Katholiek geloof

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 7 | 1929 woorden
  • 22 juli 2008
  • 195 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
195 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
Inleiding

Mijn tweede werkstuk gaat over het katholieke geloof. Zelf zit ik in het kerkkoor, ben gedoopt, heb mijn communie gedaan en wil het vormsel gaan doen. Wat dat allemaal inhoudt vertel ik later wel. In dit werkstuk ga ik vertellen over de belangrijkste verhalen, belangrijke feesten, de kerkdienst, het klooster en nog veel meer! Voor dit werkstuk ga ik een interview doen met de jongste abt van Nederland! Veel mensen vermoeden dat in de kerk zitten heel saai is. Maar dit vind ik niet want je hoeft heus niet stil te zitten. je kunt mee bidden en mee zingen. Wat je nog meer doet tijdens de mis lees je onder anderen in mijn werkstuk.

Waar geloven katholieken in?

Katholieken geloven in God maar wie is hij eigenlijk?
Katholieken geloven in een God dus zijn er niet meerdere goden. God is de man die de wereld heeft gemaakt en op verschillende manieren bij ons is als Jezus een mens van vlees en bloed dat was de zoon van God en als de heilige geest. De drie-eenheden zijn daarom ook: in de naam van de vader de zoon en de heilige geest. God is liefde. Toch is God niet de enige persoon die belangrijk is voor de katholieke je had ook de apostelen of wel discipelen, dat waren de leerlingen van Jezus. De apostelen waren:
Andreas, Bartolomeüs, Filippus, Jakobus de Meerdere, Jakobus de Mindere, Johannes, Judas Iskariot, Judas Taddeüs, Matteüs, Mattias, Petrus, Simon en Tomas

De mis

Heeft u altijd zo`n hekel om in de kerk te zitten en denkt u dat je daar helemaal stil moet zitten? Ja? Dan heeft u het mooi mis want in de kerk mag je mee bidden mee zingen en af en toe mag je iets voorlezen voor de hele kerk. Dus de mis is echt niet saai.
De mis is een kerkdienst die wordt gehouden in de kerk of in een kathedraal (een hele grote kerk). Er wordt gezongen voorgelezen en gebeden.

Zo gaat het begin van de mis

Als de mis begint gaat er een bel en moet iedereen gaan staan. De priester en de misdienaars (kinderen of volwassenen die de pastoor helpen) komen binnen. Af en toe lopen ze een rondje door de kerk naar het altaar (een soort podium met een tafel) voor hij er op gaat, gaat hij eerst door zijn knieën en maakt een kruisteken dat doe je met je rechterhand je gaat er eerst mee naar je hoofd en zegt: in de naam van de vader. Daarna ga je met je rechterhand naar je buik en dan zeg je: de zoon. Dan ga je met je rechterarm naar je linkerschouder en zeg je: de heilige geest. Als laatste ga je naar je rechterschouder en zeg je: amen. De mis kan beginnen
De pastoor begint met een openingswoord. Als hij met zijn woordje klaar is dan begint het koor met het openingslied (er is niet altijd een koor).

En zo gaat de mis verder

De pastoor leest voor uit de bijbel, er worden nog veel liederen gezongen, er wordt gebeden, de communie (het uitdelen van de hostie een hostie is een rond klein stukje brood dat je alleen krijgt als je communie gedaan hebt en af en toe krijg je ook wijn zie pagina 11) er wordt een collecte gehouden het slotwoord wordt gedaan en de mis is afgelopen.

Zo ziet de kerk er uit

De kerk is een groot gebouw met hoge torens. Op de hoogste toren zit een klok en ieder half uur luid de klok een keer en als het bijvoorbeeld 4.00 uur is dan luid de klok 4 keer. De ramen van de kerk zijn ook heel speciaal want dat zijn glas en lood ramen (zie pagina 2) . Meestal worden daar verhalen afgebeeld. Van binnen staat de kerk vol beelden en schilderijen waar ook verhalen op af worden gebeeld. Ook is er meestal een groot orgel. In oude kerken heb je ook nog biechten dat zijn hokjes waar je in kunt gaan zitten en dan zit tegenover je de pastoor en aan hem moet je dan vertellen wat je fout hebt gedaan zo kan hij het weer vergeven

Belangrijke dagen

In dit hoofdstuk lees je wat de belangrijkste (feest)dagen zijn die met het geloof te maken hebben.

Advent

Vier weken voor Kerstmis wordt de eerste kaars aangestoken dat is een klein lichtje dat ons naar Kerstmis brengt. Vanaf nu wordt er tot Kerstmis iedere week een kaars meer aangestoken. Er zijn in totaal vier kaarsen.

Kerstmis

Met Kerstmis wordt Jezus geboren dat verhaal ging zo:
Maria kwam op een dag een engel tegen die Gabriel hete. Die had groot nieuws. Hij zei dat ze een baby kreeg en die moest ze Jezus noemen. Een paar dagen later hoorde jozef ( de man van Maria) en Maria dat ze naar hun geboorte plaats moesten omdat de koning zijn inwoners wou tellen. Jozef en Maria woonden in Nazareth en moesten nu helemaal naar Bethlehem. Dus moesten ze een heel eind lopen. Ze hadden alleen een ezel. Die avond zochten ze in Bethlehem naar een herberg maar alles was vol. Een herbergier wist we een stal in de buurt waar ze konden slapen. En in die nacht gebeurde het Jezus werd geboren. Boven de stal verscheen een ster. Zo wist iedereen dat er wat belangrijks was. Dit gebeurde op 25 december.

De drie wijzen uit het Oosten
Koning Herodus had ook gehoord van Jezus. Hij was niet blij want hij was bang dat Jezus zijn plaats innam. Hij liet drie wijzen mannen naar Jezus gaan om te zien waar hij vandaan kwam. Ze gingen meteen naar hen toe. Ze vonden hem door de ster. Ze hadden goud wierook en mirre als cadeau de geleerde wisten zeker dat als ze aan Herodus zeiden waar hij was dat hij Jezus dan zou vermoorden. Daarom zijn ze niet terug naar de koning gegaan.

Carnaval

Met carnaval is het altijd lang leve de lol je zou zeggen dat dat niks met het geloof te maken heeft. Maar dat heeft het toch, want met carnaval eet en drink je heel veel. Nadat het carnaval is geweest krijg je de vasten. Dat houdt in dat je veertig dagen geen snoepje meer mag. Niet iedereen doet hier aan mee. Maar ik heb al twee keer mee gedaan, en heb het gehaald. Het leukst aan vasten is dat alle snoepjes die je krijg dat je die in een trommeltje stopt en na de vaste mag je dat helemaal leeg eten. De woensdag na carnaval heet Aswoensdag. Dan begint de vasten. Als je op aswoensdag naar de kerk gaat krijg je van de pastoor een kruisje op het voorhoofd. Dat houdt in dat al je slechte daden weer vergeven zijn.

Palmzondag

De zondag voor Pasen komt Jezus Jeruzalem binnen op zijn ezeltje. De mensen gooiden hun jassen op de grond als rode loper. En zwaaiden met palmtakken. Als je op deze dag naar de kerk gaat krijg je een gewijd palmtakje mee naar huis.

Witte donderdag

Dit is de laatste keer dat Jezus met zijn apostelen aan tafel gaat. Dit keer gaat het maal anders dan normaal Jezus zei normaal altijd het zelfde maar dit keer deed hij het anders. Dit valt op de laatste donderdag voor Pasen.

Goede vrijdag

Dit is de aller trieste dag. Jezus is verraadde door Judas die kreeg er veel geld voor. Zo hebben ze Jezus op goede vrijdag vermoord. Jezus moest eerst met het kruis op zijn rug een heel eind lopen. Hij moest van het gerechtsgebouw naar de heuvel Golgotha. Als je naar de kerk gaat op goede vrijdag is daar de kruisweg. Dan loop je langs allemaal schilderijen (staties) waarop je ziet dat Jezus die tocht moet lopen met dat zware kruis op zijn rug. Aan het eind van deze dag wordt Jezus aan het kruis genageld. Dit gebeurt de vrijdag voor Pasen.

Pasen

De nacht voor Pasen is Jezus opgestaan uit de dood. Dus op Pasen is het groot feest. Dit wordt gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Dit is het belangrijkste feest voor christenen.

Hemelvaart

Veertig dagen na Pasen besluit Jezus om naar zijn vader te gaan in de hemel. Alle apostelen staan samen met Jezus op een berg. Hij beloofde aan zijn apostelen dat over een korte tijd de heilige geest zou komen om hun te steunen. Er kwam een grote wolk en Jezus was weg.

Pinksteren

Tien dagen na Hemelvaart zitten alle apostelen en nog wat andere mensen samen in een huis. Ineens komt er een harde windvlaag. Het leek net of dat er vlammen waren die elk van de discipelen raakte. De heilige geest was in hun gekomen. Nu konden ze ineens alle talen spreken zodat ze iedereen van Jezus konden vertellen.

Het klooster

Als je echt streng katholiek bent kun je monnik worden. Dat houdt in dat je dan in een klooster gaat wonen. Wat een klooster is lees je hier.
Een klooster is een huis waar heel veel mensen samen wonen. Het klooster is afgeschermd van de normale wereld. In het klooster ga je vaak bidden dat je in de bewoonde wereld niet zo maar even onder je werk kunt doen. Maar je moet wel gewoon werken in het klooster. Zo ziet de dagindeling in het klooster er uit:

Dagindeling

Monniken leven volgens een vast ritme. Hun dagindeling ziet er als volgt uit:
04.15 opstaan
04.30 nachtwake (metten)
05.30 ontbijt, persoonlijk gebed en geestelijke lezing
07.00 morgengebed (lauden) en eucharistieviering
08.15 gezamenlijke geestelijke lezing
08.45 voormiddaggebed (terts)
09.00 arbeid
12.00 middaggebed (sext)
12.30 middageten
13.00 middagrust
14.30 namiddaggebed (noon)
14.45 arbeid
17.45 avondgebed (vespers) en meditatie
18.30 avondeten
18.45 vrije tijd
19.30 dagsluiting (completen)

In een klooster moet je ook gewoon werken, de beroepen die het meest voorkomen zijn: bierbrouwer, boer, bakker, chocoladefabrikant, winkelier in de kloosterwinkel, werken in het gastenhuis (soort hotel) en verder moeten nog wat huishoudelijke dingen gebeuren zoals: koken schoonmaken wassen ect. Meestal wissel je om de vijf jaar van beroep als dat mogelijk is.

Een week per jaar heb je ‘vakantie’ . Dan kun je naar familie of naar een ander klooster. Als er een belangrijke familie omstandigheid is mag je hiervoor ook het klooster uit. Natuurlijk moeten monniken ook gewoon naar de tandarts en naar de dokter en een monnik moet boodschappen doen. Vergaderingen zijn meestal ook buiten het klooster.
De baas van een klooster noem je een abt. Mijn achterneef is de jongste abt van Nederland! Abt kun je niet zomaar worden. Je moet gekozen worden door je mede broeders en minimaal vijfendertig jaar oud zijn. Als je gekozen wordt en je bent nog geen priester wordt je onmiddellijk tot priester gewijd.

Slotwoord

Toen ik zei tegen mijn moeder dat ik het over het katholieke geloof wilde houden zei ze: dat is veel te moeilijk. Maar ik wilde het echt. Dus daarom ben ik eerst heel veel boeken gaan lezen over dit onderwerp en daarna aan de slag gegaan. De meeste informatie wist ik zelf al maar ik heb er ook nog veel van geleerd. Het hoofdstuk over het klooster vond ik het leukst om te maken. Voor dat hoofdstuk had ik ook via de mail een interview gedaan. Het Hoofdstuk over de belangrijke dagen vond ik niet zo moeilijk alleen Pinksteren wel want dat is heel ingewikkeld met die heilige geest en zo. Het was ook wel lastig om uit te zoeken wanneer die belangrijke dagen waren.

Groetjes Glenn

Bronnen


Boeken:

Titel/ auteur
Het groot bijbels handboek/ Mark Water
De bijbel en het christendom/ Alan Brown
God, Adonai, Allah vragen over de drie grote religies/ Katia Mrowiec, Michel Kubler en Antoine Sfeir
Het christendom/ Zeger van mersbergen
In het klooster/ Aneke Heesbeen
Mijn eerste bijbel/ Neleke van der Zwan
Verhalen uit de bijbel/ Carol Watson

Websites:

www.wikipedia.nl
www.google.nl
www.koningshoeven.nl

REACTIES

R.

R.

ik vind dit werkstuk heel leuk

14 jaar geleden

R.

R.

het is bijna klaar

14 jaar geleden

J.

J.

mooie spreekbeurt

13 jaar geleden

A.

A.

ondanks dat ik een 5 had, vind ik het toch een leuk werkstuk hoor!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.