Portugal, Duitsland en Oost-Europa) en groepen op de vlucht voor oorlogsgeweld (zoals Belgen tijdens de Eerste Wereldoorlog) een thuis in Nederland. In de tweede helft van de twintigste eeuw ontving Nederland migranten uit alle delen van de wereld.
In de jaren zestig en zeventig maakte Nederland een periode van sterke economische groei door. Aan de groeiende vraag naar arbeiders werd het hoofd geboden door werknemers uit het buitenland op te nemen. Deze ‘gastarbeiders’ waren voornamelijk afkomstig uit de landen rond de Middellandse Zee, zoals mensen in de eerste helft van de jaren zestig uit Italië, Spanje, Portugal en Turkije en in de tweede helft van de jaren zestig en in 1970 uit Griekenland, Marokko, Joegoslavië en Tunesië.
In 1975 leidde de onafhankelijkheid van Suriname tot een immigratiegolf van zo’n 40 duizend mensen. Een aanzienlijk aantal Hindoestanen en Javanen besloot naar Nederland te gaan uit vrees voor een verwachte overheersing door de Creoolse bevolkingsgroep. Anderen vertrokken omdat ze geen vertrouwen hadden in de Surinaamse economie.
In de jaren tachtig en negentig kwamen veel immigranten naar Nederland in het kader van gezinshereniging. Het ging daarbij voornamelijk om Turkse en Marokkaanse vrouwen die samen met hun kinderen naar Nederland kwamen om zich bij hun echtgenoot te voegen. De immigranten uit Zuid-Europa kozen veel minder vaak voor gezinshereniging: een aanzienlijk gedeelte keerde \'na gedane arbeid\' weer terug naar het moederland.
Na de tweede helft van de jaren tachtig nam de gezinshereniging af doordat er steeds minder gezinnen overbleven om herenigd te worden. Hiervoor in de plaats kwam de gezinsvormende migratie: de kinderen van de immigranten lieten een (huwelijks)partner overkomen uit het land van herkomst (van de ouders).
In de jaren tachtig werd Nederland, evenals de omringende landen, indringend geconfronteerd met de vluchtelingenproblematiek. Grote stromen asielzoekers volgden uit allerlei delen van de wereld. Voortdurend en vaak onvoorspelbaar traden sterke politieke spanningen op, die grote volksbewegingen teweegbrachten. De omvang van deze stromen hield verband met het gebied waar deze spanningen ontstonden. De oorlogen en volksverhuizingen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan in Afrika (onder meer in Rwanda, Somalië en Ethiopië, Eritrea) hebben voor Nederland tot een geringere stroom asielzoekers geleid dan de religieus/politieke probleemsituaties in sommige delen van Azië. Mensen die vluchtten voor de (streng) islamitische regimes.
Door deze grote groepen vluchtelingen naar Nederland moet Nederland wel eisen gaan stellen wie er wel en wie er niet een verblijfsstatus in Nederland mag krijgen, want anders wordt het één grote puinhoop in ons land. Hoe omvangrijk is het probleem? Het aantal asielzoekers in de EU-landen bedroeg in 2001 circa 400 duizend, een stijging van twee procent ten opzichte van een jaar eerder. In Nederland is het aantal asielzoekers juist met een kwart afgenomen.
In Nederland is, na de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet op 1 april 2001, het aantal asielverzoeken afgenomen. In 2001 werden hier 33 duizend asielverzoeken ingediend. Een jaar eerder waren dit er nog 44 duizend.
Welke groepen en instanties zijn betrokken bij de kwestie en welke belangen hebben de betrokken groepen?
Immigratie- en naturalisatiedienst (IND). De IND (een agentschap van het ministerie van Justitie) beslist namens de staatssecretaris wie in Nederland wordt toegelaten.
Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA). Gedurende de asielperiode is het COA verantwoordelijk voor opvang en huisvesting van de asielzoekers.
Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland. Deze organisatie zet zich in voor vluchtelingen en asielzoekers in Nederland
Stichting Rechtsbijstand Asiel (SRA). De SRA geeft gratis juridisch advies en rechtsbijstand aan asielzoekers.
Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). De IOM vervoert en hervestigt mensen over de hele wereld. Ze begeleidt mensen die terug willen naar hun eigen land of die willen doormigreren.
Vreemdelingendienst. Dienst van de politie die toezicht houdt op vreemdelingen die in Nederland verblijven. Alle politieke partijen. De politieke partijen vinden dat alleen de vluchtelingen die echte redenen hebben gehad om te vluchten, zoals bijvoorbeeld oorlog in hun eigen land, de kans moeten krijgen op een verblijfsvergunning. Maar vluchtelingen die hier alleen om economische redenen komen, moeten teruggestuurd worden naar hun eigen land. De economische belangen van deze groepen en instanties zijn om de asielzoekers te helpen, maar om tegelijkertijd ook de overheid te helpen door opvang te regelen voor de asielzoekers en ze te begeleiden als ze ‘t land weer uit moeten of willen. Wat zijn de achterliggende waarden en normen van elke groep of instantie? IND: Wil ervoor zorgen dat alleen die asielzoekers in Nederland toegelaten worden waarbij het echt nodig is.
COA: Wil een zo goed mogelijke opvang voor de asielzoekers die in Nederland verblijven. Vereniging vluchtelingenwerk Nederland: Wil een zo goed mogelijke verzorging voor de vluchtelingen die in Nederland verblijven.
SRA: Wil de asielzoekers helpen bij de juridische kanten van hun opvang en het regelen van hun verblijfsvergunning zonder daar geld voor te vragen.
IOM: Wil de asielzoekers helpen door ze te begeleiden als ze terug naar hun eigen land willen maar helpt tegelijkertijd de regering door de asielzoekers naar hun eigen land terug te sturen. Vreemdelingendienst: Wil de vreemdelingen die in ons land verblijven onder controle houden. Welk beleid voert de overheid m.a.w. wat doet de overheid om het probleem op te lossen? De wetten die voor deze kwestie gelden zijn:
Verdrag van Genève: Het belangrijkste van dit internationale vluchtelingenverdrag is dat vreemdelingen die bang zijn voor vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuigingen of het behoren tot een bepaalde sociale groep recht hebben op asiel in een ander dan hun eigen land.
Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens: In dit Europese verdrag staat wat de rechten van elk mens zijn en dat iedereen recht heeft op bescherming ervan.
Vreemdelingenwet: Het vreemdelingenbeleid is nodig om de instroom van vreemdelingen in Nederland goed te laten verlopen. Per april 2001 is er een nieuwe vreemdelingenwet die ervoor moet zorgen dat procedures korter en eenvoudiger verlopen.
Terugkeerbeleid: Het uitgangspunt van het (nieuwe) terugkeerbeleid is dat een asielzoeker die niet tot Nederland wordt toegelaten zelf verantwoordelijk is om het land binnen vier weken te verlaten.
Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers: Hierin staat wat de rechten en plichten van de asielzoeker zijn. Deze wet heeft vooral betrekking op de asielzoekers in asielzoekerscentra.
Regeling Verstrekking Asielzoekers: In de Regeling Verstrekking Asielzoekers (RVA) is aangegeven wat de rechten en plichten zijn van de asielzoekers in opvang. In de RVA is onder andere geregeld hoe hoog de wekelijkse financiële toelage is die asielzoekers ontvangen. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van de gezinssituatie. De RVA regelt ook dat asielzoekers verzekerd zijn tegen ziektekosten. Regeling Onthouding Verstrekkingen: Dit reglement beslist wat er moet gebeuren met asielzoekers die ontoelaatbaar gedrag vertonen.
De wet die op dit moment ter discussie staat is de nieuwe vreemdelingenwet, de eerste vreemdelingenwet komt uit 1994, de nieuwe vreemdelingen wet is in april 2001 tot stand is gekomen. Deze nieuwe vreemdelingenwet zorgt ervoor dat de asielprocedures korter en eenvoudiger verlopen. De belangrijkste verwijzingen uit deze wet zijn: - het invoeren van één vergunning voor een bepaalde tijd. - indien nodig gevolgd door één vergunning voor onbepaalde tijd. - het afschaffen van de bezwaarfase. - invoeren van hoger beroep bij de Raad van State. - invoeren van meeromvattende afwijzende beschikking. - de mogelijkheid om in bepaalde situaties de beslistermijn om een asielverzoek te verlengen met een jaar. De standpunten van enkele betrokken politieke partijen zijn: PvdA: De Partij van de Arbeid is van mening dat de meeste asielzoekers andere dan economische gronden hebben om te vluchten en vindt dat Nederland zijn aandeel in de opvang moet blijven nemen. Bij voorkeur in een evenredige verdeling over alle landen in Europa. Het maken van gezamenlijke afspraken over het asielbeleid in Europees verband is daarom ook een belangrijk onderwerp in de Europese politiek. Bij het sluiten van het Verdrag van Amsterdam in 1998 zijn al belangrijke vorderingen op dit terrein gemaakt. De Partij van de Arbeid houdt de ontwikkelingen op het terrein van het Europese asielbeleid nauwlettend in de gaten.
Groenlinks:
Groenlinks vindt dat het accent van het asielbeleid meer op rechtvaardigheid
moet liggen. Dit houdt in dat vervolgden beschermd moeten worden en dat migranten kunnen rekenen op rechtszekerheid en bescherming tegen uitbuiting. Zolang er geen Europese afspraken zijn hoort Nederland verantwoordelijk te zijn voor elke asielzoeker die hier een asielverzoek indient.
D66: D66 wil één Europees asielbeleid. Europese autoriteiten moeten de asielaanvragen zoveel mogelijk in de regio behandelen. D66 wil snelle, maar zorgvuldige asielprocedures. Als een asielzoeker na een definitieve afwijzing van het verzoek kan aantonen dat buiten zijn schuld terugkeer naar het land van herkomst nog niet mogelijk is, moet de overheid voor opvang zorgen.
CDA: Het uitgangspunt van ons asielbeleid is het respecteren en naleven van internationale verdragen die Nederland ondertekend heeft. Mensen die echt onze bescherming nodig hebben, moeten daarop kunnen rekenen. Misbruik van de asielprocedure wordt met kracht bestreden. Ongedocumenteerden worden niet toegelaten tot de procedure, tenzij zij een controleerbare reden daarvoor kunnen aangeven en identificeerbaar zijn. Een echte vluchteling hoeft niets te verbergen. Zo kan de beschikbare capaciteit van de uitvoerende instanties doelmatiger worden ingezet en zal de aandacht beter kunnen worden gericht op degenen die terecht een beroep doen op asiel. Dit alles draagt bij aan een verkorting van de huidige, te lange, wachttijden. Uitgeprocedeerde asielzoekers die geen recht hebben op een verblijfsvergunning moeten ons land ook daadwerkelijk verlaten. De overheid moet hierop streng toezien en mensen uitzetten. Wie kunnen of moeten een beslissing maken? Het is iets dat door de staat van het land waar ze asiel aanvragen voor hen opgelost moet worden. De staat pleegt wel raad bij instanties om zo aan hun beslissingen te komen, maar de staat moet de uiteindelijke beslissingen nemen. Een duidelijke en korte samenvatting. Het probleem is dat er te veel asielzoekers in ons land zijn of waren. Dit probleem moet nu opgelost worden. Hiervoor is nu een asielbeleid opgericht en er is een nieuwe vreemdelingenwet gemaakt. Het asielbeleid wil ervoor zorgen dat er niet te veel asielzoekers in ons land komen. Alleen de ‘echte’ vluchtelingen komen in aanmerking om een verblijfsvergunning te krijgen. ‘Echte’ vluchtelingen wil zeggen dat het vluchtelingen zijn die echt niet meer terug kunnen naar hun eigen land omdat er daar oorlog is of omdat ze om humanitaire redenen niet terug kunnen, omdat datgene wat ze in hun eigen land meegemaakt hebben zo traumatisch is dat ze niet terug kunnen gaan. Ook de vluchtelingen die in hun eigen land om bijvoorbeeld hun geloofsovertuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep vervolgd worden, komen in aanmerking tot een verblijfsvergunning. Maar nu zijn nog niet alle partijen het eens over het asielbeleid en hoe het nou precies uitgevoerd moet worden dus daar zijn nogal wat meningsverschillen over in de Tweede Kamer. Wat lijkt ons de beste oplossing? We zijn het met de overheid eens dat niet alle vluchtelingen toegelaten kunnen worden. Wij vinden zelf dat alleen vluchtelingen die uit oorlogsgebieden komen waar ze echt niet meer kunnen blijven of vluchtelingen die in hun eigen land vervolgd worden om bijvoorbeeld hun geloofs-overtuiging, in ons land toegelaten mogen worden. Maar dan moeten ze ook echt kunnen bewijzen dat ze goede redenen hebben om een verblijfsvergunning te krijgen. Dit komt overeen met de ideeën die de Tweede Kamer heeft en met wat er in de vreemdelingenwet van 2000 staat. Wij denken dus dat het gewoon het beste is om alleen de echte vluchtelingen toe te laten en diegene die alleen om economische redenen naar ons land komen gewoon terug te sturen. Men moet dan wel duidelijke regels maken over het terugsturen van die mensen. Naar waar ze terug moeten, wanneer ze terug moeten, hoe ze terug moeten enz.
REACTIES
1 seconde geleden