Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Jodendom

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 6529 woorden
  • 24 juli 2007
  • 123 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
123 keer beoordeeld

Inleiding: Onder het begrip Jodendom kun je verschillende dingen verstaan. Het kan gaan over het Joodse volk, over het Joodse land en over de Joodse cultuur. Wij kiezen ervoor om het te omschrijven als het Joodse geloof, omdat we dit werkstuk maken voor het vak levensbeschouwing. Levensbeschouwing en geloof hebben namelijk sterk met elkaar te maken. Beide houden zich bezig met de fundamentele levensvragen en zingeving. Wat is het Jodendom Het Joodse geloof wordt gekenmerkt door een drietal begrippen: Bevrijding. Verbond en geschiedenis. Deze begrippen vinden we in het Jodendom telkens in een andere variant terug. Bevrijding heeft te maken met de ervaring van de slavernij(en de bevrijding hieruit) in de tijd van Mozes. Dit wordt uitvoerig beschreven in het bijbelboek Exodus. (zie bijlage) Verbond wil zeggen dat er een overeenkomst tussen twee partijen is gesloten. In het Jodendom gelooft men dat de eerste verbondsluiting gedaan is tussen God en Abraham(en diens nageslacht), bescherming en hulp. Dit is het begin van het monotheïsme. Dit verbond had de besnijdenis als teken en het werd in de tijd van Mozes vernieuwd met de Tora regels(de 10 geboden). Conclusie: Vrijheid kan nooit zonder de verbondsregels, want dan leidt vrijheid tot losbandigheid en tot wetteloosheid waarin het recht van de sterkste. Het jodendom is de religie van het Joodse volk en één van de vroegst geregistreerde monotheïstische godsdiensten.( Het monotheïsme (van het Grieks monos: één en theos: god) is de religieuze leer of filosofie die gelooft in het bestaan van één God, in tegenstelling met het polytheïsme dat in het bestaan van meerdere goden gelooft.) De principes en de geschiedenis van het jodendom vormen de historische fundamenten van vele andere religies, waaronder het christendom en de islam. Het Jodendom past niet gemakkelijk in de westerse categorieën zoals religie, ras, etniciteit of cultuur. Dit komt omdat Joden het Jodendom in termen van 4000 jaar geschiedenis begrijpen. Tijdens dit lange tijdperk hebben Joden slavernij, anarchisme(Anarchisme is het idee van een autoriteitsloze, geweldloze samenleving waarin mensen zonder macht of autoriteit leven)., theocratie(theocratie is een staatsvorm waarin de godheid als onmiddellijke gezagsdrager wordt beschouwd), verovering, bezetting en ballingschap(Ballingschap is een vorm van straf. Het houdt in dat iemand gedwongen wordt zijn woonplaats of land te verlaten en het verboden is om terug te keren) ervaren en zijn zij in contact geweest en beïnvloed door het Oude Egypte, Babylonië, Perzië, het Griekse hellenisme, evenals moderne bewegingen zoals de Verlichting en de opkomst van het nationalisme. Daarom stelt Daniel Boyarin dat "Joods zijn de pure categorieën van identiteit doorbreekt, omdat het niet nationaal is, niet genealogisch, niet godsdienstig, maar elk van deze, in een dialectische spanning." Ontstaan van het Jodendom

Ontstaan in het nabije-oosten, op een woelig trefpunt van culturen. De eerste aartsvader, Abraham, kwam uit Ur (het huidige Iran). Een deel van de stammen verbleef lange tijd in Egypte. Rond 1300 v.Chr. volgde onder het leiderschap van Mozes de terugtocht naar Palestina. De Israëlieten werden ter plaatse steeds machtiger, getuige de instelling van het koningschap onder Saul. David en Salomon waren zijn opvolgers. Het rijk splitse zich later in een noordelijk deel (Israel) en een zuidelijk deel (Juda). In 722 v.Chr. wordt Israel bezet door de Assyriers en in 586 v.Chr. valt Juda voor de Babyloniërs. De tempel bestaat niet meer. Een dramatische maar betekenisvolle tijd breekt aan, de Babylonische gevangenschap, waarin het volk geestelijk op de been wordt gehouden door de profeten (Jesaja). Na de Babyloniërs komen de Perzen. De joden keren (gedeeltelijk) terug naar Palestina en de tempel wordt herbouwd. Na de Grieken komen de Romeinen als nieuwe overheersers. Jeruzalem wordt in 70 na Chr. Belegert en de tempel verwoest. De joden raken verspreid over het Romeinse rijk (de diaspora) waar ,in later tijden, nieuwe verbanningen (Spanje, Potugal) en progroms (Midden- en Oost Europa) voor diepe treurnis zorgen. De synagoge wordt voortaan de plaats van samenkomst en beleving van de godsdienst. De holocaust betekent een nieuwe slag voor het jodendom. Een geheel nieuwe situatie ontstond met de stichting van de staat Israël in 1948. Voor het eerst sinds 19 eeuwen hebben de joden hiermee weer een eigen huis. Kenmerken van het Jodendom Volgens de historisch-kritische visie onderscheiden twee kenmerken het jodendom van de andere godsdiensten die bestonden toen het zich net ontwikkelde. Het eerste kenmerk was het monotheïsme. De betekenis van dit geloof aan één god is niet echt de ontkenning van andere goden. De betekenis ligt in het joodse idee dat God de mensen creëerde en voor hen zorgde. In polytheïstische godsdiensten is de schepping van de mensheid vaak iets wat er bij is gekomen en zijn de goden voornamelijk betrokken bij hun relaties met andere goden, maar niet met mensen. Het tweede kenmerk is dat de Thora vele wetten beschrijft die door de afstammelingen van Israël moeten worden gevolgd. Andere godsdiensten werden toen gekenmerkt door tempels waarin de priesters hun goden door offers zouden aanbidden. De Joden hadden ook zo'n tempel, met priesters, en maakten offers, maar dit waren niet de enige middelen om God tevreden te stellen. In vergelijking met andere godsdiensten, verhoogt het jodendom het dagelijkse leven tot het niveau van een tempel en aanbidden joden God door dagelijkse dingen. Ten tijde van de Helleense periode waren de meeste Joden al gaan geloven dat hun God de enige god was (en dus de god van iedereen), en dat de Thora, het verslag van zijn openbaring bevat. De Joden begonnen te werken aan de spanning tussen het particularisme van hun stelling dat alleen Joden de Thora uit hoefden te voeren om God gunstig te stemmen Joodse feesten Bar Mitzvah De term bar mitzvah betekent zoon van de wet of opdracht. Als een Joods jongetje de leeftijd van dertien bereikt, wordt hij bar mitzvah. Hij wordt nu verantwoordelijk geacht de wet te houden en zijn vader is ontslagen van die verantwoordelijk voor zijn zoon. De vader prijst God voor de afronding van zijn taak in een gebed tijdens de bar mitzvah viering. Een gedeelte van de bar mitzvah viering geschiedt in de synagoge, waar de jongen een gedeelte uit de Torah moet lezen op de eerste sabbat na zijn verjaardag. Zijn vader en de rabbijn staan achter hem terwijl hij leest. Een ander gedeelte van de viering is een gezellig feest thuis. Het is een vreugdevol gebeuren. Chanoeka Het Chanoekafeest is een Lichtfeest, waarin de 8-armige kandelaar centraal staat. Deze kandelaar wordt een chanoekia genoemd. Het duurt acht dagen en elke dag wordt er een kaars aangestoken, zodat er aan het eind acht kaarsen branden. De reden van dit feest is de bevrijding van Jeruzalem en de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën in 164 voor Christus. Chanoeka, dat meestal in december valt, is vooral een huiselijk feest, met zang bij het aansteken van de kaarsen het wordt ook gevierd op scholen en verenigingen. Alle leden van het Joodse gezin hebben hun eigen Chanoekia, waarvan elke dag een Chanoeka lichtje wordt aangestoken. Jom Kippoer Dit is de belangrijkste dag in het Joodse jaar. De Joden hopen op die dag vergeving te krijgen van God. Ze voelen zich klein, arm en zwak. Er wordt op die dag ook gevast, dat wil zeggen,dat er vanaf de avond ervoor niet wordt gegeten en gedronken. De dienst bestaat uit veel gebeden en voorlezingen, bijv. de geschiedenis van Jona wordt voorgelezen. In dat bijbelboek gaat het immers ook over verkeerde dagen, inkeer, berouw en boete. Maar ook uit de Thora wordt gelezen over de offers en over de dag van verzoening. Aan het eind van de dienst wordt er nog een keer op de ramshoorn geblazen. Daarna volgt na 24 uur vasten weer een feestmaaltijd.
Pesach Pesach, het Joodse paasfeest, herinnert aan de gehaaste uittocht uit Egypte, in de 15e eeuw voor Christus. Omdat de uittocht zo gehaast moest gaan had men geen tijd om het brood te laten rijzen dus at men ongezuurde broden. Pesach is een van de belangrijkste feesten in het Joodse leven. Tevoren wordt heel het huis kosjer gemaakt: gereinigd van alle vuil, waarbij vooral geen gist meer aanwezig mag blijven. De tafel voor de Paasmaaltijd, die Seidermaaltijd wordt genoemd en plaats vindt op de Sederavond is feestelijk versierd en allerlei gasten worden uitgenodigd. De hele ceremonie van teksten en liedjes staat fraai afgedrukt in de hagada, het boek dat bij de maaltijd gebruikt wordt. Poerim Het meest uitbundige feest van het jaar is wel Poerim, dat meestal in maart valt. Men herdenkt de verlossing van de Joden in Perzië uit de handen van Haman. Deze wilde alle Joden in het land uitroeien, maar dankzij de Joodse koningin Esther keert alles zicht nog ten goede. In de synagoge wordt 's avonds de gehele Megillat, het boek Eshter, gelezen. Telkens wanneer de naam Haman genoemd wordt, wordt er hard gerateld met de speciale Haman ratel. Na afloop worden de zogenaamde Hamansoren gegeten(zoet gebak in de vorm van oren!). Vaak is er een optocht van verklede kinderen. Overigens zie je ook zeerovers en Indianen! Dikwijls wordt het hele verhaal van Esther uitgebeeld door middel van toneelspel en zang. Rosh Hashana De telling van de jaren in het jodendom is anders dan we in Nederland gewend zijn: de Joodse jaartelling is 3761 jaar voor de christelijke begonnen. Rosh Hasjana herinnert eraan hoe God de wereld gemaakt heeft. Je zou het de verjaardag van de wereld kunnen noemen. Ook dit feest begint op de vooravond. Tijdens de maaltijd of in de synagoge eet men een stukje appel dat in de honing is gedoopt. Daarmee wens je elkaar een goed en zoet jaar toe. Aan het eind van het "ochtendgebed" bidden de Joden een bekend gebed. Iedere regel daarvan begint met: "Onze Vader, onze Koning". 10 dagen hierna zal het Grote Verzoendag zijn. In die 10 dagen kunnen de Joden zich afvragen: "Heb ik mijn plicht tegenover God en tegenover mijn medemens gedaan” Het zijn 10 dagen van nadenken en in orde maken van wat verkeerd was. Sabbat De feestdag die bij de Joden iedere week terugkomt, is de sabbat. Jodendom en sabbat horen bij elkaar zoals een man en een vrouw in een huwelijk. De sabbat begint vrijdagavond na zonsondergang en duurt tot zaterdagavond na zonsondergang. Het woord sabbat komt van het Hebreeuwse woord 'sjavat', dat 'ophouden' en ook 'opnieuw ademen' betekent. De sabbat is een dag van vreugde en vrede. Op die dag wordt niet gewerkt, zo heeft Jahweh (de Heer) geboden. De sabbat wordt thuis en in een synagoge gevierd. Zoals iedere joodse feestdag begint het feest op de avond van tevoren bij zonsondergang. Om te beginnen worden thuis 2 sabbatskaarsen aangestoken. Dat doet de vrouw of een van de kinderen. Vader spreekt een speciale zegen uit over de wijn en de 2 gevlochten broden (challa). Daarna wordt er een feestelijke maaltijd gegeten en er worden veel liedjes gezongen. Ook worden er gebeden opgezegd. En de maaltijd wordt afgesloten met Psalm 126. De sabbat is ook daarvoor om juist daaraan te denken. Wie wil kan naar de synagoge gaan waar een dienst wordt gehouden. De sabbat is een rustdag voor iedereen, waarop niet gewerkt wordt. Een dag waarop je samen met familie en vrienden van de rust kunt genieten. Soekot De opdracht tot het vieren van het Loofhuttenfeest staat in het derde boek van de Thora: Leveticus. Deze opdracht wordt door God aan Zijn volk gegeven, om hen te herinneren aan de tocht door de woestijn na de bevrijding vanuit het land Egypte. Deze opdracht wordt ook nu nog vervuld, al zal men niet de hele tijd in een loofhut, de soeka, verblijven. Een voorwaarde is in elk geval dat er minstens 1 maal per dag een maaltijd in de soeka wordt gehouden. Het hele feest duurt 7 dagen. Het feest geeft ook voldoende ruimte aan kinderen. Op een speelse wijze kan de betekenis duidelijk worden gemaakt. Vaak wordt thuis een loofhut gebouwd in een schuur of garage, waarvan het dak wordt weg geklapt. Zo is een gedeelte van de Rotterdamse synagoge speciaal van een opklapbaar dak voorzien. Soekot is een oogstfeest. Daarom wordt er gezwaaid, ter ere van God als Schepper, met de loelav; dit is een feestbundel die is samengesteld uit 4 elementen.
Bronnen van het geloof De joodse bijbel wordt de tenach genoemd en bestaat uit 3 delen
1. de Thorah
2. de Profeten, Nebi'im
3. de Geschriften, Chetoetbiem
In de Torah staan allerlei wetten en voorschriften om godsdienstig te kunnen leven.(bijvoorbeeld spijswetten) maar er staan ook allerlei verhalen in over de eerste periode van de geschiedenis. (de schepping het ontstaan van de volken, de zonvloed en de tijd van de aartsvaders. De Thora bestaat uit de vijf boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Ten behoeve van de wekelijkse lezing en studie is de Thora verdeeld in 54 gedeeltes, de zogenaamde parasjot. Profeten. In Profeten wordt uitgelegd hoe de leefregels en wetten van de Thora in het dagelijkse leven worden toegepast. Nevi'iem is onderverdeeld in de vroege profeten (Jozua, Richteren, Samuël en Koningen) en de late profeten (Jesaja, Jeremia, Ezechiël en twaalf kleine profeten). De Geschriften bestaan uit een zeer diverse verzameling van poëzie en verhalen. In de Ketoevim wordt een meer individuele reflectie op de Thora gegeven. De Tenach, waarin de schriftelijke leer is opgenomen, wordt in het rabbijns jodendom aangevuld door de Talmoed, waarin de mondelinge leer schriftelijk is weergegeven. Boeken, per hoofddeel Thora · Bereesjiet - Genesis · Sjemot - Exodus · Wajikra - Leviticus · Bemidbar (Bamidbar) - Numeri · Devariem - Deuteronomium
Profeten · Jehosjoea‘ - Jozua · Sjofetiem - Richteren · Sjemoeël 1 - I Samuel · Sjemoeël 2 - II Samuel · Melachiem 1 - I Koningen · Melachiem 2 - II Koningen · Jesja‘jahoe - Jesaja · Jirmejahoe - Jeremia · Jechezkel - Ezechiël · Hosjea‘ - Hosea · Joël - Joël · Amos - Amos · 'Ovadja - Obadja · Jona - Jona · Micha - Micha · Nachoem - Nahum · Chavakoek - Habakuk · Tsefanja - Zefanja · Chaggai - Haggai · Zecharja - Zacharia · Mal’achi - Maleachi
Geschriften · Tehiliem - Psalmen · Misjlee - Spreuken · Iov - Job · Sjier Hasjiriem - Hooglied · Roet - Ruth · Echa - Klaagliederen · Kohelet - Prediker · Ester - Esther · Daniël - Daniël · Ezra - Ezra · Nechemja - Nehemia · Divree Hajamiem 1 - I Kronieken · Divree Hajamiem 2 - II Kroniek
Geschiedenis van het Jodendom De Joodse geschiedenis is de geschiedenis van het Joodse volk, de joodse religie en de Joodse cultuur. Het eerste deel van de geschiedenis van het jodendom speelt hoofdzakelijk af in het vroegere Palestina, dat toen Kanaän heette. Het begint met de volkeren die leven in het gebied tussen de rivieren de Nijl, de Tigris en de Eufraat. Het land van Kanaän was een mengelmoes van verschillende beschavingen en werd doorkruist door allerlei handelsroutes
Er waren belangrijke havens aan de Rode Zee en langs de vruchtbare mediterrane kust, waar de Filistijnen gingen wonen en hun gebied Palestina noemden. Traditioneel claimen de Joden af te stammen van de Hebreeërs, die in het land van Israël regeerden. De Israëlieten stammen af van de aartsvader Abraham via Isaak en Jacob. Volgens de Joodse traditie zijn de Israëlieten de twaalf zonen van Jacob. De vierde van de twaalf zonen vestigde zich in Egypte. Zijn nakomelingen verdeelden zich in twaalf stammen die onder een Egyptische farao dienden. Volgens de Joodse religie is de emigratie van de Israëlieten uit Egypte naar Kanaän (de exodus), die door Mozes werd geleid, de vorming van de Israëlieten als volk. Er is van het verblijf in Israël nooit enig spoor of bewijs gevonden, noch in de Egyptische geschiedenis noch in de Egyptische archeologie. De Joodse traditie vertelt dat na veertig jaar trekken door de woestijn, de Israëlieten in Kanaän aankwamen en het onder aanvoering van Jozua veroverden. Het land werd onder de twaalf stammen verdeeld. Voor een periode van ongeveer 200 jaar vormden de 12 stammen geen staatkundige eenheid en leidden een nomadenbestaan.In geval van nood, voornamelijk voor strijd met de Filistijnen, stond steeds een sterke man op als tijdelijk leider
Na deze periode werd een Israëlitische koningshuis gevestigd onder Saul, en deze ging verder onder Koning David en Salomo. Koning David veroverde Jeruzalem en maakte het tot zijn persoonlijk bezit en tot hoofdstad van zijn koninkrijk. Na Salomo raakte de natie verdeeld in twee koninkrijken, Israël en Juda.Nadien is het volk van Israël verdeeld gebleven tot in 20e eeuw de staat Israël ontstond. Koninkrijk Israël werd veroverd door de Assyrische heerser Shalmaneser de vijfde in de 8ste eeuw voor de jaartelling.De elites (rijken, priesters en leiders) werden afgevoerd in ballingschap en slavernij, en keerden nooit terug. Herbevolking vond plaats met kolonisten uit andere gebieden om de verzetsgeest te breken Het koninkrijk Juda werd veroverd door een Babylonisch leger in de vroege 6de eeuw voor de gangbare jaartelling. De Judaëse elites werden verbannen naar Babylon, maar later keerde een deel van hen terug naar hun geboorteland, geleid door de profeten Ezra en Nehemia. Toen werd de extreme verdeeldheid onder Israëlieten duidelijk met de vorming van politiekgodsdienstige gedeeltes
Nadat Alexander de Grote de Perzen had verslagen, werd het Seleucidische Koninkrijk gevormd. Een verslechtering van de relaties tussen de griekse Joden en de godsdienstige joden bracht de Seleucidische koning ertoe een verbod op bepaalde joodse godsdienstige riten en tradities op te leggen. Derhalve werden de orthodoxe joden opstandig onder de leiding van de Hasmoneese familie. Deze opstand leidde uiteindelijk tot de vorming van een onafhankelijk Joods koninkrijk(165 tot 63 voor Christus) De dynastie werd omvergeworpen als resultaat van een burgeroorlog tussen de zonen van Salomo Alexandra. De mensen, die niet door een koning maar door geestelijke wilden worden geregeerd, werden onderworpen aan de Romeinse autoriteiten. Een Romeinse campagne van verovering en vernietiging, die door Pompeius werd geleid, volgde spoedig. Joden onder Romeins gezag Het Joodse land onder de Herodianen Vanaf 63 v. Chr. was Judea een vazalstaatje onder Romeins gezag. De Romeinen benoemde de Idumeeër Herodes de Grote tot 'Koning der Joden'. Hij was onder Joden niet erg geliefd, want hij regeerde het rijk met harde hand. Herstel van Joden Hoewel de Romeinen het in deze periode voor het zeggen hadden in het Joodse land, bleef de herinnering aan de onafhankelijke staat springlevend. De Herodianen en de Romeinse overheersers waren over het algemeen dan ook niet erg geliefd. Omgekeerd hielden veel Herodianen en Romeinse procuratoren niet veel rekening met zaken die voor Joden op grond van de Thora en godsdienstige tradities gevoelig lagen. Uiteindelijk kwam het in 66 na Chr. tot een explosie en brak de Joodse Opstand uit. Het relatief ongeorganiseerde en innerlijk verdeelde verzet werd echter geconfronteerd met een grote Romeinse overmacht. de Romeinen sloegen de opstand dan ook neer. De Romeinen verwoestten de Tempel van Jeruzalem. De meeste Joden bleven ook na de opstand in hun land wonen en bleven daar hun godsdienst uitoefenen. Diaspora Joden die niet in Judea bleven, weken veelal uit naar veiliger oorden, onder meer naar de Joodse gemeenschap in Babylonië. Ook waren veel Joodse krijgsgevangenen door de Romeinen als slaven verkocht. Dit is de traditionele verklaring voor de diaspora. Voorafgaand aan de Joodse Opstand (66-73 na Chr.) oefende de joodse godsdienst aantrekkingskracht uit op velen in de Hellenistische beschaving, mede vanwege de hoge morele standaard. Na de Joodse Opstand hadden Joden echter een slechte naam in het Romeinse Rijk en waren er maar zeer weinig niet-joden die ervoor kozen zich tot het Jodendom te bekeren.
Bar Kochba In 132 kwam het opnieuw tot een treffen met de Romeinen. De Jood Bar Kochba probeerde opnieuw te komen tot een Joodse staat zonder Romeinse overheersing. Drie jaar later, in 135 sloegen de Romeinen de opstand neer. Hij richtte vele verwoestingen aan in Judea. Bovendien bepaalde hij dat Joden niet langer Jeruzalem mochten binnengaan. Het lijkt er echter op dat deze bepaling niet lang is nageleefd. Alleen het werkte niet, ook vóór de vernietiging van de herbouwde stad door Perzen in de 7e eeuw, er Joden leefden in de stad. Herstel van Joden Rabbijnen die de Joodse Opstand van 70 na Chr. hadden overleefd, begonnen al snel in Jabne en later ook in Tiberias scholen te vormen, waarin zij het Jodendom opnieuw doordachten. Zij gaven daarmee vorm aan een nieuwe fase in het Jodendom, wat nodig was omdat er nu geen tempel meer was. Ook verzamelden zij de oude tradities, die tot dan toe mondeling waren doorgegeven. Joden in de Middeleeuwen De Joodse geschiedenis in de Middeleeuwen varieerde van land tot land. Europa. Joden leefden verspreid over heel Europa, vooral in het gebied van het vroegere Romeinse Rijk. Er zijn verslagen van Joodse gemeenschappen in Frankrijk en Duitsland uit de 4e eeuw, en nog vroeger waren er wezenlijke joodse gemeenschappen in Spanje. Over het algemeen stonden de Joden bekend als notoire veroorzakers van problemen in christelijk Europa. Aangezien zij de enige mensen waren die geld uitleenden tegen rente werden sommige Joden belangrijke financiers. De christelijke heersers zagen geleidelijk in dat de Joden langzamerhand de geldmarkt gingen beheersen. De geldhandel van westelijk Europa viel hierdoor grotendeels in handen van de Joden. Joden werden vaak vervolgd of werden verbannen uit diverse Europese landen. De vervolgingsgolf bereikte zijn eerste piek tijdens de Kruistochten. In de Eerste Kruistocht werden bloeiende gemeenschappen langs de Rijn en de Donau volkomen vernietigd. In de Tweede Kruistocht werden de Joden in Frankrijk in groten getale afgeslacht. De Joden werden ook onderworpen aan aanvallen tijdens de Kruistochten van de Herders van 1251 en 1320. Veel van de verdreven Joden vluchtten naar Polen. Een grote verbanning van Joden vond plaats na de herovering van moslim-Spanje. Dit werd gevolgd door verbanningen in 1493 in Sicilië (37.000 Joden) en Portugal in 1496. De verdreven Spaanse Joden vluchtten hoofdzakelijk naar het Ottomaanse Rijk, en Noord-Afrika; anderen vluchtten naar andere gebieden in Europa. Tot de 16e eeuw was het aantal Joden in West-Europa gering. Deze situatie verschilde aanzienlijk van Oost-Europa. In Polen was de grootste Joodse bevolking in Europa, maar de kalme situatie voor de Joden werd daar beëindigd. Kalme situatie beëindigd Toen de Poolse en Litouwse Joden met honderdduizenden werden afgeslacht door een Oekraïense kozakken aanvoerder en tijdens de Zweedse oorlogen. Gedwongen door deze en andere vervolgingen, gingen de Joden in de 17e eeuw naar westelijk Europa . Het laatste verbod op het Jodendom, dat van Engeland, werd herroepen in 1654, maar de uitwijzingen van individuele steden kwamen nog voor. De Joden werden vaak beperkt in landeigendom of werden gedwongen om in getto's te leven. De Europese Verlichting en Haskala Tijdens de periode van de Europese Renaissance en de Verlichting vonden er veranderingen plaats binnen de Joodse gemeenschap. Het seculaire en wetenschappelijke onderwijs werd aan de traditionele godsdienstige instructie toegevoegd. Dit had gevolgen voor een nationale joodse identiteit, waaronder een heropleving van de studie van de Joodse geschiedenis en Hebreeuws. Tezelfdertijd veranderde de kijk op de wereld en er ontstonden debatten over de emancipatie van de Joden. Het eerste land dat deze debatten voerde was Frankrijk, tijdens de Franse Revolutie in 1789.
Negentiende eeuw Hoewel er nog vervolgingen plaatsvonden, spreidde de Jodenemancipatie zich in heel Europa uit. Veel Joden werden aangespoord om uit de Joodse getto's in Europa te vertrekken en.In 1871 had elk Europees land behalve Rusland zijn Joden geëmancipeerd. Ondanks het verbeteren van de integratie van de Joden in de nieuwe maatschappij, kwam een nieuwe vorm van antisemitisme te voorschijn, gebaseerd op de ideeën van rassenverschillen en patriottisme, niet op de godsdienstige haat van de Middeleeuwen. Tezelfdertijd leidde de Joodse migratie in de Verenigde Staten tot een nieuwe gemeenschap die van de beperkingen van Europa werd bevrijd. Meer dan 2 miljoen Joden kwamen in de Verenigde Staten wonen tussen 1890 en 1924. De meeste kwamen uit Rusland en Oost-Europa. Twintigste eeuw De holocaust: dieptepunt in de joodse geschiedenis
Hoewel de Joden meer en meer integreerden in Europa, bleef antisemitisme bestaan. De Joden vochten voor hun geboortelanden in de Eerste Wereldoorlog en speelden een belangrijke rol in de cultuur en kunst tijdens de jaren '20 en '30. Het antisemitisme bereikte zijn meest extreme vorm in de moord op ongeveer zes miljoen joden tijdens de holocaust in de Tweede Wereldoorlog. Deze massaslachting wiste bijna tweeduizend jaar Europese Joodse geschiedenis uit. In 1948 werd de staat Israël opgericht. Hiermee werd de eerste Joodse staat gesticht sinds de Romeinse vernietiging van Jeruzalem. Verdere oorlogen tussen Israël en zijn Arabische buren volgden, met als gevolg de vervolging van bijna alle 900.000 Joden die eerder in Arabische landen leefden. Tegenwoordig zijn de grootste Joodse gemeenschappen in de Verenigde Staten en Israël. Ook zijn er aanzienlijke gemeenschappen in Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Canada. Israël Al vanaf 1897 wilde Theodor Herzl een eigen joodse staat. Daardoor ontstond er stroming binnen het jodendom die een eigen staat wilden (het zionisme). In 1917 werd in Engeland de Balfour-verklaring ondertekend,die het de joden mogelijk maakte in Palestina te gaan wonen.. In 1948 werd eindelijk de staat Israël gesticht. Vele Palestijnen wilden niet met de joden samenleven of werden geterroriseerd door fanatieke joodse immigranten. Ze verlieten hum land en werden gedwongen in vluchtelingenkampen te wonen in de buurlanden. Zo is ook de PLO ontstaan,die wil dat alle palestijnen naar een Palestijns land gaan wonen. Heel even leek het alsof er nu een einde was gekomen aan de voortdurende.bedreiging van het joodse volk. Al snel werd duidelijk dat dit een droom bleek te zijn: de nieuwe staat werd verschillende keren aangevallen: in 1956 de Sinaï-oorlog, in 1967 de zesdaagse oorlog en in 1973 de Yom-Kippoer oorlog. In 1977 sloot Israël vrede met Egypte en in 1992 begonnen de vredesbesprekingen met de PLO. Toch blijft het anti-antisemitisme overal in de wereld bestaan.En ook het anti-judaïsme onder de Arabieren duurt onverminderd voort. Joden in Nederland Middeleeuwen In de late Middeleeuwen hebben er Joden in Nederland gewoond (dat deel viel toen nog binnen. Duitsland), al is er niet veel over hen bekend. Wat we wel weten is dat er in de 13e en 14e eeuw joodse gemeenschappen waren in Limburg, Gelderland en Brabant. De Maastrichtse Jodenstraat uit 1295 geldt als het oudste bewijs van hun bestaan in Nederland. Tijdens de pest epidemie, die woedde tussen 1347–1349, werden de joden als zondebokken verdreven. de Joden hadden geen eigen gebied en daardoor geen eigen lokale heersers, vielen ze rechtstreeks onder de Duitse keizer. Deze kon lager geplaatste hoogwaardigheidsbekleders het recht geven om Joden onder hun hoede te nemen. Een hertog of graaf kon dan bijvoorbeeld een zakelijk beroep op de diensten van Joden doen, diensten die met name op het gebied van het kredietwezen lagen. In de Middeleeuwen heeft zich ook de enige antisemitisme voorgedaan die Nederland heeft gekend. In 1348 vond er een pestepidemie plaats en de Joden werden ervan beschuldigd dat zij de bronnen en de waterputten zouden hebben vergiftigd waardoor deze ziekte zou zijn uitgebroken. Als gevolg hiervan werden in het jaar daarop, in 1349, in diverse IJsselsteden alsook in Arnhem, Nijmegen en Utrecht alle daar woonachtige Joden levend verbrand. 15 eeuw De eeuw daarop, de 15e eeuw, ging de positie van de Joden er (weer) wat op vooruit. Er werden Jodenbrieven uitgegeven die de Joden in staat stelden zich (opnieuw) in het kredietwezen te begeven; de rentes die ze daarbij in rekening brachten konden oplopen tot over de veertig procent per jaar. Al met al waren het tamelijk kleine aantallen Joden die toentertijd in Nederland leefden. In tegenstelling tot in andere Europese landen, hoefden Joden in Nederland niet in aparte gebieden (getto's te wonen. Ook hoefden ze geen merkteken te dragen. Wel waren verreweg de meeste beroepen verboden voor Joden, mochten Joden absoluut geen opmerkingen maken over het Christendom en mochten ze alleen in eigen kring trouwen
Immigranten Pas na de Middeleeuwen kwamen er grote groepen Joden Nederland binnen. De eerste grote groep Joden kwam naar Nederland in het begin van de 16de eeuw aan. Deze groep was afkomstig uit Spanje en Portugal. Deze Joden waren op de vlucht voor de inquisitie, waardoor ze de keuze hadden: bekeren tot het Christendom of vertrekken. De Joden trokken naar het noorden, in aanvang vooral naar Antwerpen. Aan het eind van de 16de eeuw zochten ze ook een heenkomen in Amsterdam. Met 10.000 Joden was Amsterdam rond 1700 de grootste joodse gemeenschap in West-Europa. De Joden waren al in goede doen toen ze in Nederland terecht kwamen. Uit hun land van oorsprong - Portugal of Spanje - namen ze handelscontacten mee. Spanje en Portugal waren toen immers grote spelers op het wereldtoneel en ook sterk vertegenwoordigd in de handel. De joden financierden onder andere reizen van de Oost-Indische Compagnie en traden ook op als huisbankiers van de Oranjes. 17e+18e eeuw In de 18e eeuw speelden ze een belangrijke rol in het culturele leven. Ook in Nederland kwamen ze veelal in de handel terecht. De joden pikten ook de Gouden Eeuw mee, een tijd waarin handelaren nog rijker werden. In het midden van de 17de eeuw woedde de dertigjarige oorlog bij onze Oosterburen, tijdens die oorlog nam ook de vervolging van de joden toe. Hoogduitse en Oost-Europese Joden weken uit naar Nederland. In tegenstelling tot de Joden uit Spanje en Portugal waren de Joden uit Duistland en Oost-europa bepaald niet rijk, ze vonden hun werk op het platteland (als dagarbeider of turfsteker), in de ambulante handel of als kleine neringdoenden vooral op markten. Beide groepen leefden jarenlang geïsoleerd van elkaar, en hadden in Amsterdam elk hun eigen synagoge. Discriminatie De Joden in Nederland mochten in het overwegend protestantse Nederland oorspronkelijk vrijwel geen enkel beroep uitoefenen. Sommigen zochten hun heil in het kredietwezen of de handel, verreweg de meesten probeerden echter als venter, marskramer of los/vaste arbeider wat te verdienen. De gilden verzetten zich in 1748 tegen de levendige straathandel. Handhaving van de strenge regels leverde rellen op en kritiek van de invloedrijke Isaac de Pinto. Franse Tijd Begin 1795 trok het Franse leger over de bevroren rivieren de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen. Dit is het begin van de Franse Tijd. Niet lang na de komst van de Fransen richtte een kleine groep Joden onder leiding van Mozes Asser in Amsterdam een club op. Onder de naam Felix Libertate (Gelukkig door Vrijheid) hielden zij in een lokaal aan de Nes hun eerste openbare vergadering met de bedoeling zich actief in te zetten voor gelijke rechten voor alle Joodse burgers in Nederland. De tijd leek rijp voor dit streven, omdat het nieuwe bewind met gevestigde tradities leek te willen breken. Dit was immers de tijd van de Verlichting. Om zich van aandacht verzekerd te weten, richtten de Libertate-leden zich onophoudelijk met rekesten tot de leden van de Nationale Vergadering. In 2 september 1796 kregen ze voor elkaar dat de joden dezelfde plichten en rechten kregen als iedere andere religie. In hetzelfde jaar werd de uitsluiting van Joden van het lidmaatschap van gilden ongedaan gemaakt. Met het aannemen van de wet werd weliswaar een belangrijke stap gezet in het emancipatieproces van de Nederlandse Joden, maar voltooid was dat allerminst. Na 1796 drongen zij slechts langzaam door tot andere beroepen. De burgerlijke gelijkstelling was vooral van toepassing op mannen die het maatschappelijk al hadden gemaakt. Aan vrouwen, kleine zelfstandigen en zeker voor de grote massa van het zogenoemde lompenproletariaat gingen de positieve effecten van het inburgeringdecreet voorbij. Voor de wet waren Joden nu weliswaar gelijk aan andere Nederlanders, maar in de praktijk was dat nog lang niet het geval. In Amsterdam, de enige West-Europese stad die voor de Franse Revolutie op geen enkele wijze de immigratie van Joden had beperkt, was de rechtsongelijkheid nog steeds sterk merkbaar. Zeker zestig procent van de Joden leefde geheel of gedeeltelijk van de bedeling. Het tij keerde, toen zij zich rond 1850 op de golven van de economische vooruitgang, als een Joodse middenklasse konden profileren. Een voorbeeld van deze ontwikkeling is de Joodse ondernemer Tuschinski. Bij de invoering van de Burgerlijke Stand eiste Napoleon in 1811 dat ook joden een achternaam zouden aannemen, waarbij het gebruik van namen van steden uit het beloofde land verboden werd. Bovendien werd gewerkt aan een nieuwe bijbelvertaling, die zowel voor joden als christenen aanvaardbaar zou zijn. Het gebruik van het Jiddisch werd ontmoedigd om de emancipatie te bevorderen. Emancipatie Met de opkomst rond de eeuwwisseling van het socialisme en de vakbeweging begon er ineens iets ten goede van de grote massa kansarmen te veranderen. Die ontwikkeling was mede te danken aan de inspanningen van de Joodse oud-politicus en medeoprichter van de socialistische SDAP, Henri Polak. Ook de Communistische Partij Nederland met de Jood Saul (later Paul) de Groot als leider trok veel Joodse leden. Het zionisme, dat de vestiging van een Joodse staat propageerde, vond in Nederland weinig aanhangers. De rechtstreekse bemoeienis van de arbeidersbeweging bracht het emancipatieproces van de grote groep arme Joden in een stroomversnelling. De invoering in 1919 van het algemene kiesrecht voor mannen en vrouwen was de voltooiing van dat lange proces.
Vluchtelingen in de jaren dertig Nadat de nazi’s in buurland Duitsland in 1933 aan de macht kwamen en in 1935 de Neurenberger rassenwetten invoerden die de Joden alle burgerrechten ontnamen, kwam een stroom Joodse vluchtelingen op gang richting Nederland. Tot dan toe had Nederland een liberaal toelatingsbeleid, dat vluchtelingen in staat stelde vrij gemakkelijk asiel te krijgen. Vanaf 1935 verscherpte de regering echter de eisen: alleen bemiddelde Joodse vluchtelingen werden nog toegelaten, anderen moesten bewijzen bij terugkeer naar hun woonplaats in levensgevaar te verkeren, wilden ze kans maken op een verblijfsvergunning. Dit bewijs was echter lastig te leveren, zodat weinig Duitse Joden het land binnen kwamen. De regering had meerdere redenen voor deze verscherping. Om te beginnen had de wereldwijde economische malaise ook in Nederland tot torenhoge inflatie en werkloosheid geleid. Een omvangrijke stroom vluchtelingen kon het land in deze omstandigheden niet aan, redeneerde het kabinet. In de tweede plaats vreesde de regering dat de toelating van Joden het opkomende antisemitisme in de kaart speelde. Hoe meer Joden Nederland toeliet, des te meer aanleiding de bevolking had om hen te haten, dacht men. Het groeiende ledenaantal van de nationaal-socialistische NSB werd met argusogen bekeken. In de aanloop naar de oorlog scherpte Nederland de toelatingseisen nog verder aan en werd de grens uiteindelijk geheel gesloten voor Joodse vluchtelingen. De Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland in 1938 en de Kristalnacht in datzelfde jaar veroorzaakten een nog grotere stroom Joodse vluchtelingen. In mei 1938 bepaalde minister van Justitie Carel Goseling dat Joden voortaan als ongewenste vreemdelingen werden beschouwd. Juist toen Joodse vluchtelingen konden bewijzen in levensgevaar te verkeren, ging de grens op slot. Nederland verscherpte zijn toelatingsbeleid ook om niet uit de pas te lopen bij andere staten in Europa. Als andere staten strengere eisen stelden, kon Nederland wel eens een vrijhaven worden voor vluchtelingen, dacht het kabinet. Holocaust In de Tweede Wereldoorlog vond de Holocaust plaats. Op 19 mei 1941 nam de top van het Duitse Reichskommissariat het besluit dat alle Joden uit Nederland zouden moeten verdwijnen. Hun totale vermogen zou als sluitstuk van de uitplundering van de Joden worden opgevorderd om de operatie te betalen. De Joden zouden dus hun eigen deportatie moeten betalen. Nadat de Duitse bezetters ook in Nederland allerlei beperkende en discriminerende maatregelen tegen Joden hadden ingevoerd, kwamen vanaf 1942 de razzia's op gang. Veel Nederlanders namen Joodse onderduikers in huis op, maar er waren ook die de Duitsers hielpen bij de opsporing, meest leden van de Duitsgezinde Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Van de naar schatting 140.000 Joden die Nederland in mei 1940 telde, zijn er ongeveer 101.800 vermoord. Sommigen, zoals Anne Frank en Etty Hillesum, zijn door dagboeken beroemd geworden. De meeste anderen waren minder bekend, buiten hun werk, gemeenschap en families om. Allen werden geëxecuteerd, in vernietigingskampen vergast, doodgemarteld, verhongerd of op andere wijze om het leven gebracht. In totaal zijn in Europa door de nazi's naar schatting zes miljoen Joden omgebracht, een genocide die in onze regio zijn weerga niet kent. Nederland kende, op Polen na, de grootste jodenvernietiging van Europa: 87 procent van de joodse bevolking overleefde de Duitse bezetting niet. Niet alle Nederlanders hebben dit zonder verzet laten gebeuren en degenen die Joden bij zich thuis lieten onderduiken liepen daarbij grote risico's voor hun eigen bestaan. Ook onder hen zijn slachtoffers gevallen. 4513 personen hebben voor hun dappere daad inmiddels een onderscheiding gekregen van Yad Vashem. Langzaam herstel De weinigen die na de oorlog uit de kampen konden terugkeerden waren getraumatiseerd, berooid en/of van al hun bezittingen beroofd. Hun woningen van voor de oorlog bijvoorbeeld waren inmiddels door anderen bewoond en zij moesten zich een plek hervinden, vaak zonder hulp van familie die omgebracht was. Bij jonge mensen was vaak hun studietijd volledig verstoord. Vele overlevenden trokken naar Israël, anderen probeerden in Nederland hun leven weer voort te zetten. Het heeft lang geduurd voordat het Nederlandse Jodendom zich van deze trauma's heeft kunnen herstellen. Niet alleen de overlevenden van de Holocaust zelf, maar ook hun kinderen (de tweede generatie oorlogsslachtoffers), leefden met voortdurende gedachten aan de confrontatie met de dood onder de vreselijkste omstandigheden. De laatste jaren herstelt het Jodendom zich verder en richt men zich steeds meer op de positieve aspecten van het Joods zijn, al blijft het voor de huidige Nederlandse Joden vaak beladen om met buitenstaanders over de eigen afstamming te spreken. Veel mensen ergeren zich aan het feit dat veel tegenstanders van de politiek van de staat Israël geen onderscheid kunnen (en/of willen) maken tussen Joden in Nederland en Israëliërs. Veel Joden zijn tegenstanders van het Israëlische beleid, maar worden toch hiermee geassocieerd. Mede hierdoor worden Joodse Nederlanders regelmatig het slachtoffer van antisemitische uitingen en fysieke bedreigingen, vaak door allochtone jongeren die zich verbonden voelen met de Palestijnen. In Amsterdam is het bijvoorbeeld al gevaarlijk om met bijvoorbeeld een keppeltje op over straat te lopen, iets wat ooit geen probleem was. In Nederland wonen nu tussen 41.000 en 45.000 joden. Bij de telling zijn zowel moeder als vader joden en bekeerlingen meegeteld. stromingen in het Jodendom Het jodendom kent vier stromingen: 1. orthodox
De aanhangers beschouwen de woorden van de torah als goddelijk, en als de wet. Zij laten hun leven lijden door de geboden. De sjabbat en de spijswetten worden stipt nageleefd. Orthodoxe joden hebben zich bij het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (N.I.K.) dat een kleine elfduizend leden telt. In de synagoge zijn gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen. 2. chassidisch-orthodox
Deze strengorthodoxe joden zijn aanhangers van de mystieke joodse stromingen waarvan de chassidiem de grootste is. Het Chassidisme is een oorspronkelijk Oost-Europese stroming waarin de kabbala (getallenleer) een belangrijke rol speelt. Ze vereren de Rebbe, hun 'leider'. In 1994 stierf de Rebbe maar een aantal gelooft in zijn komende opstanding. In Israël vormen ze slechts een kleine minderheid, maar ze zijn politiek zeer actief en vaak in het nieuws, onder andere door hun acties tegen de sabbatontheiliging. 3. liberaal

Deze beweging, ontstaan rond 1800, heeft zich ontwikkeld tot de meest vooruitstrevende stroming. In de (invloedrijke) joodse gemeenschap in de Verenigde Staten wordt deze Reform genoemd.. liberale joden beschouwen religieuze ervaringen belangrijker dan de Torah. Het verbond van Liberaal-Religieuze joden in Nederland heeft ongeveer 2.5 duizend leden. In de synagoge is de scheiding tussen mannen niet in aparte ruimten maar wel tegenover elkaar. 4. conservatief
Deze stroming, ontstaan rond 1900, was een reactie op de liberale stroming, die men te radicaal vond. Men probeert een middenweg te vinden tussen enerzijds het vasthouden aan tradities, oude rituelen en de regels van de Thora en anderzijds de noodzaak van vernieuwingen door veranderde tijden. In de synagoge zitten vrouwen en mannen niet in aparte ruimten, maar wel tegenover elkaar.

REACTIES

J.

J.

ik vind het erg boeiend!

13 jaar geleden

R.

R.

ehm..
Je hebt dit gewoon overgeschreven van wikipedia

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.