Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Criminaliteit (+doodstraf)

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 5251 woorden
  • 1 december 2002
  • 80 keer beoordeeld
Cijfer 7
80 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Overal waar mensen met elkaar samenleven, heersen waarden en normen. Waarden zijn bepaalde principes die mensen belangrijk vinden om na te streven: eerlijkheid, vrijheid, naastenliefde, veiligheid enz. Hiervan zijn normen afgeleid. Normen zijn gedragsregels: men mag niet liegen, men mag niet roken in de klas enz. Wanneer je je niet houdt aan de geldende normen en bijv. boeren laat of dergelijke, vinden sommigen dat gewoon. Anderen zullen het onfatsoenlijk vinden. Men spreekt dan van onmaatschappelijk of afwijkend gedrag of asociaal gedrag. Iedereen kan wat dat betreft zijn eigen grenzen stellen. Wij zullen in Thema A het hebben over de maatregelen die de overheid/politie en de maatschappij kunnen treffen om asociaal gedrag te voorkomen en/of tegen te gaan. Sommige normen tasten bij overtreding zulke essentiële waarden van de samenleving als geheel aan dat we ze hebben vastgelegd in wetten. Dat geldt voor zaken als stelen, iemand letsel toebrengen, enz. Wanneer iemand dergelijke vastgelegde regels overtreedt, kan hij een reactie verwachten in de vorm van straf. Dit soort onmaatschappelijk gedrag noemen we dan crimineel gedrag. In Thema B gaan we in op de criminaliteit in Nederland: de cijfers en soorten criminaliteit, de relatie tussen criminaliteit en werkloosheid en de straffen in Nederland (de soorten en tijdsduur). Door de eeuwen heen zijn miljoenen mensen gerechtelijk gestenigd, gekruisigd, verbrand, gewurgd, gevierendeeld, verdronken, opgehangen, vergast etc. In elk land, in elke cultuur en voor elk denkbaar begrijp. Heersers beschikten in het oude Griekenland al over leven en dood van hun onderdanen. In het oude Griekenland vond in 427 v. Chr. Het eerste geschiedkundig vastgelegde parlementaire debat over de doodstraf plaats. De letterlijke betekenis van de doodstraf is: straf die bestaat uit het ter dood brengen van de veroordeelde. De doodstraf wordt nog steeds toegepast, maar is inmiddels wel door veel landen afgeschaft. In Thema C zullen we ingaan op de doodstraf in Nederland, de doodstraf in de VS en zullen wij bovendien onze opinie geven over de doodstraf. Uittreksel § 5 Het doel van een straf is dat de rechter bepaalt of de verdachte schuldig is of niet en vervolgens de strafmaat bepalen.
5.1 Aan onafhankelijke rechters is in ons land de rechtspraak opgedragen. Omdat zij niemand mogen bevoordelen is dit een belangrijk beginsel van de rechtsstaat. De onafhankelijkheid van de rechters is gewaarborgd doordat: 1) een rechter voor het leven wordt benoemd
2) het salaris van rechters bij de wet is geregeld
3) het aantal rechters in elke rechtsstaat van tevoren vast staat. 5.2 Nederland heeft verschillende soorten rechters: - Kantonrechters: laagste rechtscollege en is belast met de minder ernstige zaken in zijn rechtsgebied. - Arrondissementsrechtbank: deze houdt zich bezig met de zwaardere zaken en verschillende rechters. - Gerechtshoven rechters: belangrijkste taak is de rechtsspraak in hoger beroep van zaken die door de arrondissementsrechtbank zijn behandeld. - De rechters van de hoge raad: de hoogste rechtersmacht die er is en deze behandelen alleen zaken om te bekijken of het recht goed is toegepast. 5.3 Een strafzaak begint met dagvaarding. Daarin staat wat de verdachte
wordt verweten en waar en op welk tijdstip de zitting plaatsvindt. Een
dagvaarding wordt door de officier van justitie verstuurd. De advocaat (raadsman) zou iemand die verdacht is in een rechtszaak
kunnen helpen. Een rechtszaak bestaat uit 8 stappen: - Opening: de rechter controleert de persoonsgegevens
van de verdachte. - Aanklacht: de officier leest de aanklacht voor. - Onderzoek: de rechter begint het onderzoek nadat het
bewijs voor de aanklacht is voorgelegd. - Verhoor van verdachte: de verdachte wordt

ondervraagd maar hij staat
niet onder ede. - Requisitoir: dit is een verhaal waarin de advocaat zijn cliënt (de verdachte) verdedigt. - Pleidooi: dit is het eindwoord van de advocaat om zijn cliënt te verdedigen. - Laatste woord: hierin kan en mag de verdachte nog zijn laatste zegje doen. - Vonnis: dit is de uiteindelijke uitspraak door de rechter. 5.4 In de uitspraak beslist de rechter of de verdachte schuldig is of niet en zo ja, welke straf deze dan opgelegd zou moeten krijgen. Hij moet hier dan rekening mee houden met een aantal gegevens die allemaal in de wet staan. De rechter zal
meestal niet de maximumstraf opleggen. Hij moet namelijk ook naar de
omstandigheden kijken waaronder het strafbaar feit is gepleegd. Tenslotte
kijkt hij of de verdachte al eens eerder is gestraft en/of een strafblad
heeft. Iemand die voor de eerste keer een strafbaar feit heeft gepleegd
krijgt meestal een lichtere straf dan iemand die voor de vijfde keer wordt
gestraft. 5.5 Voor rechtshulp kun je terecht bij: - Advocaat: dit is iemand die rechten heeft gestudeerd en alle juridische procedures kent om bewijsvoering te weerleggen. - Bureau voor rechtshulp: hier werken afgestudeerde juristen die mensen helpen die niet zo snel naar een advocaat gaan. - Rechts- of wetswinkel: hier werken rechtsstudenten die gratis juridisch advies geven. Mensen kunnen
hier voor weinig geld juridisch advies winnen.
3 Thema’s Thema A: Asociaal gedrag Maatregelen die de overheid/politie en de maatschappij kunnen treffen om asociaal gedrag tegen te gaan / te voorkomen
De meeste asociale gedrag is te verklaren vanuit drie sociale milieus: - het gezin: Het gezin is het eerste sociale milieu waarin de basis voor het maatschappelijk functioneren voor mensen wordt gelegd. Met name het socialisatie proces is voor het latere gedrag erg belangrijk. In deze periode krijgt het kind bepaalde waarden en normen mee. Het leert ook hoe het zich moet aanpassen aan de samenleving, en op welke manier het met mensen kan omgaan. In het algemeen wordt verondersteld dat als dit proces goed verloopt je later makkelijker sociale contacten maakt, en minder kans hebt om met justitie in aanraking te komen. Het gebrek aan sociale controle binnen het gezin wordt steeds vaker genoemd als oorzaak voor asociaal en crimineel gedrag. Het hangt samen met de stijging van het aantal echtscheidingen en probleemgezinnen, en met de minder strenge gedragsnormen. Jongeren gaan in het algemeen sneller hun eigen weg dan vroeger, en kiezen eerder hun eigen levensstijl. Als gevolg hiervan kunnen bepaalde gebreken en leemtes in de opvoeding ontstaan, die weer tot gevolg hebben dat er meer of minder ernstige gedragsstoornissen optreden. Zo is uit onderzoek gebleken dat daders van geweldsmisdrijven als kind relatief gezien weinig aandacht kregen van hun ouders. Er werd vaker gestraft door middel van slaan, of de ouders lieten het kind juist aan zijn lot over. Het straffen behoort tegenwoordig grotendeels tot het verleden. - buurt, school en leeftijdsgenoten: De invloed van deze drie factoren bepaalt mede de kans op asociaal gedrag. Jongeren die op school mislukken, lopen een grotere kans het verkeerde pad op te gaan en asociaal te worden. Kijken we naar het contact met leeftijdsgenoten, dan is veel asociaal gedrag en jeugdcriminaliteit zoals agressie en vernielingen het gevolg van groepsgedrag en stoerdoenerij. In jongerengroepen kunnen normen heersen die juist ingaan tegen de algemene gedragsregels. In de buurt is de sociale controle, net als binnen het gezin, veel minder geworden: de mensen letten minder op elkaar. Dat de sociale controle in de buurt veel minder is geworden komt doordat we in steeds grotere woonwijken en flats zijn gaan wonen. Door die afgenomen sociale controle is er meer gelegenheid tot afwijkend gedrag (asociaal en crimineel gedrag). Dus wat de maatschappij kan doen is meer op elkaar letten, er moet meer sociale controle komen. - de samenleving als geheel: Ongelijke verhoudingen, druggebruik, kleine pakkans en een ontoereikende wetgeving. De overheid kan in samenwerking met scholen bijvoorbeeld (opvoedings)projecten opzetten voor kinderen, om ze zo vanaf jonge leeftijd op het goede pad te houden. En de school moet veel inbreng hebben in de opvoeding van haar leerlingen. Maar het zijn vaak de ouders waardoor een kind asociaal wordt. Asociaal gedrag kan ontstaan als gevolg van de opvoeding. Zo’n asociale volwassenen zouden harder aangepakt moeten worden. Ze moeten beseffen wat de gevolgen kunnen zijn van hun asociale acties. Hun kinderen moeten worden overgedragen aan de kinderbescherming als de ouders in verre mate zich schuldig maken aan strafbare feiten. De wetgeving is ontoereikend op het gebied van asociaal gedrag en alles wat daaruit voortvloeit, meestal jeugdcriminaliteit. Voor een licht vergrijp op jonge leeftijd krijg je maar een taakstraf. Zo’n straf is niet genoeg en niet leerzaam, want je ziet dat minderjarigen vaker opnieuw een strafbaar feit plegen. Dus de wet moet strenger worden. Dit kan men doen door de ouders de gevolgen op te laten nemen. Dan zullen de ouders het gedrag en de opvoeding van hun kind voldoende corrigeren, zodat het kind niet opnieuw in de fout gaat. Thema B: Criminaliteit in NL De soorten criminaliteit Onderscheid in de wet tussen misdrijven, de meer ernstige strafbare feiten en overtredingen, de minder ernstige feiten. De soorten delicten: · Delicten tegen de openbare orde en gezag; · misdrijven tegen leven en persoon (moord en mishandeling); · ruwheidsmisdrijven (vernieling, graffiti); · vermogensmisdrijven (diefstal, verduistering); · seksuele misdrijven (aanranding, verkrachting); · verkeersmisdrijven (rijden onder invloed boven een bepaald promillage); · misdrijven tegen de Opiumwet (verkoop en bezit van soft- en harddrugs); · economische delicten; · milieudelicten
Misdrijven en verdachten naar het totaal van Nederland en type misdrijf Onderwerpen Misdrijven Geregistreerde misdrijven Opgehelderde misdrijven Totaal geregistreerd Per 100 000 inwoners 12-79 jaar Totaal opgehelderd Opgehelderd in % geregistreerd
Type misdrijf Politieregio Jaar absoluut % Totaal-Generaal Totaal Nederland 2000 1 305 635 10 050 191 242 14,6
Wetboek van Strafrecht totaal Totaal Nederland 2000 1 173 688 9 035 139 519 11,9
Geweldsmisdrijven Totaal Nederland 2000 90 944 700 39 368 43,3

Vermogensmisdrijven Totaal Nederland 2000 887 829 6 834 74 223 8,4
Vernieling en Openbare orde Totaal Nederland 2000 189 779 1 461 22 103 11,6
Overige misdrijven Wetboek v. Strafrecht Totaal Nederland 2000 5 136 40 3 825 74,5
Wegenverkeerswet totaal Totaal Nederland 2000 117 800 907 40 788 34,6
Wet op Economische Delicten totaal Totaal Nederland 2000 3 528 27 1 886 53,5
Opiumwet totaal Totaal Nederland 2000 7 474 58 6 448 86,3
Wet Wapens en Munitie totaal Totaal Nederland 2000 2 966 23 2 472 83,3
Overige wetten totaal Totaal Nederland 2000 179 1 129 72,1
De verschillende soorten misdrijven (opgedeeld naar wetten) Wetboek van strafrecht
Geweldsmisdrijven Vermogensmisdrijven Vernieling en openbare orde
verkrachting valsheidsmisdrijven (misdrijven) tegen de openbare orde
feitelijke aanranding der eerbaarheid eenvoudige diefstal discriminatie
overige seksuele misdrijven diefstal door middel van braak gemeengevaarlijke misdrijven (o.a. brandstichting) bedreiging overige gekwalificeerde diefstal tegen het openbaar gezag
misdrijven tegen het leven gekwalificeerde diefstal schennis der eerbaarheid

misdrijven tegen het leven en persoon verduistering vernieling
mishandeling bedrog
diefstal met geweld heling en schuldheling
afpersing
Wegenverkeerswet Wet Economische delicten Opiumwet Wet Wapens en Munitie Wetboek Militair Strafrecht
rijden onder invloed milieuhygiënische wetten Harddrugs (middelenlijst I) doorrijden na ongeval overige wetten Softdrugs (middelenlijst II) Overige misdrijven De relatie tussen criminaliteit en werkloosheid
en criminaliteit op het werk
Er zijn in Nederland de ongelijke verhoudingen tussen de verschillende inkomensgroepen. Het percentage mensen dat aangehouden wordt wegens strafbare feiten is zo bijvoorbeeld onder werklozen groter dan onder mensen met een baan. Crimineel gedrag kan hier voortkomen uit frustraties, het gevoel mislukt te zijn, uitzichtloze toekomst tegemoet zien, een gebrek aan geld (bestaansonzekerheid, schuldenval en armoede), een overmaat aan ‘vrije’ tijd (verveling), het verzeild raken in gelegenheidsstructuren en omgang met verkeerde vrienden (’differential-association’). Ook kan iemand redeneren, dat hij het stukje welvaart moet bemachtigen waar hij recht op meent te hebben. En tenslotte zullen sommige jongere werklozen er van uitgaan dat ze toch niets te verliezen hebben. Dat wil trouwens niet zeggen dat mensen met een betere maatschappelijke positie minder criminaliteit plegen, maar alleen dat ze minder vaak in aanraking komen met justitie. Dit kan komen doordat ze nooit gepakt worden, omdat ze een leidinggevende functie hebben binnen een criminele organisatie of dergelijke. Zij spelen het slim zodat niet zij maar hun ‘mannetjes’ gepakt worden. Deze zijn meestal van de lagere sociale klasse. In grote fabrieken, zoals de autofabriek NedCar, zie je dat er toch wel veel criminaliteit wordt gepleegd. Diefstal, heling, mishandeling, bedreiging, druggebruik e.d. zijn veel voorkomende vormen van criminaliteit in zo’n fabrieken. Er werken er ook over het algemeen veel mensen van de lagere sociale klasse, waarvan er zijn die een crimineel verleden hebben. Criminaliteit door mensen van de betere milieus wordt ‘witteboordencriminaliteit’ genoemd. Deze plegen vooral fraude, belastingontduiking, corruptie en andere misdrijven in de beroepssituatie. Nu is vooral de fraude en corruptie in de bouwwereld in het geding gekomen. Enkele grote bouwbedrijven zouden afspraken hebben gemaakt bij hun samenwerking bij de bouw van tunnels, gebouwen, enz. De bouwfraude is eigenlijk aan het licht gekomen door de aanleg van de Schipholtunnel. Daar is er massaal gefraudeerd door de bouwbedrijven. Witteboordencriminaliteit heeft drie kenmerken die nauw met elkaar samenhangen: · de dader komt meestal uit de betere kringen en heeft een beroep met een hoge status; · het strafbare feit wordt doorgaans gepleegd in de beroepssituatie; · de dader schendt het vertrouwen dat men op grond van zijn beroep in hem stelt. Het opsporen en vervolgen van witteboordencriminaliteit schiet tekort, om de volgende redenen: · Politie en justitie hebben te weinig ervaring, mankracht en specialistische kennis om fraude snel te achterhalen en te bewijzen. · De wetgeving heeft onvoldoende bepalingen om alles doeltreffend te bestrijden. Daardoor zijn er vormen van fraude die simpelweg (nog) niet strafbaar zijn. Pogingen om de wetgeving aan te passen vinden voortdurend plaats, maar gaan vrij langzaam. · De controlemogelijkheden zijn te gering
Ook blunders van justitie dragen erbij toe dat de bestrijding, opsporing en vervolging tekort schiet. Zo is de blunder van de Minister van Justitie B. Korthals bij de bouwfraudeaffaire een goed voorbeeld. Door hem kwamen de grote bouwbedrijven die zich schuldig maakten aan bouwfraude er goed vanaf door middel van een ‘schikking’. En het ergste is dat hij nóg niet afgetreden is. Dat vinden wij een schande.
De straffen in Nederland Bij het straffen is de rechter gebonden aan de maximumgrens die wettelijk voor ieder delict is vastgesteld. Hij heeft de keuze uit: · een geldboete · een vrijheidsstraf: hechtenis bij overtredingen (max. 1 jaar) of gevangenisstraf bij misdrijven (max. 20 jaar = levenslang) · een bijkomende straf, zoals ontzegging van de rijbevoegdheid, het betalen van een schadevergoeding, het ontnemen van kiesrecht etc. · terbeschikkingstelling (TBS): wanneer de rechter de dader niet of verminderd toerekeningsvatbaar acht, valt de dader het misdrijf niet aan te rekenen gezien zijn geestelijke toestand op dat moment. Er kan dan verplichte opname in een TBS-inrichting worden opgelegd, waar een therapie plaatsvindt. De rechter baseert zich hierbij vaak op het rapport van een psychiater of psycholoog. Elk twee jaar oordeelt hij of de opname moet worden voortgezet of niet. Zeker als iemand een echt gevaar voor de samenleving vormt, kan het gebeuren dat hij zijn hele leven lang in de inrichting moet blijven. · een alternatieve straf. Dit bestaat meestal uit een vorm van dienstverlening zoals bejaardenwerk, bushokjes schoonmaken, plantsoenenonderhoud e.d. · een voorwaardelijke straf. Dit houdt in dat de straf niet wordt uitgevoerd tenzij de veroordeelde binnen een bepaalde periode (proeftijd) opnieuw een strafbaar feit begaat of zich niet houdt aan andere opgelegde voorwaarden. · een combinatie van bovengenoemde straffen. Voor minderjarigen van 12 tot 18 jaar (soms ook tot 21 jaar) geldt het kinderstrafrecht. De rechter heeft dan nog andere strafmogelijkheden, zoals: · plaatsing in een tuchtschool. · arrest, een korte vrijheidsstraf als ernstige waarschuwing. · berisping, een vermanende toespraak. · onder toezichtstelling, waardoor het kind in de opvoeding beter wordt begeleid. Voor overtredingen krijgen minderjarigen te maken met HALT. Dat is de lichtste straf die er is. Als je naar HALT moet, heb je een taakstraf gekregen. Een taakstraf kan o.a. schoonmaken of plantsoenenonderhoud zijn. Thema C: De doodstraf De doodstraf in de geschiedenis In alle culturen, in elk land ter wereld, zijn mensen gedood door een uitspraak van gezagsdragers of anderen die in een samenleving verantwoordelijkheid droegen. Heersers beschikten over leven en dood van hun onderdanen. Al vroeg is er naast het veelvuldige gebruik van de doodstraf ook oppositie. In het oude Griekenland vindt 427 v.Chr. het eerste geschiedkundig vastgelegde parlementaire debat over de doodstraf plaats. Op diverse plaatsen, zoals bij de Germaanse stammen van Noordwest-Europa, zien we een ontwikkeling naar alternatieve straffen. Het is dan niet meer ‘een leven voor een leven’ maar een moord kan dan ook met een som geld worden afgekocht. Lijfstraffen werden er nauwelijks opgelegd, dus ook de doodstraf niet. Vanaf de 12e eeuw gaat de ontwikkeling in Europa een andere kant op. Er komt een stelsel met een grote diversiteit aan lijfstraffen: hand afhakken, afsnijden van de neus, oren of tong, uitsteken van de ogen. Ook de doodstraf wordt toegepast in de vorm van onthoofden (voor de betere klassen), ophangen, radbraken, vierendelen, wurgen, verdrinken, levend begraven, verbranden enz. Met de instelling van de Inquisitie (1232) werd de doodstraf steeds vaker voltrokken. Tijdens de Verlichting in de 18e eeuw kwamen er ideeën op over menselijke redelijkheid en waardigheid, evenals over de bescherming van het individu tegen de willekeur van hun heersers. Het waren deze ideeën die de weg hebben vrijgemaakt voor de afschaffing van de doodstraf als een mensonwaardige en zinloze straf. De huidige situatie van de doodstraf op de wereld Er zijn drie soorten landen: 1. Landen zonder de doodstraf, in deze groep hoort Nederland
2. Landen met doodstraf, maar die deze niet toepassen
3. Landen met doodstraf en deze ook uitvoeren
De landen die de doodstraf toepassen kun je onder verdelen in twee groepen. De landen waar je alleen de doodstraf krijgt bij zware misdrijven, zoals moord. En landen waar bij je de doodstraf kan krijgen voor lichte vergrijpen, zoals diefstal. 1: Landen zonder doodstraf: De meeste West-Europese landen: De laatste executie vond plaats in 1977 in Frankrijk. Het echt afschaffen van de doodstraf gebeurde in de jaren tachtig en negentig. In Cyprus, Nieuw Zeeland en Canada komt de doodstraf ook niet voor. 2: Landen met de doodstraf, maar deze niet toepassen: Verenigd Koninkrijk is het enige West-Europese land dat de doodstraf nog kent, maar sinds 1964 wordt deze niet meer toegepast. Turkije: Dit is een land dat de doodstraf nog als straf heeft, maar deze sinds 1984 niet meer heeft uitgevoerd. Een aantal jaren terug is Öcalan door het Turkse hof ter dood veroordeeld omdat hij leiding zou gegeven hebben aan de PKK, een Koerdische terreurbeweging. Nu is de vraag of dit doodsvonnis wordt uitgevoerd. De Turkse bevolking wil dit graag, maar de Europese unie probeert dit tegen te houden. Ze dreigen hierbij om Turkije niet toe te laten bij de EU. 3: Landen met de doodstraf en deze ook uitvoeren: De landen die de doodstraf toepassen kun je onder verdelen in twee groepen. - landen waar je alleen de doodstraf krijgt bij zware misdrijven, zoals moord. O.a. Verenigde Staten, Verenigde Arabische Emiraten. - landen waar bij je de doodstraf kan krijgen voor lichte vergrijpen, zoals diefstal. O.a. China, Maleisië, Filippijnen. De doodstraf in Nederland In de tijd dat Nederland nog een republiek was, stond er op tal van misdrijven de doodstraf. Deze werd ook op vele verschillende manieren uitgevoerd. In 1811 werd door een code afkomstig uit Frankrijk bepaald dat de doodstraf alleen nog maar toegepast mocht worden door middel van de guillotine. In 1813 werd opnieuw besloten over de manier dat de doodstraf zou worden uitgevoerd. Nu besloten ze alleen nog maar het zwaard of de strop te gebruiken. Het zwaard is echter nooit gebruikt om de doodstraf uit te voeren. Tot 1854 is de strop dan ook veelvuldig gebruikt. In 1854 is de doodstraf beperkt en zijn executiemethoden tot een methode teruggebracht, namelijk ophanging met behulp van een valluik. In 1861 vond de laatste executie plaats en in 1871 werd bepaald dat de doodstraf niet meer toegepast mocht worden in tijd van vrede. In 1943 werd in het besluit Buitengewoon Strafrecht besloten dat de doodstraf op een aantal misdaden tijdens de 2e Wereldoorlog nog mocht worden toegepast. In Artikel 26 van dit besluit werd een nieuwe misdaad bepaald die de doodstraf tot gevolg kon hebben, namelijk: “het gedurende de tijd van de oorlog opzettelijk een ander blootstellen aan opsporing, vervolging, vrijheidsberoving of -beperking, enige straf of enige maatregel door of vanwege de vijand, diens helpers of enige ambtenaar, beambte of ander persoon, werkzaam voor het burgerlijk of militair gezag van een vijandelijke mogendheid.” Als iemand dit had gedaan en het had de dood als gevolg gehad dan werd deze persoon de doodstraf opgelegd. Door deze regels werden nog eens 152 doodstraffen opgelegd waarvan er 40 executies daadwerkelijk uitgevoerd werden. Deze executies gingen door middel van het vuurpeloton. In 1952 werd er weer een wet aangenomen die een aantal misdrijven benoemde die begaan konden worden in geval van oorlog en waarop ook de doodstraf stond. Dit waren misdrijven tegen de veiligheid van de staat en misdrijven die de defensie in gevaar konden brengen. Een aantal van deze misdrijven is: militair verraad, spionage, ongerechtvaardigde capitulatie, desertie naar de vijand en militair oproer. Deze doodstraf werd ook uitgevoerd door middel van het vuurpeloton. Deze straf kon niet worden uitgesproken over personen die nog geen 18 jaar waren. Sinds 1983 kan de doodstraf niet meer worden opgelegd en sinds 1991 is de doodstraf in Nederland afgeschaft, zowel voor militair als oorlogsstrafrecht.
De methoden van doodstraf vroeger Tot de vorige eeuw werden in de gehele wereld vele uiteenlopende methoden gebruikt om mensen terecht te stellen. Meestal werden deze gekenmerkt door wreedheid en het toebrengen van leed. Enkele methoden zijn: · levend koken · op de brandstapel · ophangen · wurgpaal · verdrinken · levend begraven · radbraken, het op het wiel vastbinden van veroordeelden om hen vervolgens met stokken de botten te breken tot de dood erop volgde (deze methode werd in Nederland gebruikt) · in vieren delen, een veroordeelde werd aan elk been en aan elk arm aan een paard gebonden en dan rijdt die paard weg en is de veroordeelde zo in vieren gedeeld. De doodstraf in de Verenigde Staten Er zijn op dit moment 38 staten in de Verenigde Staten waar de doodstraf nog ingevoerd staat. Daarvan zijn 32 staten waar de doodstraf nu nog wordt uitgevoerd en 6 staten waar de doodstraf sinds 1976 niet meer wordt uitgevoerd: De 32 staten waar de doodstraf nu wordt toegepast De 6 staten waar de doodstraf sinds 1976 niet meer wordt toegepast De 12 staten waar de doodstraf is afgeschaft
AlabamaArizonaArkansasCaliforniaColoradoDelawareFloridaGeorgiaIdahoIllinoisIndianaKentuckyLouisianaMarylandMississippiMissouri MontanaNebraskaNevadaNew MexicoNorth CarolinaOhioOklahomaOregonPennsylvaniaSouth CarolinaTennesseeTexasUtahVirginiaWashingtonWyoming ConnecticutKansasNew HampshireNew YerseyNew YorkSouth Dakota AlaskaMaineMinnesotaVermontHawaïMassachusettsNorth DakotaWest VirginiaIowaMichiganRhode IslandWisconsin
De aantallen voltooide executies per staat sinds 1976 in een tabel: STAAT Totaal 2002 2001 STAAT Totaal 2002 2001
Texas 262 6 17 Indiana 9 2
Virginia 84 1 2 Utah 6 0
Missouri 56 3 7 Mississippi 4 0
Florida 51 1 Washington 4 1
Oklahoma 50 2 18 Maryland 3 0
Georgia 29 2 4 Nebraska 3 0
Louisiana 26 0 Ohio 3 1 1
S. Carolina 25 0 Pennsylvania 3 0
Arkansas 24 1 Kentucky 2 0
Alabama 23 0 Montana 2 0
Arizona 22 0 Oregon 2 0
N. Carolina 21 5 Colorado 1 0
Delaware 13 2 Idaho 1 0
Illinois 12 0 New Mexico 1 1
California 10 1 1 Tennessee 1 0
Nevada 9 1 Wyoming 1 0

Per jaar zijn er gemiddeld 30 à 31 doodsvonnissen in de VS (in de afgelopen 25 jaar). De aantallen voltooide executies per jaar sinds 1976 in een staafdiagram: Sinds 1976 tot op de dag van vandaag zijn er 765 executies uitgevoerd in de Verenigde Staten (inclusief 2002). Dit jaar zijn er tot op de dag van vandaag 16 executies in de VS uitgevoerd. De methoden van de doodstraf De doodstraf wordt op dit moment in de Verenigde Staten op vijf manieren uitgevoerd: De elektrische stoel: De elektrische stoel is bedacht door de elektricien van een gevangenis in New York in 1890. Executie door de elektrische stoel vergt veel voorbereiding. Het hoofd en een gedeelte van de benen moeten worden kaal geschoren, zodat de elektroden goed contact maken. Vervolgens worden op verschillende plaatsen van het lichaam elektroden geplaatst. Hierna wordt een soort blikken pet op de kop gezet. De veroordeelde is ondertussen goed vast gemaakt op de houten stoel. Daarna moet bijna iedereen die er is de zaal verlaten behalve een paar getuigen en de beul. Ook krijgt hij een leren kap voor zijn gezicht, omdat het er tijdens de stroomschokken niet lekker uit ziet. Je krijgt eerst een harde, korte stoot, die er voor zorgt dat je hersens ongeveer 60 graden worden. Daarna volgt een wat zwakkere maar langere stoot, die verstoort je hartritme. De elektrische stoel wordt in nog in de volgende staten toegepast: Alabama, Arkansas, Florida, [Illinois], Kentucky, Nebraska, [Oklahoma], South Carolina, Tennessee, Virginia
Dodelijke injectie: Om de doodstraf menselijker te maken heeft men de dodelijke injectie uitgevonden. De veroordeelde ligt vastgebonden op een brancard, en meestal krijgt hij in elke arm een infuus, één echt en één reserve. Je krijgt een stof die alle spieren behalve het hart verlamt. Je stopt met ademhalen als de spieren van de ribbenkast en middenrif ook worden bereikt. Als laatste krijg je een stof die alle zenuwimpulsen naar het hart blokkeert. 6 tot 13 minuten nadat het eerste gif is ingespoten, treedt de dood in. Het is dus nog een langzame dood en dus is het niet gelukt deze methode van executie menselijker te maken. De dodelijke injectie wordt in nog in de volgende staten toegepast: Arizona, Arkansas, California, Colorado, Connecticut, Delaware, Florida, Georgia, Idaho, Illinois, Indiana, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maryland, Mississippi, Missouri, Montana, Nevada, New Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio, Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, South Carolina, South Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Virginia, Washington en Wyoming. De gaskamer: De veroordeelde zit vastgebonden op een stoel in gasdichte kamer. Door kleppen in de muur stroomt giftig gas door de kamer. Dat gas zorgt ervoor dat de zuurstof zich niet met je bloed mengt. Je lichaam stikt cel voor cel, en het duurt 2 tot 18 minuten voor je dood bent. De beul die dit gas moet maken, is vaak dronken of niet geconcentreerd bezig. Daarom krijgen de misdadigers andere verhoudingen gif dan de bedoeling was. De gaskamer wordt in nog in de volgende staten toegepast: Arizona, California, Maryland, Missouri, [Wyoming] Fusillade (vuurpeleton): Ook is er nog de fusillade. De veroordeelde wordt op een stoel vastgemaakt gehuld in donkere kleding zodat de bloedvlekken niet goed te zien zijn. Dan wordt er op hem geschoten vanaf 9 meter door 5 schutters. Die schieten door gleuven in de muur. Deze methode is wel snel en doeltreffend. De fusillade wordt in nog in de volgende staten toegepast: Idaho, [Oklahoma], Utah
De galg: Het touw van de galg is eigenlijk elastisch, en daarom wordt dat eerst in een bak kokend water gelegd en daarna uitgerekt. Dan wordt er een lus om de nek van de veroordeelde geknoopt, en dan klapt er een valluik open. Als je geluk hebt zijn de lengten van het touw en de val precies lang genoeg, zodat je rug tussen de derde en vierde wervel breekt, dan ga je snel en vrij pijnloos dood. Als je pech hebt, is dat niet zo, en hang je daar te stikken. En ook al duurt het vaak maar 10 minuten, dat zijn dan de langste die je ooit hebt meegemaakt. De galg wordt in nog in de volgende staten toegepast: Delaware, New Hampshire, Washington Argumenten voor de doodstraf: - Een veelgebruikt argument voor de doodstraf is dat deze afschrikwekkender is dan enige andere straf, en daarmee een preventieve werking heeft tegen criminaliteit. Meerdere onderzoeken hebben echter aangetoond dat er geen verband is tussen de doodstraf en het aantal ernstige misdaden dat gepleegd wordt. - Een ander veelgehoord argument is dat de doodstraf de enige manier is om moordenaars en verkrachters definitief onschadelijk te maken. Dit is echter is strijd met een belangrijk rechtsbeginsel: straffen kunnen alleen betrekking hebben op misdrijven die zijn gepleegd, niet op misdrijven die nog gepleegd zouden kunnen worden. - Een derde argument is dat van het aloude ‘oog om oog, tand om tand’. Dat is in een modern rechtsstelsel een oneigenlijke redenering. Straffen worden niet opgelegd uit wraak, maar om de samenleving een signaal te geven en de schuldige met harde hand te dwingen tot verbetering van zijn gedrag. Een rechter dient een zorgvuldige afweging te maken om de juiste straf te bepalen, in het volle besef dat dit voor de slachtoffers niet altijd een genoegdoening kan zijn. Argumenten tegen de doodstraf: - Een voor de hand liggend argument tegen de doodstraf is dat de straf onomkeerbaar is. Altijd bestaat het risico dat een onschuldige wordt geëxecuteerd. In de Verenigde Staten zijn tussen 1976 en 1999 in totaal 79 personen uit de dodencel vrijgelaten nadat was gebleken dat zij ten onrechte de doodstraf hadden gekregen. In 23 zaken in de 20e eeuw kwam deze vaststelling pas nadat ze waren terechtgesteld. - Daarnaast blijkt de doodstraf onevenredig vaak zwakkere groepen in de samenleving te treffen. Zo wordt in de VS veel vaker de doodstraf geëist tegen een zwarte dan tegen een blanke dader. Een recent onderzoek toonde aan dat in Philadelphia (VS) de kans op de doodstraf vier keer hoger is voor een zwarte verdachte dan voor een blanke. En terwijl het aantal zwarte en blanke slachtoffers van moord in de VS ongeveer even hoog is, was 82 procent van alle geëxecuteerden sinds 1977 veroordeeld voor moord op een blanke. Het rassenverschil / het verschil tussen zwart en wit in de VS
Twee professoren hebben naar aanleiding van zwarten die vonden dat ze op racistische wijze behandeld werden, een onderzoek gehouden. Hieruit bleek dat als aangeklaagden zwart zijn, ze 4 keer zoveel kans hebben op de doodstraf dan blanken. Het ras van de geëxecuteerde veroordeelden

Ras van de gedaagde (veroordeelde) Aantalgeëxecuteerden % van de totaal geëxecuteerden
Negers 266 35 % Latino’s (Zuid-Amerikanen) 50 7 % Blanken 434 56 % Overige (Natieve Amerikanen, Aziaten, Irakezen etc.) 15 2 % Het ras van de slachtoffers van de moorden die gepleegd Het ras van de gevangenen die in de dodencel zitten: zijn door moordenaars die momenteel in de dodencel zitten: De standpunten van de verschillende levensbeschouwingen jegens de doodstraf
Het Christendom is tegen de doodstraf. Ze hebben als motto de bijbeluitspraak “gij zult niet doden”. Alleen God mag iemand het leven ontnemen, is de gedachte. Wie een moordenaar ombrengt, verlaagt zich tot diens peil en toont zelf geen respect meer voor het leven. Zoals de eerste leefregel van Boeddha, “dood geen levend wezen”, laat zien, zijn Boeddhisten tegen de doodstraf. Net als het Boeddhisme leeft het Hindoeïsme het principe van de geweldloosheid na, en is dus ook tegen de doodstraf. De islam is eveneens tegen de doodstraf. Allah is uiteindelijk diegene die over je oordeelt. Het socialisme is ook tegen de doodstraf, omdat je volgens hen een veroordeelde niet alle hoop op het leven mag ontnemen. Bovendien zou dit kunnen leiden tot gevaarlijke situaties in de gevangenissen. Aangezien één van de kernpunten van het humanisme “respect voor anderen”, en dus respect voor het leven van anderen, is, zijn ook de humanisten tegen de doodstraf. Onze opinie over de doodstraf Wij zijn tegen de doodstraf want wij vinden dat de overheid niet mag beslissen over iemands leven. God is diegene die uiteindelijk over je zal oordelen. De overheid hoort het goede voorbeeld te geven. Als de overheid de doodstraf invoert is het eigenlijk zo dat de overheid mensen vermoordt om mensen duidelijk te maken dat je geen mensen mag vermoorden. Ze doen dan zelf wat de mensen niet mogen doen. Dat vinden wij niet echt kloppen. Wij denken dat je de mensen die iemand vermoordt hebben beter kan helpen in plaats van ze te straffen. Je kunt beter onderzoeken waarom iemand mensen vermoordt en daar iets mee doen. Je moet proberen te zorgen dat je de moord voorkomt in plaats van de mensen te straffen. Bovendien zijn er nog andere straffen dan de doodstraf. Bijvoorbeeld levenslang zonder strafmindering. Dat is veel erger dan de doodstraf want dan beneem je iemand zijn vrijheid. De doodstraf is gewoon een vreselijke en onmenselijke straf, die bovendien ouderwets is. Anno 2002 moet de doodstraf toch niet meer bestaan op deze wereld. Met al dat geweld op deze wereld en dan draagt de regering van een land daar nog erboven op door de doodstraf toe te passen. Kortom: afschaffen die doodstraf! Dus ook niet herinvoeren in Nederland, want dat gaat in tegen alle principes van de menselijkheid / mensenrechten / vrede en de principes van de Nederlandse maatschappij. Dus de doodstraf mag in geen enkel geval heringevoerd worden in Nederland, zo zijn wij van mening. Dat zou de principes van de wet en die van de rechten van de mens ongedaan maken. Bronvermelding Internetsites: - http://www.cbs.nl Centraal Bureau voor de Statistiek - http://www.amnesty.nl Amnesty International - http://home.residentie.net/~doodstraf/ De doodstraf in de Verenigde Staten - http://www.deathpenaltyinfo.org Death penalty info Boeken: “Het peilen van de diepte”; Siep Miedema
de relatie tussen werkloosheid en delinquentie bij jongvolwassen mannen “Misdaad & straf”; Th.L Rijpkema, T.F. Schuurman
Essener, Amsterdam, 1987 (Actuele) Documentatiemappen / Thematische knipselkranten: Geweld en agressie; 23e jaargang 1998, uitgave nr. 98/16

Jeugdcriminaliteit; uitgave nr. 2001/49
Doodstraf; uitgave nr. 2000/60 Encyclopedieën: Encarta Encyclopedie 2001

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.