Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Jeugd en Cultuur

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 4552 woorden
  • 4 juli 2002
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
30 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Motivatie; Ik heb gekozen voor Jeugd en cultuur, omdat dit onderwerp nogal dichtbij me zelf ligt ik ben namelijk jeugdige en neem deel aan de cultuur. Verder vond ik het onderwerp heel geschikt om me eens te verdiepen in de aspecten van de jeugd en cultuur van vroeger en nu. Ik vind het dan ook heel interessant om te zien hoe de jeugd en de cultuur om hen heen is verandert. En of het ook wel waar is dat de jeugd vroeger een betere cultuur met zich meebracht zo als gezegd. Doelstelling; “Ik ben in staat om het verband tussen Algemeen Cultureel Gedeelte en het Christelijk Gedeelte duidelijk te maken. Dit doe ik aan de hand van het door mij gekozen werkstukonderwerp Jeugd en Cultuur”.
Kernbegrippenlijst; 1. Algemeen Alles wat niet uitdrukkelijk Christelijk te noemen is. 2. Cultuur Alles wat door mensen is gemaakt in het verleden, heden en in de toekomst gemaakt zal worden. 3. Christelijk Alles wat wel uitdrukkelijk met Jezus van Nazareth, later Christus genoemd, in verband staat. Denk met name aan alles wat er in de naam van het Christendom is voortgekomen, en er nog steeds uit voortkomt. Bijvoorbeeld het gods-ideaal: vrede, gerechtigheid en waarachtigheid voor alle mensen in de wereld, en je daar concreet iedere dag voor inzetten, met vallen en opstaan. 4. Historisch Geschiedkundig, zich bezig houdend met de geschiedenis. 5. Sociaal Maatschappelijk, de menselijke samenleving betreffend. 6. Kritisch
7. Cultuurindustrie Alles op amusementsgebied wat zeer snel populair en groots wordt. Het Algemeen Cultureel Gedeelte (ACG); 1. Het historisch/geschiedkundig aspect; In het begin van de twintigste eeuw ging de jeugd zich als een afzonderlijke groep vormen. Ze begonnen af te wijken van de volwassenen en hadden hun eigen boodschap voor de wereld. Ze wilden serieus genomen worden. Want zij hadden een beeld van de toekomst van hun land, zij wilden de cultuur vernieuwen. In Duitsland had men een heel bekende jeugdbeweging De Wandervögel dit was een jeugdbeweging die stond voor antiautoritaire (jongeren werden vooral op school zowel als thuis erg onderdrukt) en antimodernistische (de industrialisatie) trekken. De jeugdbeweging werd officieel opgericht in 1901 door Karl Fischer. Tot 1911 konden alleen maar jongens lid zijn hierna werden de meisjes ook toegelaten. Een andere belangrijke inspiratiebron voor het jeugdbestel in de eerste helft van de 20ste eeuw was scouting. Robert Badenpowell, een generaal, ging in 1907 kamperen met een groepje jongens. Scouting was in Nederland in eerste instantie iets voor de elite. De eerste padvindersgroepen werden opgericht in 1911. Dit waren allemaal neutrale groepen (=liberaal). En nu gingen de socialisten, katholieken en protestanten hun eigen jeugdbewegingen opzetten. Dit was vooral om te zorgen dat jongeren met jongeren uit hun eigen zuil om bleven gaan. Dit zijn ‘vrije’ jeugdbewegingen. Maar de socialisten, liberalen burgers en katholieke en protestantse opvoeders bleken zich zorgen te maken over de jongeren. Ze waren bang dat het hangen op de straat van de jongens zou omslaan in criminaliteit. Bij de meisjes waren ze bang voor hun zedelijkheid. Ook in de wetenschap kwam aandacht voor adolescentie zo werd deze dan ook in toenemende mate benoemd als een aparte levensfase met specifieke problemen. Zo kwamen er ook organisaties voor iedere zuil apart met toezicht door volwassenen. Ook al werd dit apart door iedere zuil gedaan ze wilden allemaal de jongeren beschermen tegen de gevaren van de moderne tijd en ze wilden de jeugd opvoeden tot een zedelijke, verantwoordelijke, politiek bewuste burgers en volwassenen. Een van de belangrijkste jeugdbewegingen uit de 2e Wereldoorlog was de AJC (Arbeiders Jeugd Centrale). Deze werd opgericht in 1919 en had politieke idealen in haar vaandel. Zij wilden dan ook de kapitalistische maatschappij om laten slaan in een socialistische maatschappij waarbij economische en politieke gelijkheid en rechtvaardigheid van belang was. De AJC wilden samen jong en idealistisch zijn en boodschap aan de volwassenen uitdragen. Het doel van de AJC was jongens en meisjes samen op te voeden. Maar de ouders waren van mening dat dit alleen maar tot ongelukken kon leiden. Toch was de AJC een kuise beweging. Het hoogtepunt van de AJC was het pinksterweekeinde dan verzamelde zich allen en kampeerden ze op een groot open veld. AJC kamp 1926 De AJC zou ondanks door het onderbreken van de Tweede Wereldoorlog, omdat toen alle andere jeugdorganisaties verboden werden, tot 1959 bestaan. Er was nog een belangrijke jeugdbeweging maar dan in katholieke kring en deze was bedoeld voor meisjes; de Graal. Meisjes en vrouwen hadden veel zeggenschap dit maakte de beweging a-typisch en voor zijn tijd en milieu. Deze vereniging was vooral bedoeld om meisjes en vrouwen voor te bereiden op hun taak als huismoeder. De vereniging was verder onder verdeeld in rangen standen. O.a.; – meisjes uit de steden - Graalleden – meisjes van het platteland – Graalwachtleden – geschoolde leden uit de steden – Kadetten – meisjes die studeerde – Jonge Garde
Maar toen in 1935 hun geliefde beschermheer Bisschop Aengenent overleed was het gedaan met de zelfstandigheid van de jonge vrouwen. De buitenkant ergerde zich daar namelijk al langer op. Kort samengevat komt het er op neer dat vanaf de 20ste eeuw de ouders zich zorgen gingen maken om hun kinderen. Ook de wetenschap was er volop met bezig deze vond dat er een derde milieu moest komen (naast school en thuis) waar de jongeren opgevoed zouden worden. Nederland was in het begin van de 20ste eeuw verdeeld in zuilen deze zuilen zorgden dan allemaal zelf voor hun jongeren. Er werden organisaties opgericht waar dan nog wel genoeg vrijheid voor de jongeren was om ze te vrede te stellen. Als we nu meer naar de muziek gaan kijken van de jongeren dan zien we de volgende veranderingen. De kern van de populaire muziek door de jaren heen is de hitparade. Hitmuziek is prettig in gehoorliggende, melodieuze muziek. De artiesten die deze muziek spelen zien er altijd ‘knap’ uit. Toch verschilt de hitmuziek van nu wel met de hitmuziek voor de rock-‘n-roll. Naast de hitparade muziek ontwikkelde zich sinds 1955 een heel scala aan popstijlen die tijdelijk en permanent zijn. De belangrijkste zijn; folk, rock, soul, reggea, funk, disco, heavy metal, punk/new wave, grunge/hardcore, wereldmuziek, rap/hip hop, r&b en house. De soort muziek die een jeugdige leuk vindt is persoonlijk, meestal is het de muziek die het beste bij hun denken aansluit. Daarom is de soort muziek voor jongeren ook heel belangrijk hiermee kunnen ze duidelijk maken wat hen aanspreekt. En voelen ze zich verbonden met degenen die naar de zelfde muziek luisteren, Favoriete muzieksoorten Ik ga verder met de jaren vijftig omdat er verder over de jaren ’40 wel veel is te vertellen maar toen was jeugdcultuur niet mogelijk d.m.v van de 2e wereldoorlog en de heropbouw. In de jaren ’50 was rebellende jeugd een randverschijnsel. In de het begin van de jaren ’60 zag je dat jongeren helemaal niet meer het zelfde wilden zijn als hun ouders, ten eerste was dit te zien aan de kleding en muziekstijl en ten tweede besteden ze hun tijd niet meer in en om het ouderlijk huis. In de tweede helft van de jaren ’60 was er een grote generatiekloof ontstaan. De jongeren keurde vrijwel alles af wat hun ouders zeiden. Zo ontstond er een generatie die ongekende vrijheden op het gebied van seksualiteit en geestverruimende middelen kende. In de jaren ’70 is dit wel afgenomen. En van die tijd tot nu is er niets erg schokwekkend gebeurd zoals we de grote verandering in de jaren ’60 zien. Tuurlijk heeft elke generatie een andere cultuur maken vaak heeft 1 grote cultuur zoveel subculturen dat het onmogelijk is deze helemaal uit te werken. Ook zie je dat in de jaren tachtig de jongeren onderscheiden zich niet alleen van de volwassenen maar ook van andere jongeren. Dit is nu nog zo. Daarom werk ik een paar subculturen uit. Head bangers; De wortels van de hardrock en heavy metal muziek liggen in de underground of progressieve rock van de laat jaren ’60. Het ontstaan van deze heftige muziek is voornamelijk gekomen door de groeiende mogelijkheden om hardere en zwaardere muziek te maken. Anderzijds zijn er ook jongeren die zich verzetten tegen de hippies=love and peace. Belangrijke artiesten uit het genre heavy metal of hardrock zijn o.a.; Jimi Hendrix, Cream, Led Zeppelin, Deep Purple en Black Sabbath. Deze muziekgenre is eigenlijk vanaf 1960 tot nu altijd gebleven. Alleen heeft zich in de jaren ’80 een explosie hiervan voorgedaan. Zo kwamen er ook nieuwe bands op de markt o.a.; Bon Jovi en Guns ’n Roses. Deze breekte vooral door omdat ze ook ballads deden en dat is erg populair bij de meisjes. De hedendaagse metal subculturen zijn niet makkelijk te onderscheiden. Je hebt onder andere nog lite-metal, trash metal, speed metal, death metal, white metal, doom metal, corn, symphonic metal en alternatieve metal. De jongeren die naar metal luisteren laten zich wat kleding betreft beïnvloeden door concerten of cafébezoek, door de muziek en de daaraan verbonden dresscode. Bij meisjes en jongens is dit een spijkerbroek met een daarop zwart T-shirt dat bedrukt is. Het merendeel van hen heeft vrij lang haar zowel los als in een staart. Maar ook hierbij heb je sublooks dus ze willen nog wel eens verschillen. Zo hebben je o.a de gothiclook. Gabbers; De gabbers waren in eerste instantie voetbalvandalistische gabberhousefanaten die vooral op straat rondhangen, vanaf ongeveer april 1992 ontstaat er een snel uitdijende verbondenheid onder deze jongeren. Uiterlijk, kleding, haardracht, houding, jargon, muzieksmaak en voorkeur voor bepaalde consumptiegoederen worden steeds belangrijkere scènekenmerken. Gabber is een cultuur geworden, met jongeren onder de 20 jaar. Je hoeft niet meer van voetbal te houden wel van gabberhouse. De gabbers hebben van 1992 tot 1996 een betere naam gekregen. Ze dragen een bomberjack (met op de mouw een Nederlandse vlag) met daaronder een Australian of Kappa trainingspak en Nike Air Max schoenen. Ofwel, ‘Aussi’ en ‘Maxxies’.Het dansen heet ‘Hakkûh’. De mannelijke gabbers zijn voornamelijk kaal, en de vrouwelijke gabbers hebben een staart strak achterover en soms de zijkant kaalgeschoren. Oorringen en tatoeages zijn populair. De muziekstijl blijkt steeds aardiger te klinken. Maar het hamert wel door van in 1993; 130 BPM(=Beats Per Minute) naar 1996; 250 BPM. Drugsgebruik is een van de belangrijkste kenmerken van de gabbers. Op houseparty’s is het merendeel onder de invloed van XTC. Vanaf 1960 worden de gabbers niet meer gezien als iets afwijkends of schokkends maar is hun hardcore een lijfstijl. Gabbers 2. Het sociale aspect; Sociaal gezien is er veel veranderd in de verschillende jeugdculturen. Je ziet dat in de eerste helft van de 20ste eeuw de jongeren wel apart en vrij willen zijn van hun ouders maar dat ze toch nog deelnemen aan de door hun ouders opgerichte jeugdbewegingen. Ze breken hier dus wel al een beetje vrij maar, zijn in tegenstelling tot nu nog erg braaf. Wel was er al een opkomst van hogere criminaliteit onder jongeren en overlast. Na de Tweede Wereldoorlog worden de jongeren wat rebels, in de jaren ’50 zie je dan ook rebellende jeugd als randverschijnsel. In de jaren ’60 worden de jongeren heel losjes en uitbundig. Zo is bij hun sprake van ongekende vrijheden op het gebied van seksualiteit en geestverruimende middelen. In de jaren ’70 neemt de het op dat gebied de vrijheid wat af. Wel zie je dat deze veel meer zich tegen het love en peace gebeuren keren. Zo zijn zij meer agressief. In de jaren ’80 en ’90 blijft alles vrijwel het zelfde de jeugd is opstandig en sommige groepen zelfs agressief. Dit is afgezien van andere subculturen. Zo zie je dat in de loop van de jaren de jongeren zich wel altijd verzet hebben tegen hun ouders, maar in andere mate en manieren. Natuurlijk verzette de jongeren zich niet alleen tegen hun ouders maar ook tegen de politiek en politie. Ook bij deze partijen is dit langzaam sterker toegenomen door de jaren heen. Toch staat dit de laatste jaren vrijwel stil en neemt het niet meer zo sterk toe. Hoewel dit bijna allemaal vrij negatief klinkt, zijn er natuurlijk ook altijd jongeren die niet zo zijn. Zo heb je altijd de neutrale groep deze personen horen nergens bij en willen nergens bijhoren. Ze zeggen altijd ‘ik ben mezelf’. Ondanks dat zij nergens bij willen horen, horen zij dus toch bij de neutrale groep. Maar om even terug te komen op het negatieve beeld dat er blijkt te zijn over de jongeren maakt niet uit wanneer vroeger of nu het is er altijd. De jeugd kan het eigenlijk nooit goed doen in de ogen van de rest van de samenleving. Dit beeld zal er waarschijnlijk zijn gekomen, omdat de kinderen van de vroegere generatie weer andere denkbeelden hebben waar zij het niet mee eens zijn. Maar dit wil niet zeggen dat die jongeren slecht zijn. Wat je wel ziet is dat het steeds meer geaccepteerd wordt dat jongeren hun eigen denkwijze hebben en vertegenwoordigen. Dit is misschien ook de reden waarom de afgelopen jaren het verzet een beetje stil staat. 3. Het kritische aspect; Hier ga ik o.a. de meningen van Adorno en andere cultuurcritici over de moderne cultuur uitwerken. Adorno

In de tijd van Adorno werd de traditionele muziek verdrongen voor de amusementsmuziek , ook wel ‘jazz’. De nieuwe muziek was geen uitdrukking van vreugde of verdriet van een direct betrokken groep, maar was er om de verlangens van de luisternaar persoonlijk te bevredigen. Dit stoorde Adorno. Hij was tegen die ‘cultuurindustrie’. Ze waren er alleen maar voor amusement en dat hield in dat ze er waren voor individuele belangen. Adorno formuleerde zijn kritiek op de muziekindustrie als volgt, deze geldt trouwens voor een groot deel nog steeds; - Een belangrijk bezwaar tegen amusementsmuziek is haar vercommercialiseerde aard; muziek wordt minder gemaakt omwille van de luisternaar maar om financiële redenen. - Commercialisering leidt tot een sterke standaardisering van de ‘populaire muziek’. - Populaire muziek is ondanks haar kunstige of gekunstelde effecten simpele muziek die op geen enkele wijze een vergelijking met de klassieke muziek kan doorstaan. - Het luistervermogen neemt af. De luisternaar heeft niet meer in de gaten wat er gaande is in de muziek, maar herkent slechts een simpel melodietje. - De populaire muziek die geen individualiteit heeft, heeft grote sterren nodig om deze te presenteren. Door sterren te gebruiken wordt het publiek alleen maar verder vervreemdt. Er was maar één element wat Adorno niet afwees over de populaire muziek en dat was; haar promiscue karakter. Dit hield in dat ‘jazz’ de versteende verhoudingen tussen de seksen op een ander plan wilden brengen. Een oplossing kan Adorno niet bieden. En ondanks alles denkt ook hij dat de serieuze muziek is aangetast door de eigenaardigheden van de cultuurindustrie. Ook realiseerde hij zich dat hij de cultuurindustrie nooit terug kon dringen. Andere critici waren zich ook bewust dat de cultuurindustrie verstrooiing bracht, maar ze vonden dat zij ook nog eens reactionaire trekken met zich meebracht. Zo is verstrooiing een mogelijkheid tot emancipatie. Met name Walter Benjamin (1936) zag mogelijkheden door de vernieuwingen. Adorno’s kritiek op de cultuurindustrie is zeer invloedrijk geweest. In vele debatten komen zijn argumenten, al dan niet bekritiserend, terug. Ook binnen de jeugdcultuur zelf zijn al dan niet bewust elementen van zijn kritiek op de commerciële muziekindustrie terug te vinden. Hippies, Punks en Grungers hebben de leegheid van de populaire muziek aangevallen en zelf muzikale alternatieven ontwikkeld. Adorno en Bejamin wezen de populaire muziek nooit af. En ze gebruikten ook niet het begrip massacultuur. In tegenstelling hiervan plaatsen burgerlijke intellectuelen Cultuur tegenover cultuur. Zij verachten alles wat het volk naar voren bracht. Het volk was voor hen een anonieme, cultuurbedreigende horde. Het afwijzen van nieuwe vermaken waaronder nieuwe muziek, vooral die van Amerikaanse afkomst, werd op een geven moment door vele gedaan en niet alleen door de kerk. Zo was er in Nederland een historicus, Huizinga die de amerikanisering zag. Hij had geen waardering voor hun cultuur en vond het niet de moeite waard. Deze Amerikanisering trad vooral op in de steden. En door de industrialisatie was er ook een trek van het platteland naar de steden. Maar de burgers van het platteland waren onbetrouwbare, onverantwoorde, naar drank en andere goedkoop vermaak hunkerende proleten volgens de mensen in de steden. Ze moesten worden gedisciplineerd worden tot betrouwbare, nette arbeiders en vaders. Vrouwen vervielen vaak in de prostitutie dit moest verkomen worden ze moesten namelijk huismoeders worden. Verder mocht iedereen leren lezen en schrijven. Maar de plaatsen in de onderwijsinstituties zijn voor de bourgeoisie. Cafés werden door hun ook als slecht afgeschilderd. Het was beter zich op een andere manier te vermaken voor in en om het huis. Alleen waren dit vaak bezigheden die geld kostte en alleen de gegoede burgerij kon dit betalen. Totdat in Engeland de jeugd een betere opleiding kreeg en deze meer kon verdienen en geld overhield voor cultuurontwikkeling van de lagere klasse. In Nederland waren in de tijd van de zuilen de kerkgenootschappen erg belangrijk bij het straffen van het overtreden van het moraal door de burgers. Toch gingen nog vele voor het goedkope vermaak. Er kwam een soort massacultuur op dit gebied. De jeugd moest hiervoor behoed worden. En zo ontstonden de jeugdorganisaties binnen deze organisaties probeerde ze dan ook andere vermaken te promoten. Jongens en meisjes apart. Behalve bij de socialisten zij wilden de emancipatie stimuleren. De jeugdorganisaties waren er populair tussen de twee wereldoorlogen. De zorg ging dan ook uit naar de jongeren die geen lid waren. Deze jongeren zelf vonden dit geen probleem. Het Christelijk Cultureel Gedeelte (C.C.G.); 1. De Christelijke ethiek; Een Christelijke ethiek bestaat niet, dit komt omdat er sommige christenen naar de beginselethiek neigen, terwijl andere naar de gevolgenethiek neigen. Bij de beginselethiek houden de christenen zich vooral vast aan de bijbel, ze doen wat de bijbel hen oplegt. Bij de gevolgenethiek laten ze zich beïnvloeden door de waarden die het christendom belangrijk acht; naastenliefde, rechtvaardigheid, vrede, verantwoordelijkheid, respect, etc. En de waarden zorgen ervoor dat de normen die eruit voor komen zich aan de tijd aanpassen. Ikzelf zie mijn opvattingen terug in de gevolgenethiek. 2. De 10 Geboden/Leefregels; - Eer je vader en moeder; Ik heb dit gebod gekozen omdat dit vooral van toepassing is op de jeugd. En de jeugd heeft meestal zijn eigen ideeën en denkbeelden in tegenstelling tot hun ouders. En dit kan leidden tot conflicten. Daarom moet de jeugd uit dit gebod leren hoe oneens ze het ook met hun ouders zijn ze wel respect voor hun moeten hebben. - Je zult niet doden/stelen; Ik heb hier twee geboden verbonden omdat ze allebei tot criminaliteit horen. En dit gebod is dan van toepassing, omdat de jeugd sinds dat ze hun eigen cultuur hebben ontwikkeld de jeugdcriminaliteit is toegenomen. En hieruit moeten ze dan leren dat het hebben van eigen denkbeelden goed is, maar hierbij geeft het hun geen recht om dingen te doen tegen de wet in. - je zult niet kwaad spreken over anderen; Dit gebod heb ik gekozen, omdat onder de jongeren veel wordt afgeroddeld. Dit heeft vooral als oorzaak; verschil in kleding, denken, uiterlijk, uitstraling, etc. En dit kan vaak leidde tot uit de hand gelopen gevolgen. Zo kan er ernstige haat en nijd ontstaan. Dus dit moet vermeden worden. - Je zult de eigendommen van je naaste niet willen hebben; Je ziet vaak bij de jeugd verschil in kleding; merkkleding, gewone kleding. Degene met de merkkleding of de ‘leukste kleding’ zijn vaak het populairst. Dit leid dan tot jaloezie onder degene die, die kleren niet kunnen betalen of krijgen. Maar de enige reden waarom ze die kleding willen hebben is, omdat ze ook populair willen zijn. Hieruit moet men begrijpen om niet hebzuchtig te zijn. Je bent zoals je bent. 3. De Christelijk georiënteerde waarden; A. Vrijheid + Vrede; Christelijke vrijheid betekend dat je iets geeft. En niet neemt zoals wel eens gedacht wordt. En als je het mogelijk maakt om voor anderen een menswaardig bestaan te leiden. Dan wordt en de vrijheid van de ander en die van jouw gerealiseerd. Bij mijn onderwerp is vrijheid een belangrijk begrip. Jongeren willen al vanaf dat ze hun eigen cultuur hebben vrijheid hebben. Maar de jongeren willen niet de Christelijke vrijheid maar de vrijheid wat ze denken dat vrijheid is. Deze houdt in dat ze willen doen en laten waar ze zin in hebben. Dit is het verkeerde denkbeeld van vrijheid. Hierbij moeten de jongeren dus nog leren dat hun vrijheid wordt gerealiseerd als ze de vrijheid van andere culturen respecteren. B. Gerechtigheid + Rechtvaardigheid; In Christelijke zin betekenen deze het volgende. Rechtvaardigheid; het scheppen van mensen rechten voor iedereen. Dus iedereen heeft recht op een menswaardig leven. Dit houdt ook in dat voor de zwakkeren moet worden opgekomen. Als ik hier een verband leg met jeugd en cultuur zie ik dat dit ook een begrip is wat zei zelf willen hebben. Zij willen net zo behandeld worden als alle anderen. Ook hiervoor hebben ze hard moeten vechten, maar nu is het wel vrij aardig gelukt. Wat wel het verschil is dat in de meeste gevallen de jeugd dit begrip wel goed opvat en ze respecteren ook dat anderen culturen dit bezitten. Ze hebben bij dit begrip dus niet eruit begrepen dat rechtvaardigheid is ‘als ik iets aan jouw geef dan geef ik iets terug’. Natuurlijk is dat niet bij alle culturen van de jeugd zo. Maar ik ga uit van de meerderheid. C. Solidariteit + Naastenliefde + Medemenselijkheid; Christelijke solidariteit betekent het daadwerkelijk opkomen voor de zwaksten in de samenleving. Solidariteit volgt uit Rechtvaardigheid. Bij jeugd en cultuur is er niet gelijk sprake van solidariteit. Dus er is niet zo duidelijk te vertellen hoe ze erover dachten. Maar omdat zijn graag rechtvaardigheid hadden en het anderen ook gunde zullen zij ook wel solidair in hun omgang zijn geweest. Nu tenminste wel er wordt wel altijd gezegd dat de jeugd dit en dat doet, maar uit eigen ervaring weet ik dat de jeugd van tegenwoordig best solidair is in hun omgang met zwakkeren. Verder is de jeugd vrij solidair in het algemeen over de laatste eeuw. 4. Het rijk van god; Als de Christenen de Christelijke waarden (rechtvaardigheid, naastenliefde en vrede) naleven, ook al vergt dit veel van hun. Geloven ze dat ze in het Rijk van God komen. In dit Rijk heerst altijd rechtvaardigheid, naastenliefde en vrede. En als ze hier komen is het dus afgelopen met het lijden. 5. Het meerwaarde gedeelte; Voor het meerwaardegedeelte heb ik enkele verzen gezocht in het Willibrordvertaling, KBS-Bijbel. De trefwoorden waarop ik heb gezocht zijn; jongeren, bevrijding en vrijheid. Spreuken, Hoofdstuk 20, vers 29; Het sieraad van de jongeren is hun kracht, de pracht van de bejaarden zijn hun grijze haren. Hier zie je dat zelfs in de bijbel wordt gesproken over een aparte leeftijd waarin veel energie wordt gezien, dit kan je dan zien als de onafhankelijkheid die ze willen hebben. Psalm, Hoofdstuk 12, vers 6; ‘Ik zal mij nu oprichten’ – zegt de HEER – ‘om de verdrukking van de armen, omwille van het zuchten van de misdeelden: Ik bevrijd iedereen die naar bevrijding snakt’ Het gaat hier vooral om de laatste zin. De jeugd wil graag vrijheid oftewel onafhankelijkheid en zelfstandigheid. God zegt hier dat hij iedereen die dat wil bevrijd, dit is voor de jongeren dan heel belangrijk om te weten als ze geloven. De eerste brief van Petrus, Hoofdstuk 2, vers 16; Leef als vrije mensen maar maakt als dienstknechten van God van de vrijheid geen voorwendsel voor de ondeugd. Dit is een heel belangrijke vers voor wat betreft hoe de jeugd de vrijheid ziet. Zoals ik al eerder vertelde (blz. 16, 3A, vrijheid + vrede) moeten de jongeren goed in de gaten houden dat vrijheid in de Christelijke zin is dat je moet geven. En niet zoals men denkt doen en laten wat ze willen. Want zoals ik in het eerste aspect verteld is de toename van de jeugdcriminaliteit gestegen met de toename van de onafhankelijkheid en zelfstandigheid van de jongeren. Samenvatting; A. 3 voorbeelden uit het A.C.G.; Historisch aspect; De jeugd is zich pas echt gaan ontwikkelen vanaf de twintigste eeuw, eerst waren zij een grote cultuur nu zijn er vele subculturen. Maar alle generaties en culturen wouden een ding en dat is onafhankelijkheid, zelfstandigheid en vrijheid. Het sociale aspect; Er wordt vaak slecht over de denkbeelden van de jeugd gesproken, maar die vloeit vooral voort omdat elke nieuwe cultuur onder de jongeren weer andere denkbeelden heeft als hun vorige generaties. Dit botst zegt maar. Het kritische aspect; Sinds begin twintigste eeuw is er een cultuurindustrie ontstaan die zich vooral goed heeft ontwikkeld door de aanhang van de jongeren. B. 3 voorbeelden uit het C.C.G.; Eer je vader en moeder; Hoe erg de cultuur van de jeugd ook botst met die van hun ouders zij moeten altijd respect voor hun ouders blijven hebben. Vrijheid+Vrede; Jongeren hebben altijd een belangrijk doel en dat is meer vrijheid. Ze zouden alleen de vrijheid op een meer Christelijke manier moeten opvatten in plaats van in het algemeen. Spreuken, Hoofdstuk 20, vers 29; Het sieraad van de jongeren is hun kracht. Jongeren zij erg energiek in hun belevenis en uitvoering van hun cultuur. C. Samenhang van het A.C.G. en C.C.G.; Vroeger was het heel moeilijk voor de jeugd om hun eigen denkwijze en cultuur te uiten. Dit werd namelijk afgekeurd door hun ouders. Terwijl god toch zegt dat iedereen recht heeft op een eigen manier van leven zolang je, je maar aan de regels houdt. En ik geloof niet dat de jongeren vroeger hun godsdienst volledig afkeurde. Dus eigenlijk zouden hun ouders hun een kans moeten geven voor die vrijheid. Het is uiteindelijk ook wel gelukt. Maar het had makkelijker gekund. Conclusie; Ik heb toch wel geleerd van dit onderwerp. Eerst dacht ik van daar weet ik alles van, om dat ik namelijk zelf ook een jongere ben en heel veel van muziek af weet. Maar dit werkstuk heeft met niet slecht gedaan. Ik heb zo geleerd van de jeugdbewegingen vroeger die eigenlijk alles een beetje op gang hebben gezet. En ervoor hebben gezorgd dat er ook activiteiten buitenshuis plaatsvonden. En dat er een cultuurindustrie bestaat. Daar was ik me eigenlijk niet zo bewust van, omdat het nu heel normaal is. Maar wat Adorno zegt is wel veel van waar. En natuurlijk heb ik dus ook ingezien dat een jeugdcultuur uit meer bestaat dan alleen de muziek die ze luisteren. Ja, ik vond het leuk om dit werkstuk te maken het heeft wel veel tijd en energie gekost, maar ik hoop dan ook dat het wat oplevert.
Literatuurlijst; Boeken; Titel; Tieners in hun vrijetijd, aktiviteiten met smaak. Auteur(s); Vincent de Waal, Jolanda Loof, Banno Bruntink, Paul Rooyackers, Margot de Jong, Sybolt Meindertsma, Tom Kersbergen, Janine van Andel. Uitgever; Lans, landelijk centrum voor gebouwen, speelruimte en expressie voor de jeugd
Jaar uitgifte; 1991
Druk; eerste druk
ISBN-nummer; 9070636417
Titel; Wilde jaren, een eeuw jeugdcultuur. Auteur; Tom ter Bogt, Belinda Hibbel. Uitgever; Lemma
Jaar uitgifte; 2000
Druk; eerste druk
ISBN-nummer; 9051898274
Internet; - http://www2.lokv.nl/catalogus/pdf/Zichtopjeugdcultuur.pdf - http://www.europarl.eu.int/meetdocs/committees/budg/20020121/4547 /80Nl.pdf - http://www.nevele.be/cultuurbeleid.htm - http://www.cultuurnetwerk.nl/beleid/actieplan.html - http://www.google.nl/search?q=cache:TFNEOHL5-osC:www.cor.eu.int/presentations/down/Comm7/dutch/di_cdr27-2001_di_nl.doc+jeugd+en+cultuur&hl=nl -
www.cultuurschok.nl - http://www.google.nl/search?q=cache:xptXOrRtnloC:www.europa.eu.int/meetdocs/committees/cult/20000110/386376_nl.doc+jeugd+en+cultuur&hl=nl - http://fred.vlaanderen.be/statistieken/bassista?vrind/vrindelek.cultuur.htm#Vrijetijdsbesteding

REACTIES

N.

N.

weet jij misschien ook antwoord op:

Op welke manier beinvloeden cultuur,geloof en gewoontes de ontwikkeling van de mens

mail me aub terug als je t antwoord weer

Nathalie

19 jaar geleden

P.

P.

"Deze muziekgenre is eigenlijk vanaf 1960 tot nu altijd gebleven. Alleen heeft zich in de jaren ’80 een explosie hiervan voorgedaan. Zo kwamen er ook nieuwe bands op de markt o.a.; Bon Jovi en Guns ’n Roses. Deze breekte vooral door omdat ze ook ballads deden en dat is erg populair bij de meisjes. "

GNR vooral bekend door de ballads? weet je dat zeker?

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.