Boeddhisme

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 11350 woorden
  • 18 juni 2003
  • 81 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
81 keer beoordeeld

Inhoudsopgave Voorwoord “De buitenkant van het Boeddhisme” Thema A Boeddhisme en krijgskunst Thema B Boeddhisme in Thailand Thema C Monniken en hun hulp Thema D Boeddhistische rondreis door Birma/ Myanmar
Thema E Tempelbezoek; offeren, gebed, symboliek in de tempel “De binnenkant van het Boeddhisme” Thema 1 Dharma, de mens: skandha’s en zelfloosheid
Thema 2 De zin en onzin van zen Thema 3 Relatie Boeddhisme en Taoïsme Thema 4 Alternatieve geneeswijze, therapie en boeddhisme
Thema 5 Waarden en normen en boeddhisme

Slotwoord
Conclusies
Planning
Bronvermelding Voorwoord Nou, dit is dan het resultaat van al het werk. Ik hoop dat de voorkant u al bevallen is. Helaas niet in kleur, want dat deed de printer niet. Ik heb best wel lang over het werkstuk gedaan, veel plaatjes gezocht en natuurlijk ook de nodige informatie. Ik heb het werkstuk de titel: “In iedereen zit wat van de ander” meegegeven. Daarom ook het plaatje van yin en yang op voorkant. Ik vind deze titel wel passen bij het boeddhisme, omdat dit veel dingen heeft overgenomen van het hindoïsme en omdat er ook in het boeddhisme zelf veel verbanden zijn te leggen tussen bepaalde begrippen en voorwerpen. Plaatjes heb ik in dit werkstuk met de hand ingeplakt, want ook dat deed onze computer niet. Daarna heb ik het hele werkstuk in plastic mapjes gestopt, zodat de plaatjes niet zo opvallen. De thema’s zitten overigens niet in de volgorde waarin ik ze gemaakt heb in het werkstuk, ik heb eerst de thema’s A t/m E (“De buitenkant van het Boeddhisme”) en vervolgens de thema’s 1 t/m 5 (“De binnenkant van het Boeddhisme”) ingevoegd. En ik heb een pagina 14a genoemd. Dit kwam omdat ik deze pagina per ongeluk niet in het oorspronkelijke werkstuk had gestopt. Deze pagina is dus later ingevoegd, en ik vond het zonde om allemaal nieuw papier te gaan gebruiken voor alleen wat paginanummers. Veel plezier met dit werkstuk. Ik hoop dat het u bevalt. Thema A Boeddhisme en krijgskunst Het boeddhisme heeft invloed gehad op de in Japan ontstane krijgskunsten (en omgekeerd). Vooral het zenboeddhisme was hierin belangrijk. Wat dit zenboeddhisme precies inhoudt wordt verklaard in thema B, maar hieronder zal ik alvast de punten noemen die voor het begrijpen van dit thema belangrijk zijn. Zen beoefen je, normaal gesproken, door zazen, een meditatievorm. Als men zich in zazen bevindt probeert men een antwoord te bedenken op een koan of aandacht te schenken aan bijvoorbeeld de ademhaling. Het eerste, een antwoord geven op een koan, is moeilijker dan je denkt. Het zijn vraagstukken waar geen logisch antwoord op is te geven. Een voorbeeld is: ‘Wat is het geluid van één klappende hand?’ Een antwoord op zo’n koan komt zomaar opborrelen, er is vaak niet over nagedacht en het is niet mooier gemaakt dan het eigenlijk in de praktijk is. Deze drie eigenschappen zijn ook van belang in de vechtkunsten. Dit klinkt allemaal nogal zweverig, misschien wordt het duidelijk door dit voorbeeld: Een zwaardvechter wil zijn tegenstander verslaan. Hij denkt dat hij, door nu te slaan, de ander zijn kop er af kan krijgen. Echter, als hij nu slaat, worden zijn bewegingen een fractie van een seconde vertraagd door die gedachte. Als hij zonder nadenken zou slaan, zou die fractie van een seconde tussen de gedachte en het werkelijk slaan niet meer bestaan. Om dit te kunnen moet je helder kunnen denken. Om dat weer te kunnen moet je geest leeg zijn. Als dat gebeurt (door meditatie) zouden we de buitenwereld beter kunnen begrijpen. Uiteindelijk zou de geest een soort spiegel worden en zou die alles weerkaatsen wat ervoor verschijnt. Om de vijand (of zoals in het voorbeeld) de tegenstander te kunnen verslaan moet je dus controle hebben over je geest. Qi leidt tot de eenwording van lichaam en geest. Meer over Qi in thema 4. Doordat men zich, gedurende het beoefenen van zazen, in een bepaalde houding bevindt, kan de ademhaling veel dieper komen. Dit zorgt dat men meer kracht kan zetten. Een beoefenaar van een vechtsport zal een actie altijd uitvoeren gedurende de uitademing. Dan heeft hij of zij meer kracht. Door het leegmaken van de geest komen daarin dingen die echt belangrijk zijn. Omdat de mens van nature angstloos is, kan iemand een gevecht of een gebeurtenis zonder vrees afwachten. Meestal is iemand echter wel angstig, omdat we bang zijn voor een nederlaag. Je moet niet zelf denken als je bijvoorbeeld een slag wilt uitvoeren. Als je je sterk concentreert zou je lichaam zelf actie ondernemen en voer je die slag uit. Je denkt er dan niet aan of deze zal lukken of mislukken. De Japanse naam voor oorlogskunst (want dat is voor de Japanners de functie van de krijgskunsten) is ‘budo.’ Dit betekent ‘de weg van de oorlog.’ Bij dit budo is het belangrijk dat je jezelf onder controle hebt. Niet het vechten is belangrijk, maar dat je je kan verplaatsen in wat je tegenstander zal doen. Je moet mededogen hebben met de ander. Kies nooit iemand die veel zwakker is als jijzelf, je zult hem zeker verslaan. En soms is verliezen juist winnen. Als je zoon (of dochter natuurlijk) erg goed is in voetbal en jij als ouder speelt tegen hem of haar, dan zou je je kind toch laten winnen? Dan wordt hij of zij extra gemotiveerd. Sommige mensen beschouwen zelfs zazen als een vechtkunst. Je moet je gedachten en gevoelens uitschakelen. Zo kan het ware verstand in je hoofd komen. Bij een vechtsport moet je ook aan je geest werken. Je wordt geen goede vechter door aan zen-meditatie te doen. Je moet aan je technieken werken, maar ook aan je geest. Je moet weten wat de signalen die ons lichaam ons geeft betekenen. Heb je hoofdpijn, dan heeft mediteren weinig zin meer. Je kan immers niet helder meer denken. Relatie tussen boeddhisme en krijgskunsten
Er zijn verschillende overeenkomsten: · Men heeft een lege geest nodig (bij het boeddhisme voor meditatie, bij krijgskunsten voor concentratie) om het naar behoren te kunnen belijden of beoefenen. · Bij beide is het begrip ‘Qi’ van groot belang. · Het beheersen, besturen en juiste gebruik van de ademhaling zijn van groot belang bij zowel de zazen-meditatie van het boeddhisme als in de vechtsporten. Op de volgende bladzijde nog drie plaatjes van handelingen bij vechtsporten.
Thema B Boeddhisme in Thailand De meeste Thai wonen nog steeds op het platteland. Men gelooft daar nog sterk in de boeddhistische levensvisie. Het boeddhisme legt de nadruk op individuele verantwoordelijkheid en vrijheid. Het begrip ‘karma’ is voor de Thaise boeddhisten van grote invloed. Dit houdt verband met wedergeboorte. Als je een ongelukkig bestaan hebt, of erg arm bent, ligt dit, volgens de boeddhisten aan de daden die je hebt gepleegd in een vorig leven. Je zou verwachten dat mensen erg beïnvloed worden door het idee van wedergeboorte, maar dit is niet zo. Voor veel mensen is het dagelijks leven al zwaar genoeg. Echter, als mensen ouder worden, brengen ze vaak méér offers voor een goed karma. Eigenlijk lijkt het boeddhisme niet sterk aan regels gebonden. Dit klopt ook wel deels, de regels zijn niet echt streng, maar veel mensen nemen toch deel aan de rituelen die vaak al eeuwen meegaan. Een voorbeeld daarvan is dat een man rond zijn twintigste jaar drie maanden doorbrengt in de dorpstempel, als monnik. Ook trekt een getrouwde man vaak in bij de familie van de bruid. Dit gaat echter lang niet altijd zo. In Thailand hebben de maatschappelijke regels dus een beetje losse invulling. Dit geldt ook voor het sociaal systeem. Dat systeem is erg moeilijk te snappen en is soms een beetje tegenstrijdig. Zo vinden sommige mensen dat Thai nogal individualistisch zijn, ze willen onafhankelijk zijn. Zo zouden arbeiders niet zo gauw een vakbond vormen. Eigenlijk is dit beeld helemaal niet juist. De arbeiders willen zich wel organiseren, maar vaak wordt dit tegengehouden door de regering of het leger. In 1997 waren er zelfs rellen tegen een ontslaggolf. In Thailand zijn er ongeveer 30.000 tempels (wat) en daar leven 300.000 monniken. Boeddha’s leer benadrukt de relatie tussen de ‘gewone man’ en de monniken. Dit contact heeft een aandeel in de populariteit van het boeddhisme. De monnikenorde wordt onderhouden door giften van ‘leken’ (de gewone man). Als je als leek iets geeft aan een monnik is dit goed voor je karma. ‘s Morgens doen de monniken hun ronde voor eten. Mensen beschouwen dit dan niet als bedelen, maar eerder als een goede daad die zij kunnen verrichten. Men offert soms ook geld of tempelbenodigdheden (wierook) aan de monnikenorde. Dit geven (dana) is een van de belangrijkste dingen die men kan doen om een goed karma te krijgen. Daarom offert men voor alles wel wat aan een god of de monnikenorde. Vaak worden dan bankbiljetten en spullen met wasknijpers aan een tak bevestigd die dan naar een tempel wordt gebracht. Dit gaat vaak met feest samen. Men danst op traditionele muziek en mannen zijn soms dronken. Bij het offeren hebben vrouwen een groot aandeel. Dit komt omdat zij niet tot de monnikenorde kunnen toetreden. Ze kunnen wel non worden, dan moeten ze zich aan dezelfde regels houden, maar inwijding zit er niet in. Daarom offeren vrouwen extra veel, omdat zij op die manier toch hopen een goed karma te krijgen. Het is ook goed voor hun karma als hun zoon monnik wordt. De Thaise tempels zijn, met de vele versieringen en mooie glasmozaïeken, een belangrijke toeristische attractie. In tegenstelling tot wat je zou denken na het lezen van bovenstaande informatie hebben veel religieuze activiteiten helemaal niet tot doel de monnikenorde te ondersteunen. Toen de Thaise bevolking zich tot het boeddhisme bekeerde hielden ze de goden uit hun oude godsdienst, het animisme. Zo staan er nog steeds bij heel veel huizen geestenhuisjes. Zulke huisjes staan niet alleen bij huizen, maar ook bij winkelcentra, hotels of kantoren. Daar zijn het soms hele grote bouwwerken. Vaak worden in de huisjes dezelfde dingen geofferd als in een tempel (kaarsjes, wierrook en bloemen), met het verschil dat het hier wordt geofferd aan een geest. Bij dit offeren wil met vooral de situatie verbeteren waarin men nu leeft. Men hoopt dat de geest kan helpen. Bij beroemde geestenhuizen worden zelfs staatsloten verkocht! Het bijgeloof, dat het offeren in geestenhuisjes zou helpen, is niet alleen besteed aan mensen uit lage klassen. Ook scholieren willen weleens wat offeren voor een belangrijk examen. Als je iets wilt offeren aan de goden moet je wel weten wat ze graag willen hebben. Als je ze dat geeft maak je meer kans op succes. Zo heeft de god Phra Kan graag geroosterde varkenskoppen. Een van de beroemdste en drukst bezochte offerplaatsen van Bangkok is het Erawan-heiligdom. Dit ligt midden in het centrum van de stad. Op die plek werd in de jaren vijftig het Erawan Hotel gebouwd. De bouw bracht veel problemen met zich mee: pas gemetselde muren stortten weer in, arbeiders vielen van de steiger af. Omdat men niet wist hoe het nu verder moest raadpleegde men monniken, die adviseerden een altaar te bouwen voor Brahma. Toen dat eenmaal was gebouwd verliep de bouw verder zonder problemen. Bij de renovatie van het hotel in 1989/1990 is het Brahma-altaar in tact gelaten. Men voert er vaak khon-dansen op, dat zijn klassieke dansen. Soms worden er ook houten olifanten geofferd. Naast de ‘gewone’ monniken zijn er ook Heilige monniken. Dat zijn een paar monniken die zo beroemd zijn geworden dat zij boeddhistische heilige zijn geworden. Ze vielen op door hun spirit, wijsheid, bijzondere dingen die ze dmv. meditatie hadden bereikt of omdat ze wonderen konden verrichten. De meeste heiligen zijn al lang dood. Maar een paar zijn ook nog in leven. Hieronder in schema kort enkele bekende heiligen · Luang Pho Sot (1884-1959). Werd vooral vereerd in Bangkok. In veel taxi’s en stadsbussen hangen plaatjes of beeldjes van hem. De chauffeurs offeren jasmijnslingers aan hem omdat dat het leven van de bestuurder gunstig zou beïnvloeden. Ook zou het de (bus)rit veiliger maken. · Khruba Sri Wichai (?-1938) werd vooral in Noord-Thailand vereerd. Hij kwam in verzet tegen de manier waarop de regio door de regering in Bangkok werd bestuurd. Velen steunden hem. · In de zeventiger en tachtiger jaren werd de populariteit van voornoemde echter sterk minder door de monnik Luang Pu Waen. Van deze Waen wordt gezegd dat hij in 1971 gemediteerd heeft op een wolk. Daar was hij gezien door een piloot van de Royal Thai Air Force. Toevallig was kort daarvoor een groot aantal elementen van Luang Pu Waen gesponsord door… de Royal Thai Air Force. De vraag naar deze elementen nam door de aandacht die aan de monnik was gegeven enorm toe. Na Waens crematie in 1987 is z’n populariteit echter sterk afgenomen, · Tegenwoordig is Luang Pho Khun uit Khorat (in het Noordoosten) een van de veel vereerde boeddhistische heiligen. Hij is nog in leven. Hij zou vooral zorgen voor rijkdom. In veel huizen hangt een portret van hem, waarop hij staat afgebeeld met een stapel bankbiljetten in zijn hand. Zijn tempel wordt bezocht door mensen die willen dat Khun over waardepapieren loopt, zodat deze meer waard zouden worden. Ook komen vlak voor de verkiezingen lijsttrekkers van politieke partijen wel eens langs, zodat ze een hogere verkiezingsuitslag zouden krijgen. Een bezoek aan zo’n tempel wordt vaak gecombineerd met een uitstapje van een (of meer) dagen. Al dit bijgeloof binnen het boeddhisme is niet zonder kritiek gebleven. Zo zei de monnik Bhuddadasa, die in de jaren dertig protesteerde hiertegen, eens: “We hebben miljoenen boedhhabeelden, maar we begrijpen de echte Boeddha niet. (…) We willen ons slechts van een plaatsje in de hemel verzekeren. [Thailand: mensen, politiek, economie, cultuur, milieu (Sjon Hauser) bekort.] Bhuddadasa’s ideeën werden wel gehoord. Ze inspireerden bijvoorbeeld de Santi Asoke-sekte. Ook bekend is de Dhammakaya-sekte. Deze richt zich vooral op hoger opgeleiden, zoals jonge zakenlieden, studenten en hogere ambtenaren. Hier werd een oude meditatietechniek uitgeoefend die eeuwenlang niet was gebruikt. Deze zou leiden tot Nirwana (totale innerlijke rust) en men zou ‘het fijne lichaam in zichzelf’ leren kennen. De overheid begon in 1999 tegen deze sekte op te treden toen bleek dat het tempelhoofd had gefraudeerd met donaties. In de jaren ’90 ging het toch al niet goed met de tempels. In 1996 werd zelfs overwogen om leugendetectors aan te schaffen. Zo zouden monniken die verdacht werden van ernstige daden beter onderzocht kunnen worden. Thema C Monniken en hun hulp In dit thema vertel ik wat over diverse hulpprojecten die door monniken worden uitgevoerd, of die door monniken worden ondersteund. Bijvoorbeeld een aantal projecten in Vietnam, waarmee ik zal beginnen. Vietnam (Leven in Aandacht) In Vietnam is er grote armoede: kinderen kunnen vaak geen onderwijs volgen, omdat de ouders dat niet kunnen betalen. Kinderen moeten vaak al van jongs af meehelpen. Soms belanden ze zelfs, als ze geen ouders meer hebben, in de prostitutie of criminaliteit. Tijdens de Vietnamoorlog (1964-1975) wilden de monnik Thich Nhat Hanh en Zuster Chan Khong iets doen voor de bevolking van Thailand. Zij hebben toen de School of Youth for Social Services opgericht. Deze school had als belangrijkste doelstellingen: · Opbouw van vernietigde scholen en dorpen · Instandhouding onderwijs en gezondheidszorg. Zij maakten hierbij geen onderscheid in religies of afkomst. Ze maakten geen deel uit van het communistische regime dat in Vietnam heerste en ook niet van het Diem regime. Diem was een dictator die Zuid-Vietnam bestuurde. Omdat ze geen kant wilden kiezen, kregen ze, terwijl ze door het westen aan het reizen waren, te horen dat ze waren uitgezet. Nu zetten ze hun werk voor in Plum Village, gelegen in de Dordogne in Frankrijk. Daar worden zij bijgestaan door vele anderen monniken en nonnen. Er wordt geprobeerd geld in te zamelen in Europa, wat dan wordt doorgesluisd naar Vietnam. Daar zorgen monniken, nonnen, onderwijzers en maatschappelijk werkers er voor dat het geld een goede bestemming krijgt. Het comité dat dit geld inzamelt heet het Committee For Hungry Children. In Nederland wordt dit comité vertegenwoordigd door de Stichting Leven in Aandacht, gevestigd in Amsterdam. Men zamelt tegenwoordig ook geld in voor zeer arme gezinnen, die kinderen hebben die honger lijden. Het aantal projecten voor jongeren dat gesteund wordt is tegenwoordig sterk uitgebreid. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Ook wordt een aantal medische projecten ondersteund en wordt na overstromingen, die in Vietnam regelmatig plaatsvinden, noodhulp geboden. Hieronder meer informatie over de verschillende projecten die worden gesteund: · Er wordt geld ingezameld zodat kinderen naar school kunnen. Daar krijgen ze ook een warme maaltijd aangeboden. Dit kost ongeveer 5 euro per kind per maand. Het gaat al gauw om honderden schoolklassen, dus dat zijn heel wat kinderen! · Kinderen die goed kunnen leren krijgen twee jaar lang € 10,- per maand. Daarmee kunnen ze een beroepsopleiding betalen. · Men sponsort op dit moment zo’n 500 leerkrachten die in afgelegen gebieden lesgeven. Zij zijn hiervoor speciaal naar deze gebieden gereisd en krijgen een beloning van zo’n 15 euro per maand. · Er zijn bruggetjes gebouwd, zodat kinderen eenvoudig de school kunnen bereiken. · In zeven dorpen is men bezig boeren te leren hoe ze in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en hun levenswijze kunnen verbeteren. Men bouwt hierbij ook scholen, zodat er ook voor de toekomst wordt gewerkt. · In de grote steden is er opvang voor zwerfkinderen. Ze krijgen onderwijs en een maaltijd, veelal bij een tempel. · In twee provincies reizen medische teams rond die bewoners een minimale medische verzorging geven. · Er wordt in een provincie hulp geboden aan lepralijders, die vaak geen medische hulp krijgen. · Er wordt noodhulp geboden, indien dat nodig is. En dat is in Vietnam best regelmatig, want er komen nogal eens overstromingen voor. Aids-kinderen in Thailand (Unicef) Andere kinderen willen niet met je spelen of sluiten je buiten. Dat is vaak de realiteit als je als kind in Thailand een met het HIV-virus besmette ouder hebt. Op de website van Unicef staat het volgende citaat van een vrouw wiens kinderen ook zoiets doormaken: 'Mijn kinderen hebben nooit iemand kwaad gedaan.' Ze is zes jaar besmet met het HIV-virus. 'Sinds hun vader aan aids is overleden kunnen ze geen normaal leven meer leiden, ook zal zijn ze zelf niet besmet. Ze worden op school, op de markt en in het dorp gediscrimineerd.' [www.unicef.nl] Kinderen van wie de beide ouders zijn overleden aan aids worden vaak ondergebracht bij de grootouders. Hier krijgen ze vaak te maken met extreme armoede. Als gevolg daarvan belanden ze vaak in de criminaliteit of prostitutie. De boeddhistische monniken helpen kinderen van ouders die zijn overleden aan aids, of die seropositief zijn (besmet met het HIV-virus, echter nog geen aids). Ze geven hun troost, vertrouwen en zorgen dat ze weer iets kunnen doen met hun leven. Unicef steunde eens een project, genaamd Sangha Matta. Dit project had als doel om te zorgen dat de onwetendheid over aids verdwijnt. Monniken zouden de ‘gewone’ mensen de echte feiten moeten bijbrengen. Door dit project zijn ook veel soortgelijke projecten opgestart. Het heeft een taboe doorbroken. Een voorbeeld van zo’n project is de Prasanjai Groep. Deze biedt onderdak aan met het HIV-virus besmette vrouwen. Thema D Boeddhistische rondreis door Birma/Myanmar Ik zal in dit thema eerst wat algemene informatie vertellen over Birma, daarna komt er een soort reisbeschrijving. Omdat dit, als ik het gehele land zou nemen, een enorm groot thema zou worden, heb ik een keuze gemaakt uit de verschillende streken van Birma. Eerst Yangon en omgeving en vervolgens het zuiden. Daarna nog een kort kijkje in het westen van het land. Birma is ongeveer 19 keer zo groot als Nederland (677 000 km2) en is het grootste land van het Zuidoostaziatische vasteland. Hieronder twee kaartjes waarop je kan zien waar Birma ligt en waar de diverse plaatsen waar ik het straks over zal hebben, liggen. Op deze kaartjes staan bij veel steden twee namen. De onderste naam was de naam ten tijde van de Engelsen, de bovenste de naam die tegenwoordig wordt gebruikt. In dit thema zal ik altijd de bovenste naam gebruiken. Het is niet bekend hoeveel inwoners het land telt; men schat ongeveer 45 miljoen. 70% van de bevolking woont op het platteland. De bevolking kent veel verschillende groepen. Slechts 65% van de bevolking is Birmees. Door de vele verschillende volkeren wordt er in veel gebieden nog gevochten voor onafhankelijkheid. In Birma zijn veel verschillende landschappen: ruige bergen, tropische regenwouden en prachtige witte stranden. Doordat Birma geheel omsloten is door bergen, is het een moeilijk bereikbaar gebied en zijn er nog niet veel westerse snufjes doorgedrongen. Het land kent een klimaat dat erg divers is. Er zijn tropische gebieden, elders in het land heerst een woestijnklimaat. Door deze variatie aan klimaten zijn er ook veel verschillende planten en dieren. Birma kent een woelige geschiedenis. Het was tussen 1826 en 1948 een kolonie van Engeland. De Birmanen vonden dit niet leuk, maar in opstand kwamen ze ook niet. De toestand in het land verbeterde: de economie groeide en er was politieke stabiliteit. De Britten verbeterden de infrastructuur. Echter, toen India na de Tweede Wereldoorlog zelfstandiger werd, wilden de Birmanen dit ook. Ze vochten zich vrij. In 1962 namen de militairen met geweld de macht over (coup). Sinds die tijd is alles in het land aan strenge regels gebonden. Er wordt tegen dit bewind geprotesteerd, echter, deze protesten werden altijd (bloederig) neergeslagen. Op 18 september 1988 werd als antwoord op de protesten, de SLORC (State Low and Order Restoration Council), een militaire raad die de rol van overheid speelt op allerlei vlakken. Bijvoorbeeld op wijkniveau, stadsdeel, stad/dorp, divisie en staat geïnstalleerd. Deze moest orde en gezag terugbrengen. Echter, er veranderde niets, dezelfde machthebbers bleven de macht houden. De laatste tijd opent de regering steeds meer de grenzen voor Westerse bedrijven, zoals Pepsi. Bezienswaardigheden
Yangon en omgeving

De stad Yangon is in 1755 gesticht. Het had toen nog de naam Dagon. Later werd dat Yan-kon (‘einde van de strijd’). Het is sinds 1885 de hoofdstad van het land en ook de belangrijkste havenstad van het land. Een belangrijke bezienswaardigheid is de Shwedagon-pagode. Shwedagon betekent letterlijk ‘Goud van Dagon’. Als je met het vliegtuig aankomt zie je de pagode vaak al schitteren. Er zitten namelijk 20 000 gouden platen op. Deze hebben ieder een gewicht van 90 kg. Rondom de pagode zitten nog allerlei tempeltjes en torentjes. De Shwedagon is het hart van het Birmees boeddhisme. Jaarlijks komen er tienduizenden pelgrims naartoe. Als men hier offert, mediteert of meehelpt met het onderhoudt is dat erg goed voor je karma. Dit karma hangt af van de daden die je in dit en vorige levens hebt gedaan en bepaalt hoe je na je dood terugkomt op aarde. De legende wil dat de pagode in 585 gesticht zou zijn als bergplaats voor 8 haren(!) van Siddharta Gautama, de stichter van het boeddhisme. Toen Gautama zat te mediteren in India (daar waar hij Boeddha geworden is) kwamen twee broers hem honingcake brengen. Deze trok 8 haren uit zijn hoofd en gaf deze aan de broers als dank. De broers brachten deze naar de koning van Birma, Okkalapa, die speciaal hiervoor de Shwedagon-pagode liet bouwen. De Shwedagon staat er om bekend dat hij er altijd weer anders uitziet. Dit komt door de steeds veranderende lichtinval. Naar aanleiding van het kaartje op de volgende bladzijde een beschrijving van diverse delen van het complex. Indien ik hier alles zou beschrijven zou ik daar wel twee pagina’s mee kunnen vullen. U komt binnen via de zuidtrap (helemaal onder aan de tekening). Langs deze trap bevinden zich allerlei winkeltjes waar men offerwaar en souvenirs verkoopt. Gelijk na binnenkomst is er een curiosamuseum (1). Hier staan allerlei schenkingen tentoongesteld. Recht tegenover de trap ligt het paviljoen van Konagamana Boeddha (2). Hier staan de oudste boeddhabeelden van de hele pagode. Links hiervan bevindt zich de planeetpost van woensdagochtend (3). Hier komt men om, bij het altaartje van hun geboortedag, spulletjes als wierrook en bloemen te offeren. Dit zou geluk brengen. Er zijn 8 altaartjes, verspreidt over het hele pagodeterrein. Voor alle dagen van de week is er één, behalve voor de woensdag. Het maakt namelijk uit of je op woensdag voor of na 12.00 bent geboren. Bij nummer 8 is er een paviljoen met een liggende boeddha. Hier staan ook enkele van zijn volgelingen. Hier tegenover staan de beelden van Mailamu en Sakku (9). Dit waren de ouders van Okkalapa, die de Shwedagon zou hebben laten bouwen. Het paviljoen van Kassapa Boeddha vinden we bij nummer 10. Kassapa was de derde Boeddha. Nummer 18 is een wensplaats. Als je hier bidt, zouden je wensen in vervulling gaan. De vierde en meest recente Boeddha, Siddharta Gautama staat bij 19. Bij het paviljoen met Indiase wachters (23) bevindt zich een kopie van een voetafdruk van Siddharta Gautama. Nummer 24 vervolgens is de plaats waar de haren van Boeddha werden bewaard toen de pagode in aanbouw was. Dit heeft een moeilijke naam, het heet de Naungdawgyi-pagode. Nummer 32 is het beeld van de eerste Boeddha, Kakusandha Boeddha. De Shwedagon-pagode is dan wel van groot belang voor het toerisme in Yangon, er zijn nog genoeg andere bezienswaardigheden. Bijvoorbeeld het beeld van een liggende Boeddha, dit beeld is 72 meter lang, gemaakt in de jaren zeventig en heeft zo’n 5 miljoen kyat (spreek uit: tsjat) gekost. Hoeveel €uro dit is, is moeilijk te zeggen, want de koers wisselt erg per situatie. De officiële koers is 1 dollar = 6 kyat. Dan zou ook ongeveer 1 euro = 6 kyat gelden, want de euro is ongeveer gelijk aan de dollar. Op de zwarte markt krijg je echter heel wat meer kyats voor een euro of dollar, namelijk 100 tot 130. Deze oneerlijke concurrentie staat de regering maar toe, anders zou heel de Birmese economie in het honderd lopen. Verder zijn er nog heel veel andere pagodes in Yangon en omgeving, zoals de Sule-Pagode. Dit is een erg drukbezochte pagode van mogelijk wel 2200 jaar oud. Hij is maar liefst 46 meter hoog en volgens een legende gebouwd rond een haar van Boeddha. Mon-staat (Zuiden) In dit deel van het land staan ook weer veel pagodes. Het gebied ligt vlak bij de hoofdstad Yangon, echter wel gescheiden door de Golf van Martaban. De belangrijkste stad is Mawlamyine. Het gebied is nog niet zo lang opengesteld voor toeristen, omdat er vroeger veel gesmokkeld werd en de Mon zich erg verzetten tegen de Birmese regering. Thema E Tempelbezoek; offeren, gebed, symboliek in de tempel In dit thema iets over offeren, gebed, vervolgens twee belangrijke omgangsvormen, een stukje over een boeddhistische tempel in Amsterdam, en ik vertel iets over verschillende goden die aanbeden worden. Offeren
Het boeddhisme is, zoals bekent, een godsdienst zonder god. Daarom bidden de meeste boeddhisten voor Boeddha die in hen is. Ze hopen die geest zo gunstig te stemmen, dat hij net zo wijs wordt als de Boeddha. Tempels zijn vaak de hele dag open. Mensen kunnen in en uit lopen. Ze leggen er bloemen neer, steken kaarsen aan, geven rijst of branden wierrook. Vaak buigen mensen terwijl ze dit doen, en soms volgt nog een gebed. Dit laat hun liefde en respect zien voor Boeddha. Gebed
In Tibet (een land in de bergen, bij China) bidt men soms hele dagen lang. Hier bidt men op een andere manier als andere boeddhisten dat doen. Ze zeggen mantra’s op. Dat zijn korte gebeden. Als ze zo’n mantra vaak herhalen, zou er een grote kracht van uitgaan. Daarom staan er soms bij tempels ook rijen met gebedsmolens, zoals hieronder te zien is. Als mensen aan de rollen zouden draaien, zouden de gebeden honderden keren worden herhaald. Als je een mantra opzegt, zou daarbij om de sterkste klank zijn. De klank om is het begin van de mantra Om mami padme hum. Dit betekent ‘de waarheid in het hart van de lessen’ of ‘het juweel in de lotus.’ Een lotus is in dit geval een mens. Een boeddhist vergelijkt graag een lotus met een mens. Zijn wortels zitten vast in de modder, maar hij staat met z’n gezicht naar de zon. De mantra Om mami padme hum wordt in Tibet vaak gebruikt. Het staat ook op gebedsmolens, als op het plaatje hierboven. Tibetanen bidden met de handen tegen elkaar. Dan buigt men diep voorover tot het voorhoofd de grond raakt. Er zijn verschillende gebedshuizen, die op de verschillende plaatjes hieronder staan afgebeeld. Het is wat eenvoudig, maar nu weet u hoe het er van buiten uitziet. Het eerste plaatje, het grote, laat een Thaise tempel zien. In Thailand noemt men deze ook wel wat. De altaarkamer staat aangegeven. Daaronder, links, een tweetal stupa’s, ook wel stoepa’s genoemd. Dit zijn oude Indiase tempels. Stoepa’s zijn grafheuvels ter ere van koningen en belangrijke religieuze leiders. Ze zijn een reisdoel voor veel pelgrims. In stoepa’s worden vaak relikwieën bewaard. Dit zijn overblijfselen van lichamen van heiligen of heilige voorwerpen. Ze hebben de vorm van een klok. Tegenwoordig zien de tempels er meer uit zoals het plaatje in het midden laat zien. De naam voor ‘nieuwe tempels’ is ‘pagode.’ De klokvorm verdween enigszins. Hij is nog wel terug te zien, alleen is hij nu meer ‘uitgerekt’ en wat smaller. De pagode is, zoals te zien is, verdeeld is vijf ‘balkons.’ Deze stellen de Vijf Elementen van het Heelal voor. Deze vijf elementen, namelijk heelal, wind, vuur, water en aarde, zijn wat anders als de elementen die in Thema 4 (Alternatieve geneeswijzen, therapie en boeddhisme) worden uitgelegd. Symboliek
Belangrijk bij bezoek van tempels is dat je: · je schoenen uittrekt · bij stoepa’s (zie plaatje op de volgende bladzijde) met de klok mee rondloopt. De He Hwa tempel in Amsterdam is een nieuwe tempel (nog maar drie jaar oud) en is populair. De tempel is gevestigd aan de Zeedijk, in ‘Chinatown’, een deel van Amsterdam waar veel Chinezen wonen. De tempel is erg opvallend, door de rood met gele kleur. Vanaf het Centraal Station is de tempel al duidelijk te zien. In de tempel worden ook iedere zondagochtend mantra’s opgezegd. De tempel is niet zo uitbundig voorzien van pracht en praal als bijvoorbeeld tempels in Thailand. Er is wel genoeg te zien. Achter iedere versiering gaat zowat een verhaal schuil. Zoals achter het beeld van Guaryin, de godin van de barmhartigheid (zie hieronder). Deze godin is hier niet voor niets neergezet. Ze zou de drugsverslaafden en daklozen, waarvan er veel rondzwerven op de Zeedijk, kunnen helpen. Guaryin wordt relatief vaak afgebeeld. Ze zou een van de begeleidsters van Boeddha zijn. Deze begeleiders zouden zelf ook al verlicht kunnen worden, net als Boeddha, maar dit niet doen, omdat ze dan anderen kunnen helpen om ook verlicht te kunnen raken. Guaryin is de Chinese naam voor bodhisattva Avalokiteshvara. Deze man was de beschermheilige van het Tibetaans boeddhisme. Vanaf de 11e eeuw werd Guaryin meestal afgebeeld als vrouw. Guaryin betekent: ‘hij die luistert naar de geluiden (van de wereld).’ Ze (of hij) wordt voor veel dingen geraadpleegd. Daarom is ze ook afgebeeld met veel armen, zodat ze al die hulpverzoeken ook kan inwilligen. Volgens de overlevering zou Avalokiteshvara Boeddha hebben gevraagd: ‘als ik in staat ben om in de toekomst alle wezens te helpen en te troosten, schenk aan mij 1000 handen en 1000 ogen.’ [www.geledraak.nl] Bij het beeld van Guaryin staan nog twee andere beelden. Het ene, hieronder het linkse plaatje, is het beeld van Chia Lan. Hij is de beschermer van tempels. Het andere beeld, hieronder rechts, beeld Wei Tuo uit. Hij waakt over de tempels en zorgt dat er geen kwade geesten binnenkomen. Aanbeden goden
Volgens het boeddhisme is een god iemand die nog niet verlicht is, maar die ook geen gewoon mens meer is. Een god heeft een heel goed karma. De volgende goden worden regelmatig aanbeden (plaatjes van de goden staan allemaal afgebeeld op de volgende bladzijde, op volgorde zoals ze in de tekst worden genoemd.): · Yama. Dit is de god die beslist hoe een dood wezen terugkeert op aarde. Dit bepaalt hij op grond van hun karma. Hij is te herkennen aan het Wiel van de Leer op zijn borst. Als mensen hem aanbidden zou men meer kans maken om na de dood als een belangrijk wezen terug te keren op aarde. · De godin van de vernietiging is Devi Lhamo. Ze wordt meestal afgebeeld met een krans van hoofden, een mensenhuid om haar schouders, de zon in haar navel en de maan in haar haar, rijdend op een witte ezel. De teugels van de ezel zijn gifslangen, een tas met ziekten hangt aan haar zadel en in haar hand heeft ze een met bloed gevulde schedel. Dat zal er dus behoorlijk afschrikwekkend uitzien! · In tijden van droogte wordt vaak de god Vajrapani om hulp gevraagd. Hij is de regengod. · Acula zou, als de dode voor Yama staat, zijn gunstige karma naar voren brengen. · Wil je vruchtbare velden, een lang leven of wijsheid voor een rijk geestelijk leven? Vasudhara is de godin van de welstand. · Ashtamangaladevi (je zal die naam toch steeds moeten uitspreken!) is de geluksgodin. · Reizigers door de Himalaya, zullen er altijd voor zorgen dat de Vijf Gelukszusters aan hun kant staan. Als je hen niet bevalt, zal je tocht door deze bergketen waarschijnlijk worden vergezeld van ongelukken, noodweer en kou. Afgebeeld is één van hen, Dirghayusi. Zij rijdt hier op een leeuw. De ander gelukszusters zijn Sugati, Suganthi, Sumukhi en Sumati. Thema 1 Dharma, de mens; skandha’s en zelfloosheid In dit thema vertel ik over de leer van het boeddhisme. Iets over de vier waarheden, het achtvoudige pad, skandha’s en tot slot zelfloosheid. Erg divers dus. Tot slot nog een titelverklaring. Vier waarheden

In z’n eerste toespraak na z’n verlichting vertelde Siddharta Gautama, de Boeddha, over de leer van het boeddhisme. In deze toespraak kwamen onder andere de Vier Edele Waarheden ter sprake. Hieronder staan ze alle vier, met een uitgebreide toelichting. 1. De edele waarheid van het lijden. Alles waar men mee te maken krijgt en waar men niet van houdt, is lijden. Als je wordt afgescheiden van datgene waar je van houdt, lijdt je ook. De vijf skandha’s zijn lijden. 2. De edele waarheid van het ontstaan van lijden. Lijden ontstaat door begeerte. We willen dingen meemaken en ons laten zien aan de rest van de wereld. Deze waarheden horen bij elkaar. Volgens boeddha is het leven van de mens een en al lijden. ‘Geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden en dood is lijden.’ Het boeddhistische woord voor lijden is doekkha. Het leven is een lange lijdensweg en dat lijden is steeds aanwezig is ons leven. Als we het lijden willen opheffen moeten we als mensen weten van de
Vijf Skandha’s
De mens bestaat uit vijf ‘stukken’: lichaam, gevoel, waarnemingen, willen en bewustzijn. De mens is een wezen daar steeds veranderd door verschillende krachten. 1. De mens is een lichaam. Dat lichaam bestaat uit vier elementen: aarde, water, vuur, lucht. 2. Er zijn verschillende krachten die bij mensen verschillende gevoelens kunnen geven. Ze kunnen ons onplezierig laten voelen, neutraal of plezierig. 3. Deze skandha gaat ervan uit dat de mens zes soorten waarnemingen kan doen (zien, horen, ruiken, voelen, proeven en een innerlijke waarneming, met een zintuig dat manas wordt genoemd). Deze hangen samen met de zes zintuigen. Dus je kijkt met je ogen, hoort met je oren, etc. 4. De mens verlangt dingen te hebben en te doen. Dit verlangen bepaalt ons leven. 5. De laatste skandha zegt dat de zes soorten bewustzijn (zie skandha 3) het resultaat zijn van het contact met het betreffende zintuig. We weten dat we zien, horen, ruiken etc. Omdat deze vijf ‘stukken’ van het lichaam met elkaar samenwerken, zou de mens ervan uitgaan dat er nog iets meer is. Een ‘ik’, een zesde skandha. Dit is echter niet het geval en dit zou de diepste oorzaak zijn van het menselijk lijden. Alles in ons lichaam is veranderlijk, dus er is geen ‘ik’. We willen als mensen houvast hebben in ons leven. We willen een vaste baan, een mooie auto, een mooie vrouw (de meesten althans), kortom: we willen een gelukkig leven. Iedereen lijdt, omdat we alles wat er gebeurt, op ons zelf betrekken. De skandha’s zorgen ervoor dat mensen niet kunnen ontsnappen uit de kringloop van wedergeboorte. Dan de andere twee Edele Waarheden: 3. De edele waarheid van het opheffen van lijden. We moeten niet hechten aan dingen die we in ons bezit hebben. We moeten dat kunnen loslaten. 4. De edele waarheid van de weg die naar opheffing van het lijden voert. Dat is het achtvoudige pad. Hierover zometeen meer. Ook deze twee waarheden hebben een verband met elkaar. Ze hebben beide betrekking op de manier waarop we het lijden kunnen opheffen. We moeten onze begeerte laten varen. De weg om dat te doen is het volgen van het achtvoudige pad. Dat we onze begeerte moeten laten varen heeft te maken met het begrip nirvana, dat ‘uitdoven’ of ‘uitwaaien’ betekent. We moeten al onze zorgen laten wegwaaien. Ik heb al gezegd dat de vijf skandha’s zorgen dat de mens ‘gevangen’ blijft in de kringloop van het leven. Als de kracht van deze skandha’s ervoor zorgt dat we blijven lijden, moeten we de kracht van hen doorbreken. We moeten elke skandha los zien van de andere skandha’s. Dan is het mogelijk dat het idee van een zesde skandha ( een ‘ik’) vanzelf verdwijnt. Als je zo alles weet los te laten, bereik je de staat van verlichting (satori). Om de verlichting te bereiken, moet je het
Achtvoudige pad ‘bewandelen.’ De acht stappen van dit pad leiden tot verlichting, en zijn onduidelijk beschreven. Daarom hebben boeddhisten ze in drie groepen ingedeeld. · Groep 1: introductie
Deze groep bestaat uit de stappen 1 en 2: juiste zienswijze en juiste bedoeling. Het zijn de inleidende trappen tot het bereiken van de Verlichting. Als je deze stappen niet volgt, hebben de andere stappen ook geen zin. Met juiste zienswijze wordt bedoeld dat je moet beseffen dat het leven op deze wereld samenhangt met lijden. Juiste bedoelingen slaat er op dat je ook echt aan de slag wil met de verworven ervaringen en kennis. · Groep 2: ethiek
Hiertoe behoren de stappen 3 t/m 5. Dit zijn achtereenvolgens juiste spraak, juist handeling en juiste levenswijze. Deze stappen hebben betrekking op de boeddhistische waarden en normen. Deze worden duidelijk(er) gemaakt door vijf voorschriften, genaamd de pancha sila. - niet doden: we moeten eerbied hebben voor alle leven. - niet stelen of bezitten wat aan anderen toebehoort. - geen verkeerde seksuele relaties. Heb respect in de omgang met elkaar. - niet liegen, ben eerlijk. - geen verdovende middelen gebruiken, maar sober leven. Op sommige punten zijn deze wel te vergelijken met de Tien Geboden van het christendom. · Groep 3: meditatie
De stappen 6 ( juiste inspanning), 7 (juiste waakzaamheid) en 8 (juiste concentratie). Sommige boeddhisten zeggen dat deze stappen enkel door monniken te bereiken zijn. Met juiste inspanning wordt hier niet bedoeld dat je moet gaan hardlopen, maar dat je kritisch onderzoekt wat er gebeurt in het bewustzijn van de mens. Juiste waakzaamheid wil zeggen dat je alert moet zijn op veranderingen in het bewustzijn. En juiste concentratie wil zeggen dat je je moet concentreren op veranderingen in het bewustzijn. Zelfloosheid
Dit is misschien wel het moeilijkste begrip van het hele boeddhisme. Ik zal het eerst proberen uit te leggen aan de hand van een voorbeeld. De computer waar ik nu dit verhaal op type is eigenlijk niet een ding. Het zijn heel veel dingen. Het bestaat uit een toetsenbord, een scherm, en een kast met apparatuur. Volgens het boeddhisme is het met de mens net zo: de mens bestaat uit veel verschillende ‘onderdelen.’ Er zouden vijf onderdelen zin: 1. Vorm. Het menselijk lichaam, dus eigenlijk het omhulsel. 2. Gevoel. Lichamelijke of geestelijke gevoelens. 3. De waarnemingen van de zes zintuigen. 4. Impulsen als hebzucht, haat ed. 5. Het bewustzijn, het resultaat van de waarnemingen van de zintuigen. Deze vijf onderdelen vormen de mens. Dharma, de mens; skandha’s en zelfloosheid
Eigenlijk kun je de mens (dharma) beschouwen als een samengaan van skandha’s en het begrip zelfloosheid.
Thema 2 De zin en onzin van Zen Allereerst iets over de historie van Zen, vervolgens informatie over twee hoofdscholen en tot besluit licht ik de relatie toe tussen Zen en enkele kunstvormen. Geschiedenis
Zen ontstond in de 12e eeuw in Japan. In 1191 kwam de Japanse monnik Eisai terug uit China. Hij nam twee dingen mee: zen en thee. Over de thee waren de rijken wel te spreken, maar zen vonden ze maar niks. Het was te veeleisend. Toen het in Kyoto, waar Eisai op dat moment woonde, niet aansloeg, trok Eisai naar Kamakura. Daar vonden strijders de nauwkeurigheid van zen heel goed. Ze gebruikten het om zich beter te kunnen concentreren. De twee hoofdscholen (hierna beide uitgelicht) richtten zich vooral op meditatie en een goede kijk op de werkelijkheid. Zen is Japans voor ch’an wat ‘meditatie’ betekent in het Sanskriet (oude Hindoitische taal). Bij zen gaat men er van uit dat in iedereen een boeddhageest aanwezig is. Daarom zegt een zen-monnik: ‘Waarom zou ik moeten mediteren als ik toch al Boeddha in me heb?’ Rinzai-zen en koans
Iemand vroeg eens aan de zenmeester Chao-chou (in het Japans ‘Joshu’) of een hond ook een boeddhageest had. Zijn antwoord was ‘Wu!’ (‘Nee!’). Later zij hij op diezelfde vraag ‘Ja!’. Want in elk levend wezen is een Boeddhageest. Dit is een van de 1700 raadsels (koans) die de basis zijn van rinzai-zen. Op deze koans is geen antwoord te geven. Daar gaat het ook niet om. Het gaat erom dat een leerling daar goed over nadenkt. Als een leerling er niet uitkomt probeert een meester hem op het goede spoor te zetten. Dit kan hij doen door uitroepen (‘tien!’, ‘woe!’ of ‘kwan!’, dit betekent respectievelijk: ‘punt uit!’, ‘niks!’ en ‘pas op!’) of bijvoorbeeld met de ‘stok van mededogen’, zoals afgebeeld op onderstaande foto. Er is een bekend verslag van een koan-meditatie, geschreven door Hakuin (1685-1768). Hieronder staat dit afgedrukt. ‘Ik kreeg de Mu-koan van Joshu,’schrijft hij. ‘en ik deed er enorm mijn best op. Dagen en nachten at en sliep ik niet, en toen had ik ineens een enorme concentratie. Alsof ik half bevroor op een enorme ijsvlakte; ik voelde mij vanbinnen volkomen transparant. (…) Toen ik plotseling wakker werd, was ik Ganto (een vage verwijzing naar een vermoorde zenmeester) en in de loop van al die tijd was mijn persoonlijkheid hetzelfde gebleven. (…) Ik riep: ‘Dat is prachtig! Er is geen geboorte en geen dood om aan te ontsnappen! Er is geen hoogste kennis…’ (Boeddhisme: filosofie en meditatie: het pad naar spirituele verlichting, heilige plekken [Tom Lowenstein] bekort) De meester van Hakuin was niet tevreden met deze verlichting (satori). Echter, na korte tijd kwam Hakuin wel tot een, voor zijn meester, goed antwoord. In onze regio wordt ook wel rinzai-zen uitgeoefend. Bijvoorbeeld in Zundert. Pater Jef Boeckmans woont in een abdij in Zundert. Hij is al op jonge leeftijd tot de monnikenorde toegetreden. Hij denkt dat zenmeditatie mensen van diverse geloven, maar speciaal Christenen, kan brengen tot beter inzicht in hun godsdienst. In een uitzending van de Boeddhistische Omroep Stichting van 23 maart 2003 werd een kijkje genomen in de abdij in Zundert en vertelde Boeckamns zijn mening over veel dingen die te maken hadden met zen en boeddhisme. In deze uitzending vielen enkele dingen op. Zo zei Boeckmans dat ‘deze discipline mensen kan helpen om beter in te wijden in deze wereld.’ Ook zei de pater dat ‘al onze religieuze oefeningen eigenlijk bedoeld zijn om alle oefeningen weg te laten en de spontaniteit te hervinden van het kind. Als het allemaal niet leidt tot die spontaniteit dan is het niks waard.’ Hieruit blijkt eigenlijk dat boeddhisten Boeddha niet zien zoals een Christen God ziet. Voor een Christen zou zoiets wel nut hebben, hij zou zoiets doen voor God. Een boeddhist doet zoiets voor zichzelf. Ook zei de Zundertse pater dat zenmonniken geen bedelmonniken zijn. Dat was ook te zien in de uitzending. Men heeft een stal met koeien en houdt zich ook bezig met landbouw om zo voor zichzelf eten te hebben. Het volgende viel mij ook op: ‘Koans hebben natuurlijk een oplossing. Die komt uit een heel diep niveau van ons eigen bewustzijn. Daar waar we weten (…) Het werken met koans heeft tot doel: het bereiken van een soort verzoening de heel diep is, die mij helpt in mijn inzicht in de werkelijkheid’ (De diverse citaten tussen aanhalingstekens in de twee alinea’s hierboven zijn allen afkomstig uit ‘Respect voor de bezem’ van de BOS, 23 maart 2003) Soto-zen
Dogen (1200-1253) was de stichter van soto-zen, de tweede hoofdschool van de Japanse zen. Dogen was in de leer bij Eisai, de stichter van de zen in Japan. Kort nadat hij bij Eisai in de leer ging overleed deze. Daarom trok Dogen naar China en verdiepte zich daar in zen. Volgens soto zijn alle handelingen die we verrichten, van bidden in tempels tot poepen, manieren om je bewust te zijn van het leven. Als je de leer van het boeddhisme uitoefent (bijvoorbeeld door te mediteren) krijg je verlichting (satori). Zen draait om meditatie. Hierbij hoeft geen enkele poespas aanwezig te zijn. Zie de monniken op onderstaande foto. Ze zijn in zazen. Ze hebben de ogen neergeslagen en hebben een lege muur voor zich. Zo worden ze niet afgeleid en kunnen ze zich goed concentreren. Dogen schreef in zijn boek Een universele aanbeveling van zazen: ‘Denk aan niet-denken (…) door verder dan denken en niet-denken te denken. Dat is de basis van zazen.’ Ook schreef hij, in datzelfde boek: ‘Laat alles los, denk niet aan goed of kwaad, positief of negatief. Komt uw geest zo tot rust, geef dan zelfs het idee een boedhha te worden op.’ (Deze twee citaten zijn afkomstig uit: Boeddhisme: filosofie en meditatie: het pad naar spirituele verlichting, heilige plekken [Tom Lowenstein]) Relatie tussen zen en kunst
Zen heeft ook invloed gehad op kunst. In bijna elke kunstvorm in Japan is wel iets te herkennen van zen. In het boek Zen in de kunst van het boogschieten van Eugen Herrigel staat dit over het verband tussen kunst en godsdienst in Japan: “De juiste kunst’ kent ‘geen doel, geen zin’ en gaat over loslaten en het ‘jezelf en alles wat van jou is achterlaten’, zodat alleen een ‘ongerichte spanning’ overblijft.’ (Boeddhisme: filosofie en meditatie: het pad naar spirituele verlichting, heilige plekken [Tom Lowenstein]) Een voorbeeld van zo’n kunstuiting is de zen-theeceremonie. Deze wordt gehouden in een zen-tuin. Zo’n tuin beeldt uit dat de natuur steeds in beweging is. Zo zijn er tuinen die op een speciale manier zijn geharkt om water uit te beelden. Water is steeds in beweging. Een zen-theeceremonie is heel traditioneel. De thee wordt op een traditionele manier gemaakt met spullen die er heel ouderwets uit zien. De stilte die heerst in het theehuisje, als de thee wordt uitgedronken, is misschien de innerlijke rust (nirvana). Op de volgende pagina een afbeelding van een 19e eeuwse houtsnede, waarop een theeceremonie te zien is. Andere vormen van zen-kunst zijn de kaligrafie en haiku’s. Kaligrafie is eigenlijk al een manier van meditatie. Voordat er een, vaak niets betekenend, teken op papier wordt gezet wordt er eerst diep gemediteerd. Hieronder een voorbeeld van een kaligrafie met nietsbetekenende tekens. Haiku’s zijn een soort gedichtjes van zeventien lettergrepen. Vaak hebben deze een heel vreemde laatste regel. Zoals de volgende haiku: Mijn badwater hier, Wegwerpen kan ik het niet – Getsjirp van krekels (Boeddhisme (uit de serie: Religieuze Levensbeschouwingen) / Geen verdere gegevens) Deze haiku is door de dichter Onitsura verzonnen. Hij nam ’s zomers buiten een bad en was bang dat hij, door het leeggooien van de badkuip, de krekels rond zijn huis zou storen. De zin en onzin van zen
Of iemand zen onzin vindt kan hij alleen maar voor zichzelf bepalen. Wel heeft zen een grote invloed gehad op het leven in Japan en, zoals hierboven te lezen is, ook op de kunst. Wat dat betreft is het dus zeker geen onzin. Wel zijn de uitkomsten van zen-meditaties vaak nietszeggend. Ze hebben geen duidelijke betekenis. Thema 3 Relatie Boeddhisme en Taoïsme Het boeddhisme heeft veel andere religies doen ontstaan of beïnvloed. Zo ook het taoïsme. In dit thema vertel ik daar meer over. Eerst een inleiding over het taoïsme, met aandacht voor twee soorten van deze godsdienst. Daarna een overzicht van de overeenkomsten tussen het boeddhisme en het taoïsme. Beide godsdiensten zijn oorspronkelijk in China ontstaan. Naar een bekend gezegde vormen zij wel een drieheid (samen met nog een andere godsdienst, die hier niet ter sprake komt), maar kunnen zij ook als eenheid worden beschouwd. Het woord Tao of Tau, dat je herkend in taoïsme heeft eigenlijk geen betekenis. Hetgeen wat nog het meest in de buurt komt is ‘weg.’ Het stelt de weg voor die de wereld ondergaat en waar de mens in mee gaat. Men vindt het belangrijk te leven in eenheid met de natuur. Onze leefwijze nu is kunstmatig. Taoisten trokken zich dan ook vaak terug in de natuur. Dit werd minder toen het taoïsme een echte religie werd. Daarover later meer. Er zijn twee fasen in het taoïsme: een oudere en een jongere fase. Deze worden ook wel respectievelijk het mystiek taoïsme en het volks taoïsme genoemd. Mystiek Taoïsme
Veel hiervan is bekend geworden uit het boek Tau Te Tsjing, geschreven door Lao Tze (ook wel Lao Tsu of Lao Tse genoemd), de stichter van het taoïsme. Deze Tze leefde waarschijnlijk van 614-517 voor Christus. Dit is niet zeker te bepalen, sommigen zeggen zelfs dat Tze nooit geleefd zou hebben. Volgens de overlevering zou Tze de leer van het taoïsme hebben opgeschreven in boekvorm, toen hij op een tocht vertrok waarvan hij nooit is teruggekeerd. Er is geen spoor meer van hem gevonden. Toen hij bij de grens kwam vroeg een grenswachter aan hem de leer van het taoïsme op te schrijven, waarvan de Tau Te Tsjing dus het resultaat is. De titel is te vertalen als ‘Klassiek pad naar de deugd’. Er zijn echter nog vele andere vertalingen mogelijk, doordat het woord Tao heel veel betekenissen heeft. Het woord Tsjing, wat ‘klassiek’ betekent, werd overigens pas later aan de titel toegevoegd. Het boekje is erg vaag, de teksten die er instaan zijn op veel verschillende manieren uit te leggen. Hieronder een klein stukje uit het boek. Tau brengt het Ene voort; het ene brengt de twee voort; de twee brengt de drie voort; de drie brengt alle dingen voort. Achter alle dingen staat de schaduw (yin) op alle dingen valt het licht (yang) en alle dingen worden in harmonie gebracht door de onstoffelijke adem (ch’i of Qi) Wat anderen leren, leer ook ik: ‘De vermetelen en geweldadigen sterven geen natuurlijke dood’. Dit zal ik als mijn richtsnoer beschouwen [Tau Te Tsjing (Lao Tze)] Dit brengt ons gelijk bij een eigenschap van het taoïsme die overeenkomt met het boeddhisme: yin en yang en Qi (ch’i) hebben een grote invloed. De aanhanger van het taoïsme moet om kunnen gaan met wisselingen tussen yin en yang. Yang, het hemelse, lichte, warme, mannelijke, actieve element, en yin, het aardse, donkere, koude, vrouwelijke, passieve element, zijn wisselend het sterkst. Meer over deze elementen in thema 4 (Acupunctuur, therapie en boeddhisme) wat na dit thema is ingevoegd. Omdat deze processen steeds variëren, is er hier volgens een taoïst sprake van Tao (De Weg). Het Tao is onhoorbaar, onzichtbaar, kent geen begin of einde, kortom: is niet waar te nemen. Desondanks doet het alles door 'woe-wei' (= daadloosheid). Er is niets wat niet gedaan wordt. Volks Taoïsme

Dit is veel minder ontwikkeld
dan het mystiek taoïsme. Het is
een systeem waarbij magische
krachten werden gebruikt. Men
probeert, met allerlei activiteiten, de vitaliteit te verbeteren. Men
zoekt geneeskrachtige kruiden
en beoefent ademgymnastiek. Ook let men zeer op seksuele hygiëne. Volgens de aanhangers van deze
vorm van taoïsme is contact met
goden mogelijk in hun lichaam
en kan men de dood overwinnen. Ook kent deze variant van het taoïsme
het begrip fengsjwei. Hierbij wordt, door gebruikmaking van allerlei krachten, de beste plaats voor een graf bepaalt. Men aanbidt vele goden, ook uit andere godsdiensten als het boeddhisme en hindoeïsme. Het taoïsme bestaat sinds de 2e eeuw na Christus uit groepen priesters en monniken, die werden geleid door een soort paus. Dit heeft trekjes van het boeddhisme. Men offerde veel, geloofde in een bestaan na de dood en er was, zoals hierboven beschreven, veel bijgeloof. Overeenkomsten boeddhisme en taoïsme
De Chinese godsdiensten zijn zo met elkaar verwant geraakt door het vele contact dat de Chinezen hadden met volken en culturen die in de buurt van het Chinese rijk voortkwamen. Het is opvallend hoe eenvoudig de godsdiensten dingen van elkaar overnamen. Zo nemen in beide godsdiensten tempels, priesters en monniken een belangrijke plaats in. En als men iets nodig had ging je als je boeddhist was net zo eenvoudig naar een taoïstische god van de gezondheid om je ziekte te laten genezen. De overeenkomsten: · Beide godsdiensten zijn ontstaan in China. · In beide godsdiensten spelen begrippen als yin en yang en Qi een grote rol. · Veel taoïstische goden zijn oorspronkelijk boeddhistisch (of hindoistisch). · In beide godsdiensten zijn priesters, monniken en tempels erg belangrijk. · Deze twee godsdiensten hebben een grote invloed op het dagelijks leven. Er zijn nog veel meer overeenkomsten te verzinnen natuurlijk, maar dit zijn kort enkele belangrijke en opvallende zaken.
Thema 4 Alternatieve geneeswijzen, therapie en boeddhisme Voor dit thema heb ik gekozen om iets te vertellen over acupunctuur. Eerst volgt een inleiding over acupunctuur. Vervolgens zet ik de verbanden met het boeddhisme uiteen. Inleiding
Volgens de Dikke van Dale is acupunctuur: oude Chinese, pijnstillende techniek, waarbij naalden op zeer bepaalde punten in het onderhuids bindweefsel gestoken worden. [www.vandale.nl, 24 maart 2003] Al was acupunctuur, tot voor een paar jaar, bij ons nog niet zo bekend zijn, uit archeologisch onderziek is gebleken dat het al ruim vijfduizend jaar bestaat. De kunst van de acupunctuur is ontstaan in China. Aanvankelijk was de kunst waarschijnlijk erg primitief. Er werden naalden gebruikt van steen of bot. Zo rond 200 voor Christus werd de basis gelegd voor de acupunctuur. Deze basis is nu nog steeds hetzelfde. Wat acupunctuur zo bijzonder maakt is dat er uitgegaan wordt van de symptomen die er bij een enkel iemand spelen. Zo zijn er dus nooit twee behandelingen gelijk. Zo kan een westerse arts best zeggen dat iemand een hartafwijking heeft en een acupuncturist dat er een storing is in de ‘energie’ van het hart. Beiden kunnen ze het bij het rechte eind hebben. Acupunctuur is vooral bekend om zijn vermogen om pijn te bestrijden. Veel kankerpatiënten zijn hier al mee geholpen. Echter, ongeneeslijke gevallen zijn niet te genezen. Ze zijn wel te verzachten. Veel mensen vragen zich af of acupunctuur wel geschikt is om een bepaald symptoom te verhelpen. Het antwoord is simpel. Als een acupuncturist een goede diagnose stelt, dan kan acupunctuur de situatie verbeteren. Soms zal de patiënt dan helemaal genezen. Als het ziekteproces al te ver gevorderd is kan acupunctuur de pijn minder hevig maken, hem minder vaak doen voorkomen en korter laten duren. Acupunctuur pakt de diepe oorzaken van problemen aan. Want: ‘Een ziekte die niet volledig genezen is, kan heel gemakkelijk een nieuwe ziekte veroorzaken. Of de oude ziekte kan in alle hevigheid terugkomen.’[Acupunctuur (Peter Mole)] Meestal zijn er meerdere behandelingen nodig voor er iets veranderd in het lichaam. Daarom is het bij acute hulp, bijvoorbeeld na een ongeval, niet de beste geneeswijze die je kan kiezen. Wel kan acupunctuur goed werken bij het oplossen van de klachten die na zo’n ongeval ontstaan, bijvoorbeeld slapeloosheid. Het belangrijkste doel van acupunctuur is vaak preventie. Men probeert de gezondheid van een persoon zo goed te krijgen (en te houden) dat infecties moeite hebben om de persoon ‘ziek te maken.’ Daarom komt het vaak voor dat patiënten, nadat ze een aantal acupunctuurbehandelingen hebben gevolgd, zeggen dat ze zich nu weer voelen als vanouds. Veel mensen voelen dat hun lichaam op een gegeven moment niet meer zo functioneert als eerst. Ze gaan dan naar de acupuncturist om de problemen voor te zijn. Voor een acupuncturist bestaat het niet dat iemand helemaal gezond is. Zelfs de jongste baby heeft al iets. Dat kan bijvoorbeeld ontstaan zijn bij de geboorte. Bij anderen is er sprake van duidelijke verstoringen in het lichaam. Om de gezondheid van iemand te bepalen moet je iemands ziel, geest en emoties beoordelen, volgens een acupuncturist. Qi
Om de acupunctuur, en de Chinese cultuur in het algemeen, te begrijpen is het begrip Qi (ch’i) van groot belang. Wat is Qi precies? Dit is op verschillende manieren uitgelegd. Het komt er op neer dat alle dingen waar leven in zit energie zouden bevatten. Het wordt ook wel verklaard met ‘levenskracht’ of ‘vitale kracht.’ Qi is wat ons leven ons geeft. Of: Qi brengt het menselijk lichaam voort, net zoals water ijs wordt. (…) Als ijs smelt, wordt het weer water. Als een individu sterft, wordt hij of zij weer ziel. (…) [Wang Chong, uit: Acupunctuur (Peter Mole) bekort] Qi speelt bij veel dingen een rol. Als bijvoorbeeld de seizoenen wisselen verandert het Qi. Qi is in het hele universum. Men wordt ziek als het Qi niet goed functioneert. Elke doktersbehandeling aan een persoon heeft indirect invloed op diens Qi. Acupunctuur heeft de kracht om het Qi sterk te beïnvloeden. Echter, een arts zal pas ingrijpen als hij goed heeft gekeken hoe de toestand van het Qi is. De manier waardoor de Chinezen de acupunctuur konden toepassen was door de ontdekking van punten op het lichaam. Hiermee kon het Qi worden beïnvloed. Deze ontdekking is minimaal 3000 jaar geleden gedaan. Vondsten wijzen zelfs nog op een veel eerder tijdstip. Over de manier waarop de acupunctuur is ontdekt, zijn de wetenschappers het niet helemaal eens. Misschien hebben soldaten het ontdekt. Ze bemerkten dat de pijn afnam als ze op bepaalde plekken op het lichaam gewond raakten. Anderen zeggen dat de ontdekking gebeurd zou zijn door mensen die de acupunctuur al gebruikten. Ze zouden zich bij meditatie hebben gericht op kleine gebeurtenissen in het lichaam. Er zijn ongeveer 365 punten op het lichaam die bij acupunctuur gebruikt worden. Ze zijn ongeveer 2,5 mm in doorsnee. Om het geneesproces zo goed mogelijk te laten verlopen is uiterste precisie nodig bij het zoeken van de punten. Veel vaak gebruikte punten liggen op de ledematen, onder de elleboog en de knie. Hier zullen veel behandelingen zich dan ook richten. Hierbij maakt niet uit waar het symptoom zich bevindt. De punten zijn verbonden met Qi-banen. Elke Qi-baan heeft te maken met een bepaald orgaan en zorgt voor vele functies is ons lichaam. De basis van de Chinese geneeskunst: Tao, Yin/Yang en de Vijf Elementen. Tao heeft geen vertaling. Wat nog het meest is de buurt komt is: manier van leven. Volgens de Chinese geneeskunst moeten we in de herfst en winter onze energie sparen. Dan kunnen wij deze weer gebruiken in de lente en de zomer. We moeten activiteit en rust in evenwicht houden. Mensen die heel hard werken moeten er ook regelmatig even tussenuit, anders raakt hun Qi ontregeld. Yin/Yang worden gezien als twee tegengestelden in de natuur. Het evenwicht tussen de twee verandert gedurende de dag. Als de dag begint zijn ze gelijk, vervolgens neemt Yang toe, tot hij zijn maximum heeft bereikt. Daarna neemt Yang af en Yin toe, tot beide bij schemering weer in evenwicht zijn. Ook verandert het evenwicht door de seizoenen. De winter is vooral Yin, de zomer Yang, maar de ander komt wel steeds even erbij. Zelfs op een winterochtend is er even sprake van een ‘Yangperiode.’ Een van de belangrijkste taken van de acupuncturist is om te proberen iemands Yin/Yang-aard in evenwicht te krijgen en te houden. Hieronder een voorbeeld: Yang Yin Vuur Water
Deze moeten in evenwicht zijn. Het lichaam heeft water nodig om goed te kunnen functioneren. Als het vuur echter overheerst is de persoon opvliegend. Warmte Kou
Als je steeds de behoefte hebt om je warm te houden heb je een tekort aan Yang. De acupuncturist zal dan proberen om het Tang in hun Qi sterker te maken. Droog Nat
Als je bijvoorbeeld een droge huid heb je een teveel aan Yang, heb je last van overmatig zweten dan heb je óf een slechte conditie óf een teveel aan Yin. Hyperactief Hypoactief
Als een persoon last heeft van een snelle hartslag dan zal zijn hart teveel Yang krijgen. Heeft hij juist een langzame hartslag, dan zou er een teveel aan Yin bij het hart zijn. Yin en Yang veranderen dus voortdurend, maar er is, bij een goede gezondheid, altijd evenwicht. Elke soort van onevenwichtigheid, die op de vorige bladzijde is beschreven, heeft een eigen manier van behandelen nodig. Hierbij zijn ook de Vijf Elementen van groot belang. Deze Vijf Elementen draaien in een vaste cyclus en sturen elkaar aan. Als er onevenwichtigheid is in een Element zal dit alle Elementen beïnvloeden. Hieronder in schema worm de belangrijkste eigenschappen van ieder element. · Water: Dit hoort bij de winter en is vooral een Yinperiode. Het is verantwoordelijk voor onze wilskracht. Het is de basis voor alle andere Elementen. Als het in onevenwichtigheid is zou dit kunnen leiden tot een heel sterke Wil (dit is bij veel werkverslaafden) of emoties. · Hout: Hoort bij het voorjaar, wat vooral een Yangperiode is. Het zet aan tot verandering en stuurt deze veranderingen ook aan. Het raakt in onbalans als ouders hun kind geen ruimte gunnen om zich te ontwikkelen. Als het Element Hout niet in evenwicht is kan dit leiden tot woede. · Vuur: Verbonden met de zomer, een Yang periode. Het is, doordat het natuurlijk met de zomer heeft te maken, verbonden met groei en warmte. Het is verantwoordelijk voor de talenten die we hebben om met andere mensen op te kunnen schieten. Vuur is verantwoordelijk voor ons plezier. Als iemand weinig Vuur heeft kun je dit bijvoorbeeld ook horen in zijn of haar stem. Sommigen met veel Vuur zijn weer juist erg vrolijk. · Aarde: Hoort bij de nazomer, een tijd dat Yin en Yang in evenwicht zijn. Als het in onevenwichtigheid is heeft iemand vaak last van innerlijke problemen. Hij of zij is dan zorgelijk, verstrooid of reageert vreemd. Ook is het verbonden met voedsel. Het Qi moet gedurende ons leven steeds worden aangevuld. Gaat dit mis, dan geeft dit een onevenwichtigheid in het Element Aarde. · Metaal: Verbonden met herfst. Yin is nu het sterkst. Verantwoordelijk voor het ontvangen van Qi van de hemelen. Gevoelens van droefheid of verdriet komen voort uit dit Element. Het geeft ons innerlijke leven meer rijkdom. Relatie met Boeddhisme
Acupunctuur speelt in op het innerlijke van de mens. Het streeft naar perfectie en evenwicht in het lichaam. Het speelt samen met het boeddhisme een grote rol in het leven van veel mensen in Azië. Samen proberen zij om de mens te leiden tot Nirvana (innerlijke rust). Bij allebei zijn begrippen als Qi en ying-yang erg belangrijk. Deze verbinden de twee ook aan elkaar.
Thema 5 Waarden en normen in het boeddhisme Hieronder staan enkele belangrijke waarden en normen uit het boeddhisme: · Heb mededogen met alle wezens. Ga voorzichtig en met respect met elkaar en met het leven op aarde om. Het belang van het geheel is groter dan het eigenbelang. Leer delen met anderen en zorg goed voor elkaar. · Het doel van het leven is het ervaren van geluk. We moeten evenwicht bereiken tussen materiële zaken (spullen) en ons innerlijk. Geld of goederen helpen niet om problemen op te lossen, daarvoor zorgen liefde, mededogen en vergevingsgezindheid. · We moeten innerlijke vrede hebben of ontwikkelen. Dit leidt tot vreugde en geluk. Of we geluk of ongeluk krijgen hangt af van onze instelling. · Om een positieve instelling te krijgen moeten we onze geest oefenen. Iedereen heeft zowel positieve als negatieve emoties in zich. Door onze geest te oefenen bereiken we ook innerlijke rust. · Iedereen is gelijk en heeft alle mogelijkheden en rechten. We moeten zelfvertrouwen hebben. We moeten trots zijn op ons zelf, maar geen eigendunk of arrogantie hebben. · Als we problemen willen oplossen moeten we praten. Geweld helpt niet. Door geduld te hebben en het probleem goed te bekijken en proberen te begrijpen, zal de oplossing zich sneller aandienen. Ook zien we dan dat we niet alleen ons eigen belang hebben in zo’n probleem. Als we het oplossen, helpen we er vaak ook een ander mee. · We moeten ons niet laten overmannen door emoties. We moeten geduldig en verdraagzaam zijn. Dit is geen zwakte maar een kracht. Immers, van je vijanden kun je het meeste leren. · Je leert het meeste op moeilijke momenten in je leven (dood ed.). Dan wordt je ook innerlijk sterker. · We moeten ons nergens overmatig aan hechten. Dit leidt tot vooroordelen en zal de relatie uiteindelijk verpesten of zelfs laten verdwijnen. Het is beter om het goede en het slechte uit elkaar te houden en door deze twee tegen elkaar af te wegen je eigen weg te bepalen. · Alles gaat zoals het gaan moet, alles komt op het juiste tijdstip en dat is goed. · Beledig niemand. Dit is voor niemand leuk en wordt ervaren als een zeer ernstige belediging. Slotwoord Dit waren dan alle thema’s. Ik hoop dat u het leuk en (nog een beetje) leerzaam vond. Het resultaat viel mij in ieder geval niet tegen, en ik hoop dat u dat ook vindt. Hierna zitten nog een pagina met conclusies, m’n planning en twee pagina’s bronvermelding ingevoegd, en dan is het helemaal af. Dus nog even verder lezen… Conclusies Wat heb ik nu zoal geleerd over het Boeddhisme en over het uitvoeren van een groot werkstuk? · Het Boeddhisme is geen godsdienst, eerder een manier van leven. · Ik heb veel geleerd over verschillende boeddhistische gebruiken, ideeën, dingen en godsdiensten die door het Boeddhisme werden beïnvloed. · Ik heb beter leren zoeken op internet. · Ik heb beter leren zoeken in boeken, en van informatie die in boeken stond, beter kunnen bepalen of die wel of niet nuttig en bruibaar was. · Planning is gewoon nodig bij een (groot) werkstuk. Bronvermelding Ik heb voor het maken van dit werkstuk gebruik gemaakt van de volgende bronnen: Ju Jitsu Do / F.M. van Haesendonck 1985
Iedere stap is vrede / Thich Nhat Hanh (voorwoord van de Dalai Lama) 2001
Acupunctuur (uit de serie: Alternatief gezond) / Peter Mole 1994
Thailand: mensen, politiek, economie, cultuur, milieu / Sjon Hauser (uit de serie: Landenreeks) 2000
Thailand / Pail Voogt (uit de serie: Landenreeks) 1991
De religies van de wereld: onze grote wijsheidstradities / Huston Smith 1999

Tau Te Tsjing / Lao Tze 1992
Basisgids Taoïsme: oorsprong, thema’s, praktijk / C. Alexander Simpkins & Annelien Simpkins 2000
De Tao van het gesprek / Michael Kahn 1997
De weg naar vrijheid / Z.H. de Dalai Lama (onder redactie van Donald S. Lopez jr.) 2000
Djoser Reisgids 2003
Djoser Magazine 9e jaargang, nummer 13, lente 2003
Djoser Reisinformatie Thailand/Laos/Cambodja
De Boer & Wendel Reisgids april/oktober 2003
Best Tours: Azië Rondreizen Winter & Zomer 2002-2003 (België) Travel Trend Reisgids Azië 1 november 2002 t/m 31 oktober 2003
Encarta Encyclopedie 1999 Editie
De kunst van het geluk / De Dalai Lama & Howard Cutler 1999
Open je hart / De Dalai Lama (samengesteld door Nicholas Vreeland, met een nawoord van Khyongla Rato en Richard Gere
www.boeddhisme.bl ‘Respect voor de bezem’, uitzending Boeddhistische Omroep Stichting 23 maart 2003

http://boeddhisme.pagina.nl
www.boeddhistischeomroep.nl
www.vandale.nl
www.geledraak.nl
www.innerned.com
www.startpunt.cc
www.trisula.nl
http://users.pandora.be/taoisme/index1.html
http://www.xs4all.nl/~dap/Inri%20Trouw/Onderwijs/Tijdloze%20thema's/Taoisme.html
www.home.nl
Boeddhisme: filosofie en meditatie: het pad naar spirituele verlichting, heilige plekken / Tom Lowenstein 2002
Boeddhisme (uit de serie: Religieuze Levensbeschouwingen) / Geen verdere gegevens
www.omgangsvormen.nl/thailand.htm
http://people.zeelandnet.nl/lievense/sulak.htm
http://www.xs4all.nl/~heleenv/vietnam/projecten.html
www.unicef.nl
www.aandacht.net
www.acl.ac.uk
Reishandboek Burma (Myanmar) / Elise van Vliet 1996

www.xs4all.nl/~bcn/ Dynamic Budo: de Yoseikan spirit / Edgar Kruying 2002
De wereld van de Dalai Lama: de kijk van een ingewijde op zijn leven, zijn volk en zijn visie / Gill Farrer-Halls 1998
De wereld van de boeddhisten / Anne Bancroft 1988
Het Boeddha-boekje: Boeddha’s, godheden en rituele symbolen / Eva Rudy Jansen 1990
http://www.omroep.nl/nos/nieuws/dossiers/vs_irak/2003/februari/1502_vietnam.html
www.orval.be
Handboek van de wereldgodsdiensten / R. Pierce Beaver 1983
http://home.planet.nl/~wmt/boeddha.htm
http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/ow/s.html
http://home.wanadoo.nl/a.heer/Boeddhisme.htm#Zelfloosheid

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.