1. Inleiding
Het begrip euthanasie is afkomstig van het Griekse woord euthanasia, dat ‘goede dood’ of ‘goed sterven’ betekent. Maar dit woord wordt op verschillende manieren toegepast. Zo heeft het onder christenen eeuwenlang de betekenis gehad van ‘godvrezend sterven’. Vandaag betekent het woord niet het (christelijk) verwerken van het stervensproces, maar juist het beëindigen ervan. Het gaat ook niet zozeer om een goede als wel om een zachte dood, een pijnloos sterven.
2. Actualiteit
Het is duidelijk dat euthanasie nog steeds erg actueel is, we hebben gekeken op de internetsites van verscheidene kranten en zijn tot de conclusie gekomen, dat er nog steeds regelmatig artikelen worden geplaatst over dit onderwerp. In het Reformatorisch Dagblad bijvoorbeeld zijn er voorzover wij konden nagaan vanaf december 1997 iedere maand wel een aantal artikelen over euthanasie verschenen. Om een indicatie te geven van de laatste maanden volgt hieronder de inhoud van enkele koppen van artikelen die in verschillende kranten hebben gestaan.
Oktober 2000 - 2 oktober 2000 ‘Huiver bij verknoping euthanasie en ethiek’ (RD) - 31 oktober 2000 ‘Verdere uitholling bij euthanasiewet’ (RD)
November 2000 - 1 november 2000 ‘Euthanasie blijft ethisch dilemma’ (AD) - 28 november 2000 ‘Euthanasie en ’t hellend vlak’ (AD)
December 2000 - 1 december 2000 ‘Steun bij euthanasie’ (AD) - 7 december 2000 ‘Duitsers en euthanasie’ (Trouw)
Ook kwamen we een groot aantal ingezonden brieven tegen, hetgeen duidelijk maakt, dat deze kwestie ook onder de mensen leeft en niet alleen een discussiepunt is bij de geleerden.
3. Probleem
Het probleem dat wij in ons werkstuk willen behandelen is het volgende:
Is het, met de Bijbel als grondslag, verantwoord om euthanasie toe te passen?
4. Knelpunten
Bij het bekijken van ons probleem stuitten we al direct op een behoorlijk probleem, nl. hoe nu precies euthanasie te definiëren?
Een door velen gevolgde definitie van euthanasie luidt: “euthanasie is een opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op verzoek van de betrokkene.’
Volgens Douma zijn er twee vormen van euthanasie. Euthanasie op verzoek van de betrokkene en euthanasie die in het belang van de betrokkene wordt geacht. In principe kunnen deze twee vormen van euthanasie zowel gevallen van vrijwillige, als niet-vrijwillige euthanasie omvatten. De woorden ‘op verzoek van de betrokkene’ geven aan dat de betrokkene het levensverkortend handelen niet zelf verricht. Was dat wel zo, dan moesten we immers spreken van zelfdoding. Maar de woorden ‘op verzoek van de betrokkene’ hebben niet alleen betekenis om euthanasie tegen zelfdoding af te grenzen. Er ligt ook in opgesloten dat voor euthanasie de toestemming van de betreffende persoon essentieel is. Is die toestemming er niet, dan willen velen ook niet van euthanasie spreken.
Anderen brengen soms nog een derde vorm van euthanasie ter sprake. De zogenaamde ‘resource-conserving deaths’. Het gaat hier niet om euthanasie op verzoek of in het belang van de betrokkene, maar om euthanasie in belang van de maatschappij. Deze derde vorm zullen wij met de volgende stelling nog enigszins verduidelijken: “Alle partijen hebben bij de verdeling van medische goederen prima facie aanspraken op zorg; maar de aanspraken van de stervenden zijn het zwakst.”
Verder is het ook goed om duidelijkheid te scheppen over wat volgens ons niet onder euthanasie valt. Als eerste valt niet onder euthanasie de zogenaamde passieve euthanasie. Dit houdt het staken van de behandeling in. Ten tweede sluiten we ook de zogenaamde indirecte euthanasie uit. Dit is het niet opzettelijke beëindigen van het leven van een patiënt, maar een vorm van pijnbestrijding met neveneffect (de dood). Tot slot sluiten we het achterwege laten van een behandeling ook uit van euthanasie.
5. Argumentatie
Allereerst zullen wij een aantal argumenten voor euthanasie nader bekijken, deze zijn meestal op een niet-christelijke levensovertuiging gegrond. Hierna zullen wij deze op grond van Gods woord proberen aan te vechten.
Voor:
- Barmhartigheid
Verzachting van de pijn is het minst omstreden en de meest universele morele plicht van de arts. Dit principe kent twee componenten: de plicht om geen verdere pijn of lijden te veroorzaken én de plicht om reeds aanwezige pijn of lijden te beëindigen. Pijnbestrijding kan er niet alleen toe lijden men de patiënt laat sterven; maar kan ook actieve euthanasie nodig maken. Als de conditie van de patiënt zo tragisch is dat voortzetting van het leven alleen maar pijn brengt, en er geen andere manier is om de pijn te verzachten dan door de dood, dan kan dat beëindiging van het leven ‘nodig’ maken. We zullen direct een veelgehoord tegenargument hierbij maar de wereld uithelpen. Het is namelijk incorrect te stellen dat alle pijn, inclusief pijn de terminale fase van iemands leven, onder controle is te krijgen. Complete, universele en volledig betrouwbare pijncontrole is een mythe (Douma). Nu kan men in alle gevallen de patiënt zo verdoven dat hij bewusteloos wordt. Dat beëindigt inderdaad de pijn, maar het staat tevens gelijk aan het veroorzaken van de dood. Want wanneer bewustzijnservaringen ontbreken, valt er niets goeds meer te realiseren en is er geen communicatie van enige betekenis meer. Het gevolg van deze pijnbestrijding is praktisch gelijk aan de dood, althans vanuit de patiënt bekeken.
- Autonomie
Dit principe beslaat een veel wijder veld van zaken aangaande leven en dood, dan wanneer wij enkel over euthanasie praten. Het kan gaan over iemand die chronisch, maar niet terminaal ziek is, over een gehandicapt persoon welke niet stervend is en over een persoon die nog helemaal niet lijdt, maar seniliteit of hoge ouderdom onder ogen moet zien. Iemand heeft het recht een medische behandeling te weigeren, ook al betekent dit dat hij of zij zal sterven (bijv. Jehovagetuigen die geen bloedtransfusie wensen).
- Rechtvaardigheid
Hier komen we terug op die derde vorm van euthanasie die door sommigen wordt erkend. Namelijk de euthanasie in het belang van de maatschappij. We denken hierbij aan het beëindigen van het leven van comapatiënten. We hebben dan te maken met gevallen waarin de patiënt niet lijdt en ook geen keuze kan maken om te sterven. Zo’n levensbeëindiging wordt door de voorstanders ervan gefundeerd op het principe van rechtvaardigheid. Euthanasie maakt een eerlijker verdeling van medische middelen mogelijk in een samenleving, die gebrek heeft aan middelen om een goede zorg aan iedereen te verschaffen. Er wordt hier ook wel gesproken van het zogenaamde ‘salvageability principle’, d.w.z. het principe om ‘te redden wat er te redden valt’.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden