Tien Geboden

1.Gij zult geen andere Goden voor mijn aanzicht hebben. Israël was in aanraking gekomen met de Egyptische cultuur, en de Egyptische cultuur was vol met afgoden. Afgoden waren zeer geëerd. Terwijl ze soms niet eens een echte god waren. God wou dat zijn volk werd losgemaakt van deze afgoderij. Hij wou gezien worden als Onzichtbare, Grote, Almachtige, Schepper van Hemel en Aarde. Die alle dingen kan, die niemand anders kan doen. Hij had dit bewezen bij de 10 plagen die hij veroorzaakt had. Geen afgod van Egypte had het volk kunnen helpen tegen de kracht van Hem. Toch ging Israël telken terug naar de afgoden, ze lieten zich beïnvloeden door de culturen. Voor hen leek het zinvoller om een god te hebben die je kon zien, bij een beeld in een tempel. 2. Gij zult geen gesneden beeld maken. >>Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden<< Dit staat in de bijbel over het tweede gebod. Het slaat eigenlijk veel op het eerste gebod. God wilde niet dat zijn volk andere goden vereerde. Israël was in aanraking gekomen met de afgoden uit Egypte. God wilde dat zijn volk volledig werd losgemaakt van deze afgoderij. Het komt er dus op neer dat God als Almachtige, Grote God wou worden gezien, dat niemand afgoden vereerde of daar beelden van maakte. Geen enkele afgod kan tegen Hem op. Alleen hij moet vereerd en aanbeden worden. De Israëliërs vonden het blijkbaar toch praktischer om een god te hebben die je kon zien als beeld in een tempel en daarvoor kon bidden.
3. Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken. Je kunt ook zeggen: niet vloeken, vaak word dit wel gedaan. Al om de kleinste dingen vloeken mensen. Soms heb je al wat gezegd voordat je het zelf door hebt of als je er zelf bij nadenkt. Vloeken betekend dus ook eigenlijk dat je de naam van God niet ijdel, of verkeerd mag gebruiken. Sommige mensen vragen zich af: Waarom doet God dit? Waarom maakt God niet overal op de wereld vrede, en waarom laat hij de honger niet verdwijnen? In de bijbel staat: Gij zult de naam van God niet ijdel gebruiken, want de Heer zal niet onschuldig houden, die zijn naam ijdel gebruikt. Dat is dus eigenlijk als waarschuwing van God, dat we niet zomaar mogen vloeken. Het komt zo over dat als je vloekt dat je dan gestraft zal worden. 4. Gedenk de sabbatdag. >>Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard.<< Hierboven staat het stuk uit de bijbel. In dit stuk tekst staat ook heel duidelijk, waarover het gaat. God heeft de aarde geschapen, in zes dagen, de zevende dag was zijn rustdag. Hij wil dat iedereen bij de sabbatdag (de zondag) stilstaat hierbij. De zes dagen waarop hij de aarde heeft geschapen, kunnen wij werken. Maar op de zevende dag, Zijn rustdag. Moeten wij rusten. We mogen niet werken. God wil deze dag speciaal houden voor iedereen. Daarom heeft de Heer de sabbat gezegend en heilig verklaard. 5. Eer uw vader en moeder. >>Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.<< Dit staat over gebod vijf in de bijbel. Ook dit is geen moeilijk gebod. Voor de meeste mensen is het ook wel begrijpbaar, je vader en moeder hebben je natuurlijk op de wereld gebracht, zij hebben je opgevoed en eten gegeven, en daar mag je ze wel heel dankbaar voor zijn. Hiermee wil God ook zeggen dat je vader, je moeder en iedereen die gezag over je heeft, Moet je lief en trouw bewijzen, moet je dankbaar zijn. Als je dat zult doen zullen anderen jou ook dankbaar zijn en jou lief en trouw bewijzen. 6. Gij zult niet doodslaan. In de nieuwe vertalingen van de bijbel luidt: Pleeg geen moord. Dit gebod is ook weer heel duidelijk. Het betekend dat je niemand mag doden. Je mag iemand niet neersteken, doodschieten. Het betekend ook dat er geen abortus (kunstmatig beëindigen van zwangerschap) mag worden gedaan. Als je ernstig ziek bent en bijna sterft als je veel pijn hebt, mag je ook geen euthanasie plegen, dat betekend dat je middelen gebruikt om sneller dood te gaan. Want God heeft je het leven gegeven, en hij wil ook jou leven weer nemen. Niemand heeft het recht om jou te doden, want iedereen heeft recht op zijn eigen leven. 7. Gij zult niet echtbreken. Gij zult niet echtbreken betekend eigenlijk dat je geen overspel mag plegen. Je kunt ook zeggen dat je niet vreemd moet gaan. Tegenwoordig scheiden steeds meer mensen. Mensen vragen steeds meer een echtscheiding aan. Waardoor dat komt is niet duidelijk. Misschien denken mensen niet na voordat ze trouwen, misschien bedenken ze niet wat er kan gaan gebeuren in een huwelijk, wat voor tegenslagen ze kunnen krijgen. Sommige mensen weten misschien wel niet goed wat liefde is, misschien denken ze dat ze verliefd zijn, maar is dat wel helemaal niet zo. Daardoor scheiden per jaar in Nederland 37000 echtparen. Per jaar trouwen in Nederland 80000 echtparen. Dus bijna de helft van de echtparen krijgt een echtscheiding. Als je trouwt, beloof je elkaar trouw tot in de dood, en zo wil God het ook.
8. Gij zult niet stelen. Ook dit gebod is weer heel duidelijk, je moet niet stelen. Hierover valt niet veel uit te leggen. Het betekend dat je geen spullen van anderen mag afpakken. Voor sommigen is het bijna niet mogelijk om niet te stelen, namelijk voor de kinderen in de derde wereld. Zij moeten wel geld of voedsel stelen om in leven te blijven. Ook in grote steden wordt veel gestolen, veel ingebroken in winkels. Drugsverslaafden stelen ook vaak om aan drugs te komen. Een kind dat een snoepje steelt, of een dief die inbreekt bij de juwelier. Dat is een groot verschil, maar toch mag het allebei niet. In Nederland worden voor sommige diefstallen ook straffen uitgedeeld, dat is natuurlijk niet voor het stelen van een snoepje maar voor bankroven enzovoort. De conclusie is dat als iets van jou zelf is, is het niet de bedoeling dat daar iemand aankomt of het afpakt. Behalve natuurlijk als iemand er toestemming voor heeft gevraagd. 9. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste Dit betekent eigenlijk dat je niet mag liegen of roddelen over een ander, dat je niets over iemand mag zeggen wat niet waar is. Met een leugen probeer je iemand te misleiden, iemand het verkeerde te laten denken. En dat mag juist niet. Als je roddelt probeer je iemand voor gek te zetten, met verhalen die niet kloppen en die je zelf bedacht hebt. Het is vaak een probleem, als iemand roddelt over een ander, en dat aan iedereen wordt doorverteld. Dan is het waarschijnlijk een heel ander verhaal geworden. Soms kan het zo erg worden dat het kind gepest wordt. Iedereen maakt wel eens een leugentje om bestwil, soms is er daarna niks aan de hand, dat ligt er natuurlijk aan wat voor leugen het is. Sommige leugens kunnen hele erge gevolgen hebben. Iedereen heeft vast wel eens ergens over gelogen, maar het komt er eigenlijk op neer dat je maar beter niet kunt liegen. 10. Gij zult niet begeren. Het gebod hierboven is wat afgekord het hele gebod luidt: >>Gij zult niet begeren uw naasten huis; gij zult niet begeren uw naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets dat uws naasten is<< Tegenwoordig zeggen we meestal: Je mag niet jaloers zijn op een ander. Eigenlijk is dit een moeilijk gebod, iedereen is vast wel eens jaloers, op een cijfer van een proefwerk, op iemands nieuwe kleren, of auto. En ook al heb je dat niet echt door, je zult vast wel eens denken van: wat een mooie auto, die wil ik ook wel, of wat een leuke kamer, had ik maar zo’n leuke kamer! Maar dat mag dus allemaal niet volgens dit gebod, het is de bedoeling dat je tevreden met jezelf moet zijn, met wat je hebt, en wie je bent. Je moet denken aan wat er leuk aan jezelf is, aan dingen die jij hebt en iemand anders niet, dingen waar jij trots op moet zijn!