Islamitische Salat

Een van de vijf zuilen van de Islam is de Salat (Arabisch:  الصّلاة ). Dit is het Islamitische rituele gebed dat vijf keer per dag plaatsvindt. Voor elk gebed moet een moslim zich ook ritueel wassen. De salat is bedoeld om God of Allah te eren en te danken. In de Koran staat dat de salat al eerder voorgeschreven was aan verschillende profeten uit het Jodendom, maar de joden hielden zich hier later niet meer aan.

Gebedsoproep.
De gebedsoproep of azaan word vijf keer per dag door de muezzin, die gericht staat op Mekka met beide handen naast de oren, vanaf de minaret van een moskee geroepen. De tekst van de azaan gaat als volgt:
4x       Allahoe Akbar.
            Allah is de grootste.
2x       Ashadoe an la-illallaha illallah.
            Ik getuig dat er geen god is dan Allah.
2x       Ashadoe anna Mohammadan                          Rasoelallah.
            Ik getuig dat Mohammed Allah’s         gezant is.
2x       Hayya la assalaah.
            Haast U naar het gebed.
2x       Hayya al al Falaah.
            Haast U naar het welslagen.
2x       Allahoe Akbar.
            Allah is de grootste.
1x       La ilaha illallah.
            Er is geen god dan Allah.

In binnen- maar ook buitenland word gediscussieerd over de azaan. Volgens sommige Nederlanders kan de islamitische gebedsoproep storend zijn voor bewoners, of de integratie tegengaan. In Nederland geld echter nog geen verbod op deze gebedsoproep. Ikzelf vind dat het ook niet nodig is, want wij Nederlanders hebben ook een soort azaan, namelijk de kerkklokken. Verder stoor ik me er ook niet aan, en ik woon ook niet in de buurt van een moskee.

Wassing.

De wassing, of de woedoe, is een verplicht gedeelte van het gebed. Het is belangrijk om te weten dat moslims moeten beginnen met het wassen van hun rechter ledematen. Alle ledematen moeten twee of drie keer gewassen worden, maar niet meer dan dat. Het hoofd mag maar één keer met natte handen worden bestreken.
Als eerste poetst men de tanden. Het is soennah (naar Mohammed’s voorbeeld) om dit te doen met siwak. Dat is een tak die groeit in Saoedi-Arabië en reinigende stoffen bevat.
Ten tweede moet de moslim zijn handen drie maal wassen voordat de wassing begint. Bij het ochtendgebed is dit verplicht, bij de andere gebeden is het soennah.
Ten derde moet het gezicht worden gewassen. Het is soennah om het water overdreven op te snuiven. Mannen met een baard moeten ook de baard nat maken.
Ten vierde moet de moslim zich ook goed tussen zijn vingers en tenen wassen, al het vuil moet immers weg zijn.
Als deze woedoe niet is verricht is de persoon ritueel onrein en mag de koran niet worden aangeraakt, het gebed niet worden verricht en ook de tawaaf (rondlopen om de ka’ba) is verboden.

De vijf gebeden.

Als eerste is er de Fajr (Ochtendgebed). Dit gebed vind plaats tussen de eerste ochtendschemeringen en zonsopgang. Het heeft 2 rak’aht (eenheden) die hardop worden gezegd.
Het volgende gebed is de Duhr (Middaggebed). Dit gebed mag worden gedaan vanaf een kwartier na de hoogste stand van de zon tot het volgende gebed. Er worden vier rak’aht zachtop gedaan, dus in het hoofd.
Hierna doet de moslim de ‘Asr (Namiddaggebed). Dat gebeurt laat in de middag tot kort voor zonsondergang. Het is in principe hetzelfde als de Duhr, er worden 4 rak’aht zachtop gedaan.
Het op één na laatste gebed van de dag is de Maghrib (Zonsonderganggebed). Deze mag gedaan worden vanaf zonsondergang tot het verdwijnen van de rode schemering. Er worden 3 rak’aht gedaan, de eerste twee hardop en de laatste voor jezelf.
Het laatste gebed is de Isja (Avondgebed). Het mag plaatsvinden vanaf anderhalf uur na zonsondergang tot de eerste ochtendschemeringen. Dit is dus het laatste gebed van de dag. Er worden 4 rak’aht gedaan, eerst 2 hardop en ten slotte 2 zachtop.

Het verrichten van het gebed.

Het gebed kan worden verricht in een groep of alleen. Elk gebed bestaat uit een aantal verplichte rak’aht. Naast deze rak’aht is het soennah om nog een paar extra rak’aht te doen. Tijdens het gebed moeten een aantal koranverzen hardop worden gezegd, en een aantal in jezelf. Allah kan niet alleen door de menselijke ziel worden vereert, het moet ook lichamelijk gebeuren. Daarom moet het lichaam zich bij het bidden buigen, bedekken, reinigen en nog meer. Volgens de koran is de mens geschapen om Allah de Almachtige te aanbidden en te vereren. Het gebed is een vaste en verplichte vorm van aanbidden.
A. Aan het begin van het gebed heft men de handen op tot naast de oren en zegt: ‘Allahoe Akbar’ ofwel Allah is de grootste. Als de woorden worden uitgesproken moet men het hoofd naar voren buigen met zicht op de grond.
B. Daarna worden in de Qijam houding, rechtop, drie verschillende gebeden opgezegd: de As-Sana of de lofprijzing van Allah, de Al-Fatiha of het eerste hoofdstuk uit de Koran en één vrij ander hoofdstuk uit de Koran.
C. Hierop volgt de gebogen houding, de roekoe, en opnieuw de woorden ‘Allahoe Akbar’. In de roekoe word drie keer in het Arabisch ‘Heilig is mijn Heer de grote’ gezegd. Daarna gaat men terug naar de Qijam met de woorden ‘Allah verhoort hem, die Hem looft’.
D. In de staande houding zegt men eveneens in het Arabisch: ‘onze Heer, alle lof zij U’. Vanuit de Qijam gaat men naar de Sadjdah, de knielende houding, met de woorden ‘Allahoe Akbar’.
E. In de Sadjdah zegt men drie keer: ‘heilig is mijn Heer, de allerhoogste’. De ellebogen mogen de grond niet raken. Daarna zegt men weer ‘Allahoe Akbar’ en neemt dan de zittende houding aan.
F. Dan zeggen we: ‘o mijn Heer! Vergeef me en heb genade met mij’, en vervolgens weer ‘Allahoe Akbar’.
G. We nemen een tweede keer de Sadjdah aan waarin men drie keer zegt: ‘Heilig is mijn Heer, de allergrootste’.

Dit is het einde van de eerste rak’aht. Als men twee rak’aht heeft gehad, volgt H.
H. De At-Asjah-Hoed. Men neemt de zittende houding aan, legt de linkerhand plat op het bovenbeen en maakt van de rechterhand een vuist met de wijsvinger eruit stekend.  Men zegt het volgende:
- ‘Alle aanbidding in woorden, daden en bezittingen weergegeven komt Allah toe’.
- ‘Vrede zij met U, o Profeet’.
- ‘En de genade van Allah, en zijn zegeningen’.
- ‘Vrede zij met ons, en met de ware dienaren van Allah’.
- ‘Ik getuig dat er geen god is dan Allah’.
- ‘En ik getuig dat Mohammed zijn dienaar en boodschapper is’.
I en J. Dit zijn de laatste twee stappen van het gebed. Volgens de Koran heeft ieder mens twee engelen bij zich, die alle daden van de geboorte tot aan de dood opschrijven in het levensboek. Deze zal dan ook als bewijs gelden op de dag des oordeels. Bij dit laatste onderdeel kijkt men eerst naar rechts en zegt tegen de engel: ‘vrede zij met U en de genade van Allah’. Daarna doet hij hetzelfde aan de linkerkant.