Inleiding
Dit werkstuk gaat over het humanisme. Het is een levensbeschouwing die niet in goden gelooft. Omdat ik zelf ook niet in goden geloof, wilde ik mijn werkstuk over een levensbeschouwing doen die daar ook niet in gelooft. Zo ben ik bij het humanisme terechtgekomen. Ik wist daar nog niks vanaf en het leek me interessant om er meer over te weten te komen.
Het humanisme is er al zolang dat er mensen bestaan. Er waren vroeger al ideeën en opvattingen die zouden leiden tot een humanistische opvatting. Het begrip ‘humanisme’ in de betekenis die het nu heeft werd pas in het begin van de 19e eeuw voor het eerst gebruikt. Het woord ‘humanisme’ werd vroeger ook al in Italiaanse en Latijnse vorm gebruikt. Toen betekende het 6) “Latijnse en Griekse letteren bestuderen voor zover ze geen technisch-praktisch doel hadden” (Voor menselijkheid of tegen godsdienst? Humanisme in Nederland 1850-1960, blz. 13). Medicijnen, rechten en theologie hoorden hier dus niet bij.
Humanisme is de naam van een cultuurstroming onder intellectuelen. Die stroming is zich pas echt duidelijk gaan onderscheiden van andere stromingen op het einde van de 13e eeuw in Noordwest-Italië, in Padua. 4) Toen gingen sommige mensen steeds minder geloven dat goden de leidende macht in de wereld zijn en dat de mens daar dus afhankelijk van is. Ook zagen ze steeds meer de mogelijkheden die de mens zelf had. Dat ze veel meer konden dan ze dachten.
7) In de 16e bereikte het humanisme in Europa pas echt haar hoogtepunt. Het kreeg dus pas echt veel aanhang in de Renaissance. De namen voor deze stromingen zijn echter pas in de 19e eeuw bedacht. Vaak worden de termen door elkaar gebruikt, maar bij humanisme moet je meer denken aan het literaire aspect en bij Renaissance meer aan het kunstzinnige aspect.
Ook Nederland had een groot aandeel in het humanisme. Hier werd de kring van de moderne devotie opgericht. Daarin werd kritiek gegeven op onder andere de kerk en de bijbel. Eén van de humanisten die daarbij zat was Erasmus (1466-1536). De humanisten die bij de moderne devotie zaten wilden mensen opnieuw opvoeden, maar bleven toch de kerk van Rome trouw.
De reformatie en de katholieke kerk hadden een complexe verhouding. Toch had de reformatie veel aan het humanisme te danken, vooral wat betreft de studie van de bijbel en de kerkvaders. Toch was er wel een verschil. De hervormers zagen God als de verlosser. De humanisten zagen God niet als de verlosser, maar als een leraar. Door dit verschil ontstond er soms een breuk tussen de reformatie en het humanisme.
In de verlichting (17e – 18e eeuw) waren er ook nog veel humanisten, maar het waren er al een stuk minders dan in de Renaissance. Van het bijbels humanisme valt veel te herkennen in het vrijzinnig protestantisme.
Aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw ontstond er het levensbeschouwelijke humanisme. 1. Wat is een mens in wezen?
1) De humanisten zien zichzelf als een sociaal en vrij wezen. 2) Ze vragen zich af hoe de moderne mens het bestaan zin kan geven en zinvol kan ervaren. Ze willen hun leven zelf inrichten en willen zich niet laten leiden door bijvoorbeeld een hogere macht die hen moet vertellen wat wel en niet mag.
Ze beschouwen zichzelf als wereldburgers. We hebben maar één wereld en daar zijn we samen verantwoordelijk voor.
5) De menselijke waardigheid is erg belangrijk voor het humanisme. Mensenrechten, onafhankelijk, vrijheid, verantwoordelijkheid en zelfontwikkeling spelen een belangrijke rol in hun leven.
Humanisten geloven er niet in dat de mens met zijn eigen gevoelens, de eigen zekerheden en onzekerheden, de eigen aanleg, het eigen karakter en de eigen levensovertuiging een bepaalde beperktheid heeft en dat die beperktheid de mens nietig maakt. De waarde van een mens is in het humanisme onbeperkt.
1) De mens is al compleet. De kennis die de mens ervaart via zijn zintuigen, zijn ook het enige wat hij ervaart. De humanist erkent geen kennis die alleen op macht berust. Ze geloven ook alleen maar in feiten. Ze geloven dus niet in het zeggen van iets, het moet onderzocht zijn en er moeten feitelijke antwoorden zijn op die vraag. Het moet dus bewezen kunnen worden. Als je ergens een mening over hebt is het altijd mogelijk die te herzien, want ‘vergissen is menselijk’.
Gezondheid is voor veel mensen een van de belangrijkste dingen in hun leven. Dat is logisch want ziekte kan er voor zorgen dat iemand doodgaat en er dus een einde aan zijn leven komt. Toch is gezondheid meer dan de afwezigheid van een ziekte. Voor humanisten is het heel belangrijk dat ze zelfbeschikking hebben. Dat ze dus zelf kunnen beslissen wat er met hen gebeurt. Ook hun lichaam heeft een belangrijke rol in hun leven. Het is noodzakelijk om naar je lichaam te luisteren. Humanisten geloven niet in ziek zijn en dan genezen worden door een hogere macht maar ze geloven in de kracht van hun eigen lichaam. Ze zorgen ervoor dat ze zelf in staat zijn om beter te worden, hierbij mag wel gebruik worden gemaakt van medicijnen want dat is weer wetenschappelijk bewezen. Maar het allerbelangrijkste in hun leven is hun lichaam want als het lichaam niet leeft kan de humanist niet genieten. Verder vinden ze ook dat lichaam en geest wel te onderscheiden zijn maar niet te scheiden. 2. Hoe is de relatie tussen mens en natuur?
1) We hebben maar een wereld en daar zijn we samen verantwoordelijk voor. Iedereen moet dus goed zorgen voor de natuur. Mensen zijn verbonden met de natuur en dat zal nooit veranderen. Ze zijn ontstaan uit de natuur en kunnen zonder die natuur niet leven. Maar als we de natuur haar gang laten gaan wordt de wereld een oerwoud, waarin de zwakkeren uiteindelijk als eerste zullen sterven. Dat is in strijd met de menselijke waardigheid en dus ook niet goed.
5) Humanisten vinden dat als mensen zich niet goed kunnen ontwikkelen, zij heel de tijd op moeten letten voor gevaren waarvan de omvang en de gevolgen niet te overzien zijn. Dat geldt in de laatste 30 tot 40 jaar heel erg voor de aantasting van ons milieu. Er kunnen grote natuurrampen ontstaan waarvan je de grote van de gevolgen niet kan overzien. Als mensen heel de tijd op moeten letten wat er met het milieu kan gebeuren vinden humanisten dat de mens zich dan niet goed kan ontwikkelen.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
Hoi Ester,
Je hebt een werkstuk geplaatst op scholieren.nl en ik wilde je vragen wat voor cijfer je daarvoor hebt gekregen, ik vind het namelijk erg goed!
Groetjes,
Anna
19 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Hej goed werkstuk!!
Erg goed bruikbaar.
Dat wilde ik effe zegge
19 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Wooow, das veel. Maar wij moeten voor levensbeschouwing een verslag schrijven over Petrarca, weet jij daar iets van? Vooral over hoe hij denkt en de invloeden van hem op het Humanisme. Heb je misschien nog sites waar we op kunnen kijken? Alvast bedankt!
18 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Op zich een goed werkstuk, maar je hebt een fout gemaakt in je conclusie. Want jij zegt dat humanisten niet in goden geloven, maar er zijn ook gelovige humanisten. Je hebt het daar over atheïsten, en er is wel verschil daartussen.
11 jaar geleden
Antwoorden