Nut van gym en blessurepreventie

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas mbo | 1704 woorden
  • 15 juli 2008
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
19 keer beoordeeld

Inleiding
In opdracht van mijn Lichamelijke Opvoeding (L.O.) docent de heer E. B., moesten ik een werkstuk in elkaar zetten met als onderwerp: “Het nut van lichamelijke opvoeding en blessure preventie”. Ik heb informatie gehaald van het internet en digitale literatuur. Enkele aspecten waarover ik het in mijn werkstuk zal hebben
Hoofdstuk 1. Gaat over Sport in het algemeen
Hoofdstuk 2. Gaat over het nut van Sport
Hoofdstuk 3. Gaat over Sport blessures


In het dagelijks leven doen we verscheidene dingen. We baden, we eten, we werken of gaan naar school en als er tijd over is een beetje gezelligheid. Het menselijk lichaam kunnen je vergelijken moet een goed geolied machine. Zoals we weten moet elke machine regelmatig gesurviced worden zo ook het menselijk lichaam. Vandaar dat we ons lichaam ook moeten bewegen. Sporten kun je om verschillende redenen doen. De meeste mensen sporten in hun vrije tijd omdat het leuk vinden om iets met andere mensen te doen. Sporten is ook een populaire manier om aan lichaamsbeweging te doen. Lichaamsbeweging is nodig om gezond te blijven.

Mensen beoefenen al eeuwen sport. Hoewel het onderwijs als zodanig geen staatstaak was, gaf de overheid zo’n drieduizend jaar geleden wel voorschriften aan de burgers aangaande de opvoeding. De sport werd in het oude Griekenland al ijverig beoefend. Immers ‘schoon en goed’ (kalos kai agathos) was het ideaal van de harmonieus ontwikkelde persoonlijkheid. In de oude maatschappij spreekt de sportbeoefening vanzelf: zo komen in de Ilias van Homerus de lijkspelen voor Patroclus voor en in de Odyssee moet Odysseus bij de Phaeacen door zijn sportprestatie bewijzen dat hij sociaal meetelt. Maar ook in de latere burgerlijke maatschappij stond de sportbeoefening hoog genoteerd (in Sparta trainden ook de vrouwen flink, ondermeer om een sterk nageslacht van krijgslieden voort te kunnen brengen). Iedere polis had een of meer sportscholen. De grootste roem voor de atleet was het behalen van een prijs in de grote Panhelleense spelen, de Olympische te Olympia, de Nemeïsche te Nemea en de Pythische te Delphi.

Tegenwoordig kan iedereen sporten, maar er zijn verschillen tussen de lichamen van mannen en vrouwen. Daardoor zijn er ook verschillen tussen wat mannen en vrouwen met sport kunnen bereiken. Er worden daarom vaak aparte wedstrijden gehouden voor mannen en vrouwen. De records bij bijvoorbeeld hardlopen en schaatsen zijn voor mannen sneller dan de records bij vrouwen. De enige officieel gemengde sport is korfbal. Daar spelen vier mannen en vier vrouwen samen in één team. Ook voor kinderen zijn aparte wedstrijden. Bij teamsporten zijn er bijvoorbeeld speciale jeugdteams, die op leeftijd zijn ingedeeld. Kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd zitten dan samen in een team.

Hoofdstuk 1. Sport in het Algemeen
Er zijn heel veel sporten. Je kunt ze op verschillende manieren indelen. Zo zijn er teamsporten en individuele sporten. Bij een teamsport speel je met meerdere spelers van je eigen team tegen het team van de tegenstander, zoals bij volleybal en basketbal. Vaak hebben de spelers in een team allemaal een eigen taak. Je bent bijvoorbeeld een aanvaller of juist een verdediger. Belangrijk bij een teamsport is dat je met elkaar probeert te winnen. Je bent afhankelijk van elkaar en moet elkaar soms ook helpen. Een individuele sport doe je alleen, zoals judo of atletiek. Je probeert dan te winnen van je directe tegenstander of records te verbreken. Vaak train je wel met meerdere mensen tegelijk, maar bij een wedstrijd moet je het helemaal alleen doen.
Sommige sporten zijn binnen in een sporthal (turnen, volleybal) en andere doe je op een sportveld of op de openbare weg (hardlopen, wielrennen). Verder zijn er balsporten (voetbal, basketbal), vechtsporten (judo, karate), paardensporten (dressuur) en watersporten (zeilen, zwemmen). Een denksport is een heel ander soort sport. Denksporten zijn bijvoorbeeld dammen en schaken. Ze hebben niets met bewegen te maken, maar met nadenken.

Voor alle sporten gelden spelregels. Deze regels bepalen bijvoorbeeld met hoeveel mensen je in het veld mag staan, wanneer je mag scoren en of je geen valse start maakt. Vaak controleert een scheidsrechter of de sporters zich aan de regels houden. Als winnen wel belangrijk is, spreek je van wedstrijdsport. Wanneer sporters presteren op nationaal en internationaal niveau, spreek je van topsport. Deze sporters doen er alles aan om te winnen, zichzelf te verbeteren en records te verbreken. Ze trainen zo vaak dat ze hun beroep ervan kunnen maken.
Naast het zelf beoefenen van een sport, kijken er ook veel mensen naar sport. Het talent van de deelnemers en de spanning van wedstrijden maken dat aantrekkelijk. De belangrijkste reden waarom mensen naar sport kijken, kan een bepaalde kampioen, een nationaal team of een favoriete club zijn. Vooral tijdens het wereldkampioenschap voetbal en de Olympische Spelen kijken er wereldwijd miljarden mensen naar sport op televisie.

Hoofdstuk 2 Het nut van sporten
Ben je buiten adem na het rennen om op tijd op school te zijn? Fit zijn helpt om gezond te blijven. Sporten is een goede manier om fit te blijven. Maar sporten alleen is niet genoeg. Je moet ook gezond eten en slaap en rust zijn ook belangrijk. Je lichaam moet namelijk voldoende rusten om gezond te blijven. Roken en alcohol drinken zijn ongezond en kun je daarom beter niet doen. Je moet een goede conditie hebben, dat betekent dat je een groot uithoudingsvermogen hebt. Je kunt dan bijvoorbeeld lang en hard rennen of fietsen zonder snel moe te worden.

Hoe wordt je fit?
Door te sporten en oefeningen te doen kun je je uithoudingsvermogen verbeteren. Met bijvoorbeeld gewichtheffen en oefeningen voor je buikspieren en benen, train je vooral je spieren. Dat is belangrijk om goed te kunnen lopen en zitten, bijvoorbeeld als je vaak last van je rug hebt. Je spieren zijn ook heel belangrijk als je gaat sporten. Als je vaak sport, worden je spieren vanzelf sterker. Je kunt dan steeds meer en beter bewegen. Als je sport, train je daarom niet alleen je spieren. Je traint ook je hart en je longen. Er zijn ook oefeningen om je lenig te maken. Dat betekent dat je soepel beweegt. Je kunt dan goed bukken, tillen en uitrekken. Kinderen zijn vaak leniger dan volwassenen. Zwemmen, dansen en turnen zijn sporten waar je lenig van word.


Effecten van inspanning
Het effect van lichamelijke inspanning op het stelsel van hart en bloedvaten is afhankelijk van de intensiteit van de inspanning en de lichamelijke conditie van de betreffende persoon. De maximale zuurstofopname (VO2) gedurende een inspanning neemt door training toe, doordat hart, longen en ook spieren efficiënter met de zuurstof leren omgaan. Het hart pompt per slag meer bloed rond, de gasuitwisseling per ademhaling in de longen neemt toe en de spiervezels halen meer zuurstof uit het bloed. De training van het hart blijkt duidelijk uit een vergelijking van de hartslagfrequentie van getrainde atleten en mensen die een zittend bestaan leiden. Waar een ongetraind persoon in rust een hartslagfrequentie heeft van ongeveer 80 slagen per minuut, is deze bij een getraind atleet slechts 50. Bij lichte inspanning neemt de hartslag van een getraind iemand slechts weinig toe, terwijl die bij een ongetraind persoon al snel flink toeneemt.
Klinisch en epidemiologisch onderzoek heeft uitgewezen dat regelmatige lichamelijke inspanning leidt tot een afname van de kans op hartaandoeningen en beroertes, het lichaamsgewicht helpt verlagen, bij vrouwen de kans op borstkanker verkleint, de kans op suikerziekte verlaagt, de botten versterkt en de werking van het afweersysteem verbetert. Bovendien blijkt regelmatige lichamelijke inspanning te leiden tot een betere conditie van zowel lichaam als geest. Bij oudere mensen kan geregelde lichamelijke inspanning een aantal verouderingsprocessen, zoals de afname van botdichtheid (osteoporose) en spiersterkte, helpen te vertragen.

Hoofdstuk 3 Sportblessures
Sportblessures zijn beschadigingen aan je lichaam die door het sporten ontstaan. Denk maar eens aan een gekneusde enkel of een gebroken pols. Sommige sportblessures ontstaan doordat je in contact komt met een tegenstander. Veel vaker zijn sportblessures het gevolg van te weinig oefening of rust van de sporter zelf.

Blessure Preventie
Blessure preventie is het voorkomen van blessures. Door middel van inspectie, massages en goed onderbouwde trainingen worden blessures voorkomen. Bij inspectie wordt, voor je begint met trainen opgenomen hoe je lichaam er uitziet, wat zit recht, wat staat krom, je spierspanningen en andere mogelijke afwijkingen waaruit een blessure zou kunnen ontstaan. Door daar tijdig aandacht aan te besteden verklein je de kans op blessures.

Het snel herkennen van de eerste verschijnselen van overbelasting is heel belangrijk. De symptomen van overbelasting worden vaak niet herkend en met die beginnende overbelasting wordt gewoon door getraind. Beginnende overbelasting kan vaak lijden tot chronische blessures. Enkele symptomen hiervan kunnen zijn: prestatiedaling, ziek worden, slechte eetlust, slecht slapen, Hoge bloeddruk en langzamer herstel.


Het is daarom ook heel belangrijk dat je altijd rustig begint. Je moet eerst ervoor zorgen dat je spieren warm worden. Dit doe je door een warming-up of massage. Let verder op de kleding die je aan heb voor de tak van sport die je beoefent en wanneer je klaar ben ook op de manier hoe je afkoelt. Voldoende rust is ook belangrijk, anders raakt je lichaam overbelast. Het is niet verstandig om meteen aan allerlei wedstrijden mee te gaan doen. Je moet er eerst voor zorgen dat je lichaam voldoende getraind is. Dit betekent dat je soms eerst weken moet trainen en oefenen. Je moet eerst je conditie opbouwen.

Bij blessure preventie moet je ook denken aan het handelen bij een acute blessure. Bijvoorbeeld het afkoelen, rust en aangepaste belasting bij herstel door vervangende trainingsarbeid om te zorgen dat de algehele conditie niet te ver terug loopt.

Slot
Ik vond het informatief om dit werkstuk te maken en zo meer over lichamelijke opvoeding of sport te weten te komen. Het is niet alleen belangrijk dat je nu aan een sport of een andere vorm van lichamelijke opvoeding doet, maar ook later. Wandelen, wordt door de meeste mensen niet als sport gezien maar dat is het wel, joggen, fietsen zijn typische vormen van lekker sporten. Het gaat er immers om dat je plezier hebt om je lichamelijk bezig te houden en zoals we hebben gezien is sport en bewegen goed, maar je moet weten hoe te sporten om zo de kans op blessures te verkleinen en hoe te handelen om de effecten tijdig te verminderen.

Bronvermelding
- LITERATUUR Encarta&Winkler Prins Jeugdencyclopedie 2007 Microsoft, Het Spectrum
- INTERNET www.lichamelijkeopvoeding.nl, www.moonenmassage.nl/preventie, www.blessurevrij.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.