Humanisme

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 3165 woorden
  • 16 mei 2003
  • 483 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
483 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Onderwerpen

ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Inleiding

Dit werkstuk gaat over het humanisme. Het is een levensbeschouwing die niet in goden gelooft. Omdat ik zelf ook niet in goden geloof, wilde ik mijn werkstuk over een levensbeschouwing doen die daar ook niet in gelooft. Zo ben ik bij het humanisme terechtgekomen. Ik wist daar nog niks vanaf en het leek me interessant om er meer over te weten te komen.

Het humanisme is er al zolang dat er mensen bestaan. Er waren vroeger al ideeën en opvattingen die zouden leiden tot een humanistische opvatting. Het begrip ‘humanisme’ in de betekenis die het nu heeft werd pas in het begin van de 19e eeuw voor het eerst gebruikt. Het woord ‘humanisme’ werd vroeger ook al in Italiaanse en Latijnse vorm gebruikt. Toen betekende het 6) “Latijnse en Griekse letteren bestuderen voor zover ze geen technisch-praktisch doel hadden” (Voor menselijkheid of tegen godsdienst? Humanisme in Nederland 1850-1960, blz. 13). Medicijnen, rechten en theologie hoorden hier dus niet bij.

Humanisme is de naam van een cultuurstroming onder intellectuelen. Die stroming is zich pas echt duidelijk gaan onderscheiden van andere stromingen op het einde van de 13e eeuw in Noordwest-Italië, in Padua. 4) Toen gingen sommige mensen steeds minder geloven dat goden de leidende macht in de wereld zijn en dat de mens daar dus afhankelijk van is. Ook zagen ze steeds meer de mogelijkheden die de mens zelf had. Dat ze veel meer konden dan ze dachten.

7) In de 16e bereikte het humanisme in Europa pas echt haar hoogtepunt. Het kreeg dus pas echt veel aanhang in de Renaissance. De namen voor deze stromingen zijn echter pas in de 19e eeuw bedacht. Vaak worden de termen door elkaar gebruikt, maar bij humanisme moet je meer denken aan het literaire aspect en bij Renaissance meer aan het kunstzinnige aspect.

Ook Nederland had een groot aandeel in het humanisme. Hier werd de kring van de moderne devotie opgericht. Daarin werd kritiek gegeven op onder andere de kerk en de bijbel. Eén van de humanisten die daarbij zat was Erasmus (1466-1536). De humanisten die bij de moderne devotie zaten wilden mensen opnieuw opvoeden, maar bleven toch de kerk van Rome trouw.

De reformatie en de katholieke kerk hadden een complexe verhouding. Toch had de reformatie veel aan het humanisme te danken, vooral wat betreft de studie van de bijbel en de kerkvaders. Toch was er wel een verschil. De hervormers zagen God als de verlosser. De humanisten zagen God niet als de verlosser, maar als een leraar. Door dit verschil ontstond er soms een breuk tussen de reformatie en het humanisme.

In de verlichting (17e – 18e eeuw) waren er ook nog veel humanisten, maar het waren er al een stuk minders dan in de Renaissance. Van het bijbels humanisme valt veel te herkennen in het vrijzinnig protestantisme.

Aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw ontstond er het levensbeschouwelijke humanisme. 1. Wat is een mens in wezen?

1) De humanisten zien zichzelf als een sociaal en vrij wezen. 2) Ze vragen zich af hoe de moderne mens het bestaan zin kan geven en zinvol kan ervaren. Ze willen hun leven zelf inrichten en willen zich niet laten leiden door bijvoorbeeld een hogere macht die hen moet vertellen wat wel en niet mag.

Ze beschouwen zichzelf als wereldburgers. We hebben maar één wereld en daar zijn we samen verantwoordelijk voor.

5) De menselijke waardigheid is erg belangrijk voor het humanisme. Mensenrechten, onafhankelijk, vrijheid, verantwoordelijkheid en zelfontwikkeling spelen een belangrijke rol in hun leven.

Humanisten geloven er niet in dat de mens met zijn eigen gevoelens, de eigen zekerheden en onzekerheden, de eigen aanleg, het eigen karakter en de eigen levensovertuiging een bepaalde beperktheid heeft en dat die beperktheid de mens nietig maakt. De waarde van een mens is in het humanisme onbeperkt.

1) De mens is al compleet. De kennis die de mens ervaart via zijn zintuigen, zijn ook het enige wat hij ervaart. De humanist erkent geen kennis die alleen op macht berust. Ze geloven ook alleen maar in feiten. Ze geloven dus niet in het zeggen van iets, het moet onderzocht zijn en er moeten feitelijke antwoorden zijn op die vraag. Het moet dus bewezen kunnen worden. Als je ergens een mening over hebt is het altijd mogelijk die te herzien, want ‘vergissen is menselijk’.

Dit wil je ook lezen:

Gezondheid is voor veel mensen een van de belangrijkste dingen in hun leven. Dat is logisch want ziekte kan er voor zorgen dat iemand doodgaat en er dus een einde aan zijn leven komt. Toch is gezondheid meer dan de afwezigheid van een ziekte. Voor humanisten is het heel belangrijk dat ze zelfbeschikking hebben. Dat ze dus zelf kunnen beslissen wat er met hen gebeurt. Ook hun lichaam heeft een belangrijke rol in hun leven. Het is noodzakelijk om naar je lichaam te luisteren. Humanisten geloven niet in ziek zijn en dan genezen worden door een hogere macht maar ze geloven in de kracht van hun eigen lichaam. Ze zorgen ervoor dat ze zelf in staat zijn om beter te worden, hierbij mag wel gebruik worden gemaakt van medicijnen want dat is weer wetenschappelijk bewezen. Maar het allerbelangrijkste in hun leven is hun lichaam want als het lichaam niet leeft kan de humanist niet genieten. Verder vinden ze ook dat lichaam en geest wel te onderscheiden zijn maar niet te scheiden. 2. Hoe is de relatie tussen mens en natuur?

1) We hebben maar een wereld en daar zijn we samen verantwoordelijk voor. Iedereen moet dus goed zorgen voor de natuur. Mensen zijn verbonden met de natuur en dat zal nooit veranderen. Ze zijn ontstaan uit de natuur en kunnen zonder die natuur niet leven. Maar als we de natuur haar gang laten gaan wordt de wereld een oerwoud, waarin de zwakkeren uiteindelijk als eerste zullen sterven. Dat is in strijd met de menselijke waardigheid en dus ook niet goed.

5) Humanisten vinden dat als mensen zich niet goed kunnen ontwikkelen, zij heel de tijd op moeten letten voor gevaren waarvan de omvang en de gevolgen niet te overzien zijn. Dat geldt in de laatste 30 tot 40 jaar heel erg voor de aantasting van ons milieu. Er kunnen grote natuurrampen ontstaan waarvan je de grote van de gevolgen niet kan overzien. Als mensen heel de tijd op moeten letten wat er met het milieu kan gebeuren vinden humanisten dat de mens zich dan niet goed kan ontwikkelen.

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Humanisten denken vooral na over de verhouding tussen duurzaamheid en kwaliteit van het leven. Ze willen een samenleving die de natuur ziet als meer dan alleen maar een randvoorwaarde of een mooie en schone versiering. De leefbaarheid van de samenleving en het bestaan van een goede natuur moeten in goed evenwicht met elkaar zijn. Mensen moeten de mogelijkheid krijgen om zich te ontwikkelen en de dingen te doen die ze graag willen doen, maar ook de natuur speelt een belangrijke rol. Als iets heel erg slecht is voor het milieu kan je het toch maar beter niet doen, ook al wil je het nog zo graag. Maar de natuur mag ook niet alles beletten wat je graag wilt doen. Je moet dus zorgen dat je een goed evenwicht vindt tussen de natuur en wat je graag wilt doen.

De natuur moet aan 2 voorwaarden voldoen: 1. Mensen moeten zich met de natuur kunnen identificeren en zich met de natuur verbonden kunnen voelen. Dit besef van verbondenheid met de natuur maakt ook deel uit van onze eigen identiteit.

2. Met betrekking op die identificatie, moet men ook het besef hebben dat de natuur onafhankelijk (van onze voorkeuren, behoeftes en belangen) waardevol is, op zichzelf waard is om je mee te identificeren en dus waardevol is.

1) Als we de techniek haar gang laten gaan, kan dat ervoor zorgen dat technici gaan beslissen over leven en dood. Humanisten hebben geen probleem met de ontwikkeling van wetenschap en techniek, maar ze zijn er wel tegen om er misbruik van te maken. Ze vinden dat technici niet het recht hebben om over de natuur te beschikken en ermee te doen wat ze willen. Daarom zijn de humanisten voor de oprichting van ethische commissies die er voor moeten zorgen dat de onderzoeken zo worden uitgevoerd dat er geen slachtoffers bij vallen.

4) De verantwoordelijkheid voor de natuur geldt natuurlijk ook voor dieren. Net als voor andere mensen hebben humanisten ook voor dieren veel respect. Ze zijn daarom tegen industriële toepassing van dieren. Ze keuren het dus niet goed om via dieren geld te verdienen, bijvoorbeeld door make-up op dieren uit te testen. In het gedrag tegenover dieren maken ze dus bewuste keuzes en zullen daarom eerder voor make-up kiezen die niet op dieren is uitgetest. 3. Hoe is de positie van de mens ten opzichte van de tijd?

1) Humanisten vinden het goed om te genieten van hun leven. Ze leven maar één keer en willen die ene keer niet verspillen. Ze zullen daarom vaak leuke dingen gaan doen. Humanisten zijn dus echte levensgenieters.

De mensen en de natuur veranderen voortdurend. De mens ontwikkelt zich steeds opnieuw, hij wil steeds met de tijd mee gaan.

Een echte visie op de toekomst hebben humanisten niet. Ze denken meer dat alles komt zoals het komt en wat dat zal zijn, daar kom je vanzelf wel achter. De mens leeft nu en wil nu genieten. Ze leven daarom heel erg in het heden en maken zich niet te druk om wat komen gaat.

5) Toch denken ze natuurlijk wel eens na over de toekomst. Daarin zijn verschillen tussen humanisten. Sommige humanisten zijn erg positief over de toekomst van de mensheid, anderen zijn meer pessimistisch. Maar de mate waarin de mensen optimistisch of pessimistisch zijn, heeft niets te maken met de mate waarin ze zich verantwoordelijk voelen voor de stappen die ze in de wereld zetten en wat dat voor de toekomst kan betekenen.

Ze denken bij alles wat ze doen na over wat dat voor de toekomst kan betekenen. Ze voelen zich dus erg verantwoordelijk voor de toekomst. Humanisten vinden dat iedereen het recht heeft op een plaats op de wereld. Ook hun nakomelingen hebben dat. Ze zijn daarom bijvoorbeeld ook erg tegen het vervuilen van het milieu, want dat kan in de toekomst grote problemen opleveren. 4. Hoe is de positie van de mens ten opzichte van andere mensen? 1) Humanisten zien de mens als een sociaal en vrij wezen. Ze laten iedereen in hun waarde en iedereen kan doen wat hij wil zolang hij een ander daarmee maar niet lastig valt. Ze behandelen iedereen gelijk. Ze houden ervan om met mensen om te gaan en te communiceren, zolang ze er maar plezier aan hebben.

Humanisten behandelen mensen ook altijd zoals ze zelf graag behandelt willen worden. Daarom zullen ze mensen niet snel verkeerd behandelen. Ze zullen dus niet snel iemand kwaad doen. Humanisten proberen altijd eerst om te helpen. Ze letten er altijd op of iets wat ze doen niet ten koste gaat van anderen. Ze willen wel plezier hebben maar als het ten koste gaat van anderen gaat het niet door. Als bijvoorbeeld de opa van je vriend is overleden. Kun je vragen of hij er over wil praten. Dit zou je zelf ook fijn vinden. Ze vinden het dan ook niet kunnen als je plezier gaat maken waar je vriend bij is, omdat die vriend dan verdriet heeft. Dan kun je beter proberen om hem te troosten.

Humanisten leven met elkaar samen in het groot. Ze wonen verspreid over de hele wereld en hoeven niet perse bij elkaar in de buurt te leven. Er kunnen gerust alleen maar mensen van andere geloven bij hen in de buurt wonen. Want ook de mensen met andere geloven laten ze in hun waarde. Het maakt dus niets uit of iemand een andere godsdienst heeft of dat die persoon wel in een hogere macht gelooft. Ze vinden het bijvoorbeeld prima dat mensen van andere geloven in gebedshuizen bij elkaar komen maar ze zullen er zelf niet aan mee doen. Ze hebben respect voor iedereen en elke andere godsdienst, zolang ze zelf ook maar in hun eigen waarde worden gelaten.

Humanisten gaan uit van gelijkwaardigheid van alle mensen. Dit is niet hetzelfde als gelijkvormigheid: mensen zijn nu eenmaal van nature verschillend. Je hebt dikke en dunne, grote en kleine, witte en zwarte mensen. Maar dikke mensen hebben niet het recht om dunne te onderdrukken, of omgekeerd. Iedere groep die zich boven een ander wil verheffen, andere mensen wil discrimineren, is in strijd met de mensenrechten. Gelijkwaardigheid is uiteindelijk gebaseerd op het eigenbelang van iedereen. Bijvoorbeeld door het tegengaan van pesten. Dat is in ieders belang want vandaag is het misschien nog iemand anders maar morgen kun je zelf gepest worden. Door de verschillen tussen mensen en groepen kunnen er spanningen ontstaan. Wat voor de een gewoon is, is voor de ander een belediging. Het is belangrijk om iemands bedoeling achter bepaalde woorden te achterhalen, zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan.

3) Humanisten vinden dat iedereen het recht heeft om zijn eigen identiteit vorm te geven. Het humanisme wil dat mensen zelf kunnen bepalen hoe ze leven, terwijl je toch niet volledig je eigen gang kan gaan. We moeten ook rekening houden met anderen, omdat we niet alleen op de wereld wonen. Ieder mens heeft evenveel recht op een plaats in deze wereld. In het humanisme staat dus de medemens centraal en is belangrijker dan jezelf. 5. Wat is goed en wat is kwaad? 1) Humanisten vinden het belangrijk dat ze mensen niet verkeerd behandelen. Ze zullen dus niet snel iemand kwaad doen. Ze zijn daarom ook tegen geweld. Humanisten doen nooit mee met pesten, maar zullen eerst proberen om een ruzie op te lossen, want als jij degene zou zijn die ze pesten, zou je dat ook liever hebben. Zelf zullen ze daarom ook niet snel een ruzie uitlokken. Ze blijven altijd aardig tot een bepaald punt. Als iemand anders begint zouden ze eerst rustig proberen het argument of de ruzie op te lossen maar als dat niet werkt zouden ze net zo goed als iemand anders er tegenin gaan. Ze laten zich dus niet op de kop zitten. Humanisten willen alleen graag iedereen gelijk behandelen zoals ze zelf ook behandeld zouden willen worden en verwachten dat ook van anderen.

Humanisten vinden het dus goed als je mensen in hun waarde laat en ze behandelt zoals je zelf behandelt wilt worden. Minder goed vinden ze het als je mensen pest en het milieu vervuilt, want dat is weer schadelijk voor andere mensen.

Humanisten vinden het belangrijk dat ze de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen. Om een eigen identiteit te kunnen ontwikkelen moeten ze vrij kunnen leven. Er zijn 2 soorten van vrijheid: positieve en negatieve vrijheid. Met negatieve vrijheid bedoelen de humanisten de afwezigheid van dwang. Dat kan heel gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld bij pesten. Als daar niets tegen gedaan wordt, vallen er slachtoffers. Humanisten zijn daarom voor positieve vrijheid. Bijvoorbeeld bij het maken van afspraken en hoe mensen met elkaar om moeten gaan. Daardoor krijgt iedereen een bepaalde zelfbeschikking. Humanisten vinden dus dat bij pesten ingegrepen moet worden, want de slachtoffers moeten beschermd worden zodat hun vrijheid niet aangetast wordt en dat ze kunnen leven zoals zij dat zelf willen. 6. Wat is de zin van het bestaan van mensen gezien de eindigheid? 1) Veel mensen die in het hiernamaals geloven vragen zich af of de dood niet verschrikkelijk is als je niet in het hiernamaals (net als de humanisten) gelooft. Maar juist omdat er de dood is, worden de mensen gestimuleerd om het leven een zinnige invulling te geven. Humanisten zijn daarom echte levensgenieters. Ze leven in het heden en maken zich niet druk om wat komen gaat, dus ook niet om de dood. Maar er wordt wel geaccepteerd dat het bestaan altijd een leven naar de eigen dood toe is, waaraan elk bestaan op elk moment onderworpen aan is. Alleen als de mens dat heel goed zal beseffen, kan hij het beleven als een uniek verschijnsel. Als je het zo ziet is hoef je ook niet perse onsterfelijk te worden (als dat zou kunnen), omdat je dan een leven hebt zonder noodzaak. Je kan alles nog wel een keer doen, omdat je toch oneindig lang zal leven. Je hebt dan geen enkele uitdaging meer. Daarom heeft de dood toch nog wel zin, omdat daardoor je leven niet oneindig lang is. Je hebt dan nog uitdagingen, wat het leven spannender maakt. De eindigheid leert je ook genieten van het moment, omdat het elk moment afgelopen kan zijn. Dat je een keer dood gaat maakt ook gelijk een eind aan al het leed en pijn dat je hebt gehad en bespaart je ook gelijk een hoop leed als je oneindig zou leven.

De eindigheid van het bestaan kan gevuld worden met kracht, sterkte, creativiteit en een doel, zodat je tenminste het idee hebt dat je niet voor niets hebt geleefd. 5) Humanisten vinden de kwaliteit van hun leven dus belangrijker dan de duur ervan. Ze vinden het dus belangrijk dat ze het gevoel hebben dat ze niet voor niets geleefd hebben. Conclusie en samenvatting

Humanisten geloven niet in goden. Ze willen hun leven zelf inrichten en willen zich niet laten leiden door een hogere macht die hen moet vertellen wat wel en niet mag.

In het humanisme staat de medemens meer centraal. Humanisten zijn sociale mensen. Ze laten iedereen in hun waarde en hebben respect voor iedereen, ook al hebben ze een ander geloof dan zijn zelf. Ze behandelen mensen zoals ze zelf behandelt willen worden.

Verder zorgen humanisten goed voor de natuur. Ze voelen zich daar erg verantwoordelijk voor. Toch zijn ze echte levensgenieters zonder zich steeds over van alles druk te maken. Ze leven maar één keer en willen die ene keer ook goed benutten. Het gaat hen vooral om de kwaliteit van het leven, zodat je weet dat je leven zin heeft gehad, en niet om de duur ervan. Humanisten denken niet te veel na over wat komen gaat, dat merken ze vanzelf wel.

Ik vind het humanisme op sommige gebieden wel bij mezelf passen, omdat ik ook niet in goden geloof en omdat ik het belangrijk vind dat je mensen behandelt zoals je zelf behandelt zou willen worden. Toch past het humanisme niet helemaal bij me, omdat ik geen echte levensgenieter ben en dat ik ook de duur van het leven belangrijk vind. Ook denk ik vaker na over de toekomst dan een humanist. Toch vind ik het wel een ‘goede’ levensbeschouwing, omdat ze heel duidelijke en goede standpunten hebben en dus echt weten waar ze voor staan. Bronnenlijst

1) http://www.canisius.nl/Grassroots_Canisius/levensbeschouwing_4h/huma/hum_ab.htm

2)http://www.xs4all.nl/~dap/Inri%20Trouw/Onderwijs/Tijdloze%20thema's/Humanisme.html

2)http://www.xs4all.nl/~dap/Inri%20Trouw/Onderwijs/Tijdloze%20thema's/Humanisme.html

3) http://www.omroep.nl/schooltv/sites/destraat/geweld_humanisme.htm

4) http://archief.uvh.nl/watishum.html

5) Boek: Titel: De kostbare mens, inleiding tot het humanisme. Auteur: Bert Boelaars Jaar: 1997 Uitgave plaats: Amsterdam

6) Boek: Titel: “Voor menselijkheid of tegen godsdienst? humanisme in Nederland 1850-1960”. Auteurs: Peter Derkx, Ulla Jansz, Corrie Molenberg en Carla van Baalen Jaar: 1998 Uitgave plaats: Hilversum

7) http://members.lycos.nl/florabella2/hobbies.html

REACTIES

A.

A.

Hoi Ester,

Je hebt een werkstuk geplaatst op scholieren.nl en ik wilde je vragen wat voor cijfer je daarvoor hebt gekregen, ik vind het namelijk erg goed!

Groetjes,
Anna

19 jaar geleden

R.

R.

Hej goed werkstuk!!
Erg goed bruikbaar.
Dat wilde ik effe zegge

19 jaar geleden

G.

G.

Wooow, das veel. Maar wij moeten voor levensbeschouwing een verslag schrijven over Petrarca, weet jij daar iets van? Vooral over hoe hij denkt en de invloeden van hem op het Humanisme. Heb je misschien nog sites waar we op kunnen kijken? Alvast bedankt!

18 jaar geleden

D.

D.

Op zich een goed werkstuk, maar je hebt een fout gemaakt in je conclusie. Want jij zegt dat humanisten niet in goden geloven, maar er zijn ook gelovige humanisten. Je hebt het daar over atheïsten, en er is wel verschil daartussen.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.